1 op 7 Belgen tussen 25 en 34 jaar woont nog bij ouders
14 procent van de 25-34-jarige Belgen woonde in 2008 nog altijd bij
hun ouders. Dubbel zoveel mannen dan vrouwen (19 versus 9 procent)
blijven in het ouderlijke huis. Dat is een pak minder dan het Europees
gemiddelde maar wel ongeveer evenveel als in onze buurlanden.
Het aantal jonge Belgen dat nog altijd bij de ouders thuis woont, is
vooral groot bij de 18- tot 24-jarigen. Deze jongeren studeren namelijk
nog en zijn dus niet actief op de arbeidsmarkt. Ook hier blijven jonge
mannen vaker plakken dan jonge vrouwen: 81,5 versus 72 procent. De
cijfers dalen fors in de categorie 25-34 jaar: naar respectievelijk 19
en 9 procent.
De Belgische
cijfers lopen parallel met die in onze buurlanden. Slovakije, Slovenië
en Griekenland daarentegen tellen veel meer jonge volwassenen die nog
thuis wonen.
Het Europese gemiddelde ligt dan dan ook een pak
hoger: een op drie mannen en één op vijf vrouwen tussen 25 en 34 wonen
daar nog thuis. Een verklaring is er niet meteen, maar wellicht is die
van economische aard.
De
helft van de vrouwen en 35,8 procent van de mannen tussen 18 en 34 jaar
woont samen of is gehuwd. Die gegevens liggen in de lijn van trends in
landen zoals Bulgarije, Estland en Polen.
|