Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
12-05-2021
12 mei 2021 - Lembeek
De wandeling. We wandelen nog altijd dicht in de buurt en een wandelfiche in het laatste nummer van Pasar komt erg gelegen: Lembeek: tussen Zenne en Lembeekbos. Ze is van de hand van Mark Dedapper en eerlijk: dit is pure topklasse. De wandeling voert ons door de erg mooie reservaten van de Berendries en het Maasdalbos, via de Meurisses naar Lembeekbos en zo naar de Malakofftoren. Als afwisseling borg staat voor een goeie tocht, dan is deze doelstelling met vrucht behaald. Bovendien ligt de TWQ bijzonder hoog: 83% loopt over onverharde voet- en veldwegen. De tocht is 11 à 12 km lang, reken dus maar even uit hoe weinig je gestoord wordt door asfalt en beton en bijhorend wegverkeer.
De Malakofftoren, een fantasietje uit de romantische 19de eeuw.
Daslook heeft de rol van de boshyacinten overgenomen. En die verspreidt ook nog eens uitbundig heerlijke geuren.
Het weer. Het begon allemaal veelbelovend met een licht bewolkte hemel, maar vrij snel kwamen cumuluswolken aanzetten die in een mum van tijd uitgroeiden tot echte buienwolken. Dat merk je ongetwijfeld op de foto's. Niet langer dan een half uurtje hadden we last van de regen en dat dan nog met wisselende intensiteit.
De stafkaarten. 39/2N Tubize. Zoals we de laatstetijd wel vaker ervoeren: deze kaart op 1:10.000 uit 2000 is nog nauwelijks bruikbaar. In de tijd waarin ze aangemaakt werd, kwam het er vooral op aan verdwenen wegjes niet langer op de kaart weer te geven, nu is het zaak om al de nieuwe of herstelde wegjes opnieuw op de kaart aan te brengen. Dat is met name het geval in de buurt van de Berendries. Hier vind je weleen geactualiseerde kaart.
Hoe we er geraakten. Het spoorwegstation van Lembeek ligt vlak bij het centrum (en de Kerk) en dat is ook wat de ontwerper heeft geïnspireerd om het begin van de tocht bij het station te leggen, maar voor ons komt het beter uit om met bus 156 tot de halte Lembeek Kerk te rijden.
Een beetje geschiedenis. Laat ons maar even scherpstellen op lijn 156 Halle - Lembeek, die trouwens pas een eind in de 21ste eeuw ingevoerd is en dus misschien niet echt onder de noemer geschiedenis valt. Het begon namelijk erg bescheiden met één markrit heen en terug op donderdag, vanaf 09.01.2006. Amper 4 maanden later werd een volwaardige busdienst ingevoerd: een uurdienst op weekdagen, met aanvullende schoolritten naar en van Halle, ten koste van de cadansritten. Uit Lembeek reden bussen van 5:54 tot 20:54, naar Lembeek van 6:25 tot 20:25. Op zaterdag werd ook volgens een uurcadans gereden, op zondag moesten de reizigers zich tevreden stellen met een bus om de 2 uur. Ook op zondag begonnen de bussen trouwens flink later te rijden dan op weekdagen en ze werden ook vroeger weer op stal gezet. Vanaf 14.12.2014 reed men ook op zondag elk uur. De lijn werd redelijk gespaard van de drastische besparingsingrepen op zondag. Ondertussen was het succes van de bussen naar Halle Atheneum en Don Bosco zo groot geworden dat bijkomende ritten op het traject Lembeek Kerk - Halle moesten worden ingezet. Er valt nog een opvallend wapenfeit te melden: begin 2020 begon men in Halle aan de bouw van de Zuiderbrug (over kanaal en spoorweg) en men vreesde voor regelrechte verkeersinfarcten in het centrum. In dat kader werd de frequentie van lijn 156 (waarom alleen die van de 156?) op weekdagen op een half uur gebracht. Wat de toekomst is van deze lijn is nog onduidelijk (zoals altijd): het is een typisch voorbeeld van een lijn die rondjes rijdt maar met overtuigend succes. De reizigers in hun buurt oppikken is geen slecht idee, wat de specialisten en de marketeers ook beweren. Meer: dat succes is er in korte tijd gekomen, ondanks de concurrentie van de spoorweg (ook met halfuurdienst) en van de TEC-lijn 116. Het succes van lijn 156 heeft trouwens wel met zich meegebracht dat een schoollus van TEC-lijn 115 (toen nog 115a) via het Maasdal geschrapt werd.
