Negentigduizend 60-plussers leven in isolement
Ongeveer negentigduizend Vlaamse zestigplussers zien minder dan één keer per maand iemand. Dat blijkt uit cijfers van het Ouderenbehoefteonderzoek van de Vrije Universiteit Brussel (VUB).
Zestien procent van de Vlaamse senioren geeft aan dat ze zich ernstig eenzaam voelen. 6,1 procent - in de praktijk: negentigduizend Vlaamse zestigplussers - is sociaal geïsoleerd. Dat wil zeggen dat ze minder dan één keer per maand iemand zien. Dat blijkt uit het seniorenbehoefte-onderzoek van VUB-professor Dominique Verté die verbonden is aan de faculteit Psychologie en Educatiewetenschappen.
Voor tachtigplussers is het aantal mensen dat sociaal geïsoleerd is, zelfs 11procent.
In samenwerking met de Hogeschool Gent en de provincie West-Vlaanderen werd in 2004 een grootschalig onderzoek gestart naar de behoeften van ouderen. Nadien werd het onderzoek uitgebreid naar andere provincies. Voor deze cijfers over sociaal isolement baseert Verté zich op een ondervraging van 65.000 ouderen verspreid over 135 Vlaamse steden en gemeenten.
'Sociaal isolement is een ernstig probleem. Het gaat om een groep mensen die letterlijk verdwenen zijn uit de samenleving', zegt Verté. 'Heel hun leven zijn ze buiten de prijzen gevallen en vaak zijn het mensen die sociaal contact schuwen. Daarom is die groep ook zo moeilijk te bereiken. Het zijn vaak mensen die kampen met een sociale stoornis of psychische problemen die om professionele hulp vragen.'
In steden en gemeenten is het sociale isolement vergelijkbaar. Volgens het onderzoek zijn gescheiden ouderen het meest kwetsbaar. 'Ze hebben geen partner meer, maar ook het contact met kinderen en met de rest van de familie verloopt vaak moeilijker', zegt Dominique Verté. 'Omdat de groep groter wordt, zal het probleem waarschijnlijk nog toenemen.'
Ook weduwen en weduwnaars zijn kwetsbaar, al hebben zij meer contact met de familie. 'Zij hebben vaak nog een paar niet verstoorde intieme relaties', zegt Verté. 'Een of twee intieme relaties zijn - meer dan actief zijn in het verenigingsleven - het belangrijkste voor ouderen.'
Een andere risicofactor voor eenzaamheid is verhuizen op latere leeftijd. 'Vooral wie naar een ander dorp verhuisde, loopt meer risico op eenzaamheid. Het is moeilijker om nog ingeburgerd te raken in het verenigingenleven', zegt Verté. 'Ook het contact met buren en familie verloopt een stuk moeilijker.'
Professor Dominique Verté noemt het sociale isolement bij ouderen een zeer ernstig probleem. 'Zelfs sociale controle door vrijwilligers is bij hen moeilijk te realiseren. Het gaat om mensen die zes weken later dood in hun bed gevonden worden', aldus Verté. 'Het is belangrijk dat eenzaamheid vroegtijdig wordt aangepakt. Ook een beperkte mobiliteit is oorzaak van isolement en dat kunnen vrijwilligers gemakkelijk op zich nemen. Voor het probleem escaleert.'
Vandaag stelt de Provincie West-Vlaanderen op een studiedag een boek met aanbevelingen over hoe lokale besturen kunnen inspelen op het sociale isolement voor. (br.Het Nieuwsblad)
|