Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
14-09-2008
14 september 2008
Poppel ligt in de derde van de drie bulten die de noordzijde van België (en van de provincie Antwerpen) tooien. Vandaag stappen we er het Overbroekse Pad, dat ik aantrof op een weinig bruikbare overzichtskaart met wandelroutes in de Kempen, uitgegeven door het NGI. Gelukkig heb ik ook nog een wandelfolder van de gemeente Ravels op de kop kunnen tikken, maar die is al even onduidelijk, en de kaart op 1:25.000 van het NGI (die weldra vervangen zal worden door een hopelijk nauwkeuriger variant op 1:20.000 en 1:10.000)is al net zo'n regelrechte ramp. Niet alleen is er blijkbaar wat ruilverkaveld, maar oudere, niet verharde wegen ontbreken al even goed op deze kaart uit 1988.
Gelukkig is de bewegwijzering onberispelijk, want anders zou het vandaag ongetwijfeld een dag van trial and error geworden zijn. De hoofdrol wordt gespeeld door het riviertje, met de nadruk op tje, de Aa, een regelrechte zegen voor de opstellers van kruiswoordraadsels. Op de stafkaart zijn zelfs die 2 letters nog te lang, en wordt het kortweg A. De Aa (of is het het Aa?) is eigenlijk niet meer dan een flinke beek, die hier zelfs een tijdje de grens vormt. We stappen voortdurend in zijn buurt, nu eens over graspaadjes, dan weer over half verharde boerenwegen, en eigenlijk toch ook over flink wat beton. Dat resulteert in een TWQ van 35 %.
Het noordelijkste punt is de Rovertkapel. Daar staat nog altijd een gedenksteen die teruggaat op de inhuldiging van het GR-pad van de Kempen. Bijzonder vervelend is dat dit pad ondertussen verlegd lijkt te zijn. We hadden het hier vroeger al over...
Het is nog altijd wachten op een weekendverbinding tussen Brussel en Turnhout, en dat zou nog wel eens een hele tijd kunnen duren, en dus wordt het een verbinding met 3 treinen en 1 bus, en wel als volgt:
- omdat de IC 1906 met 15 minuten vertraging aangekondigd staat, wordt het voor een keer de IR 3906 (7:32 - 7:43 - ms 830) - die rijdt wel stipt op tijd:
- van Brussel-Zuid tot Antwerpen-Berchem wordt het de 3258 (8:05 - 9:00) met 2 duikbrillen - wij nemen de 928; dit is zo een typisch halfslachtige treindienst, en dat merk je ook aan de manier waarop hij wordt aangekondigd: in Brussel-Zuid is het een L-trein (die weliswaar niet stopt tussen Mechelen-Nekkerspoel en Antwerpen-Berchem) en in Mechelen kondigt men hem dan ook wijselijk als IR aan; waarom iedereen in het 2de rijtuig instapt en dan door de 1ste klasse naar het 1ste rijtuig verhuist, is me niet duidelijk;
- in Antwerpen-Berchem moeten we de IR naar Turnhout nemen: dat is trein 4929 (9:09 - 9:54) met break 376. In Tielen of all places worden we even opgehouden voor het inrijsein (slapende seingever?) wat uiteindelijk toch 2 minuten vertraging bij aankomst in Turnhout met zich meebrengt.
Gelukkig is de vertraging beperkt, want Aribus vertoont een eigenaardig beeld: blijkbaar is er wat verkeerd met het inbrengen van de gegevens zodat het laatste cijfer van de minuutaanduiding een rij te laag in het rood staat vermeld. En de controlecijfers zijn daardoor ook beperkt tot 1 cijfer. Maar zoals gezegd, we hebben 11 minuten aansluitingstijd, en maken ons dus geen zorgen. Lijn 450 Turnhout - Tilburg zal ons stipt naar Poppel brengen, en dat met ab 1198-12, die zijn sinds 2003 gewijzigd nummer (1101-12) nog op de flank draagt. Het is een Jonckheere Transit 2000 van B&C.
Met iets meer dan 10 km voor de boeg mikken we naar de bus terug van 14:25, en dat lukt dan ook moeiteloos.
Het is ab1198-09 van dezelfde firma B&C, van alweer hetzelfde type bus, dat ons naar Turnhout terug zal brengen. In Poppel vertrekken we met 6 minuten vertraging, maar we bereiken Turnhout met een kleine vertraging van 2 minuten. De terugreis per trein loopt analoog aan de heenreis:
- Turnhout - Antwerpen-Berchem 4915 15:06 15:51, met ms 382 - stipt;
- Antwerpen-Berchem - Brussel-Noord 3286 16:00 16:46, met ms 935 - stipt, wat niet kan gezegd worden van de Benelux die normaal gezien onze trein moet voorafgaan vanaf Mechelen, maar die zoveel vertraging heeft, dat de reizigers voor Brussel allemaal naar onze trein versluisd worden; de IC zal trouwens afgeschaft worden tussen Brussel-Noord en Zuid, lezen we in Brussel-Noord;
- Brussel-Noord - Halle 3938 17:08 17:28 met ms 830, waarmee we de dag ook begonnen.
Zes treinen zo goed als op tijd, fris maar mooi wandelweer, een vrij aangenaam wandelpad: tevredenheid alom, en klaar voor een nieuwe werkweek.
Ik weet niet of het weer dan wel de voorspellers deze week het noorden kwijt waren. Eerst leek het alsof we een zonnige weke ingingen, maar dag na dag werd het somber en werd beterschap voorspeld voor de volgende dagen, maar nu is het vrijdag, en ook vandaag zal het eerder somber blijven, met wat zon na de middag. Dat het ook relatief fris blijft, is een meevaller. We stappen vandaag langs GR575 (Tour du Condroz Namurois), tussen Champion (Emptinne) en Leignon. Deze GR loopt niet langs het station van Ciney, en dus stappen we liever door tot Leignon, en ook de afstand (net geen 15 km) past dan beter bij onze geplogenheden. Het is een Condrozwandeling zoals ik ze me voorstel: mooie vergezichten door een bij uitstek ruraal gebied, maar met veel verharding: de TWQ bedraagt dan ook nauwelijks 17 %, twee niet zo lange stukjes bosweg, en meteen hebben we het gehad. Toch valt het parcours nog best mee: Champion, Emptinalle en Leignon zijn rustige, aangename en af en toe pittoreske gehuchtjes, en Leignon voegt daar nog de pracht van een kasteel en een mooie kerk aan toe.
Het is een bus van lijn 13 Ciney - Andenne die ons naar het vertrekpunt Emptinne (Champion) zal brengen. Dat lijkt op het eerste gezicht een belangrijke interstedelijke verbinding, maar in Wallonië en meer bepaald bij de TEC werkt dat niet zo. Vooral tussen Ciney en Ohey is de dienstregeling uiterst dun, zo dun dat we zelfs verplicht zijn om in Ciney de bus te nemen van 8:24. Onnodig te zeggen dat we vroeg uit de veren moeten.
In Halle nemen we IR 3905 naar Brussel-Zuid (6:09-6:19) - die bestaat uit vierledig stel 826, dat al aardig bezet is. De rit verloopt vlekkeloos, zodat we ruimschoots de tijd hebben om in Sam's Café koffie in te slaan, die we meteen op de volgende trein bij het ontbijt zullen nuttigen. Dat is ms 521 (IC 2106 Brussel-Zuid 6:33 - Ciney 8:00). De werken voor het GEN zijn opnieuw volop van start gegaan, maar de invloed op de stiptheid is miniem. We bereiken Ciney dan ook stipt. Ab4309 (stelplaats Ohey - een Van Hool) staat langs de kant, maar komt toch min of meer op tijd voorrijden. Van de 4 minuten vertraging bij vertrek blijft er in Champion niets meer over. Aankomst 8:38, precies zoals voorzien. Het is er heerlijk stil en fris. Het heeft ongetwijfeld zijn charme, vroeg beginnen stappen.
De terugrit vanuit Leignon verloopt al even voorspoedig als de heenreis: goeie ouwe 229 brengt ons als trein 5784 van Leignon (13:48) naar Ciney (13:51). We krijgen in die korte tijd zelfs contole, en moeten ook onze verminderingskaart (088) tonen. Zo zou het eigenlijk altijd moeten. In Ciney is de overstap bijna ideaal: niet te lang, niet te kort, en op hetzelfde perron. IC2135 wordt gesleept door loc 1359, en bestaat ui 5 M6-rijtuigen. Wij zitten in rijtuig 61023. In Ciney (14:00) vertrekken we met 4 minuten vertraging, en het duurt tot Brussel-Luxemburg tot die volledig is opgeslorpt. Elektrische stellen klaren dit zaakje duidelijk vlugger. We krijgen opnieuw snel controle, en deze keer worden onze internetbiljetten zelfs ingescand. Ook nu moeten we onze kaarten bovenhalen. Soms reis je weken zonder deftige controle, nu krijgen we er 2 op 15 minuten tijd. Nogmaals: zo zou het altijd moeten zijn. Brussel-Noord bereiken we met 1 minuutje vertraging, maar dat brengt de aansluiting met IR3286 niet in het gedrang. We hadden trouwens ook kunnen doorreizen tot Brussel-Zuid, waar de aansluitingstijd 8 i.p.v. 4 minuten groot is. Ms312 brengt ons stipt naar Halle (15:22 - 15:45), waar het weer ondertussen even wat vriendelijker is geworden.
Dit GR-traject biedt ook wel wat mogelijkheden voor de spoorwegarcheoloog. Het begint al meteen in Champion, waar de oude trambedding van de lijn Ciney - Andenne nog behoorlijk te traceren is in het landschap, behalve waar nieuwe landbouwgebouwen pal op de bedding zijn neergezet. Onderweg verraden bomenrijen onmiskenbaar de loop van de bedding. Wat verder kom je als liefhebber langs de oude NMBS-lijn 126 van Ciney naar Statte. Men is volop bezig met de aanleg van een RaVEL.
Voor onze laatste vakantiewandeling (daarna zoeken we het weer wat dichter bij huis) rijden we naar Schönberg. We baseren ons op een folder "Wandelingen St.Vith" met aankoopdatum 21 juni 1983. Ik hoor sommigen al denken: wat kun je daar nu nog mee doen? Eerlijk, van bewegwijzering op de paden S1 en S3 valt niets meer te bespeuren, maar je kunt beide wandelingen nog perfect volgen, op een klein stukje S1 na waar de weg nog wel herkenbaar maar toch zo goed als verdwenen is. Voor de rest wordt dit een waardige afsluiter van mijn laatste zomervakantie. Volgend jaar rond deze tijd krijg ik namelijk levenslang(e vakantie), als er niets meer mis loopt. Het is een tocht met de nadruk op bos, maar met af en toe ook mooie vergezichten, en met de Our, een prachtig riviertje, in een discrete nevenrol. De TWQ bedraagt 67 %, maar ook de verharde wegen bieden veel moois, zodat we terecht van een geslaagde uitstap kunnen spreken.
Van alle verplaatsingen van deze vakantie kondigt deze zich als de moeilijkste (alhoewel vlotte) aan. Er kan op weg naar Schönberg zoveel verkeerd gaan, dat het niet denkbeeldig is dat we het lieve dorp nooit bereiken. Van Halle naar Brussel-Zuid lukt het nog wel: we nemen zelfs een vroegere trein dan gepland: IR 3256 (7:15 - 7:25) naar Brussel-Zuid, met o.a. ms 354. De 3906 heeft weer vertraging, maar anders dan gewoonlijk vertrekken we eerst met de 3256 en we mogen zelfs meteen op lijn 96, zodat we niet de gewone voorrang moeten verlenen in Lot. Voor vandaag heeft men een variant in aanbod: de 3906 wordt in Halle meteen de 96N op gestuurd en zal ons uiteindelijk in Ruisbroek voorbijrijden. Dat resulteert in 2 minuten vertraging voor onze 3256, maar uiteraard hebben we meer dan overstaptijd genoeg. We nemen nl. de 506 (Brussel-Zuid 7:57 - Liège-Guillemins 9:03) en die komt zonder al te veel vertraging door de NZV, en dan gaat het voor de rest vlot. Loc 1352 duwt o.a. 11812, en we bereiken Liège zelfs nog een minuut te vroeg. In Liège moeten we de IR 113 naar Luxemburg nemen. Die staat zonder vertraging aangekondigd en dus kunnen we de eventuele noodvariant via Verviers plus bus opbergen. De Luxemburgse loc 3014 trekt een mooie sleep I6-rijtuigen (3 tweedeklasrijtuigen en 1 eersteklasrijtuig: 11615): het blijft één van mijn favoriete treinen (en lijnen) al wordt mijn enthousiasme wat bekoeld als we net voor Tilff opgehouden worden om de 5579 (de L van Jemelle naar Liers) en de 108 (onze tegenligger op de lijn Luxemburg - Liers) door te laten. Blijkbaar wordt er aan een brug gewerkt, en dat kost ons 8 minuten vertraging, waarvan op geen enkele manier gewag gemaakt wordt op de website van de NMBS. Dat is toch wel een belangrijke lacune, vind ik, op een lijn met beperkt verkeer en met nogal wat aansluitingen met TEC-bussen onderweg: Aywaille, Trois-Ponts, Vielsalm, Gouvy. Die 8 minuten zijn alarmerend genoeg met 9 minuten overstaptijd in Vielsalm. Echt veel inlopen van de vertraging zit er niet in: in Vielsalm bedraagt de vertraging nog altijd 7 minuten. De bus van lijn 401 staat echter mooi klaar voor het station, en de chauffeur maakt zelfs nadat we ingestapt zijn, nog niet meteen aanstalten om te vertrekken. Het is ab7561-17, een Mercedes O.405 van de firma Satracom die ons via Sankt-Vith naar Schönberg zal brengen. Er is onderweg zelfs aardig wat belangstelling voor deze rit, maar dat heeft alles te maken met de markt in het stemmige stadje. Veel keuze biedt deze buslijn niet: de voor ons enige haalbare bus is deze van halfweg de voormiddag; de enig haalbare bus terug is die van halfweg de namiddag. Het heeft me zelfs verplicht de oorspronkelijke combinatie van wandelingen te wijzigen, zodat we met iets minder dan 12 km in de voeten nog terug thuis raakten. Even tussen haakjes: deze lijn moet het licht gezien hebben eind jaren 1940, maar dan wel onder het nummer 296. Voor de inwoners van Schönberg moet dat een zegen geweest zijn, want een bediening door de pittoreske spoorlijntjes in de streek had er voor hen nooit ingezeten. De oorspronkelijke bediening bestond uit 2 ritten heen en terug. Nu in 2008 bestaan deze ritten nog altijd, zij het enigszins verschoven en versneld, en aangevuld met enkele beperkte ritten die duidelijk op een schoolpubliek gericht zijn. De vervoersbehoeften zijn hier in bijna 50 jaar niet veranderd, of moeten we er eerder van uitgaan dat men nooit de moeite gedaan heeft om deze lijn wat meer op de realiteit af te stemmen?
