"Mannen overschatten hun aandeel in huishouden"
Mannen doen nog te weinig in huis en overschatten hun aandeel in het
huishouden, dat blijkt uit een studie. Daar moet volgens het
VN-departement voor Economische en Sociale Zaken verandering in komen.
Het beleid moet mannen aanmoedigen om meer tijd met hun familie te
spenderen, klinkt het in de studie. "Mannen hebben verschillende rollen
in het gezin: ze disciplineren, voeden op en verzorgen. Toch spitst het
beleid op nationaal niveau zich toe op de rol van man als kostwinner",
zegt Gary Barker, een van de auteurs van het rapport en directeur van
Instituto Promundo, een Braziliaanse ngo die gendergelijkheid promoot.
De boodschap van de studie is dat mannen een enorm positieve invloed
kunnen hebben op hun familie.
"Gezinnen
waarin de man actief betrokken is bij de opvoeding van de kinderen en
aanwezig is op sleutelmomenten zijn doorgaans stabieler en
succesvoller", verklaart Margaret O'Brien, hoogleraar en codirecteur van
het Centre for Research on the Child and Family aan de East
Anglia-universiteit in Groot-Brittanniƫ.
Ondanks
het potentieel van mannen om een betekenisvolle bijdrage te leveren aan
het welzijn van hun gezin, wijst het rapport erop dat mannen nog steeds
veel minder dan hun deel doen van het huishouden. Algemeen presteren
vrouwen twee tot tien maal meer uren van onbetaald zorgwerk dan hun
mannelijke partners. Dat cijfer is vooral opvallend nu veel meer vrouwen
ook gaan werken. Blijkbaar overschatten mannen vaak hun aandeel in het
huishouden. In Braziliƫ bijvoorbeeld beweert 60 procent van de mannen
dat ze minstens de helft van minstens een huishoudelijke taak op zich
nemen. Slechts 20 procent van de Braziliaanse vrouwen is het hiermee
eens. Een gelijkaardige kloof werd ook in andere landen vastgesteld. In
de voorbije vijf decennia was er een enorme stijging in de economische
bijdrage van vrouwen, toch blijven de traditionele opvattingen over het
rollenpatroon overeind.
Volgens
het rapport vindt 70 procent van de mensen in Europa dat vrouwen met
schoolgaande kinderen deeltijds moeten werken. "Vrouwen worden nog
steeds beschouwd als de belangrijkste verzorger, ook als ze de rol van
kostwinner vervullen", aldus O'Brien, die meeschreef aan de studie.
Mannen blijven afkerig staan tegenover een gelijke taakverdeling in de
opvoeding, ondanks wetgeving die bedoeld is om mannen meer betrokken te
maken. Vaderschapsverlof blijft bijvoorbeeld onderbenut: in landen als
Braziliƫ, Mexico en Noorwegen nemen mannen maar een fractie van dit
verlof op. (br.hln)
Er is hoop dat
mannen meer zorgtaken zullen opnemen. "Vroeger had je meer uitgebreide
families waar verschillende vrouwen onder een dak wonen. Met de komst
van kleinere kerngezinnen moesten mannen nieuwe taken vervullen die
traditioneel aan vrouwen toebehoorden. Al gaat de gedragsverandering
heel traag", stelt O'Brien vast.
Volgens Barker zal economische
versterking van vrouwen niet volstaan om meer gendergelijkheid te
bereiken. "Om zeker te zijn dat de houding van de mannen volgt, moet je
hen erbij betrekken. Ze moeten de idee van gelijkheid aanvaarden en
beseffen dat ze niet te goed zijn voor taken die traditioneel door
vrouwen werd gedaan."
|