Minder vlinders en soorten waargenomen tijdens vlinder telweekend
Het koolwitje is nog altijd de meest voorkomende vlinder in Vlaamse tuinen.
Tijdens het Vlindertelweekend van Natuurpunt zijn er in de tuinen in
Vlaanderen duidelijk minder vlinders en soorten waargenomen. Dat blijkt
uit de eerste voorlopige resultaten. Het koude en natte weer van de
voorbije maanden is waarschijnlijk de oorzaak. Met
deze telling wilde Natuurpunt voor de vijfde keer nagaan hoe het
gesteld is met de dagvlinders. Mensen konden in hun tuin de vlinders
gadeslaan en noteren hoeveel exemplaren en soorten ze aantroffen. Natuurpunt
heeft vanavond enkele honderden formulieren binnengekregen en de
deelnemers kunnen nog tot eind volgende week hun bevindingen doorsturen.
Het is dus nog te vroeg om al te spreken over definitieve resultaten,
maar Natuurpunt stelt toch al vast dat er minder vlinders en soorten
gespot werden. Het koolwitje werd
volgens de eerste resultaten het meest gezien in de Vlaamse tuinen. De
Atalanta staat op de tweede plaats. De kleine vos, de nummer één in
Nederland en ook talrijk aanwezig in Wallonië, haalt in Vlaanderen de
toptien niet. Ook de dagpauwoog kent een sterke terugval: in 2010 stond
die nog op de derde plaats, dit jaar haalt de soort nipt de top tien.
Het
natte en koude weer in juli is wellicht de meest plausibele verklaring,
zegt Wouter Vanreusel van Natuurpunt. Dat is ook te merken aan het
dalend aantal trekvlinders die uit het zuiden komen. "We zien minder
exemplaren van de gamma-uil en de distelvlinder. Dat komt wellicht omdat
het in Frankrijk in juli veel geregend heeft en de vlinders niet naar
het noorden zijn getrokken." Tot
slot nog positief nieuws: de Spaanse vlag, een kleurrijke nachtvlinder,
was vroeger heel zeldzaam, maar wordt nu wel talrijk waargenomen. (br.hln)
|