Chileense mijnwerker: "Met het boek over ons moeten we nooit meer werken"
Woensdag is het zover. Dan worden de 33 Chileense mijnwerkers, die al
sinds 5 augustus op 632 meter onder de grond vastzitten, bevrijd. Dat
het daar beneden geen pretje was, moge blijken uit de talloze ruzies en
robbertjes die de mannen er uitvochten. De laatste hevige discussies
gaan over het geld dat er te verdienen valt met een boek over hun leven
de voorbije maanden in de schacht.
Toen het moreel heel diep zat gingen de mijnwerkers met elkaar op de
vuist, weten de plaatselijke media. Ze huilden, schreeuwden en raakten
depressief, vooral in de periode van 17 dagen vóór ze levend
teruggevonden werden in de goud- en kopermijn van San Jose in de
Atacamawoestijn in Chili.
Vijf
van hen, die voor een onderaannemer werkten, zouden zich zelfs
afgescheurd hebben van de groep. Ze leefden in een aparte kamer in de
mijn, zelfs nadat de reddingswerkers erin geslaagd waren contact te
hebben met de opgesloten bende. Dat beweert de krant El Mercurio. Ze
zetten zich af tegen de 'verkozen' leider Luiz Urzua (54) en probeerden
op hun eigen manier een weg naar buiten te vinden. Ze wilden
aanvankelijk ook niet gefilmd worden. Er zou, door bemiddeling van
psychologen, afgesproken zijn onder de mijnwerkers om na hun vrijlating
niks te lossen over de ruzies beneden.
Wél
komen er waarschijnlijk een boek en een film, meldt de Daily Telegraph.
De kompels zouden, via een advocaat bovengronds, al een contract op zak
hebben over een boek, met een wettelijke en eerlijke verdeling van de
winsten. "Als we dit goed aanpakken, moeten we de rest van ons leven
nooit meer werken", schreef één van hen aan zijn vrouw. Het gaat dan ook
om een, voor filmproducenten en uitgeverijen, droomscenario met
vechtpartijen, depressies en maîtresses die bovengronds ruziën met
echtgenotes.
De heren verkeren overigens in goede gezondheid, al
hebben sommigen last van huidinfecties. Woensdag zouden ze één voor één
naar boven gehaald worden.
|