Volwassenen vergeten vaak hun ouders te bezoeken
Eén op acht volwassenen heeft zijn ouders minstens een jaar lang niet
meer bezocht, één op tien belt minder dan één keer per maand. Een op
vijf volwassenen gaat minstens een keer per maand naar zijn of haar
ouders.
Twaalf procent van de grootouders ziet de kinderen en kleinkinderen drie
keer per jaar of meer. Dat blijkt uit een Britse bevraging van 3.000
personen.
Dat heeft
vooral te maken met weinig tijd, door de drukke job en de activiteiten
van de kinderen (33 procent), een te lange afstand (43 procent) en een
bezoek regelen (25 procent). Nochtans wonen ouders en kinderen
gemiddeld maar 100 kilometer van elkaar.
Een op drie volwassen zegt dat ze graag zouden
willen dat hun ouders zelf meer moeite doen om contact te houden. "Zij
kunnen ons ook bellen of uitnodigen", klinkt het dan.
Desondanks
hebben oudere mensen zowat zes uur per dag geen menselijk contact.
"Ouderen worden niet vaak gezien, en voelen zich geïsoleerd. Ze worden
vergeten, terwijl wij meegesleurd worden door het hectische ritme van
alledag", merkt Hugh Gathorne-Hardy op. Hij is de voorzitter van
Christies Care, die opdracht gaf tot de bevraging.
|