Gelovige Congolezen zijn laatste bili's aan het opeten
Bili-onderzoeker Cleve Hicks
kiekte dit gavangen weesje. Zijn lot: vetgemest worden om op te eten of
verkocht worden als exotisch huisdier.
Diep in de jungle van Noord-Congo werd niet eens zo lang geleden (in
1996) een bijzonder dier ontdekt: de bili-aap, een reusachtige
chimpansee. Er waren er naar schatting 35.000. De inboorlingen hebben de
bili-chimp altijd gerust gelaten uit bijgeloof. Maar de komst van
goudzoekers in 2007, en in hun spoor aanhangers van de Amerikaanse
predikant en gebedsgenezer William Branham heeft dat veranderd.
Sindsdien worden jaarlijks honderden bili-chimps afgeslacht om op te
eten.
De bili-chimp leeft in een tot voor kort quasi onbereikbaar gebied. Nog
steeds moet je 40 kilometer door de jungle trekken van de
dichtsbijzijnde weg om ze te vinden. De reusachtige mesnapen worden door
de tradionele inwoners haast magische krachten toegedicht. Ze zouden
leeuwen doden, vis vangen en zelfs naar de maan huilen.
Wetenschapper
Cleve Hicks, verbonden aan ondermeer de Universiteit van Amsterdam en
het Duitse Max Planck-instituut, bestudeert de dieren al sinds 2004. Het
bestaan van de soort, die voetafdrukken achterlaat zo groot als die van
een gorilla, werd ontdekt in 1996, maar het duurde bijna tien jaar voor
ze ook echt in levende lijve gevonden werden.
Qua
gedrag en morfologie zijn de Bili-chimpansees bijzonder. Ze maken een
deel van hun nesten op de grond, terwijl chimps normaal gesproken in
bomen nestelen, zeker in gebieden waar hun natuurlijke vijanden aanwezig
zijn. De dieren zijn met 1,70 tot 1,80 meter ook erg groot voor
chimpansees. En ze vergaren voedsel op een originele manier: ze breken
termietenhopen open door ze op harde ondergrond kapot te gooien en
gebruiken vaak aangepaste gereedschappen om ondermeer mieren op te
vissen.
Volgens één theorie zijn de bili's ontstaan na een
kruising tussen chimpansees en gorilla's. De apen hebben inderdaad een
aantal gorilla-achtige kenmerken zoals een doorlopende wenkbrauwboog en
een zware lichaamsbouw, maar hun DNA wijst eerder in de
chimpansee-richting.
Hicks zag
de bili's ook vlees eten, ondermeer van een luipaard. Dat ze die ook
hadden gedood is echter niet zeker. Ook het feit dat ze op de grond
slapen duidt er volgens hem op dat ze niet bang zijn van leeuwen en
andere grote katten. Het zou dus volgens hem best kunnen dat er waarheid
in de verhalen van de inboorlingen zit. Hij heeft echter nog nooit een
bili naar de maan zien huilen.
De plaatselijk Barisi, Azande en
Babenza-stammen hebben de bili's ook altijd ongemoeid gelaten. Ze
geloven dat de dieren onstaan zijn uit een man en een vrouwelijk
chimpansee. Het eten van bili-vlees zou vrouwen misvormde baby's doen
baren volgens hun geloof.
De
zaken zijn ondertussen veranderd. Sinds 2007 wordt er naar ondermeer
goud gezocht in de regio. De mijnwerkers komen uit andere streken en
onder hen is de pseudo-christelijke leer van de Amerikaanse predikant
William Branham populair.
In de leer van deze in 1965 overleden
gebedsgenezer, die zichzelf beschouwde als de door God gezonden profeet
die de komst van een tweede Jezus moest aankondigen, zien ze ondermeer
een rechtvaardiging voor het eten van bushmeat. Het gevolg is dat Hicks
en zijn team de jongste 13 maanden, in het relatief kleine stukje
oerwoud dat ze frequenteren, voortdurend geconfronteerd werden met voor
consumtie gedode, met uitserven bedreigde dieren. Ondermeer 35 bili's,
negen luipaarden, tien okapi's, 14 olifanten, twee nijlpaarden en 169
kleinere apen.
Foto's IUCN
Nog verontrustender is dat ze stuitten op 44
baby-bili's, gevangen genomen om vet te mesten of om als exotisch
huisdier te verkopen. Onderzoek aan het Jane Goodall Institute bracht
aan het licht dat voor elke baby die zo gevangen wordt er tien andere
chimps het leven laten.