De verbinding.
Buizingen - Halle
[155]
09:47 10:03
-4
ab2323
VDL Bus&Coach Citea SLE
Het Rad
Halle - Lembeek
[156]
10:25 10:36
+2
ab3040-21
Mercedes Citaro LE C2
Flanders Bus
Merceds-
Lembeek - Halle
[156]
14:35 14:46
+8
ab3040-13
Mercedes Citaro LE
Flanders Bus
Halle - Buizingen
[155]
15:02 15:19
+6
ab2301
VDL Bus&Coach Citea SLE
Het Rad
En wat we beleefden. De bus van lijn 155 pikt ons ongeveer stipt op maar de reserve zorgt er toch voor dat hij vier minuten vroeger dan voorzien in Halle aankomt. Dat zou normaal geen uitzicht bieden op de 156 van 9:55, maar die rijdt met vertraging en als we dat echt gewild hadden, had die ons waarschijnlijk nog opgepikt. Voor de terugrit hebben we een omgekeerd scenario. Op de Edingsesteenweg is het wel bijzonder druk en de net verkleinde rotonde zorgt er niet bepaald voor dat het verkeer er sneller afgewikkeld wordt. Dat levert 8 minuten vertraging op, opgelopen over nauwelijks enkele honderden meters. De chauffeur is net op tijd in Halle om zijn volgende rit op lijn 156 te beginnen. Ook de 155, die al met vertraging aankomt bij het station, zal op die andere steenweg (de Nijvelse) aanschuiven en 6 minuten vertraging oplopen. Leuke evolutie: omdat er nu nog nauwelijks communicatie mogelijk is tussen chauffeur en reizigers, hebben de vriendelijkste onder hen de gewoonte om een groetende hand op te steken bij aankomst.
De treinlectuur. Wiesław Myśliwski, De horizon. Polen op het einde van WO II. De jonge Piotr verhuist met zijn ouders van het platteland naar een kleine stad. Erg breedvoerig en filosofisch overloopt hij als volwassene zijn jeugd.
Waar blijft de Vlaamse variant? Ik ben die buitenlandse varianten beu en met mij ongetwijfeld een aantal Vlaamse politici die de autochtone variant maar al te graag naar zichzelf zouden noemen.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. We raken stilaan door onze voorraad Hacowa-ndelingen in eigen streek, maar nu we allebei ons eerste vaccin gekregen hebben, loert de kans om opnieuw met onze gewone wandelactiviteiten aan te knopen, hopelijk om de hoek. We zijn ondertussen in 2011 aanbeland, jaar waarin het lange Hacowahoofdstuk werd afgesloten, bij wandeling 102, die we destijds stapten van Halle naar Gooik. Vandaag doen we het in omgekeerde volgorde, dankbaar gebruikmakend van het wandelnetwerk Pajottenland dat van deze wandelarme streek tussen Gooik en Halle een prachtige wandelregio heeft gemaakt, vooral doordat vele onderbroken of verdwenen paden in ere hersteld werden. Toen ik aan de verkenning begon, ergens eind 2010, had ik eigenlijk niet zoveel verwachtingen van dit gebied dat op afstand parallel ligt met de Ninoofsesteenweg, maar gewapend met de kaart van het pas geopende wandelnetwerk kon ik een van de betere Hacowa-ndelingen uit de hoed toveren. We starten vandaag in Gooik (in 2011 het eindpunt met De Groene Poort als orgelpunt) via Kwakenbeek naar Pepingen, Geynsberg, Manebroek en Wolvendries naar Halle. Op het einde pikken we nog een eindje Wegom mee, de bekende bedevaartsroute rond Halle. Op dat