“Met natte haren fietsen maakt je ziek” en andere gezondheidsbeweringen die (niet) kloppen
De volksmond heeft heel wat te zeggen. Dat je niet met natte haren mag fietsen bijvoorbeeld, omdat je anders gegarandeerd een flinke verkoudheid te pakken krijgt. Of dat zo’n handdroger in een openbaar toilet eigenlijk een broeihaard van bacteriën is. En dat gevallen voedsel dat langer dan drie seconden op de grond vertoeft, onherroepelijk overwoekerd wordt door bacteriën. Wat er allemaal van waar is? Dat wist de microbiologe ons te vertellen.
Hilde Jansens, microbiologe en ziekenhuishygiëniste in het UZA: “of bacteriën werkelijk ziektes of infecties veroorzaken, hangt af van diverse factoren. Die durven we trouwens al eens zelf in te vullen. Wie werd vroeger niet gewaarschuwd dat je niet met nat haar naar buiten mag gaan? Dat zou namelijk tot een verkoudheid – of erger – leiden. Maar daar is niets van aan: nat haar op zich maakt je niet ziek. De persoon die met natte haren naast je in de bus zit, mogelijk wel. Dat we vooral in de herfst en winter getroffen worden door een verkoudheid, komt doordat we net dan dicht bij elkaar zitten in warme kamers met weinig verluchting. Laat dat net de ideale manier zijn om de virussen die verantwoordelijk zijn voor die luchtweginfecties aan elkaar door te geven. Bovendien hebben die het niet zo begrepen op hoge omgevingstemperaturen, waardoor ze in de lente en zomer minder verspreid worden en we dan doorgaans minder vaak ziek worden.
Nog zo’n fabel doet de ronde over een courant verschijnsel in openbare toiletten: de handdroger zou bacteriën verspreiden, en je handen dus vuiler maken dan vóór je toiletbezoek. Hilde Jansens: ‘Helemaal kiemvrij krijg je je handen nooit, tenzij je het ontsmettingsmiddel gebruikt dat in ziekenhuizen hangt. door je handen te wassen wrijf je mogelijk vuil slechts weg en reduceer je vooral het aantal bacteriën erop. Droog je ze daarna met zo’n handdroger, dan vliegen de waterdruppels aanvankelijk in het rond, om daarna op de vloer te belanden. Die zal daardoor allerminst proper zijn, maar je handen zijn dat wel degelijk – als je ze goed droog maakt toch.’ Wel te vermijden blijkt de klassieke handdoek die je met anderen deelt.
‘In zo’n vochtig stuk textiel kunnen de bacteriën al snel welig tieren. Zo’n handdoek wordt meestal niet elke dag ververst, wat hem bij omgevingstemperaturen van 30 tot 37 graden tot de ideale voedingsbodem voor kiemen maakt. Daardoor zal je je handen er eerder mee bevuilen dan schoonmaken.’ In dezelfde categorie situeert zich de goeie ouwe blok zeep. ‘Aan zo’n stuk blijven bacteriën kleven als een mag- neet. Kies liever voor een pompje of een knijpfles. Heb je die optie niet, spoel je handen dan louter met water, en zorg ervoor dat ze daarna goed droog zijn.’
De laatste in het rijtje der volkswijsheden is de drieseconderegel, oftewel: elk voedingsmiddel dat je binnen de drie seconden nadat het viel opraapt, kan nog niet gecontamineerd zijn met bacteriën. volgens Hilde Jansens ligt de waarheid ergens in het midden. ’Of je boterham nu drie dan wel tien seconden op de grond ligt, de besmetting zal direct optreden, al hebben de ondergrond en het type voedsel – droog of kleverig – wel een invloed op de hoeveelheid bacteriën. Opnieuw: we worden omgeven door bacillen. Valt zo’n boterham op de propere keukenvloer, dan kan het geen kwaad om hem toch nog op te eten. Als datzelfde stuk brood voorzien wordt van een laag choco en met de besmeerde kant naar beneden op het hoogpolige tapijt belandt, lijkt het me geen smakelijk idee om dat daarna nog te consumeren. Het beste beoordelingscriterium blijft ons gezond verstand, ook in tijden van onhandigheid.” (br.hln)
|