Mark Uytterhoeven schenkt archief kunstenaar-grootvader aan Mechels Stadsarchief
Tv-maker Mark Uytterhoeven heeft het archief van zijn grootvader, de
schilder Prosper De Troyer (1880-1961), aan het Mechelse Stadsarchief
geschonken. Dat maakte de stad Mechelen bekend.Dat
Uytterhoeven het integrale archief, dat 15 dozen telt, aan het
Stadsarchief schenkt, is volgens de stad Mechelen een "laatste
eerbetoon" aan zijn grootvader. Ook zou Uytterhoeven ermee willen
aangeven dat kunstenaarsarchieven tot het collectief erfgoed behoren en
niet zomaar in het commerciële circuit mogen verdwijnen.De
schetsboekjes, foto's, dagboeken en andere, die groeiden tot een
organisch geheel, zouden daardoor vaak verspreid raken over
verschillende privéverzamelingen en hun samenhang verliezen. Dat
bemoeilijkt wetenschappelijk onderzoek.Garantie"Het
is een van de laatste dingen die ik voor mijn grootvader kan doen",
zegt Uytterhoeven in een persbericht van de stad Mechelen. "Het
professionele stadsarchief van Mechelen staat garant voor een degelijke
en permanente bewaring van zijn archief. Dat stelt me gerust."
Prosper De Troyer (Destelbergen, 26 december 1880 - Duffel, 1 juni 1961) was een Belgisch kunstschilder.
Prosper
de Troyer met zelfportret
Hij volgde zijn opleiding aan Sint-Lucas te Oostakker. Hij startte in Gent als leerjongen in beeldhouwateliers, bij een schilderijrestaurateur en in een smidse. Tijdens zijn legerdienst volgt hij in Mechelen avondlessen aan de Academie voor Beeldende Kunsten, onder directeur/kunstschilder Willem Rogier. Hij zet zijn studies verder tot 1907 en vestigt zich er als kunstschilder aan de Brusselsesteenweg 28.
In Mechelen maakt hij kennis met Rik Wouters, en neemt tijdens Wereldoorlog I deel aan de tentoonstellingen van de kunstkring Doe stil voort. Hij wordt eerst beïnvloed door Eugène Laermans en Jakob Smits, later door de futuristen. Hij assimileert aanvankelijk het neo-impressionisme, dan het fauvisme en het kubisme (1918-1919). Hij evolueert vanaf 1920 naar de abstractie en adopteert rond 1921 de zgn. zuivere beelding , met een aantal abstracte werken waarbij de realiteit op geometrische wijze wordt geschematiseerd. In 1922 keert hij resoluut terug naar de figuratieve vormgeving en in het bijzonder naar het expressionisme.
Met themas als de moeder, het kind, de mens, het landschap en religieus geïnspireerd werk evolueert hij naar een zeer persoonlijk expressionisme met krachtig opgebouwde schilderijen rond zijn familiaal leven in een sterk vereenvoudigde expressieve vormentaal. Hij is bevriend met Michel de Ghelderode, Alfred Ost, Felix De Boeck, Georges Marlier, Frans Mertens en Edmond Grégoire. Exposeeert o.a. in Amsterdam, Belgrado, Berlijn, Bern, Boedapest, Firenze, Genève en Parijs. Op 12/08/1958 was prof. Joos Florquin met het B.R.T.-programma Ten huize van te gast in Mechelen bij De Troyer. Werken van de kunstenaar bevinden zich o.m. in musea te Brussel, Antwerpen, Gent, Mechelen en Oostende.
De Stedelijke Musea Mechelen plannen een
tentoonstelling over de Troyer. In 2011 is het 50 jaar geleden dat de
kunstenaar overleed.
|