Nochtans, de bus van de terugrit (hetzelfde voertuig en dezelfde chauffeur van de heenrit), heeft minstens 12 reizigers mee, wat toch wel op een zeker potentieel wijst. Het vertrekuur in Schönberg is 15.37, het aankomstuur in Sankt-Vith 15:56. Dat wordt door de chauffeur schitterend gerespecteerd. Na enkele minuten zal deze bus doorrijden naar Vielsalm. Wie nu denkt dat we ons parcours van vanmorgen overdoen, zit rats verkeerd: deze bus komt in Vielsalm namelijk enkele minuten te laat aan om aansluiting te geven met de IR naar Liège. Dan is er eens een bus, dan maakt men hem op deze manier voor een deel van het publiek onbruikbaar. Begrijpe wie kan: in deze tijd zou het zelfs mogelijk moeten zijn om met de gegevens van de elektronische planners te onderzoeken waar aansluitingen net de mist in gaan. Gelukkig bestaat er voor ons een alternatief: om 16:25 vertrekt er in Sankt-Vith een bus van lijn 394 naar Eupen (ak. 17:32) en zo geraken we toch zonder al te veel tijdverlies op weg naar Brussel. Bus 7521-24 van Blaise is een erg comfortabele Setra met Mercedesmotor, even degelijk als de wat oudere chauffeur die er mee rijdt. Het wordt een aangename rit, waarschijnlijk voor het laatst dit jaar over de Hoge Venen. Van Eupen gaat het naar Brussel-Noord met IC 541 (18:12 - 19:54). Deze rit verloopt vlekkeloos. Rest ons nog wat wachten op de CR naar Geraardsbergen (1591) van 20:17, die ons om 20:37 in Halle zou moeten deponeren. Blijkbaar schort er iets met de deuren (en in het laatste stel 994 waar wij zitten is er evenmin licht), zodat we Halle uiteindelijk bereiken met 7 minuten vertraging. Slecht voor mijn vertragingsstatistieken, maar uiteindelijk onschuldig. We hebben zowel voor heen- als voor terugreis gebruik gemaakt van de enig mogelijke verbinding Halle - Schönberg, en het is ons nog gelukt ook. Plaats daar nog een mooie wandeling bovenop, en we kunnen terugblikken op een geslaagde dag.
In 1997 verscheen bij de Uitgeverij Labor in samenwerking met de RTBF "Guide des Chemins du rail (Volume 1)" van Gilbert Perrin. Perrin is op zoek gegaan naar restjes oude spoorweg (trein en tram), en dat heeft geresulteerd in een bijzonder handig werkje met 40 suggesties voor wandelingen, waarvan telkens minstens een deel over de oude spoorbedding loopt. Voor de terugkeer is gezocht naar interessante mogelijkheden langs zoveel mogelijk onverharde paden. Voor lijn 150 (Tamines - Jemelle) worden 2 mogelijkheden beschreven: Rochefort - Villers-sur-Lesse en Houyet - Hour. Wij kiezen vandaag voor het laatste.Over een kleine 4 km (van de 10) wordt de oude lijn 150 gevolgd, meer bepaald tussen Houyet en Hour-Havenne). We kwamen o.a. over enkele oude Lessebruggen, een trio goed bewaarde mistbakens, en liepen er ook door een 450 m lange, spijtig genoeg verlichte tunnel. Ook de terugweg mocht er zijn: een onverharde weg halfweg de helling met mooie vergezichten op en over de Lessevallei. Spijtig genoeg moest een laatste stukje weg zonodig geasfalteerd worden, wat de TWQ van 86 % terugbrengt tot 71 %. Enige reden voor de asfaltering: de bediening van de wat protserige Ferme de Harroi, restaurant, manège e.d.m. Je kunt maar raden hoe vaak de Schepen van Openbare Werken van Houyet gratis gebruik zal mogen maken van de diensten van dit etablissement.
Zelfs op zondag (en zeker in het kayakseizoen) is Houyet bereiken uiterst makkelijk. Wij deden het als volgt:
- van Halle namen we de IC1906 van 7:27 naar Brussel-Zuid 7:39. Loc 2148 duwt o.a. rijtuig 51036; - van Brussel-Zuid gaat het naar Dinant met ms 437 (8:03 - 9:39); - en in Dinant nemen we de ICT 6945 met mw 41 (4123); de twee mw brengen ons stipt naar Houyet. De dienstregeling is dan ook 5 minuten langer dan die van de reguliere L-treinen, en dat is nodig, want in Anseremme worden beide motorwagens bestormd door horden kayakkers, die vooral bier, wijn en slechte manieren aandragen. Het doet me aan commerciële zenders en aan de fata morgana's van een andere zender, die beter zou moeten weten, denken. Uiteraard loopt ook de kleine eersteklasseafdeling vol. Bij controle blijken zowat alle reizigers over treinbiljetten te beschikken. In Anseremme loopt wel een kanariepietje van de NMBS op het perron, maar die heeft die biljetten zeker niet aangemaakt. Ik vraag me dan ook af hoe al deze gelegenheidstreinreizigers aan hun biljetten komen in het onbemande station van Anseremme.
De terugreis in de vroege namiddag verloopt probleemloos: - Houyet - Dinant (13:54 - 14:09) met L8064 (mw 4162), die met het gewone minuutje vertraging in Dinant binnenrijdt; ik vermoed dat het binnenrijden in Dinant op het "bezette" spoor 1 die vertraging veroorzaakt; op spoor 1 staat immers ook al de IC naar Brussel te wachten: voor de reiziger is deze oplossing comfortabel én veilig, omdat de sporen niet overgestoken moeten worden; - Dinant - Brussel-Noord verloopt in ms 394 (IC 2435); de trein rijdt stipt: 14:21 - 15:48. In eerste klasse loopt de bezetting geleidelijk op tot zo'n 60 % en er blijken niet eens reizigers met een tweedeklasbiljet bij te zitten; - Brussel-Noord - Halle ten slotte doen we met IR 3937 (16:08 - 16:28) in ms 825.
We hebben er een uiterst relaxte en voor treinliefhebbers ook nog interessante uitstap op zitten.
Vorig jaar waren we gestrand op enkele kilometers van het eindpunt van GR130 die van Maldegem (het Krekengebied) naar Stavele (de IJzervallei) loopt. Gelukkig konden we dat korte eindstuk combineren met een nieuw stukje GR5A, zodat we vandaag bijna 18 km ver konden stappen, door een zo goed als volledig vlak gebied. De TWQ bedraagt 71 %, wat meer dan behoorlijk is in een grotendeels verhard West-Vlaanderen: daar zorgt een minuscuul paadje langs de IJzer voor, gedurende meer dan 10 kilometer, maar ook verderop ontdekten we nog wat overgebleven onverharde veld- en voetwegen. Toch liepen we ook vaak langs beton- en asfaltwegen, vaak langs kleurloze boerderijen, maar dat weet je eigenlijk vooraf als je naar dit deel van de Vlaanders trekt. Toch viel het allemaal nogal mee, en eigenlijk neem ik mijn hoedje af voor de ontwerpers van deze GR's in een gebied dat wandelaars niet altijd even veel te bieden heeft. Om het allemaal nog wat erger te maken, wordt op dit ogenblik het paadje langs de IJzer verbreed, zodat het weldra tot territorium verklaard zal worden voor de wielerterroristen.
De heenreis verliep vlot op deze zaterdagmorgen. In Halle namen we IC 1906 (7:27 - 7:39) die ons onder impuls van de duwende 2114 in rijtuig 58059 stipt in Brussel-Zuid deponeerde. We profiteren van een goede aansluiting naar De Panne: IR 3630 zal ons naar Veurne (7:56 - 9:54) brengen. We zitten helemaal vooraan in ms 439, met een bezetting van 50 % in eerste klasse. In Veurne blijven nog 3 minuten van de vertraging over die we in Denderleeuw hebben opgelopen. Het was de 2306 uit Poperinge die ons dat lapte. In Veurne rijden we op het rechterspoor binnen; ik kan me voorstellen dat je hier soms aan de verkeerde kant van de overweg staat te wachten tot de trein vertrokken is, en dat voor het station je bus vertrekt. Gelukkig is dat vandaag niet zo: ab 3773 (een Van Hool A360K) brengt ons langs lijn 50 naar de Oostvleterense halte Elzendamme, waar we stipt om 10:26 aankomen. Drie jongeren nemen zowat 8 plaatsen in door languit te gaan liggen, maar de chauffeur laat begaan. Achteraan maakt een luidruchtige gsm meer lawaai dan goed is.
De belbus (ab4330) zal ons van Proven naar Poperinge brengen. We bevinden ons hier in het belbusgebied Poperinge-Noord, en eigenlijk is de belbus toch wel een gezegende noodoplossing. Toen we lang geleden begonnen te stappen werd deze streek nog bediend door min of meer regelmatige busdiensten, maar in de jaren 1980 verschrompelden deze diensten tot school- en marktdiensten. Het was echt geen sinecure om hier te komen wandelen. Sinds de komst van de belbus kun je hier zelfs op zaterdag en zondag probleemloos aankomen en vertrekken. Je neemt er graag bij dat de bus nog ommetjes maakt langs de Trappistenabdij van Westvleteren en langs Abele. Enig probleem was dat Proven wat geteisterd is door werken, en daardoor is de haltepaal van de halte Proven Dorp verdwenen. Zeer handig als je voor het eerst in Proven komt... Vanuit Poperinge naar Halle zou geen probleem mogen vormen, maar op zaterdag en zondag is het dat wel. Door de slechte spreiding van de treinen (waaraan in december een einde zou komen), moeten we in Brussel-Zuid 52 minuten wachten. De reisweg langs Moeskroen is niet echt een alternatief, maar toch komen we 2 minuten vroeger in Halle aan, en de lange wachttijd wordt uitgesmeerd over het hele traject. Zo deden we het: - van Poperinge reden we met IC2316 naar Kortrijk (16:31 - 17:09) - ms 376 deed dat heel stipt; in Poperinge kon ik me wel nog eens druk maken over het lange stel M6 dat daar het weekend doorbrengt, en waarvan zo'n 5-tal rijtuigen ongelooflijk ontsierd zijn door graffiti. Ik denk soms: wanneer gaan die mannen zich eens te buiten gaan aan privé-wagens. Ik wed dat de kwaal dan op enkele weken de kop ingedrukt is. Maar nu het maar treinen zijn, kan men rustig verder doen; - van Kortrijk ging het naar Moeskroen met ms 716 (17:23 - 17:31) voor een korte, snelle rit; - van een goede aansluiting is hier in Moeskroen geen sprake: de IC vertrekt pas om 18:09, maar dat is alvast minder dan in Brussel, en de trein staat hier ook veel langer klaar: het is hetzelfde rijtuigenstel als vanmorgen, maar deze keer kiezen we voor rijtuig 51043. Met één minuutje vertraging komen we in Halle aan, na een lange omzwerving. Dat was ook de TBG van IC 716 opgevallen, maar hij wist dat ik het allemaal wel goed uitgekiend zou hebben. Ik verdenk er hem van dat hij mijn tekstjes leest.
Ik weet niet of je dit deeltraject van de GR 57 tussen La Roche en Nadrin, dat bijna 17 km lang is, nu moeilijk, zwaar, gevaarlijk of spectaculair moet noemen. Het heeft van alles wat: het is zwaar door een drietal beklimmingen (La Roche, Cheslé en Hérou), moeilijk door het niet altijd even begaanbare pad langs de Ourthe, gevaarlijk door het pad (?) dat over de rots van de Hérou loopt, rakelings langs de ravijn en spectaculair om al deze dingen. Feit is dat je dit pad best kunt volgen als je wat conditie hebt, en de laatste dagen hebben we die blijkbaar voldoende opgebouwd om tegen een stootje te kunnen. Met een TWQ van 87 % scoort dit stukje GR ook bijzonder hoog: eigenlijk is er alleen in La Roche en na Maboge wat verharde weg: voor de rest is het een rits boswegen en paadjes langs de Ourthe.
La Roche bereiken is niet echt een probleem, maar Nadrin, dat is een ander paar mouwen. Met amper 2 bussen per dag in elke richting op lijn 15/2 is het een van die verbindingen waarvan je je afvraagt of de TEC-NL er zelf nog in gelooft. Nee dus, want de bussen rijden bovendien op de onmogelijkste momenten. Van Nadrin naar La Roche rijdt de bus al voor 15:00, en dat haal je niet, tenzij je in een stuk doorstapt. Naar Houffalize dan maar, en dan van daar verder proberen te geraken.
