"Ethisch bont is de grootste leugen in de modewereld"
Bont was alomtegenwoordig op de modeweken van Parijs, Londen, Milaan
en New York, het beleeft opnieuw, na een kort dipje, hoogdagen op
modevlak. Vooral nerts, vos en wasbeer zijn erg populair bij heel wat
designers.
Een onderzoeker van Respect For Animals was twee jaar bezig met het
infiltreren in een groep van Amerikaanse jagers die dieren in het wild
vangen als alternatief voor bontboerderijen. Hun pelzen worden verkocht
onder een label dat ethisch bont zou moeten verzekeren. Dieren als
vossen, otters, wasberen en nertsen worden gevangen in vallen die de
poten van de dieren vastklemmen met scherpe pinnen, ze zitten hierin
vast tot de jager terugkomt. Deze werden in Europa in 1995 verbannen
wegens te gruwelijk.
Directeur van
Respect for Animals Mark Glover: "We willen graag geloven dat deze
gruwelijkheden ongewoon zijn, maar dat is niet zo en het is perfect
legaal. Deze methoden komen vaak voor in de VS en Canada, dit is volgens
de regering een humane manier van 'doden'. Er lekten beelden uit
Maryland en Pennsylvania uit waarop te zien was hoe dieren verpletterd,
gewurgd en verdronken werden aangezien jagers de stijgende vraag van de
mode-industrie niet kunnen volgen.
Verpletteren
is een van de standaardmethoden bij het doden van de dieren omdat dan
de pels niet beschadigd raakt, maar de bontindustrie heeft natuurlijk
niet graag dat consumenten dit weten. Rebecca Phillips van de
International Fur Trade Federation (IFTF): "Onze industrie heeft hoge
standaarden wat betreft het welzijn van dieren. We veroordelen
gruwelijkheden, zulk gedrag is niet normaal."
Deze praktijken
gebeuren niet meer in Europa, maar dit onethisch bont komt wel nog hier
terecht door import. Er was sprake van een importban uit Amerika, maar
dit veroorzaakte zoveel heisa dat dit werd opgeblazen.
Nu
profileert de mode-industrie zich als natuurlijk en biologisch
afbreekbaar en een verantwoorde optie, een goed ecologisch alternatief
voor de snelle wegwerpmode dus. Modejournaliste Shelly Vella: "Meer dan
400 modeontwerpers gebruiken tegenwoordig bont. Het is een erg
winstgevende industrie die de laatste tien jaar verdubbelde. De
wintercollecties draaien volledig rond bond. Het is niet enkel terug,
het is overal. Er bestaat niet iets zoals ethisch bont, dat is volledige
onzin, mensen verliezen aan moraliteit."
De
bontindustrie gaf miljoenen uit om zichzelf als ethisch te profileren,
om het imago te schetsen dat de dieren op kwekerijen goed behandeld
worden en dat het materiaal een waardig alternatief is voor de
zogenaamde snelle mode, die na één seizoen al weggesmeten wordt. De
modewereld wil dit maar al te graag geloven, maar er is bewijs genoeg
dat dit alles behalve waar is.
Bont
is namelijk allesbehalve ecologisch, de energie die nodig is voor het
produceren van een jas van gekweekte dieren is 15 keer groter dan wat
nodig is voor een vals exemplaar. Bij wilde dieren is het beter, maar de
huiden moeten nog steeds gedroogd en gebruind worden. Dit vraagt veel
energie en toxische stoffen die de vruchtbaarheid treffen. Zelfs vals
bont kopen is geen garantie op het sparen van dierenleed. Chinese
fabrikanten gebruiken de pelsen van konijnen maar verkopen dit als
nepbont. Het is moeilijk om te zeggen hoe vaak echte dierenhuiden in de
winkels terechtkomt en verkocht wordt als vals
|