Oude Britten dronken uit schedels
In de Gough's Cave werd in 1903 ook al het 10.000 jaar oude skelet van de 'Cheddar Man' gevonden.
De oude Britten gebruikten menselijke schedels als recipiënt om eruit
te drinken tijdens een soort ritueel. Dat ontdekten wetenschappers, die
prehistorische voorwerpen van 14.700 jaar oud uit Gough's Cave in
Somerset onderzochten.
Tussen de menselijke beenderen zaten drie 'schedelbekers', twee van
volwassenen en een van een kind. Dat zijn de oudste ooit gevonden en ook
de enige op de Britse eilanden. Volgens de experts werden de schedels
zodanig nauwkeurig behandeld dat hun gebruik als recipiënt voor
vloeistoffen de enige logische verklaring lijkt.
Gough's
Cave ligt in de Cheddarkloof, een diepe canyon van kalksteen in de
zuidelijke hoek van de Mendipheuvels. In 1903 werd het volledige skelet
van de 'Cheddar Man' er gevonden, een man die zo'n 10.000 jaar geleden
moet geleefd hebben. Uit de vondst concludeerden vorsers dat de oude
Britten bekwaam waren om menselijke lichamen na de dood te bewaren.
De 'Cheddar Man'.
Onderzoek
bracht aan het licht dat het beenmerg van mensenlijken gebruikt werd en
dat de welvingen van schedels zorgvuldig werden bewerkt tot gladde
recipiënten. "Een helse klus, als je weet welke werktuigen er toen
voorhanden waren", zegt Silvia Bello van het Natural History Museum.
De resultaten van het onderzoek werden gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift PLoS One.
|