We namen 's morgens de IR 3906 (Halle 7:09 - Brussel-Zuid 7:19 - ms 815): er is veel plaats vandaag, en daar zal de vooravond van het verlengde weekend wel voor iets tussen zitten. Van Brussel-Zuid naar Marloie (7:33 - 9:15) gaat het met de Vauban. Die is vandaag 4 rijtuigen langer dan normaal: 2 eersteklasrijtuigen en 2 tweedeklasrijtuigen werden vooraan toegevoegd, net achter loc 2003. Ook dat zou wel eens met de terugkeer van de eurocraten net voor het lange weekend te maken kunnen hebben, maar dat is speculatie. We zitten in het Zwitserse rijtuig 61 85 1090 244, en beleven onze aangenaamste verplaatsing van het jaar. Het zitcomfort is top, het blijft er rustig, het rijtuig rijdt prima, en vanaf Namur rijdt de trein ook nog perfect op tijd. Alleen stapt in Ciney een dame op met een hondje dat mogelijk wat te diep in de fles Black&White gekeken heeft. Hij kan zich in eerste instantie nauwelijks rustig houden, maar kalmeert na een tijdje, typisch gedrag voor dronkaards. We bereiken Marloie perfect op tijd.
Lijn 15 is de snelste verbinding tussen Marloie en La Roche: ab 4812 (van Marloie: een Jonckheere 041-II) zou ons op 29 minuten (9:23 - 9:52) in La Roche moeten brengen, maar dat is onmogelijk. Met 7 minuten vertraging bereiken we de Quai du Gravier, en je moet je afvragen - vermits dit geen alleenstaand feit is - hoe lang de knoeiers van de TEC-Luxemburg nog compleet onrealistische dienstregelingen zullen opstellen. Want de chauffeur is op tijd vertrokken, en heeft echt geen tijd verloren onderweg.
Voor de terugrit is het dus wachten op lijn 15/2. Die moet in Nadrin doorkomen om 16:57 en in Houffalize aankomen om 17:19. Ook hier is de dienstregeling te krap, al beperkt de schade zich tot 2 minuten. Met een 12-tal reizigers moet dit een van de betere dagen zijn van lijn 15/2. De bus is een Jonckheere S2000T van Marloie. En dan wordt het wachten op aansluiting. Lijn 163c zou ons naar Gouvy kunnen brengen, maar de bus komt daar 2 minuten na het vertrek van de trein naar Liège aan. Het minder aantrekkelijke alternatief is wachten op dé 1011: dat geeft ons meteen de kans om zowat heel Houffalize te ontdekken, want we hebben 1 uur 22 minuten overstaptijd.
Althans, dat vermoed ik: vanaf 1 september wordt lijn 1011 vrij duchtig aangepast; wie de volledige en precieze en volledige dienstregeling per halte opvraagt op de website van de TEC, krijgt alleen nog die vanaf 1 september te pakken. Niet echt handig als je op 14 augustus reist. Gelukkig kun je nog wel pdf-versies van de oude en de nieuwe dienstregeling op de site vinden. De voornaamste wijziging is wel dat zowat alle bussen voortaan vanaf Werbomont via de E25 naar Chênée rijden: dat levert een tiental minuten tijdswinst op. Voor Harzé betekent dat wel een serieuze terugval op het vlak van openbaar vervoer, voor Aywaille is het alleen erg voor wie naar Harzé, Houffalize, Bastogne enz. moet, want tussen Liège en Aywaille mocht je toch al niet op deze bus. De bus komt aan met een achttal minuten vertraging: zo goed als alle zitplaatsen zijn dan ook ingenomen. Het is de 6081-26 van LIM-Collard-Lambert, een BOVA Lexio. Dat betekent dat alle grotere rugzakken, koffers e.d. in de kofferruimte moeten van dit autocarachtige ding, en dat leidt tot tijdsverlies aan de meeste halten. Het is bovendien akelig om te weten dat je bagage wel eens per vergissing zou kunnen worden meegenomen, door de verkeerde. Het is al gebeurd! De bus volgt de normale reisweg, zoals we hem al ettelijke keren hebben weten doen. Maar vanaf Aywaille loopt het anders: de bus slaat rechtsaf, richting autoweg, in plaats van linksaf naar Aywaille Place. De chauffeur meldt nog dat reizigers voor Aywaille en Beaufays hier aan een nieuwe halte van de 1011 moeten uitstappen. (Waarom dit nu al gebeurt, terwijl de dienstregeling officieel pas op 1 september wijzigt, is me een raadsel. De TEC-Luxemburg houdt van raadsels: dat zal ook wel de reden zijn waarom er nog altijd talrijke haltebordjes zijn zonder informatie.) In Remouchamps gaan we de autoweg op, en dat maakt dat we sneller dan voorzien in Liège aankomen.
Dat is uiteraard meegenomen, al is de IC naar Oostende net vertrokken. Gelukkig staat er nog een IC, al is die wel van een erg verschillend kaliber: het is de 1742 naar Saint-Ghislain. Loc 2701 trekt een 6-tal M4's, wij zitten achteraan in 58065. Vertrek is voorzien om 20:06, aankomst in Brussel-Noord 21:23. Tussen Liège en Landen is de treinbegeleider in een vrij stevige gsm-discussie met het thuisfront (?) verwikkeld, maar hij slaagt er toch in 2 biljetten te knippen. Ik krijg zelfs te horen dat we in Brussel moeten overstappen, en dat hij dat zegt omdat ze soms wel in Halle stoppen. Inderdaad, de laatste rit van de dag! IR 3942 (21:32 - 21:51) brengt ons met ms 810 van Brussel-Noord naar Halle. Onze rust wordt geslachtofferd door 3 verschillende NMBS'ers. Een is van Securail; moeten die niet voor rust zorgen op de treinen? Onderwerp van gesprek: het verschil in mentaliteit tussen Haine-Saint-Pierre en La Louvière tijdens de carnavalsperiode. We komen nog een minuutje te vroeg in Halle aan; de stevigste uitstap van deze vakantie is achter de rug...
Vanmorgen is mijn eerste werk de pc aanzetten om te kijken hoe het met het weer gesteld is. Buiten is het al een tijdje aan het regenen, zonder veel wind, en nu komt het eigenlijk gewoon neer op: hoe ver is de regenzone opgeschoven? Het beeld is verkwikkend: als de regenzone tegen deze snelheid over het land blijft scheren, starten we met droog weer. En dat zal achteraf ook correct blijken te zijn, al moet ik daar nog een belangrijke voetnoot aan toevoegen. Na enkele kilometers worden we getrakteerd op een stevige bui, die blijkbaar - getuige de radarbeelden die ik 's avonds bekijk - precies onze wandelregio had uitgekozen. Na een twintigtal minuten pijpenstelen liepen zowat alle 27 wandelaars er drijfnat bij. En dat terwijl we van de ene holle weg naar de andere stapten. Zo konden we aan den lijve ondervinden hoe zo'n holle weg ontstaat en altijd maar dieper uitgegraven wordt. Want het eerste deel van onze wandeling stond volledig in het teken van de holle wegen: we kregen enkele prachtexemplaren onder onze voeten, en zolang het droog bleef was het volop genieten van deze wondere wegen. Toen we rond de middag in Loksbergen aankwamen, bij het museum "De Reinvoart" waren we alweer wat opgedroogd. De enthousiaste gidsen toonden ons hun museum met gepaste trots. Het zegt wel veel over mijn mede-wandelaars dat de meeste curiosa die hier tentoongesteld worden, gewoon uit onze jeugdjaren stammen. Straks worden we ook opgezet in een heemkundig museum. Droog en tegelijk gelaafd konden we het tweede deel van onze tocht aanvatten: geen holle wegen meer, daarvoor waren we te diep in de vallei van de Velp afgezakt, maar wel een wat bizarre Rotemse Molen, en heel wat herinneringen aan De Slag der Zilveren Helmen, die hier in deze contreien geleverd werd, precies op de dag na 94 jaar geleden.
De tocht is iets meer dan 15 km lang. Toen we hem verleden jaar uitstippelden en verkenden, wisten we al dat het een mooie én interessante tocht zou worden. Mijn mede-stappers komen me dat enkele keren bevestigen. Het mooie weer van de namiddag, met nog altijd imposante, maar nu onschuldige cumuluspartijen, en het streeklikeurtje hebben ons de intense buienellende snel doen vergeten. Met een TWQ van 47 % scoor ik net iets lager dan goed, maar de kwaliteit van de niet-verharde wegen zal velen de indruk geven dat ze nauwelijks op asfalt gestapt hebben.
Uiteraard reisden we tegen groepstarief. Nu ja, uiteraard is een iets te uitbundige verwoording, want vanzelfsprekend lijkt dat al lang niet meer te zijn. Ik wil jullie het verhaaltje niet onthouden. Op 16 juni (!) diende ik via de website de aanvraag in voor de groepsreis. Zoals dat mijn gewoonte is, voeg ik daar wat commentaar bij; IC1507 van 8:40 zal ons uit Brussel-Noord net op tijd in Diest brengen om daar om 9:40 de bus van lijn 22 te nemen naar Zelk, ons vertrekpunt. Hoe het van Halle naar Brussel-Noord moet, laat ik aan de Cel Groepsreizen over, omdat ik niet weet welke treinen tussen Halle en Brussel toegelaten zijn. Ik suggereer zelfs dat we van het groepstarief afzien tussen Halle en Brussel, en gebruik maken van de Keycard. Voor de terugreis kan er nauwelijks een probleem zijn: Diest - Brussel-Noord met IC 1539, en dan nog een trein naar Halle, opnieuw te bepalen door de Cel Groepsreizen. Na een vijftal weken ("We helpen u zo snel als we kunnen...") krijg ik het voorstel van de NMBS. Ik val net niet plat achterover, als ik het voorstel bekijk: aankomst in Diest met overstap in Leuven om 12:06. Onderaan staat de laconieke mededeling is dat dit de eerst mogelijke verbinding is tegen groepstarief. 's Avonds: een voorstel met overstap in Leuven. Ik begrijp dit dus niet: de beide IC's zijn treinen met een maximale samenstelling die wij ('s morgens) gebruiken als de pendelaars het schip verlaten hebben en ('s avonds) voor ze het schip opnieuw bezet hebben. Ik grijp dan ook meteen naar de telefoon, maar ik kan eigenlijk net tegen een muur praten. Zeggen dat die beide IC's praktisch leeg rijden, de truc met de Keycards uitleggen, het haalt allemaal niets uit. Resultaat is dat ik de groepsreis laat annuleren. Dit heeft echt geen zin. Ik werk een systeem uit met 4 verschillende tarieven: 65+ of niet, persoonlijke vermindering of niet. Want tot overmaat van ramp geldt het seniorentarief pas vanaf Leuven. Ik moet mijn mensen afschuwelijk hoge prijzen aanrekenen, zeker in vergelijking met het goedkope groepstarief. Toch laat ik dit niet zo: ik bel naar de ombudsman, en daar vertelt een vriendelijke stem me dat dit niet het eerste probleem is met de groepsreizen. Ze vraagt me om alle gegevens per brief door te sturen, en dat doe ik dan ook prompt: mijn eigen aanvraag met commentaren, de C3 die ik van de Cel Groepsreizen terug gekregen heb, en mijn bezorgdheid, ook als individueel reiziger, omdat het aantal groepen zonder reservering alleen maar kan toenemen. Uiteindelijk bezondigen we er ons zelf ook aan. Ik ben dan ook erg verbaasd als ik op een 29/07 een mailtje vind met de vraag de Cel telefonisch te contacteren. En zie: plots lijkt alles op te klaren. Ik krijg zelfs te horen dat ik in mijn eigen voorstel alles op een presenteerblaadje aangereikt heb, en dat hun eerste voorstel alles behalve klantvriendelijk was. Of ik nog interesse heb voor de groepsreis? Natuurlijk heb ik daar interesse voor, ik zal sommige koppels 10 EURO kunnen terugstorten. En plots kan het allemaal: de 1507 tussen Brussel en Diest, de rechtstreekse verbinding tussen Diest en Halle 's avonds met IC 1539. Alleen voor 's morgens is er geen oplossing (tenzij de Keycard) omdat er niet meer gereserveerd wordt naar Brussel tijdens de spits, en 's avonds moeten we ons tevreden stellen met de CR naar Braine-le-Comte, maar kom, dat scheelt nauwelijks in tijd. De dag zelf loopt er - wat de groepsreis betreft toch - maar een kleinigheid mis: we worden verwezen naar het tweede rijtuig van de 1507, maar daar is niets gereserveerd. Volgens de TBG hangen de klevers mogelijk in het tweede treindeel, dat van Knokke. Maar er is plaats zat! En zeggen dat we deze trein niet mochten nemen wegens zijn bezetting. De terugreis verloopt vlot, snel en probleemloos. En toch...
Vermits we 's morgens vrij konden kiezen, viel mijn oog op P 7574 van 7:55 (ak. Brussel-Noord om 8:14). Dat gaf ons voldoende ruimte, maar ik vermoedde dat deze trein wel niet zo dik bezet zou zijn. Dat bleek ook waar te zijn: loc 2127 trok zijn sleep M4 (wij zaten in 52169), en we konden gewoon bij elkaar zitten, alsof er gereserveerd was. Natuurlijk zat er hier en daar een sukkel tussen ons, die de uitbundigheid van de groep moest ondergaan. We bereikten Brussel-Noord met 4 minuten vertraging. Op de schermen stond er één trein met vertraging: de onze. Tien minuten. Dat kon nog wel meevallen: we hadden weliswaar maar 6 minuten overstaptijd in Diest, maar de trein zou wel wat vertraging inlopen, en als we in Diest de 22 misten, konden we nog altijd de 299 nemen, zo'n 20 minuten later. Tot de vertraging plots aangepast werd: van 10 ging het ineens naar 35 minuten! Ik kon me al perfect de samenstelling van deze trein voorstellen: probleemstellen M6, hoe zou het anders kunnen. We stonden op spoor 1 en zagen trein na trein perfect op tijd aankomen en vertrekken, behalve de onze. Die vertrok uiteindelijk met 39 minuten, en hield er daar in Diest nog 35 van over. Loc 2752 en 69031 maakten voor ons de dienst uit. We trakteerden onszelf op zitjes in de vroegere eersteklasafdeling van het multifunctionele rijtuig. Wat eerst een krappe aansluiting trein/bus leek te worden, werd nu plots een erg ruime aansluiting. Het werd dus niet de bus van 9:40, maar die van 10:40: een comfortabele Mercedes Citaro (3306-84), die ons met een goedgeluimde en geïnteresseerde chauffeur naar Zelk bracht.
