Klik op de foto om een filmpje van zijn overige werken te bekijken
The Fighting "Temeraire"
Joseph Mallord William Turner (Covent Garden (Londen), waarschijnlijk 23 april 1775 - Chelsea (Londen), 19 december 1851) was een Engelse romantische kunstschilder, die vooral landschappen en met name marines schilderde.
De vader van Turner, ook William, was een pruikenmaker die later kapper werd. Zijn moeder, Mary Marschall, was huisvrouw. Zij werd mentaal gezien in de loop der jaren steeds instabieler, wellicht deels veroorzaakt door het jonge overlijden van het zusje van Turner in 1786. Turners moeder stierf in 1804, inmiddels opgenomen in een gesticht voor geestelijk gestoorde mensen.
Wellicht door deze problemen werd Turner in 1785 naar zijn oom van moederszijde gestuurd, in Brentford, een destijds kleine stad ten westen van Londen op de oever van de Thames. Daar toonde hij voor het eerst belangstelling voor schilderen. Een jaar later ging hij naar school in Margate in Kent, ten oosten van Londen, in het gebied van het estuarium van de Theems. Tegen die tijd had hij al vele schilderijen gemaakt, die zijn vader in de etalage van zijn zaak exposeerde.
Turner ging op slechts 15-jarige leeftijd naar de Royal Academy of Art, de president van de academie zat de commissie voor die hem toeliet. Een aquarel van Turner werd geaccepteerd voor de zomertentoonstelling van de academie in 1790, slechts na één jaar studie. Turner exposeerde zijn eerste schilderij met olieverf in 1796. Turner werd als schilder van het Britse landschap enorm populair bij het publiek.
Turner wordt over het algemeen gezien als de "schilder van het licht". Hoewel hij vooral bekend is om zijn olieverfschilderijen van zeer grote afmetingen, ziet men hem ook als een van de grondleggers van de Engelse aquarellandschapschilderkunst.
Turner reisde veel in Europa. Hij begon in Frankrijk en Zwitserland in 1802, en bezocht in hetzelfde jaar nog het Louvre in Parijs. Hij kwam daarbij zowel onder de indruk van het landschap in de Alpen, maar hij zag ook het werk van Nicolas Poussin en Claude Lorrain. Zelfs in 1812 schilderde hij nog een werk Hannibal trekt over de Alpen. Later bezocht Turner diverse malen Venetië, waarbij hij onder de indruk kwam van het werk van Titiaan en Veronese. In 1807 verscheen het eerste van een serie van boeken van Turner, Liber studiorum, geïllustreerd met eigen werk, waarin hij zijn visie op het landschap literair weergaf.
De latere werken van Turner vertonen steeds meer een aquarelachtig vervloeiing van de vormen. Zijn werken waarin voorwerpen geheel versmelten met het licht werden door het publiek echter minder goed begrepen dan zijn eerdere landschapsschilderijen. Door deze werken wordt Turner vaak onterecht gezien als een 'voorloper' van de Franse schilderstroming, het impressionisme. Echter, wanneer we Turner daadwerkelijk vergelijken met het Impressionisme zien we dat de overeenkomsten minimaal zijn. Daarnaast is er geen sluitend bewijs dat de Impressionisten het werk van Turner kenden toen zij hun schilderstijl ontwikkelden. Het Impressionisme ontwikkelde zich in de jaren '60 van de 19e eeuw, en deze schilders leerden Turner waarschijnlijk pas kennen in 1871, toen Monet en Pissarro in Londen verbleven.
Een van de beroemdste schilderijen is de The Fighting "Temeraire" Tugged to her Last Berth to be Broken Up, geschilderd in 1839. Dit doek hangt in de National Gallery in Londen. Het laat de laatste reis zien van dit oorlogsschip met 98 kanonnen dat onder Nelson in de Zeeslag bij Trafalgar in 1805 een grote rol had gespeeld. Het schip wordt op het schilderij gesleept door een stoomschip, waarmee Turner de teloorgang lijkt uit te drukken van de Britse zeemacht aan de moderne techniek. Niettemin schilderde Turner vaak en graag moderne schepen en treinen. De symboliek van het schip dat wegvaart van de zonsondergang versterkt de uitdrukking van verlies. De kleuren van de zon zijn met grove streken geschilderd, maar het tuig van het schip is juist uitermate nauwkeurig in beeld gebracht.
Na het lezen van het in 1840 het Engels vertaalde boek over kleurenleer van Goethe bracht Turner de levensprocessen in verbinding met kleuren. Deze theorie over de versmelting van kleur leidde tot bijna abstracte werken van grote afmetingen, zoals het werk Regen, stoom en snelheid (91x122 cm), waarin vanuit vage verten met regenslierten en storm een kleine stoomlocomotief met een sliert wagens op de kijker afrijdt.
Turner trouwde nooit, hoewel hij een maîtresse had, Sarah Danby, bij wie hij twee dochters verwekte.
Op latere leeftijd werd Turner excentriek. Hij had weinig vrienden, behalve dan zijn vader, die 30 jaar lang bij hem woonde, en hem tenslotte als assistent bijstond in zijn atelier. Turners vader overleed in 1829, waarop hij regelmatig depressieve aanvallen had. Turner overleed in 1851 in zijn huis in Cheyne Walk, Chelsea, bij Londen. Op zijn verzoek werd hij begraven in St Paul's Cathedral, waar hij naast Sir Joshua Reynolds ligt.
Turner liet een groot fortuin na, dat hij bestemd had om "decaying artists" te ondersteunen. Zijn collectie schilderijen verviel aan de Britse overheid, en hij wilde dat er een speciale galerie zou worden gebouwd om deze op te hangen. Dit kwam er echter niet van, vanwege een ruzie tussen zijn erfgenamen over de rechtsgeldigheid van zijn testament. Twintig jaar na zijn dood werden de schilderijen overgedragen aan het British Museum. Deze collectie, die bestaat uit 300 olieverf schilderijen en rond 30,000 schetsen en aquarellen, waaronder 300 schetsboeken, bevindt zich momenteel in de Tate Gallery in Londen.