Oranje maïs moet blindheid bij Afrikaanse kinderen stoppen
Onderzoekers willen binnen twee jaar in Zambia een nieuwe
maïsvariëteit verspreiden die veel meer vitamine A bevat. De 'oranje'
maïs kan helpen voorkomen dat ondervoede kinderen blind worden of aan
een reeks andere ziekten gaan lijden. De initiatiefnemers hopen de
fouten te vermijden die supergewassen als gouden rijst deden mislukken.
Landbouwkundigen zijn erin geslaagd een maïssoort te kweken die veel
meer betacaroteen bevat, een stof die in het lichaam wordt omgezet in
vitamine A. De voorbije week verscheen in het vakblad The American
Journal of Clinical Nutrition een studie die bevestigt dat proefpersonen
die 'oranje' maïs eten, twee keer meer vitamine A aanmaken dan mensen
die normale maïs krijgen voorgeschoteld.
De
nieuwe maïssoort werd ontwikkeld voor landbouwgebieden in noordelijke
streken, maar lijkt vooral nuttig voor arme landen. Daar lijden immers
veel mensen aan een gebrek aan vitamine A. Als gevolg daarvan worden in
de ontwikkelingslanden elk jaar een half miljoen kinderen blind. Het
vitaminetekort werkt ook andere gevaarlijke ziekten in de hand. Eieren,
donkergroene groenten en oranje vruchten en groenten bevatten veel
vitamine A, maar zijn vaak te duur voor arme mensen, met name in Afrika
bezuiden de Sahara.
Maïs komt daarentegen zelfs in arme gezinnen
in het zuiden van Afrika elke dag op tafel - in sommige streken eten
volwassenen een halve kilogram maïsbrij per dag. HarvestPlus, een
programma van het internationale onderzoeksnetwerk CGIAR, begon daarom
een pilootproject met oranje maïs in Zambia. Meer dan de helft van de
kinderen in dat land heeft een gebrek aan vitamine A. De onderzoekers
maken zich sterk dat het nieuwe gewas bij Zambiaanse kinderen 30 procent
van de dagelijkse behoefte aan vitamine A kan dekken.
Het nieuwe
gewas wordt eerst aangepast aan het klimaat en de bodemgesteldheid in
Zambia. Dat gebeurt in samenwerking met het Zambiaans Instituut voor
Landbouwkundig Onderzoek. Vanaf 2012 wil het CGIAR, een instelling die
gesteund wordt door de Wereldbank, de nieuwe maïsvariëteit ruim
verspreiden in het zuidelijk Afrikaanse land. De initiatiefnemers gaan
ervan uit dat de soort ook in de buurlanden zal aanslaan.
Het
klinkt allemaal veelbelovend, maar eerdere experimenten met
gelijkaardige supergewassen zijn vaak verkeerd afgelopen. In 2000
ontwikkelden onderzoekers in Zwitserland 'gouden' rijst, een
rijstvariëteit die veel betacaroteen bevat. De invoering van de nieuwe
rijstsoort in Aziatische landen waar ondervoeding heerst, stokte echter
door het verzet tegen genetisch gewijzigde gewassen. Pas dit jaar begon
één land, de Filipijnen, gouden rijst te telen.
Ook in Afrika is
het invoeren van veelbelovende maar onbekende gewassen niet eenvoudig.
Dat bleek onder meer uit een studie over de introductie van soja - een
goedkope vleesvervanger - in Nigeria. Veel Nigerianen moesten er niets
van hebben, onder meer omdat niemand wist hoe je sojabonen moet
verwerken en klaarmaken.
De Zambianen gebruiken vooral witte maïs
in de keuken. Gele maïs wordt geassocieerd met droogte en voedselhulp,
en is dus niet populair. De medewerkers van HarvestPlus zeggen dat ze
zullen voorkomen dat oranje maïs dezelfde negatieve connotatie krijgt.
Volgens aanvankelijk onderzoek is dat nu niet het geval. Er komen ook
informatiecampagnes om de Zambianen de voordelen van oranje maïs in te
prenten.
Ook de kosten van nieuwe gewassen zijn vaak een
hinderpaal in arme landen. Maar HarvestPlus zegt dat het de
ontwikkelingskosten van nieuwe variëteiten niet doorrekent aan de landen
waarmee het samenwerkt of de boeren die uiteindelijk de nieuwe zaden
gaan gebruiken. (br.hln)
|