's Avonds stapten we om 17:06 op de bus van lijn 22 in Halen (Singellaan). Oorspronkelijk was dat niet mijn bedoeling, maar het uur vertraging liet ons weinig keuze. In plaats van de bus van 16:06 (de geplande) en nog een nabespreekpint in Diest, werd het nog een snelle pint in Halen en meteen de trein op in Diest. Gelukkig reed de bus (ab 3307-01, een Citaro II) zo goed als op tijd. Toen we op het perron kwamen, konden we de trein in de verte al zien. Deze keer was er wel gereserveerd (in rijtuig 65008). Eén van de locs was de 2756, maar die hoorde eigenlijk bij het andere treindeel. In Brussel-Noord moesten we de IR naar Binche laten rijden (geen groepstarief mogelijk), maar de CR 3787 volgde 3 minuten later. Het was het Stellastel 777 dat ons perfect op tijd naar Halle bracht. De IR naar Binche telt nu 2 vierledige stellen: ik durf alvast wedden dat de bezettingsgraad in de verboden IR lager lag dan in de toegelaten CR, waar we zoals gewoonlijk enkele reizigers van de gereserveerde plaatsen moesten sturen.
Met Hacowa 93 op dinsdag, probeerden we vandaag toch wat vroeger thuis te zijn, maar ja, vroeger terug, is vroeger vertrekken. Normaal reserveren we dit voor de hete zomerdagen, maar ik vermoed dat die er dit jaar niet meer komen - over 20 dagen begint de meteorologische herfst! Het was dus een extra vroege uitstap, ook al omdat Lessive, waar we vandaag naartoe trekken, nu niet bepaald verwend wordt door de TEC. Nu, vroeg stappen kan enorm meevallen, en dat is ook vandaag het geval. De bossen van de Famenne blazen hun ochtendadem uit, en dat levert mooie panorama's op. We volgen 2 lussen, 3 en 5, waarvan vooral nummer 3 bijzonder goed meevalt. Lus 5 heeft wat last van verharding en volgt te lang een gelukkig niet erg drukke N955. Dat resulteert in een TWQ van 32 %. De kaart die ons inspireert is andermaal "Bewegwijzerde Wandelingen in de Boven-Lesse". De bewegwijzering van destijds is ondertussen vervangen door gestandaardiseerde plaatjes, en dat leidt ook tot een aanpassing van het parcours van L5, dat er ongetwijfeld beter door geworden is.
Early to bed, and early to rise, keeps a man healthy, wealthy and wise en we zullen dus vandaag al minstens op 3 vlakken ons voordeel doen. De eerste trein vertrekt in Halle om 5:15. Dat is de IR3254 naar Antwerpen-Centraal, maar we nemen hem vandaag natuurlijk maar tot Brussel-Zuid: 5:15 - 5:25 met ms 395. Zelfs op dit vroege uur slaagt men er niet in hem zonder hapering in Brussel-Zuid aan het perron te zetten.Twee tweeledige stellen moeten eerst buiten rijden, voor wij binnen kunnen. Met 8 minuten aansluitingstijd is zo een stilstand net voor Brussel-Zuid niet bepaald goed voor het hart; maar we slagen er zelfs nog in om koffie uit een automaat te toveren, niet bepaald een delicatesse, maar toch bijzonder welkom als toetje bij het ontbijt dat we op IC 2105 zullen nemen. Deze IC zal ons naar Jemelle brengen (5:33 - 7:22, met ms 502, en nog een ander ms 96). De treinbestuurder weet op bewonderenswaardige manier zijn rijstijl af te stemmen op de ruime dienstregeling. Ik geloof niet dat hij een keer een halve minuut ergens te vroeg aangekomen is, wat het vaak ergerlijk wachten drastisch beperkt. Hoeft het gezegd dat we Jemelle stipt op tijd bereiken. Het stationsbuffet is gesloten; dat wordt dus bijna een half uur wachtzaal, want de bus van lijn 166a naar Lessive vertrekt pas om 7:55. Het is ab5641-16, van Toussaint uit Beauraing, een Jonckheere Transit 2000 met Scania-motor. Ik vraag me opnieuw af waarom in dezelfde bussen van de pachters in het Halse alles los lijkt te zitten, terwijl dat hier (en elders) niet het geval is.
Wie denkt dat je voor dat vroege opstaan beloond wordt met een vlotte terugrit, komt bedrogen uit. Gelukkig bestaat er een oplossing door naar Éprave te stappen waar in de schoolvakanties enkele bussen van lijn 29 hun eind- en beginpunt hebben. Het moet een van de weinige lijnen zijn die niet uitgebaat worden op schooldagen, maar wel op alle andere dagen. Het is ab4125 van Wellin (die we nog niet zo lang geleden ook hadden tussen Wellin en Tellin) die ons naar Jemelle zal brengen: 12:12 - 12:31. Dat levert een schitterende aansluiting op met de IC naar Brussel. De aansluiting wordt wat langer doordat de IC met 9 minuten vertraging vertrekt. Het is ms 507, en het is heerlijk rustig: om te lezen vallen de oogleden net iets te vaak dicht, en dus halen we wat slaapachterstand in. Hoe ik het klaarspeel, weet ik niet, maar toch heb ik een mooi lijstje voor de specialisten: deze treinbestuurder mag wel voluit gaan en dat leidt tot de geleidelijke afbouw van de vertraging: Jemelle +9 - Marloie +8 - Ciney +7 - Namur +6 - Gembloux +5 - Ottignies +6 - Brussel-Luxemburg +1, en zo zou het blijven tot Brussel-Noord. Drie minuten volstaan voor de aansluiting met IR 3285 naar Geraardsbergen, met ms 305. We arriveren stipt in Halle. Thuis wil ik zo snel mogelijk weten wat de weersvoorspellingen zijn voor morgen. Vandaag is het best meegevallen, met een half bewolkte, vrij zonnige voormiddag, maar wat men ons reserveert voor morgen is andere koek: intense regen en stevige wind. In zo'n geval kun je alleen nog hopen dat het hele scenario al gespeeld is tegen de volgende ochtend, maar dat lees je in een volgende bijdrage.
Voor vandaag staat er wat steviger werk op het programma langs GR 15, en wel tussen Monschau en Eupen. Vroeger was dit de GR AE (Ardennen - Eifel) maar sinds de grondige hertekening van het GR-net in Wallonië heet deze GR15. Stevig is alvast het opstijgen uit Monschau naar de Hoge Venen, maar vanaf de Belgische grens (de echte, niet die van de Vennbahn) is het eigenlijk een lange afdaling naar de vallei van de Vesder. Het is een ongelooflijk knap stukje GR, dat een must is voor elke rechtgeaarde GR-wandelaar. Monschau is schattig - je houdt ervan of niet - en de trapjes en enkele mooie voetwegen langs de Kleiner Laufenbach, die de Rur voedt met heerlijk veenwater, zijn een mooie aanloop naar een schitterend traject aan de rand van de Venen, door het Ost-Hertogenwald, en voor een groot stuk langs de Getzbach. De Getzbach: ze lijkt zo uit de boeken van Bessy uit de verre kinderjaren te komen. Zelfs de bomen lijken op die van Willy Vandersteen. Het is een beek die het moet hebben van plotse versnellingen, over grillige rotsen, door een wondermooi bos. Helemaal op het einde loopt ze zich te pletter op de afdamming van de Weser (Vesder) in Eupen, waar het kunstmatige meer voor adembenemende vergezichten zorgt. Zelfs het deel tot Eupen is nog van hoge kwaliteit. De TWQ bedraagt 62 %, maar misschien vinden sommigen dat een lange geasfalteerde bosweg ook als trage weg beschouwd moet worden. Dan komt het cijfer nog wat hoger te liggen.
De bus 385 rijdt van Eupen naar Monschau (en Kalterherberg) en dat alleen op zaterdag en zondag. Vroeger zouden we ongetwijfeld voor de Vennbahn geopteerd hebben, maar nu moeten we het stellen met een busverbinding, die vier keer per dag rijdt, om de twee uur, en dat is frequent naar TEC-normen. Toch zal ook vandaag een en ander mislopen, maar deze keer is het niet de TEC die de miserie veroorzaakt. Halle (7:26) - Brussel-Zuid (7:37) verloopt probleemloos, in rijtuig 51034 met loc 2148 achteraan. Maar in Brussel-Zuid ziet het er minder fraai uit: er staat één trein op het bord met vertraging, de 506, en die zou ons naar Eupen moeten brengen. Nu is 15 minuten niet meteen een ramp, omdat tussen Brussel en Leuven en tussen Leuven en Liège heel wat vertraging kan ingelopen worden, maar ik vermoed dat er alweer iets mis is met de 13 (de Trees) die onze trein naar Eupen moet duwen. Dat wordt ook aangekondigd, en de trein wordt inderdaad niet geduwd door een 13, maar getrokken door een 21. (2119 - rijtuig 11813). Dan weet je wel hoe laat het is: 140 km/u i.p.v. 200 km/u: de vertraging zal niet slinken, eerder toenemen. In onze afdeling zit een wandelaar die zich blijkbaar al eerder ongerust gemaakt heeft, want de TBG komt nog even langs om hem op de hoogte te stellen van de nieuwe situatie. De aansluitingen naar Maastricht en Luxemburg zullen wachten in Liège. Voor ons is er minder goed nieuws: de trein zal beperkt worden tot Verviers-Central. Daar is de vertraging inderdaad al opgelopen tot 32 minuten. Er is wel een aansluiting naar Welkenraedt en Aachen, maar Eupen? De onderstationschef stelt ons voor de IR naar Welkenraedt te nemen, maar dat is het kluitje in het riet, of te wachten op de volgende trein naar Eupen. Dat is de enige oplossing voor ons. Ons hele dagprogramma schuift meteen 2 uur op. Eigenlijk hebben we nog geluk dat de 385 om de 2 uur rijdt, en dat we 's avonds in Eupen een halfuurdienst van Bellmerin naar het Bushof kunnen nemen. De koffie wordt vervroegd van Monschau naar Eupen, en we kunnen bij een banketbakker tussen Bahn- en Bushof zelfs koffie krijgen voor 1.00! De bus van 12:00 vertrekt met 6 minuten vertraging: 12:00 - 12:25. In Monschau is er zelfs nog een minuutje bijgekomen. De rit door Eupen is dan ook veel te scherp opgesteld voor ab7561-19 van Satracom, een Mercedes O.405. De vorige keer reed hier een Duitse bus: zou er een beurtrol zijn voor de bediening van deze lijn?
's Avonds nemen we de 725 aan de halte Bellmerin, het eindpunt van een soort stadsdienst op de verlengde lijn 725 van Verviers naar Eupen. Het is ab5649 van stelplaats Eupen, een Renault-EmiR312 (18:47 - 18:55). Er is een omleiding voor een rommelmarkt, en de bus arriveert 3 minuten later dan voorzien aan het Bushof. Wacht ons nog de klim naar het station. IC 542 staat al klaar. Loc 1355 sleept o.a. 11803. Dit lijkt een erg rustige rit te worden. In Welkenraedt stappen 2 jongeren in, en die krijgen meteen van de kordate treinwachtster te horen dat ze met hun 2de-klasbiljet niet in 1ste mogen. Als ze bij ons langskomt blijkt ze toch Vlaamse te zijn. De aankondiging in Eupen was in meer dan behoorlijk Duits en Frans gebeurd, ik zou gewed hebben dat ze van Welkenraedt was; later zou blijken dat ook haar Nederlands erg behoorlijk klonk. In Liège stapt een familie met 2 kinderen op: in het Pajottenland noemt men dergelijke kinderen die met veel lawaai een heel rijtuig terroriseren "miskweekt". Nochtans behoren ze tot een cultuur die de hele wereld weer gehoorzaamheid wil leren. Het is wachten op de TBG. Blijkt dat ze toch internationale eersteklasbiljetten hebben. Nadat de enige andere reiziger ook nog naar 2de gestuurd wordt, beslissen wij om naar het volgende rijtuig te verhuizen: 11812. Zo hebben ze het rijtuig voor zich alleen - misschien is dat de truc. Voor de rest verloopt de reis zonder veel problemen. Nog even IR 3942 naar Halle (21:08 - 21:28) met vierledig motorstel 844, dat ons een minuutje te vroeg in Halle brengt. Dat is precies 59 minuten later dan voorzien. Als je weet dat we op een bepaald moment 133 minuten achter zaten op ons schema, dan zul je moeten toegeven dat we stevig gestapt hebben, over een niet zo makkelijk parcours, dat eerst serieus steeg, en later door de vele stenen niet altijd moeilijk begaanbaar was.
Eigenlijk zou ik nu eens moeten proberen om bij de NMBS een schadeloosstelling te vragen voor de 2 uur vertraging die we door hun schuld hebben opgelopen. Want het is ten slotte hun vertraagde trein die ons 2 uur later in Monschau heeft doen arriveren. Maar omdat ik zeker ben dat ik bot zal vangen, bespaar ik me die moeite.