punt wijken we inderdaad af van het oorspronkelijke parcours, maar niet van het wandelnetwerk. Ik liet het al verstaan: dit wordt een tocht met prachtige veld- en voetwegen. Vooral die laatste werden onder impuls van het wandelnetwerk gerevitaliseerd, en hoe! Ik geloof niet dat de wandelaar zich hier ook maar één moment kan vervelen: akkers, weiden, beken en iets voor halfweg de dorpskern van Pepingen, met in normale tijden mogelijkheden tot ravitaillering, voor zover nodig, zorgen voor veel afwisseling. Op de eigenaardige lus in het parcours (ziekaart) kom ik later terug. Uiteraard kun je die wegknippen, maar dan mis je toch wel een en ander, o.a. de geboorteboomgaard, met veel oorspronkelijke fruitbomen en uiteraard ook de herinneringen aan al de Pepingse borelingen van de voorbije jaren. We ronden de tocht af na 20 km, gebruikmakend van de nieuwe voetbrug over het kanaal in Halle. Schrik dus niet: de meeste kaarten geven de brug nog niet aan, maar je zult echt niet over het kanaal hoeven te zwemmen om het station van Halle te bereiken. De TWQ van deze tocht bedraagt 60%; we verwonderden ons erover dat het niet meer was. De meeste verharde wegen liggen er dan ook bijzonder rustig bij. Voorts kruiden enkele mooie boerderijen de tocht, kijk maar even naar de foto's.
De winnende nummers: het begint met het nummer 27 op het Gooikse dorpsplein. En dan stap je als volgt: 206 - 205 - 210 - 20 - 219 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 337 - 307 - 306 - 312 - 311 - 74 - 317 - 318 - 320 - 321 - 322 - 385 - 384 - 381 - 380 - 391 - 390. Let op: in het centrum van Pepingen moet je even afwijken van het wandelnetwerk als je het lusje er bij wil. En op het einde kun je van de Basiliek richting Possozplein stappen (met het oude stadhuis aan de rechterhand) en dan via Vondel en Dijkstraat richting kanaal. Links ligt dan de nieuwe voetgangersbrug over het kanaal.
Het Verbrand Hof, Leerbeek
Pepingen, de Sint-Martinuskerk
Buurt Borrekes - dergelijke wegen typeren de wandeling.
Het weer. Eigenlijk evolueerde het weer een beetje anders dan voorspeld: het werd inderdaad van vrij zonnig meer en meer bewolkt: dat was voorspeld, maar niet voor de voormiddag. De wolken mochten er trouwens zijn: altocumulus en cirrocumulus toverden mooie wolkenvelden tegen de blauwe achtergrond. Onverwacht verdwenen die nog voor de middag en een groot deel van de wandeling verliep onder een bijna wolkeloze hemel. Toen de echte bewolking eraan kwam, waren we al lang thuis.
De stafkaarten. We hadden de volgende kaarten op 1:10.000 mee: 31/5N Lennik - 31/5Z Pepingen en 31/6Z Halle, maar die dateren al van 1994 of 2002 en van het hele wandelnetwerk is geen spoor te bekennen. Het heeft dus niet zo veel zin met deze kaarten op pad te trekken. De kaart op 1:20.000 is al even oud en dus wordt het wachten op de nieuwe kaart op 1:25.000. Uiteraard kan de kaart van het wandelnetwerk wel dienstig zijn.
Hoe we er geraakten. Gooik moeten we normaal kunnen bereiken met één overstap van de 155 naar de 153. De terugrit is nog eenvoudiger.
