Jongeren trouwen, maar niet voor eeuwig en altijd
De tijd dat het huwelijk gold als 'voor altijd' loopt op zijn einde.
Nu al geloven één op drie Vlaamse jongeren dat hun eventueel huwelijk
niet zal blijven duren. Dat is ruim tien procent meer dan tien jaar
geleden. Met de echtscheidingscijfers, de versoepeling en sociale
aanvaarding van een scheiding in het achterhoofd is dat misschien ook
niet zo verwonderlijk.
De studie, uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse regering en de KU
Leuven, bevroeg leerlingen van het middelbaar en van verschillende
richtingen over heel Vlaanderen.
Trouwen
zit in de lift, zo toonden eerdere onderzoeken aan, maar niet iedereen
wil trouwen. Drie kwart wil samenwonen voor ze in het huwelijksbootje
stappen. 'Slechts' 56 procent van de 18- tot 25-jarige samenwonende
koppels is getrouwd, maar dat aantal kan nog stijgen aangezien de
gemiddelde huwelijksleeftijd voor mannen 31 jaar is en voor vrouwen 29
jaar.
Een verklaring voor die hoge
huwelijksleeftijd wordt niet onmiddellijk gegeven, maar langer studeren,
een relatie opbouwen en de kostprijs van het feest zijn zeker factoren
die ervoor zorgen dat er niet te snel getrouwd wordt. Bovendien is het
ook sociaal aanvaard om samen te wonen voor het huwelijk, wat de druk
wegneemt.
Voor
één groep jongeren geldt dat niet: jongeren met Turkse en Marokkaanse
roots. Zij geloven over het algemeen niet in samenwonen voor het
huwelijk, en stappen liever onmiddellijk in het huwelijksbootje.
Trouwen
en kinderen krijgen staat nog altijd in verband met elkaar, maar niet
noodzakelijk in die volgorde. 40 procent van de vrouwen woont ongehuwd
samen bij het krijgen van het eerste kind, een verdubbeling tegenover
tien jaar geleden. Opvallend is dat de overgrote meerderheid wel
kinderen wil: 97 procent.
|