Kunstheup gaat steeds langer mee
Wie een kunstheup laat plaatsen, heeft nu meer dan 92,5 procent kans
dat ze binnen 10 jaar nog steeds meegaat. Dat berekenden de
Christelijke Mutualiteiten (CM) in een studie bij 50.000 CM-leden die
een kunstheup kregen wegens artrose. Dat is een verbetering tegenover
2000. Toch kan het volgens de CM nog beter. Vergeleken
met de vorige studie uit 2000 waren er een achtste minder heringrepen.
Met haar 19 jaar observatieperiode behoort deze studie tot de
omvangrijkste ter wereld, stelt de CM. Langer bij ouderen Enigszins
verrassend gaat een kunstheup gemiddeld langer mee bij oudere
patiƫnten. Dat komt omdat de jongere mensen hun prothese doorgaans
zwaarder belasten. Overigens worden steeds vaker jongere mensen (vanaf
45-50 jaar) geopereerd. Bij deze groep gebruikt men meer en meer een
kleinere prothese (de zogenaamde "sportheup"). Afhankeleijk van ziekenhuis en arts De
CM is verontrust over de blijvend grote verschillen in succespercentage
tussen de ziekenhuizen: in sommige ziekenhuizen zijn deze resultaten 6
keer beter dan het nationaal gemiddelde, in andere tot bijna 5 keer
slechter. Ook tussen artsen zijn er verschillen. De ervaring
van de arts blijkt mee het succescijfer te verklaren: iemand die minder
dan 6 ingrepen per jaar doet, heeft tot 50 pct meer kans dat de
prothese op termijn zal moeten vervangen worden, in vergelijking met de
arts die er meer dan 20 per jaar plaatst. De CM pleit er onder
meer voor dat deze en gelijkaardige ingrepen bij een kleiner aantal
chirurgen - en misschien zelfs ziekenhuizen - zouden geconcentreerd
worden.
|