Dit is een van die zomers waarin je twee dingen kunt doen: zeuren over hoe slecht het weer wel is (terwijl de zomer met de normale waarden flirt, en zelfs iets te warm lijkt te worden...) of profiteren van elke dag goed weer die ons gegund wordt. Dat is de reden van onze driedaagse 4-6 augustus, want voor donderdag en vrijdag lijkt er weer weinig goeds in de maak. Ze voorspellen zowaar zomerse hitte vandaag en dat noopt ons tot een vroege start en een niet te lange wandeling. Tussen Hasselt en Bilzen hangt er een miniem laagje altocumulus castellanus - meestal belooft zoiets niet veel goed. Maar zoals gezegd: genieten wanneer het mogelijk is, en dat zullen we ook doen. Ik beschik over een niet eens zo oude folder van de VVV Bilzen Wandelgebied Bilzen - Alden Biesen, met o.a. het Alden Biesenpad van iets minder dan 11 km, dat we vandaag willen volgen, maar ook hier heeft de Grote Veranderaar toegeslagen. Van het pad is geen bewegwijzering meer te vinden, want er is ondertussen een nieuwe folder (die we ook kopen) en natuurlijk zijn de parcours op een aantal plaatsen gewijzigd. Koppig als we zijn blijven we toch het oude pad volgen, waarvan we zelfs nog een goed bewaard wegwijzertje terug vinden; op een probleem aan een weide van een boer die waarschijnlijk niet erg hoog oploopt met het begrip Trage Wegen na, is de wandeling nog perfect te volgen. Bilzen is voor ons een verrassing. Niet alleen kun je langs de Katteberg vlug en aangenaam de stad uit, maar het aantal trage wegen, van loswegen tot echt charmante voetwegjes, is hier nog opvallend hoog. Voeg daar de omgeving van de Commanderij van Alden Biesen en het Apostelhuis bij, en je hebt een wandeling met klasse. De TWQ bedraagt 64 % en dat is een aangename verrassing.
Zeker tijdens de week is van Halle naar Bilzen sporen geen probleem. In Halle nemen we om 7:09 de IR 3906 (bestaande uit 2 vierledige stellen, waaronder onze 813 van gisteren, waarin we opnieuw terechtkomen) en er volgt meteen een controle door de treinbegeleider. Dat is de verrassing van de dag, en dat zie je ook aan de snuiten van een aantal reizigers dat met veel tegenzin de treinkaart bovenhaalt. Begrijpe wie kan! Ik bedoel uiteraard de reactie van dit geborneerde zooitje zuurbonbons. We komen in Brussel-Zuid aan met een minuut vertraging, wat ons nog 10 minuten geeft voor de overstap op de IC 1506 naar Tongeren van 7:30. Voor ons is het onze maidentrip in deze combinatie rijtuigen - loc - rijtuigen - loc. Omdat ik vermoed dat de trein in Hasselt gehalveerd wordt, stappen we in het tweede treindeel in: daar hangt o.a. M6 61012, en het is loc 2760 die het duwwerk voor haar rekening neemt. Blijkt dat de trein in Hasselt toch niet gesplitst wordt en in zijn geheel doorrijdt naar Tongeren. De trein rijdt zo goed als op tijd over zijn hele traject, maar net voor Bilzen gaat het even langzaam. Zo komen we uiteindelijk toch nog met 2 minuten in het erg goed geconserveerde station van Bilzen aan.
De terugreis verloopt bijna even vlot. IC 1536 (Bilzen 13:52 - Brussel-Noord 15:21 - ms 531) krijgt vanaf Leuven wel de IC naar Oostende voor de voeten en vermoedelijk is dat de oorzaak van de 3 minuten vertraging in Brussel-Noord. Oorspronkelijk was het onze bedoeling om voor een keer door te rijden tot Brussel-Zuid omdat de aansluitingstijd naar IR3286 daar net een paar minuten langer is dan in Brussel-Noord, maar met de vertraging van de 1536 heeft dat geen zin meer. Het moet dan maar de 3936 naar Binche worden (Noord 15:32 - Halle 15:51). Eén vierledig stel lang is deze trein, en geloof het of niet, het is opnieuw de 813: 3 keer in 2 dagen! Die vertrekt dan wel op tijd in Brussel-Noord, maar toch zal hij op weg naar Halle wat vertraging oplopen. Blijkbaar is er wat aan de hand (geweest) op lijn 36 (vandaar misschien de verlate IC naar Oostende, maar ook nog 2 IC's naar Quiévrain met vertraging) en in Halle wordt den Binche ook nog opzij gezet om de IC naar Quiévrain door te laten.
De temperatuur is ondertussen opgelopen tot zo'n 29.5 °, zal ik thuis kunnen aflezen, en in een vierledig stel zorgt de luchtverversing er dan voor dat de hete lucht van buiten lustig naar binnen geblazen wordt. In de jaren 1970 was dat verbeterd comfort...
Als er iemand is die in de voorbije decennia zijn stempel gedrukt heeft op wandelen in België als individuele vrijetijdsbeleving dan is het wel Julien van Remoortere. In zijn Groot wandelboek Ardennen (ed.1996) beschrijft hij 100 lusvormige wandelingen - ik verdenk hem van een zekere aversie voor het openbaar vervoer, vandaar de lussen - en één daarvan situeert zich in Wanlin, rustig maar verwaarloosd dorp in de Famenne. De wandeling is net geen 6 km lang, maar als tussendoortje kan zo iets best meevallen. Dat is ook vandaag het geval. Vooral het gedeelte en corniche langs de Lesse is topklasse: een vlot stijgend en dalend rotspad dat ons naar de Pont d'Havenne brengt. Dan wordt het allemaal wat minder, maar paradoxaal genoeg is het laatste stuk langs de dubbelvaks macadamweg nog de moeite waard: dat komt vooral door de vergezichten over de glooiingen van de Famenne, met de Lesse (en zijn bijloop de Biran) helemaal beneden in de vallei. De TWQ bedraagt 40 %, en dat is wat tekenend voor deze streek waar onverharde wegen de neiging hebben dood te lopen.
De verplaatsing verloopt vlot, al kun je de dienstregeling van lijn 166 a (Jemelle - Houyet) niet echt goed gestoffeerd noemen. En de aansluiting in Jemelle is slecht. Het lijnnummer wijst erop dat we hier met een vervangingslijn te maken hebben. Toen de NMBS in de jaren 1950 een hele rits lijnen sloot, verdween ook de schitterende lijn van Houyet naar Jemelle (via Rochefort). Deze lijn was een onderdeel van een lange lijn 150 Tamines - Dinant - Jemelle; waarom de buslijn destijds 166a gedoopt werd, is me een raadsel. Want je raadt het, het was buslijn 166a die spoorlijn 150 moest vervangen. De NMBS verkocht de verbussing destijds door de vaak povere treindienst te vervangen door een frequentere busdienst; dat was ook hier het geval. Maar de overname door de NMVB, en daarna de opsplitsing van die laatste in De Lijn en de TEC waren even zoveel breekpunten. Telkens ging men over tot een inkrimping van de dienstregeling. Van een weekenddienst is hoegenaamd geen sprake meer.
Van Halle naar Brussel-Zuid gaat het met IR 3908 (9:09 - 9:19; ms 813). De twee vierledige stellen komen in Brussel aan met 1 minuutje vertraging. Dan moeten we IC 2109 (Zuid 9:33 - Jemelle 11:22) nemen: 2 ms 96; wij kiezen voor ms 513; veel verschil maakt het niet uit, want de 2 eersteklasseafdelingen hangen in het midden tegen elkaar geplakt. De trein geraakt geleidelijk vol: vanaf Brussel-Luxemburg worden reizigers met een tweedeklasbiljet toegelaten in eerste. Ik wijs er de treinbegeleider op dat dit niet fair is: ten slotte betalen we 5 keer meer voor onze rit dan de senior aan de overzijde. Misschien is dat de reden waarom de reizigers vanaf Namur naar 2de moeten. Nu, toegegeven, vermoedelijk deed de brave TBG gewoon wat mogelijk was. Met een tweetal jeugdgroepen (één met reservering) en een massa Walibigangers zat de trein inderdaad behoorlijk vol (klassiek zomerverschijnsel voor deze IC's die dan met een te korte samenstelling rijden), en gelukkig bleef het erg rustig. Dankzij de ruime dienstregeling heeft de volledige bezetting (inclusief enkele fietsen) geen dramatische gevolgen voor de stiptheid; in Jemelle komen we één minuut later aan dan voorzien.
Een probleem is dat niet, want de aansluitingstijd is er 48 minuten groot. Tijd voor een koffie in het stationsbuffet. Wie nooit de trein neemt, denkt bij stationsbuffet misschien aan die romantische ruimte uit de films van de jaren 1930 waar reizigers aankomen en vertrekken, met knorrige obers en ontroerende afscheidsscènes, maar tegenwoordig zijn de meeste buffetten verkommerd tot cafés waar de klanten terechtkomen die niet passen in het interieur van de chiquere taveernes. Dat is in Jemelle niet anders, al is de geur van het potje dat hier klaar staat voor het dagmenu best te smaken. We betalen elk 10 cent meer dan op het menu staat ( 1.60 i.p.v. 1.50), en op de enige rookvrije (wat een grap!) tafel staat een asbak. Hier was het ook dat ik enkele jaren geleden een smaakloze iced-tea van den Aldi uit een automaat toverde die nochtans duidelijk Lipton Ice-Tea afficheerde. Inspecteurs van wat dan ook: hier is iets te verdienen!
Het is ab5641-08 (een Jonckheere Transit 2000 van de Autobus Toussaint uit Beauraing) die ons naar Wanlin zal brengen. Blijkbaar is er een belangrijke wielerwedstrijd met aankomst in Jemelle. Op weg naar Rochefort en ook voorbij Rochefort ontplooit zich een stevige politiemacht, naast de gewone vrijwillige signaleurs. Toch komen we op tijd in Wanlin aan. Ik informeer nog even bij de chauffeur of er bussen afgeschaft zullen worden wegens de wedstrijd, maar hij beweert van niet: hoogstens zal er wat vertraging zijn.
Dat blijkt ook bij de terugrit: de bus van 15:31 heeft 5 minuten vertraging, en met 9 minuten aansluitingstijd in Houyet kan het krap worden. Uiteindelijk bereiken we Houyet met 3 minuten vertraging. Nochtans moeten net nu 2 oude dametjes weten hoe laat ze de bus terug hebben, en de chauffeur gaat uitvoerig op hun vraag in. De bus is een wat aftandse Mercedes O.405. Een nummer draagt hij niet meer, al kun je zijn oude nummer nog wel lezen: 5652-41. Dat zou een bus van Penning moeten zijn, maar mogelijk is hij ondertussen tweedehands in een andere garage terechtgekomen.
Van Houyet gaat het met de L 6086 naar Dinant. Een vader met kinderen is per vergissing op spoor 3 op zijn trein gaan wachten. Hij moet met het kroost helemaal over de overweg en dan terug: gelukkig hebben 2 dames de treinbegeleider op de hoogte gebracht. Mw 4157 arriveert met 1 minuutje vertraging in Dinant; ik heb de indruk dat dit minuutje een klassieker is. Op hetzelfde perron staat de Ic 2537 naar Brussel-Zuid te wachten: 2 breaks, wij kiezen voor die vooraan: ms 356. Het wordt een rustige rit tot Brussel-Noord, waar we alweer een minuutje te laat aankomen. Met 5 minuten overstaptijd naar IR 3739 is er niet echt een probleem, zeker niet als blijkt dat deze trein met 6 minuten vertraging aangekondigd staat. Dat worden er uiteindelijk 12, en even denken we erover om de CR naar Braine-le-Comte te nemen. Sommige reizigers doen dat trouwens; uiteindelijk zullen we een drietal minuten voor de CR in Halle aankomen (in ms 563). De treinbegeleider controleert tussen Brussel-Zuid en Halle en 9 (negen!) reizigers worden verzocht een plaatsje te zoeken in tweede, wat moeiteloos lukt. Negen reizigers, dat is één derde van wat er in de eersteklasafdeling zit. Ik besef dat de NMBS met andere prioriteiten worstelt, maar dit gaat toch te ver. Inspecteurs van wat dan ook: hier is iets te verdienen!
Op 6 juli liep onze poging om van Sankt-Vith naar Ligneuville te stappen langs GR56 op een sisser af, omdat de chauffeur van TEC-lijn 394 eventjes geen zin had om langs het station van Eupen te rijden, en vandaag doen we dus onze tweede poging. We plannen onze overstap nu in Verviers naar lijn 395, niet omdat we lijn 394 plots niet meer vertrouwen, maar omdat het nu zo iets beter uitkomt. Van Halle naar Brussel-Zuid namen we IR3256 (7:15 - 7:25 - ms 424), daarbij vergezeld van een aantal reizigers dat IR 3906 (van 7:09 met 6 minuten vertraging) laat voor wat hij is. De sukkels zullen andermaal bedrogen uitkomen, want ook nu vertrekken beide IR's zo goed als tegelijkertijd, maar logischerwijs zal het die van 7:15 zijn die in Lot die van 7:09 zal moeten laten voorgaan. Ons maakt het allemaal niet zo veel uit, want we zitten al op een vroegere trein dan die waarvoor we geopteerd hadden, en hebben dus een ruime aansluiting in Brussel-Zuid. Van Brussel-Zuid gaat het naar Verviers-Central met IC506: loc 1349 duwt o.a. 11818, dat tot Brussel-Noord goed gevuld blijft, maar vanaf dan delen we het rijtuig nog met een vijftal rustige medereizigers. Tussen Trooz en Pepinster maken we 7 minuten vertraging want in Olne moeten we opzij om de L-trein uit Verviers door te laten. Het spoor richting Liège is over enige afstand opgebroken en dat noopt tot verkeer op enkelspoor. Zeven minuten is meer dan de NMBS op haar site aankondigt, maar nog altijd veel te weinig om onze aansluiting (15 minuten) met de bus van lijn 395 in het gedrang te brengen. In Verviers wordt op dat vlak trouwens een traditie van betrouwbaarheid hoog gehouden, zeker voor de lange lijnen die daar vertrekken, zoals 390 en 395. Het is bus 7531-14 van LIM-Collard-Lambert, een Jonckheere Transit 2000. Onderweg zijn de restanten van het ambachtenfeest in Sart-lez-Spa en zelfs van de 24 uren van Francorchamps opgeruimd, en de rit verloopt dan ook vlot. We komen zelfs 6 minuten te vroeg in Sankt-Vith aan. (Wel verontrustend is dat de bus in Malmédy precies op tijd vertrokken is, en niet gewacht heeft op de aansluiting van lijn 745 uit Trois-Ponts, voor ons een even bruikbaar alternatief als het parcours uit Trois-Ponts.)
