Zeehonden zijn echte "spoorzoekers"
Zeehonden gebruiken hun snorharen om de onzichtbare sporen in het
water te volgen die hun prooi nog geen halve minuut heeft nagelaten, zo
schrijft de Sunday Telegraph. En ze doen dat eigenlijk net zoals een
hond die, neus op de grond, een spoor volgt.
Hoe het komt dat zeehonden ook onder water en in troebele omgeving zo
feilloos de vissen kunnen opsporen waar ze trek in hebben, hield
zoölogen al lang bezig. Dankzij vorsers in het Duitse Rostock kennen we
nu het antwoord. Echolocatie Die vissen
laten namelijk een spoor na dat met het blote oog niet te zien is, maar
waaraan een zeehond genoeg heeft om zijn prooi op te sporen. Dat dankt
hij aan zijn snorharen, die niet alleen worden gebruikt om fysieke
voorwerpen aan te raken, maar een veel belangrijkere rol spelen.
Onderzoeksleider dr. Rolf Hanke ontdekte dat die snorharen hetzelfde
doel hebben als de 'echolocatie' die walvissen en dolfijnen gebruiken. Zwemmende
vissen laten een reeks draaikolkjes na en uit proeven met de zesjarige
zeehond Henry, die geblinddoekt was, bleek dat zo'n dier dat spoor nog
kan volgen een halve minuut nadat de vis (die intussen al zo'n 70 meter
verder is) voorbij zwom. Mogelijk weet de zeehond tijdens zijn
achtervolging zelfs al hoe groot zijn prooi is en hoe snel die zwemt. En
dat allemaal dankzij de snorharen, die er vermoedelijk voor zorgen dat
ook zeeleeuwen over deze eigenschap beschikken.
|