Een beetje geschiedenis. Ik heb het mezelf een beetje gemakkelijk gemaakt. Twee foto's vertellen meteen de hele geschiedenis van de tram tussen Halle en Leerbeek, die oorspronkelijk doorreed naar Ninove. De elektrificatie zorgde ervoor dat de verbinding in Leerbeek doorgeknipt werd. Het infobord op de brug is opvallend volledig. Ik leid eruit af dat deze lijn altijd pech gehad heeft: relatief laat aangelegd, 2 keer opgebroken in evenvele oorlogen, pas na 4 jaar heraangelegd, een van de laatste elektrificaties en amper 13 jaar later de sluiting ervan. Leuke anekdote: mijn vroegere huisdokter huurde bij het begin van zijn carrière het huis van een gepensioneerde collega. Tussen de voorgevel en de tramlijn was er nauwelijks ruimte. In de gang van het doktershuis hing dan ook een bord met Pas op voor de tram! Wie echt (veel) meer over deze tramlijn wil weten, kan terecht bij René De Loecker, Met de tram door het Pajottenland. Van Dender- tot Zennevallei. Het erg rijke (foto)boek is verkrijgbaar bij de Heemkundige Kring van Gooik.
Het infobord.
De resten van de brug in de Kamstraat.
De verbinding.
Buizingen - Dworp
[155]
08:56 09:00
+3
ab5692
Iveco Crossway LE
Leerbeek
Dworp - Gooik
[153]
09:14 10:09
+3
ab5674
Iveco Crossway LE
Leerbeek
Halle - Buizingen
[155]
15:40 15:57
+4
ab2310
VDL Bus&Coach Citea SLE
Het Rad
En wat we beleefden. Wie hier de bussen van 8:37 en 9:07 van lijn 155 neemt, krijgt bijna stelselmatig af te rekenen met fikse vertragingen en dus is het aangeraden om haltelink in het oog te houden. En ja hoor, die van 9:07 rijdt gemakkelijk een kwartier vertraging bij elkaar en dat is te veel om in Halle de aansluiting met bus 153 te halen. We zijn ondertussen ervaren probleemoplossers geworden en dus zien we af van een zenuwslopende rit via Essenbeek naar Halle, maar rijden we precies in omgekeerde richting naar Dworp onze 153 tegemoet. Normaal gezien rijden we dan door tot de halte Dworp Sportschuur, maar de Alsembergsesteenweg is weer een echte heksenketel en dus stappen we over bij de onlangs verplaatste halte Gravenhof. Door die herlocalisatie van de halte is de overstap een stuk gemakkelijker geworden. Toch: de basisbereikbaarheid houdt in dat we meer zullen moeten overstappen en dat is bij De Lijn een altijddurende ramp. Gelukkig zal dat probleem volgend jaar opgelost zijn, want van lijn 155 zal wel niet zo heel veel meer overblijven. Ook bij De Lijn (en in de Vlaamse regering) zitten knappe probleemoplossers. Over de ritten zelf valt weinig te vertellen. Rond het uur geven enkele bussen elkaar aansluiting in de stelplaats van Leerbeek en dat houdt een stilstand in van 10 minuten, vandaag zelfs enkele minuten meer omdat de bus wat te vroeg is aangekomen. Er volgt een chauffeurswissel en de chauffeuse is zo attent om ons te verwittigen dat er snel een andere chauffeur komt. Ook dat laatste schuifje naar Gooik Koekoekstraat verloopt zonder geschiedenis.
Voor de terugreis vallen we terug op ons meest gebruikte traject van lijn 155. De bus heeft geen gps maar lijkt toch te zullen rijden. Met enkele minuten vertraging bedient hij perron 7 in Halle Station. Onderweg kunnen we uit een gesprek tussen chauffeur en dispatching afleiden dat er problemen zijn met de boordcomputer van de bus. Dat zal wel dat blindrijden verklaren. De chauffeur moet een hele reeks gegevens over zijn rit doorspelen - je zou verwachten dat ze die op de dispatching kennen; hij moet nog net niet zijn schoenmaat opgeven. Ik hoor tot mijn verbijstering dat de kaduke computer hem zelfs vlakaf heeft verboden zijn rit verder te zetten. Gelukkig ligt er hier een ruime marge tussen theorie en praktijk. De chauffeur sluit het gesprek vriendelijk en beleefd af. Niet dat er nog enige reactie komt van de dispatch-ster.