GR56 (ook genoemd GR van de Oostkantons) is een klassieker. Wie de Oostkantons wil ontdekken heeft een ferme kluif aan deze GR, en komt telkens weer tot de vaststelling hoe schitterend deze streek vecht voor haar authenticiteit van rust, beschaving en traditie. Als België ooit gesplitst zou worden, dan moeten we de aanhechting van de Oostkantons bij Vlaanderen eisen. Dan hebben we tenminste die nog om fier over te zijn, want de rest... We stappen bijna 4 km lang hetzelfde parcours als zaterdag, maar dat is net prettig: weten wat er komt, kan soms zo handig en geruststellend zijn. In Ober-Emmels kiezen we echter resoluut en definitief voor de GR. Die brengt ons naar het schiiterende Emmelser Wald (niet het laatste uitgestrekte bos van vandaag), langs het biermuseum van Rodt: een ongelooflijke verzameling flesjes en glazen, vooral Belgische... Ook herkenning kan een aangename gewaarwording zijn. Wie herinnert zich nog de oude etiketten van Affligem, Westmalle, Guinness? Alhoewel er gekookt wordt, mogen we er probleemloos onze bokes verorberen. Van het museum tot Recht loopt de tocht bijna volledig door het Emmelser Wald. Op onze weg komen we nog 2 merkwaardige kruisen tegen: het Hubertuskreuz en het Antonikreuz,dat volgens mij verkeerd staat op de NGI-kaart. Eigenaardiger nog is de Goldgruben, al heeft hier waarschijnlijk nooit een echte goldrush plaatsgevonden. Recht zelf is een erg mooi, rustig dorp, dat o.m. kan bogen op een museum in een oude leisteengroeve. De wagentjes op rails die daarvoor gediend hebben, sieren enkele hoekjes in het dorp. Door het even mooie Bambusch bereiken we Pont, met schattige kapel, vanwaar we de prille Amblève volgen tot Ligneuville, waar we de meeste horecazaken gesloten vinden. Gelukkig is er nog Saint-Hubert waar we op het terras kunnen nagenieten van een prachtige wandeling met een TWQ van maar 32 %, maar dat is typisch voor de Oostkantons: veel verharding, zelfs dwars door het bos, maar dat wordt hier rijkelijk gecompenseerd door de vergezichten en de sfeer.
Voor de terugreis rekenen we op de laatste bus richting Verviers. Die komt stipt om 17:59 aangereden (ab 7531-09, een Van Hool A600, opnieuw van LIM-Collard-Lambert), maar in Malmedy moeten we deze keer wel overstappen. De bus die ons van Malmedy naar Verviers brengt is de 7531-13, zelfde type als de 14 van vanmorgen. Die zet ons 1 minuutje later dan voorzien af in Verviers. De terugreis verloopt voorspoedig: IC 542 (Verviers-Cl. 19:34 - Brussel-Noord 20:54) ondervindt nauwelijks hinder van de werken op lijn 37, en bereikt Brussel stipt. Wij hebben daar een ruime overstap naar de CR naar Geraardsbergen (1592 - ms 629).
We konden het vandaag weer droog houden: tijdelijk was er wel wat bewolking (cumulus en stratocumulus), maar de zon kon meestal toch wel haar glanzende stempel op het weer drukken. Frisjes was het wel, en de hemdsmouwen werden pas tegen het einde van de wandeling opgerold. Maar voor hittehaters als wij, is dat natuurlijk precies wat we willen.
Het lot (want dat kiest onze wandelingen) brengt ons dit jaar vaak in de buurt van Sankt-Vith. Zo stappen we vandaag een wandeling SV2, gevonden in een folder die meer dan 25 jaar oud is, maar gelukkig maakt dat in de heerlijk trage Oostkantons niet zo veel uit, behalve dat je dan natuurlijk geen bewegwijzering meer vindt. Vandaag beperkt die zich inderdaad tot 2 vergeten plaatjes, die de tand des tijds goed hebben doorstaan. Mocht je dit pad niet nummeren, maar een echte naam willen geven, dan zou je het ongetwijfeld het Emmelspad moeten noemen. Het voert van Sankt-Vith naar Ober-Emmels en Nieder-Emmels terug naar Sankt-Vith, goed voor zo'n 9 km. Het parcours is grotendeels verhard, maar dat maakt de wandeling niet minder mooi: voortdurend krijg je vergezichten op een zilveren plaatje, en de zaterdagrust in deze streek is aanstekelijk. Met een TWQ van 3 % is het een typische wandeling in Duitstalig België.
Wie onze avonturen zo wat volgt, weet dat onze vorige poging om Sankt-Vith te bereiken niet erg succesvol was geweest. (Ik wacht nog altijd op een verklaring van de TEC-Liège-Verviers.) Vandaag proberen we (voor een andere wandeling) nochtans opnieuw dezelfde verbinding uit. In Halle mikken we zoals altijd op de IR van 6:32, maar we halen weer moeiteloos de IC van 6:27, IC 1905, die ons van Halle (6:27) naar Brussel-Zuid (6:39) brengt. In de vakantieperiode bestaat deze trein niet uit de obligate M4 TD-stellen, maar uit 2 ms 96. Vooraan hangt ms 485. De rit verloopt vlekkeloos. Sankt-Vith willen we ook vandaag bereiken via Eupen (en lijn 394). Dat wordt dus IC 505 (Brussel-Zuid 6:57 - Eupen 8:47). We bereiken Eupen met 1 minuutje vertraging, want we moeten door 2 werven: 1 tussen Trooz en Pepinster, en de stilaan bekende in Dolhain. De 1359 duwt zijn stel I11, en wij zitten in rijtuig 11830. Het is er op dit relatief vroege uur zalig rustig, en het rijtuig bolt zacht. In Eupen hangen deze keer wel berichten aan de haltepaal van de halte "Eupen Bahnhof", en de wijziging is ook aangekondigd op de website van de TEC: het wordt dus even dalen naar het Bushof (zo'n 8 à 9 minuten verder, verkeerslichten inbegrepen). Op het busstation is een groep prille twintigers van over de hele wereld (echt!) zich aan het vermoeien met een wat kinderlijk spelletje. De factor die hen bindt is... Duits! Je ziet zo dat dit een fijne, aangename groep is...Ze nemen dezelfde bus als wij (lijn 390 - ab 7631-40, van Sadar, een Mercedes O.405 N2, die volgens de website zone01 van Zwitserland is overgekomen. De zeteltjes hebben inderdaad geen TEC-kleuren. Tot Botrange helpt de groep de bus aardig vol te houden, en voor de rest valt het op dat een 10-tal reizigers inderdaad van Eupen naar Sankt-Vith reist, zoals wij. Hoe je het als chauffeur klaarspeelt om na een rit van een uur je reizigers krek op tijd op hun bestemming te brengen is me een raadsel. Er zijn hier natuurlijk minder onvoorspelbare factoren aan het werk dan op een rit van pakweg Halle naar Brussel.
Voor de terugreis kiezen we een andere reisweg: in Sankt-Vith nemen we An den Linden de bus van lijn 395 naar Verviers. Op zaterdag is dit de laatste bus die het volledige traject Reuland - Verviers aflegt. Dat stuk Reuland - Sankt-Vith is echt wel stiefmoederlijk bediend. De belangrijke halte An den Linden is helemaal geherstructureerd n.a.v. de aanleg van een rotonde. Hoe alle bussen die hier verondersteld worden aan te komen en te vertrekken hier hun plaatsje vinden is me een raadsel. Maar vandaag is de 395 de enige bus, en dan is er natuurlijk geen probleem. Ab 7531-10, een Van Hool New A600 van LIM-Collard-Lambert maakt de dienst uit. Onderweg lijkt er een belangrijk evenement in Francorchamps aan te komen, want tijdelijk vind je hier meer auto's dan bomen, en ook in Sart-lez-Spa speelt er zich een belangrijk evenement af: oude ambachten worden hier 2 dagen in het zonnetje (?) gezet, en ook dat lijkt een massa volk aan te trekken. Toch blijft de bus mooi op tijd, tot Verviers. Enkele halten voor de terminus staat een oudere man in een rolstoel moederziel alleen op de bus te wachten. De man is zwaarlijvig, heeft maar één been, en kan zich nauwelijks zelf bewegen. Politiek correcte politici vinden (en met hen al de andere politieke correctelingen) dat gehandicapten op dezelfde manier toegang moeten hebben tot het openbaar vervoer als anderen. Het begrip toegankelijkheid heeft zelfs een betekenisbeperking ondergaan. Als men zegt dat het openbaar vervoer toegankelijk moet worden, dan bedoelt men daarmee uitdrukkelijk voor andersvaliden. Ik vind wel dat de samenleving het aan zichzelf en aan de andersvaliden verplicht is iedereen hoogwaardige mobiliteit aan te bieden, maar ik heb me toch al vaak afgevraagd of dit nu echt de juiste manier is. Speciaal vervoer, met speciale aangepaste busjes en geschoold personeel lijkt me net iets beter op die behoefte in te spelen dan een veralgemening en aanpassing van het hele rijtuigenpark van ons OV. In dit concrete geval is dit duidelijk niet zo: stangen maken het laden van de opengeplooide rolstoel zo al onmogelijk, de chauffeur van goede wil moet in wanhoop hulp vragen en krijgt die van een jongeman en mijn vrouw die vele jaren ervaring als verpleegkundige heeft, en dus al wat tiltechnieken heeft bestudeerd en toegepast. Zo lukt het nog net, en aan het station voltrekt de hele procedure zich in omgekeerde richting. De man in de rolstoel wordt op de kasseien voor het station achtergelaten.
De IC 538 brengt ons van Verviers (15:34) naar Brussel-Noord (16:54). Loc 1350 trekt o.a. 11822, en ook dit rijtuig rijdt zacht. De vertraging die ook nu weer opgelopen wordt tussen Pepinster en Liège wordt moeiteloos ingelopen. Brussel wordt stipt bereikt. Daar staat IR 3938 (ms 824) al klaar voor het laatste stukje van vandaag: Brussel-Noord (17:08) - Halle (17:28).
En vanaf nu ook iets voor de weerfanaten: toen we even na 10:00 begonnen te stappen leek het allemaal erg mooi, al waren de eerste cumuluswolkjes al aanwezig. De bewolking nam vrij snel toe: cirrus en mooie altocumulusvelden maakten hun opwachting, maar tegen het einde van de wandeling (rond 13:00) waren die al deskundig aan het oog onttrokken door een uitgebreid stratocumulusveld. Toen we in de bus stapten was het trouwens al een tijdje licht aan het regenen. In hemdsmouwen stappen kon nog net, al was het meteen vrij fris toen de zon achter de wolken verdween.
De belangrijkste beleidsmaatregel van Happart was wel de uniformisering van de bewegwijzering van de wandelingen overal in Wallonië. Waar dat vroeger gebeurde met een bont allegaartje aan bordjes en plaatjes van alle mogelijke formaten en met alle mogelijke tekeningen en symbolen, is zowat elke gemeente in Wallonië er de voorbije jaren in geslaagd om de bewegwijzering volgens de nieuwe normen in te voeren. Dat heeft als pervers neveneffect dat alle folders, brochures en kaarten van meer dan 5 jaar oud onherroepelijk onbruikbaar zijn voor wie het zich gemakkelijk wil maken. Niet voor ons dus, die vandaag op pad trekken met een wandelkaart die we in 1985 aankochten: "Bewegwijzerde wandelingen in de Boven-Lesse". Als je wat geluk hebt, dan heb je na een tijdje wel door wat vandaag het symbool is van die oude wandeling, maar blijkbaar heeft men hier ook het hele wandelwegennet geherstructureerd. Maar in deze streek verandert er zo weinig dat je de oude kaarten niet echt onbruikbaar kunt noemen. We combineren een tweetal wandelingen, met als hoofdbrok de oude "Promenade des Étangs de Mirwart", en aanlooproutes uit de dorpskern van Tellin.
Tellin zelf mag prat gaan op een mooie, rustige dorpskern - ideaal als start- en eindpunt- en boogt zowaar op een museum - vroeger klokkenfabriek: Cloch-art. De wandeling zelf is een stevige combinatie van lang klimmen en dalen, en loopt grotendeels door bosgebied. De vijvers van Mirwart zijn kunstmatig aangelegde viskweekvijvers, waar draad de vreetgrage reigers op afstand moet houden. Met een TWQ van 52 % scoort deze wandeling niet echt hoog, maar dat komt vooral doordat een flink stuk van de boswegen geasfalteerd is (geweest). Niet echt trage wegen dus, al is het verkeer hier werkelijk minimaal: 2 Vlaamse wandelaars in dit wat geïsoleerde gebied.
We moeten deze wandeling op een woensdag maken. Misschien frons je daarbij de wenkbrauwen, maar dit is inderdaad het gevolg van een eigenaardigheid in de dienstregeling van buslijn 29 die Jemelle met Grupont verbindt. Het stuk Jemelle - Wellin (langs Han-sur-Lesse) mag dan volgens Waalse normen meer dan behoorlijk bediend zijn, voorbij Wellin is het behelpen. Vroeg in de ochtend valt het busverkeer hier stil, zodat we er zelfs geen extra vroege uitstap van kunnen maken. En alleen op woensdag is hier een bruikbare verbinding rond de middag. Wat daar de reden mag voor zijn, is me een raadsel. Vaak is dit het gevolg van een markt in de buurt, maar we zijn nu niet bepaald onder de indruk van het aantal zwaar beladen Ardense vrouwen dat van welke markt dan ook bijna thuis is. Misschien is het een destijds ingevoerde maatregel (gaat terug tot in de jaren 1960!) waarvan niemand meer weet waar hij goed voor is. Merkwaardig genoeg zitten we zelfs niet alleen op de bus tussen Wellin en Tellin. De buslijn vervangt een tramlijntje dat destijds achter het dorp van Tellin doorliep. Meer dan wat vage restjes in het landschap is hier niet meer van terug te vinden.
