Liever zand verkopen dan bedelen
Zowat tweehonderd vrouwen in de Nigerese hoofdstad Niamey komen aan
de kost door zand te verkopen. Je hebt er geen beginkapitaal voor nodig,
alleen spieren en doorzettingsvermogen. Het harde labeur helpt de arme
vrouwen hun trots te bewaren.
De vrouwen staan bekend als 'takalakoyes', een naam in het Zarma die
verwijst naar het houten juk waarmee ze hun zware kalebassen met gezeefd
zand transporteren. Ze leveren dat zand aan metsers die kleine
opdrachten uitvoeren en aan marktkramers die hun klanten op een zuivere
ondergrond willen verwelkomen. Maar de meeste afnemers zijn stedelingen
die hun binnenplaats willen verfraaien met wit zand.
De
takalakoyes zelf leven aan de rand van Niamey. Ze komen uit de dorpen
in de buurt en trokken naar de hoofdstad op zoek naar werk. "Het is geen
vrouwenwerk, maar we hebben geen keuze", zegt Hadi Moussa. Ze komt uit
Karma, op ongeveer 50 kilometer van Niamey. "Als je veel kinderen hebt
en het inkomen van je man zelfs amper voldoende is om iedereen te eten
te geven, moet je wel iets ondernemen", zegt haar collega, Fati Gna. "We
doen dit werk zodat we kunnen eten zonder te moeten bedelen."
Gna
leunt afgepeigerd tegen een muur. 's Nachts ben ik zo moe dat ik bijna
niet kan slapen", klaagt ze. De takalakoyes stappen drie tot vijf keer
per dag naar plekken rond de stad waar goed zand te vinden is - aan de
rand van akkers, in verlaten steengroeven of op rivierbanken. Overal kan
je wel vrouwen zien zitten die zand aan het zeven zijn.
In
de stad krijgen ze voor 20 kilogram zand ongeveer 250 CFA-frank, 40
eurocent. "Dat is verschrikkelijk weinig, en toch zijn er afnemers die
nog proberen af te dingen", zegt Hadjia Haoua, een medewerkster van een
organisatie in Niamey die werkt rond geweld tegen vrouwen. Gemiddeld
verdienen de zandventers 750 tot 1000 CFA-frank (1,2 tot 1,5 euro) per
dag. Dat is niet weinig voor een land waar veel mensen met minder dan
een euro per dag moeten rondkomen.
Mery Abdou, een veteraan van
de takalakoyes, zegt dat ze door geduldig sparen al een koe en vier
geiten heeft kunnen kopen. Ramatou Ali, die nog maar drie jaar zand
verkoopt, heeft al een lam kunnen kopen. Dit jaar hoopt ze ook genoeg
bijeen te krijgen voor een matras voor haar dochter, die nog bij haar
man op het platteland leeft.
Anders
dan de grote zandleveranciers moeten de takalakoyes geen belastingen
betalen. Maar ze krijgen het soms wel aan de stok met de eigenaars van
de gronden waar ze hun zand vandaan halen. "Ze jagen ons weg, ze zeggen
dat we hun erfenis opgraven", zegt Abdou.
|