Kerkuilen in Vlaanderen worden steeds exotischer
Bij een controle van broedende kerkuilen in Vlaanderen bleek de
voorbije vijf jaar dat in tien gevallen één van de oudervogels tot een
ondersoort behoorde die hier van nature niet voorkomt. Het genenprofiel
van de jongen raakt daardoor mogelijk 'vervuild' en de vogels zien er
vaak ook anders uit.
De Kerkuilwerkgroep (Vogelbescherming Vlaanderen) onderzoekt met de
Universiteit Antwerpen of de genenvervuiling gevaar oplevert voor de
toekomst van de soort. In België en Nederland komen twee
kerkuilondersoorten voor: een witte en een donkere variant. Het gaat om
een natuurlijke mengpopulatie tussen de twee ondersoorten. "Eén
op de vijf kerkuilen die in vogelopvangcentra terechtkomen, 9,7 pct van
alle slachtoffers en 3,8 pct van de verkeersslachtoffers blijken uit
gevangenschap afkomstig. Tien jaar geleden was dat onbestaande", aldus
Ludo Smets van de Kerkuilwerkgroep. Jaarlijks
worden een 2.500 potentiële nestplaatsen van kerkuilen gecontroleerd en
op tien plaatsen werd een oudervogel van mogelijke ondersoorten
vastgesteld die hier niet thuishoren. "Een deel van ontsnapte of
vrijgelaten exotische kerkuilen uit volières overleeft blijkbaar en
mengt zich met onze wilde populatie. Dat zorgt voor genencombinaties die
hier niet thuishoren. Een natuurlijke genetische mix van ondersoorten
is uitzonderlijk, maar het kan. Maar in dit geval gaat het echter om
ondersoorten die paren met kerkuilen die hier geografisch niet
thuishoren." Mutaties die op natuurlijke wijze ontstaan, kunnen
door de natuur uitgezuiverd worden. "We onderzoeken echter wat de
gevolgen zijn voor de populatie als exotische oudervogels kweken met
onze inheemse ondersoorten."
|