We vertrokken in Halle op een voor ons ongewoon laat uur: IR 3909 (Halle 10:09 - Brussel-Zuid 10:19) wordt door Andréke met 6 minuten vertraging aangekondigd, en dat veroorzaakt een volksverhuizing naar de IR van 10:15. De simpele zielen laten zich telkens weer vangen want in Lot zal de 3909 toch voorrang krijgen. Alhoewel de 3259 eerst vertrekt zullen we hem met ms 843 net voor Lot voorbijrijden. Bij aankomst in Brussel-Zuid is de vertraging geslonken tot 5 minuten. In Brussel-Zuid nemen we IC 2110 (Brussel-Zuid 10:33 - Jemelle 12:22). We zoeken ons voorkeursplaatsje achteraan de trein in ms 507. Met deze treinen kan het in de zomer alle richtingen uit, maar vandaag hebben we geluk: ondanks de aanwezigheid van 2 groepen jongeren (één voor Libramont, en één voor Poix-Saint-Hubert, hoor ik van de treinbegeleider), kunnen we genieten van een rustige reis. Tussen Brussel en Ottignies lopen we wel 8 minuten vertraging op (zit de 3909 voor ons?), en in Namur wachten we blijkbaar op een aansluiting van de IC uit Lille-Flandres, maar in Jemelle komen we maar 3 minuten te laat aan. Het is ab 5124 van Wellin (een Jonckheere S2000T) die ons naar Wellin (12:34 13:02) brengt. Vroeger kon je rustig op deze bus blijven zitten voor de rest van de rit naar Grupont, maar tegenwoordig wordt er overgestapt, en wel op ab5125 die ons op zijn Ardens met een 4-tal minuten vertraging opzadelt. Overstappen betekent nl. ook een babbeltje slaan, en dan gaat de klok vlug! De bus passeert langs het oude tramstation van Wellin, maar eigenlijk is het alleen voor kenners herkenbaar. (De busgids uit 1975/1976 vermeldt een analoge dienstregeling: Jemelle - Wellin 12:23 - 12:53 met rit 709 en dan Wellin - Tellin 12:55 - 13:09 met rit 705. Te gek om te geloven is de vermelding bij rit 705: verzekert geen aansluiting met rit 709. Dan heb je al eens een bus een keer in de week rond de middag, dan verzekert die nog niet eens aansluiting!)
Voor de terugreis opteren we voor de bus naar Grupont, met overstap op de trein aldaar. Het is ab5881, een Jonckheere Transit 2000, volgens www.zone01.be een bus van stelplaats Dinant. Deze keer zijn we wel de enige reizigers naar deze wat eigenaardige terminus, want het station van Grupont is nu niet meteen het aantrekkelijkste van het NMBS-net. Bij aankomst trekt de bus zich terug op het oude emplacement, wachtend op een stoptrein uit Namur. Er is zowaar één overstappende reiziger!
We kunnen de 50 minuten overstaptijd die ons hier geserveerd worden gelukkig vullen met ons avondmaal, daarin bijgestaan door een hondje van de familie van de luizenbollen. Het is een vriendelijk maar angstig dier, dat dringend wat verzorging nodig heeft. Daarmee past hij perfect in het decor van dit afgeschafte station en bij de huidige bewoners.
L5790 (Grupont 19:15 - Jemelle 19:23) bestaat uit 2 klassieke stellen. Wij kiezen voor het klassiekste (ms 230). De treinwachtster leest Tolstoj, maar ze doet wel haar job zoals het hoort. Spijtig genoeg voor haar kan ze geen exotisch biljet Grupont - Halle aanmaken, de RailPass is maar een flauw afkooksel van een echt biljet. Jemelle wordt zonder problemen gehaald. Hopelijk wordt de NMBS verplicht door de stijgende reizigersaantallen om deze stellen nog lang in dienst te houden. In Jemelle nemen we IC 2141 (Jemelle 19:38 - Brussel-Noord 21:18), 2 ms 96. We zitten nu helemaal vooraan in ms 516, en andermaal wordt het een zalige, rustige reis. Dat vindt ook de treinbegeleider, want we krijgen hem tot Brussel niet te zien. We houden rekening met een eventuele overstap in Brussel-Zuid, maar de trein rijdt stipt, en dat geeft ons 4 minuten om toch in Brussel-Noord over te stappen op IR 3292 (Brussel-Noord 21:22 - Halle 21:45) - ms 316, destijds vaste waarde op de lijnen 162 en 161 die we net bereden hebben. De treinbestuurder schat perfect de reistijd tussen Brussel en Halle in, zodat we precies op tijd in Halle arriveren.
Langzaam maar zeker zijn we wat achterop geraakt met ons wandelschema, en daar is het onstabiele maar interessante weer van de voorbije dagen niet vreemd aan. Maar vandaag lijkt de eerste dag van een betere weerperiode te worden, volgens de voorspellers misschien nog niet in het oosten, en dus trekken wij naar het westen. Er rest ons nog een sluitstukje aan de lang geleden begonnen GR 5A, nl. tussen Koksijde en De Panne. Een sluitstuk, en daarom ook wat korter dan gewend, nl. net iets meer dan 10 kilometer. In het rulle zand van de duinen die hier een goed alternatief bieden voor de waanzin van strand en dijk, kan dat slopend genoeg zijn... Eigenlijk is het bewonderenswaardig hoe de ontwerpers er hier in geslaagd zijn om het beste te halen uit die dunne strook die hier nog aan zachte recreatie besteed kan worden. Het wordt dan ook een aangename tocht, bij ideaal, niet te warm zomerweer. Toch even opletten als je deze tocht zou willen afstappen, want het loopt twee maal fout met de bewegwijzering: één keer waar op een cruciale plek de verfstreepjes ontbreken in het Reservaat Oosthoek. Tot overmaat van ramp vind je op het verkeerde traject nog streepjes van een vorig tracé, die niet allemaal even grondig zijn weggeveegd, wat de twijfel nog doet groeien. Toen we uiteindelijk weer op het juiste tracé kwamen, zijn we een eindje teruggelopen om uit te zoeken waar het verkeerd gelopen was. Uiteindelijk bleek het om één teken te gaan, mogelijk op een omgevallen boom, en bleken onze verwensingen aan het adres van de man met de borstels iets te voorbarig. Ten slotte zou je op het traject naar De Panne (Esplanade) rood-wit doorgestreepte verfstrepen moeten vinden, maar dat is niet het geval. Echt fout kun je niet lopen, maar het is duidelijk dat de belofte in de topogids hier niet waar gemaakt wordt. Met een TWQ van 70 % scoort dit stukje GR on-West-Vlaams hoog.
Erg moeilijk kondigde de verplaatsing zich niet aan: - in Halle namen we om 6:46 de IR 3705, bestaande uit 3 ms 96. Wij zitten in ms 526. We arriveren stipt, m.n. om 6.55 in Brussel-Zuid; - van Brussel-Zuid gaat het om 7:14 met IR 3629 (ms 553). Die maakt (bijna klassiek) wat vertraging tussen Veurne en De Panne, maar de schade bleef beperkt tot 2 minuten. Net voor De Panne blijven we even in de wissel steken, na een korte remming. Ik heb geen idee van wat er gebeurd zou kunnen zijn. In De Panne stappen we over op lijn 0: het is tram 6031 die ons naar Koksijde Ster der Zee brengt. We bereiken die halte om 9.26.
De terugreis verloopt even voorspoedig: tram 6040 zorgt voor de overbrenging van De Panne (Esplanade) naar De Panne (Station): 13:17 - 13:24. Tijd om in De Verloren Gernoare energie op te slaan voor de terugreis. IR 3613 bestaat uit ms 544. Van 13:59 tot 15:46 is dat het onze. We bereiken Brussel-Zuid zelfs even te vroeg. Blijft nog het stukje Brussel-Zuid - Halle, met IR 3737 (16:05-16:14), alweer een trein met ms 96 (535).
We hadden vandaag dus maar 1 treintype, en je zult er ons niet over horen klagen. Toch denk ik met enig heimwee terug aan dezelfde verbinding, jaren geleden met M1, M2, M3 of K-rijtuigen...
Normaal gezien had je hier een verslagje kunnen lezen van onze volgende wandeling, langs GR 56 van de Oostkantons, die we voor de tweede keer aanpakken. Op het programma voor vandaag stond Sankt-Vith - Ligneuville, zo'n 18.6 km. Naar Sankt-Vith kun je met lijn 395 uit Verviers, maar die rijdt op zondag rijkelijk laat, en in Ligneuville rijdt de laatste bus op zondag al om 18:02, net iets te vroeg om met de nodige reserve te kunnen uitkijken naar een rustige, aangename mars langs mooie stukjes Duitstalig België. Gelukkig bestaat er een alternatief uit Eupen, met lijn 394, die ons dat extra uurtje staptijd oplevert. Maar dit wordt een horrorverhaal voor elke rechtgeaarde openbaarvervoergebruiker.
Het begint met 8 minuten vertraging in Halle voor IC 1907 uit Moeskroen, maar dat is niet echt een probleem, want de IR 3907 rijdt wel op tijd (Halle 8:32 - Brussel-Zuid 8:43 - ms 803) en de aansluiting naar Eupen komt nooit in het gedrang. Ook IC 507 heeft er zin in: loc 1355 duwt o.a. 11829, en de trein rijdt zo goed als het hele parcours op tijd. Eupen wordt dan ook stipt om 10:47 bereikt, ook al rijden we tussen Dolhain en Welkenraedt even op tegenspoor. We hadden nog maar net 2 dagen geleden de halte van lijn 394 opgezocht, en er zelfs een bus van deze lijn op aangetroffen, en we konden dus vrij gerust zijn: de bus zou tussen 10:57 en 12:09 de onze worden, een rit door de Venen, die zelf al wat toeristisch te bieden heeft.
Helaas, driewerf helaas: we hebben geen bus van lijn 394 gezien, net zomin als het Nederlandse koppel dat al eerder van deze bus gebruik gemaakt had. Wat er misgelopen is, zal de TEC voor mij in de komende dagen moeten uitzoeken, want de klacht is al verstuurd. Ik zou wat begrip kunnen opbrengen voor een ongeval of een andere calamiteit, maar ik vermoed dat de chauffeur op eigen houtje beslist heeft om de halte niet te bedienen, omdat een kruispunt net voor het busstation omrijden noodzakelijk maakt. Of, minstens zo erg, misschien is daardoor de halte wel officieel geschrapt. Dan is het de TEC zelf die schromelijk tekortschiet, want aan de halte hangt geen bericht, en op de website wordt de hinder evenmin vermeld. Ik hou jullie op de hoogte.
Nog wat ter plaatse improviseren zag ik niet echt zitten, en daarom besloten we maar onverrichter zake naar huis terug te keren. Het was de 2710 die met meer dan 20 minuten vertraging de trein uit Oostende binnen sleepte. Andermaal problemen met een 13 dus; het stel was trouwens ook korter dan de gewone 12 rijtuigen. Uiteindelijk vertrok IC 535 van 12:12 met 13 minuten vertraging en met een rit langs de tragere lijn 36 in het verschiet, en dus nog wat extra vertraging, zag het er wel heel slecht uit voor onze aansluiting in Brussel-Noord (om .08, .12 of .16, en dan een uur niks meer). Maar met een TB die er zin in heeft en een 2710 in topvorm kan blijkbaar alles. Met net geen 5 minuten vertraging kwamen we in Brussel-Noord aan, maar de rit verliep dan ook zo goed als ongehinderd van Eupen tot Brussel-Noord! De TBG had ons net voorbij Liège nog voorspeld dat we in Brussel met 15 à 20 minuten zouden aankomen, en zal waarschijnlijk even opgelucht geweest zijn als wij toen ze in Brussel-Noord onze aankomst kon aankondigen. Uiteraard wierp een heerschap (nu ja, heer, eerder het uitschot van de 21ste eeuw) toch nog een schaduw over deze reis, want hij beschikte over wel bijzonder luidruchtig elektronisch materieel om ons leven nog wat zuurder te maken. Zo begonnen we de reis in rijtuig 11819 en eindigden we hem in rijtuig 11817, waar we vanaf Leuven het gezelschap kregen van Engelstalige Werchtergangers. Die Leiden des jungen Werchters zou als titel maar een fractie van de ellende dekken, die ons vandaag te beurt is gevallen. Oh ja, IR 3935 (Brussel-Noord 14:08 - Halle 14:28 - ms 816) reed gewoon perfect naar Halle. Misschien is dat een reden om het voorbeeld van de jonge Werther toch niet helemaal ten einde toe te volgen.
In de Paasvakantie stapten we langs GR563 van Petit-Rechain naar Baelen, vandaag staat het vervolg Baelen - Raeren op het programma. Ik heb berekend dat de tocht 18.450 km lang is, maar de nieuwe dvd van Lannoo en NGI doen daar nog enkele honderden meter bij. Ik vermoed dat dit komt omdat de dvd de niveauverschillen wel in rekening brengt, en ik dat met potlood en papier niet doe. Dit mag dan wel de GR van het Land van Herve zijn, ik heb de indruk dat we daarvoor al net iets te ver naar het zuiden zijn afgezakt, maar dat maakt de pret er niet minder om: het is een prettige, afwisselende tocht, met stukken over heerlijke veldwegen, met soms prachtige bomen van allerlei slag erlangs, stevige bostrajecten (langs de grenzen van het Osthertogenwald) en wat stroken tussen en door de weiden en de koeien (dus toch Herve!). Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de TWQ op 69 % uitkomt.
Ernaartoe rijden is andermaal niet zo moeilijk: we kiezen voor een aankomstuur even na elven, en dan kun je niet onder IC 507 uit. We gunnen onszelf wat speling in Brussel-Zuid, en daarom nemen we P 7515 van 8:19 in Halle die om 8:31 (een minuutje later dan voorzien) in Brussel-Zuid aankomt. Het is een robuust stel M5 dat geduwd wordt door loc 2142. In rijtuig 51509 is het al voor een stukje vakantie; zalige rust, al zijn de meesten op weg naar het werk. IC 507 (Brussel-Zuid 8:57) bestaat uiteraard uit 12 I11'en, geduwd door loc 1348. We kiezen voor rijtuig 11826, en dat lijkt niet zo'n goede keuze: een kanjer van een vierkant wiel zorgt voor erg storend lawaai. De tocht door de NZV zorgt voor een vijftal minuten vertraging, maar daar blijft in Leuven niets meer van over. En dat is maar goed ook, want vanaf Leuven gaat het over lijn 36 naar Liège. De treinbegeleider roept om dat een technisch defect aan de locomotief deze omweg (die trouwens 2 km korter is...) noodzakelijk maakt, én dat we met een tiental minuten vertraging in Liège zullen aankomen. Om een lang verhaal kort te maken: een vertraagde doorrit in Tienen (werken), een stukje tegenspoor in en om Fexhe (om de 2 L-treinen te ontlopen) en de gebruikelijke hinder tussen Verviers en Eupen monden uiteindelijk uit in 13 minuten vertraging bij aankomst in Eupen. Eupen, waar we de bus van lijn 725 naar... Verviers nemen. In Verviers overstappen zou de busrit aanzienlijk langer maken, en in theorie kruisen beide bussen elkaar ongeveer in Verviers. (Dat blijkt trouwens niet alleen in theorie zo te zijn). Het is ab5649 (Renault-EMI R312) van stelplaats Eupen die ons van Eupen (Bushof: 11:10) naar Baelen (Village 11:18) brengt, en ons daar met 2 minuten vertraging aflevert. Normaal gezien zou die bus in Eupen klaar moeten staan (na het eerste deel van zijn rit (Bellmerin - Eupen Bushof), maar er is geen bus te bespeuren. Gelukkig staan er nog wachtende reizigers, zodat we niet meteen aan een rampscenario moeten denken. Lijn 725 rijdt trouwens om de 30 minuten, dus echte problemen verwachten we niet).
Voor de terugreis uit Raeren nemen we een bus van lijn 722. Het is alweer een Renaultbus (ab5651) die ons van Raeren naar Eupen brengt. Op de website heb ik gezien dat er niet minder dan 3 halten Raeren Driesch bestaan, telkens in een andere straat. Je zou verwachten dat die straatnamen ook op het haltebord staan, maar nee hoor, Driesch staat er, in totaal op zes haltepalen. Gelukkig staan de straatnamen hier met Duitse Gründlichkeit aangeduid, en hoeven we dus niet al te erg te twijfelen. Raeren (17:20) - Eupen (17:38) verloopt zonder problemen. IC 514 (die later onze IC 541 moet worden) komt alweer met een dikke tien minuten aan in Eupen, en ja hoor, het is hetzelfde stel met dezelfde 1348 van vanmorgen. We kiezen deze keer voor rijtuig 11834, en dat rijdt wel zacht als een roos. Die 1348 voorspelt niet veel goeds, al vertrekken we stipt op tijd. Net buiten Eupen valt de airco uit, en het lijkt erop dat we naar Welkenraedt rijden zonder enige tractie. Zolang het bergaf gaat is dat niet echt een probleem, natuurlijk, maar we komen toch met een 2-tal minuten in Welkenraedt aan. In Verviers staan we wegens technische problemen wat langer dan voorzien stil, maar het lijkt erop dat die inderdaad verholpen worden. Anders dan gevreesd gaan we zelfs over de HSL naar Leuven. Dat we Brussel-Noord uiteindelijk met een drietal minuten vertraging binnenlopen, heeft vooral te maken met een stukje spoorinfrastructuur dat zich in ijltempo aan het opwerken is tot een nieuwe flessenhals op het Belgische net: de treinen van de lijn van de Luchthaven (36C), de oude lijn 36 en de nieuwe lijn 36N rijden elkaar regelmatig voor de voeten, en dat lijkt ook op dit relatief late uur nog het geval te zijn. CR 1591 (Brussel-Noord 20:17 - Halle 20:37) zal ons ten slotte naar Halle brengen. Vier stellen (waarvan 1 bordeaux) die uiteindelijk met 7 minuten vertraging in Halle aankomen - reden onbekend, want het gros van de vertraging was al opgelopen voor Brussel-Noord. Oh ja, wij zitten in ms 646. Onze eerste vakantiedag buitenshuis zit erop.
In de Wandelvogel van januari 2001 werd een wandeling beschreven in Kwerps onder de titel Wandelen in de schaduw van vliegtuigen. Dat bleek uiteindelijk de overigens voortreffelijk bewegwijzerde Vliegtuigenwandeling te zijn. En wandelen onder vliegtuigen deden we! Zelf treinspotter zijnde had ik al niet veel moeite om vliegtuigspotters te begrijpen, maar sinds vandaag is dat begrip nog gegroeid - al blijf ik tegenstander van luchtvaart als massatransportmiddel, want je kon de vervuiling op bepaalde plaatsen echt ruiken. Een groot voordeel lijkt alvast het compleet ontbreken van graffiti te zijn... Het werd een erg aangename wandeling, ondanks de voortdurend aanvliegende tuigen, die zelfs rust uitstraalde in de kalme kernen van Kwerps en Erps, en vooral langs de vele onverharde veldwegen. Met een TWQ van 50 % ligt de score niet erg hoog, maar de kwaliteit van de wegen was van die aard dat het uiteindelijk veel meer leek te zijn. Geperst tussen een deliberatie en een proclamatie mocht er niet echt veel verkeerd gaan met onze verplaatsing, maar zowel NMBS als De Lijn waren ons gunstig gezind. Echt ingewikkeld was het dan ook niet.
We namen in Halle de CR 3762 (ms 702) van 12:58 (aankomst in Kortenberg voorzien om 13:50, met 3 minuten vertraging, omdat hij bij de Y.Nossegem gehinderd werd door de 4212 in vertraging. Erg was het allemaal niet, je kunt hier zelfs kiezen tussen een bushalte Station Zuid en Station Noord, en dat scheelt al gauw een volle minuut in aansluitingstijd. De bus van lijn 652 (Melsbroek - Leuven) rijdt met wat vertraging (5 minuten, namelijk). Ab 4856 (Jonckheere Transit 2000 met airco) van stelplaats Evere (?) blijkt in Kwerps om te rijden. De Lijn Vlaams-Brabant vindt het niet nodig deze omleiding te melden op haar website.
De terugrit verloopt volledig analoog: om 16:51 pikt ab 4854 ons op aan de tijdelijke halte (zelfs een drietal minuten vroeger, dat is meegenomen, voor de aansluiting in Kortenberg). Deze chauffeur heeft de airco niet aangezet, de dakramen moeten voor verfrissing zorgen. Om 16:59 komen we aan in Kortenberg Station Noord (nog één minuutje te vroeg) en dan is het wachten op de CR 3786 (ms651) naar Braine-le-Comte. De reizigers kijken er aan tegen lelijke geluidschermen. Ter hoogte van de perrons had men toch glas kunnen gebruiken! Kortenberg 17:10 - Halle 18:02 had het moeten worden, maar de IR naar Binche geeft zijn vertraging door aan onze CR, zodat het uiteindelijk 18:06 wordt. Om 19:00 start de proclamatie: tijd om wat stof weg te wassen, andere kleren aan te trekken en nog een boke of 2 te eten. Om 18:54 maak ik mijn opwachting aan het CC 't Vondel, waar de leerlingen - toch zij die uit hun lijden verlost zijn - al staan te wachten. Voor velen zal het vandaag de laatste keer zijn dat ik hen nog zie, hoor, ruik...
Ik ben geboren in Gooik. Als dat goed uitkomt, dan pak ik daar graag mee uit. Zoals nu dus.Vroeger had ik daar ook nog veel familie wonen. Tegenwoordig beperk ik de bezoekjes tot één, ergens begin november, meestal zelfs gewoon op 1 november, feest van Allerheiligen. Maar vandaag wandelen we in mijn geboortedorp. We wandelen langs het "Houtemanpad", zowat een van de eerste resultaten van de vernieuwde aanpak van trage wegen, of moet je dat met een hoofdletter schrijven? De wandeling, amper 5 km lang, is dan ook van het korte, krachtige type, langs een aantal prachtige veld- en voetwegen, over een teloorgegane trambedding, in een gemeente waar duidelijk bewust met plattelandstoerisme omgegaan wordt. Het eindpunt in herberg "De Cam" is bijna uniek; het volkscafé, zoals het zichzelf noemt, wordt bezocht door een bont allegaartje van vroegrijpe senioren, maar de plaatselijke tooghangers vormen de echte achtergrond van dit volkscafé. Bovendien is de geuze van De Cam het drinken waard, al mag het voor mij altijd nog iets zuurder. Zeker eens uitproberen dus, het wordt ongetwijfeld een gedenkwaardige namiddag. Met een TWQ van 62 % scoort deze wandeling meer dan behoorlijk, maar de kwaliteit van de gevolgde wegen is bovendien ook nog uitstekend. De oude trambedding van het trammetje van Leerbeek naar Ninove is zowat de best bewaarde trambedding van het hele land, en het zou zonde zijn om deze te verharden. Zoals ze er nu bijligt, is ze gewoon perfect. Slechts één smet op de hele namiddag: gemotoriseerd ongedierte op de motorfiets weet de trage wegen ook te waarderen; onze waardering voor dit relict uit het pre-Kyoto-tijdperk is een stuk lager.
Het wordt een exclusieve busverplaatsing vandaag: - we nemen "onze" bus van lijn 155 van de halte 's-Hertogenbos tot Halle Station: 12:59 - 13:16 (+3) - de chauffeur is niet op de hoogte van de omleiding in Essenbeek en moet dus terugkeren, maar de dienstregeling is ruim genoeg, om dit te doen zonder noemenswaardige vertraging - we zitten in ab3164 (een Van Hool A600 van Leerbeek); - in Halle stappen we over op lijn 153 van Halle Station (13:35) naar Leerbeek (Stelplaats) 13:55 - ab 3912, met chauffeur van Ukkel, maar vermoedelijk zelf van Het Rad zijnde, kwijt zich moeiteloos van zijn taak; - het is trouwens dezelfde bus die ons langs lijn 162 van Leerbeek naar Gooik (Koekoekstraat) brengt: 14:05 - 14:09 (+3). Op zaterdag rijden de bussen tussen Leerbeek naar Ninove beurtelings langs lijn 162 (Oetingen - Vollezele) en lijn 153 (Neigem). Blijkbaar is het in beide gevallen de bus van lijn 153 die in Leerbeek verder rijdt als 153 of 162.
Zelfde scenario maar omgekeerd voor de terugreis: - lijn 162 van Gooik naar Leerbeek (15:56 - 16:00) +3 - ab 3912 alweer - en verder op lijn 153 dezelfde bus: 16:05 - 16:25 - - en ten slotte lijn 155 Halle - 's-Hertogenbos (16:44 - 17:01) met ab 3947, net zoals de 3912 een Jonckheere Transit 2000.
Gooik, de parel van het Pajottenland, schitterend, dus, maar blijf a.u.b. van die trambedding af.
De Toeristische Dienst van Oost-Vlaanderen is al heel lang bijzonder actief op wandelgebied, en dat heeft geresulteerd in een lange reeks praktische wandelfolders en bijhorende uitstekend bewegwijzerde wandelpaden. Vandaag staat de "Reigerroute" op ons programma, die eigenlijk begint bij het infocentrum van het waterparadijs "De Gavers". Voor ons is het stukken makkelijker als we gewoon in de buurt van het station van Idegem aansluiten, en dat is dan ook wat we doen. Even het internet raadplegen voor je thuis vertrekt, kan nooit kwaad, en zo vernemen we nog net op tijd dat de veerdienst over de Dender alleen nog op zondagmiddag vaart, en dan nog alleen in de toeristische maanden. Deze veerdienst begint op deze manier aardig te lijken op de TEC-busdiensten in de rurale streken van het Zuiden des Lands. Gevolg is wel een ommetje dat door de bebouwing ongetwijfeld minder interessant is dan de Denderoevers, maar het is maandag, er zit dus niet veel anders op. De Reigerroute wordt gedomineerd door de Dender en door het recreatiepark "De Gavers". En de reigers spelen hun titelrol voortreffelijk: we zien er niet minder dan vijf, de bronzen exemplaren langs de Gaverse vijver niet meegerekend. Met een TWQ van 63 % scoort dit pad vrij hoog, en het is dan ook een ideale wandeluitstap als tussendoortje: met net iets meer dan 6 km is het niet meer dan dat.
Op weekdagen valt de verplaatsing uit Halle naar Idegem best mee: - we nemen de CR 1581 (Halle 10:39 - Geraardsbergen 11:10) en kunnen zelfs voor een bordeaux stel kiezen: ms 258 - de trein rijdt van begin tot eind erg stipt; dat komt omdat de TBG overal het precieze vertrekuur afwacht; bijna niet te geloven dat dergelijke consciëntieuze mensen (of hun organisaties) ons jaarlijks telkens opnieuw op een aantal rotdagen trakteren. Als stiptheidsactie vond ik deze alleszins geslaagd; - in Geraardsbergen hebben we een zee van tijd: L1782 (ms 202, opnieuw een zalig wijnrood stel) is gepland voor 11:38, en zet ons 7 minuten later af in Idegem.
De terugrit verloopt analoog, zij het deze keer met "maar" 26 minuten overstaptijd in Geraardsbergen. L 1763 (14:17 - 14:24) met ms 762 komt 1 minuutje te laat in Geraardsbergen aan; CR 1564 (14:50 - 15:21) met ms 632 brengt ons stipt naar Halle.
Twee rode en twee purperen treinen, wat zat dat mooi verdeeld vandaag. Doe daar nog een aangename wandeling op een dito zomerdag bij, en je hebt een ideale cocktail.