De treinlectuur. Elmore LEONARD, Cuba Libre. Het zevende deel uit een reeks thrillers die De Standaard ooit als bundel uitbracht. Het is een echte western, met paardenverkopers en wapensmokkelaars op een moment dat Spanje Cuba in een ijzeren greep houdt en een oorlog tussen de VS en Spanje onvermijdelijk lijkt. Valerie EYCKMANS, Het belang van schoon ondergoed.
Bushaltes die te dicht bij elkaar liggen, moeten verdwijnen van De Lijn in het kader van de basisbereikbaarheid. Maar als toch niemand de bus neemt - een andere drogreden - welke invloed kan die opeenvolging van halte dan op de snelheid hebben? Chauffeurs stoppen toch niet bij haltes waar niemand in- of uitstapt?
Een Leuvens caféhouder wil zich niet houden aan de geluidsbeperking tot 80 db op zijn terras. Ik wens me ook niet te houden aan zijn verhoogde bierprijzen.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Af en toe moet een mens een mislukking kunnen toegeven en dat lot is ook ons vandaag beschoren. We hadden een reprise gepland van een Hacowa-tocht uit 2010 en dan verwacht je niet meteen veel moeilijkheden. Maar toch, Acren - Galmaarden, goed voor iets van een 16 km, viel op nogal wat vlakken tegen. Vandaar dat ik vandaag geen link leg naar een kaartje, ik zou eventuele volgelingen niet in de problemen willen brengen. Al te veel omgeploegde of geëgde paadjes en zelfs veldwegen die door een niet aflatende grondhonger van de boeren vermoedelijk door deze doorgedreven ontmoedigingspolitiek op het punt staan te verdwijnen en een afgesloten weg, al dan niet onder het mom van privéterrein, met een duidelijk nog gebruikte voetweg die plots eindigt, het is allemaal wat van het goeie te veel. Zelf bijten we wel door deze harde noten heen - als je er een keer voorbij bent, kraait er geen haan meer naar - maar de tocht dan achteraf publiceren is nog wat anders. Het zou nochtans een prachtige tocht kunnen zijn met een hemelsmooi pad langs de Mark, waarvan je trouwens de samenvloeiing live kunt meemaken - de evenementensector ligt niet helemaal plat. Verder gaat het voorbij het anachronistische Domein Akrenbos - tegenwoordig zou niet meer kunnen wat daar allemaal gebeurd is - en tegen het einde lopen we door een van de enige stiltegebieden die ons in Vlaanderen nog resteren, al denken de kraaien daar duidelijk anders over. Met een TWQ van 58% scoort de tocht niet eens zo slecht.
De evenementensector ligt niet helemaal plat: de samenvloeiing van Mark en Dender.
Zulke prachtige veldwegen kwamen we wel vaker tegen.
Het weer. Helder maar fris en winderig.
De stafkaarten. 30/6Z Everbeek - 30/7Z Geraardsbergen - 38/3N Bever (of 30/5-6, 30/7-8 en 38/3-4)
Hoe we er geraakten. Je zou denken dat je vanuit Halle best via Geraardsbergen naar Acren kunt rijden, maar 2 minuten aansluitingstijd tussen de S uit Schaarbeek en de L naar Mons zijn echt te weinig - de NMBS-app zwijgt trouwens (terecht) in alle talen over deze mogelijkheid. En dus wordt het een omweg via Ath, waar wel een goeie aansluiting bestaat. De terugkeer is een stukje koek: Galmaarden wordt elk uur rechtstreeks verbonden met Halle.
Een beetje geschiedenis. Wie zich echt wil verdiepen in de geschiedenis van dit station kan altijd terecht bij Steven de Schuiteneer, zoalshierof zelfs bij de gemeenteGalmaarden. Zelf hou ik het bij de bediening van het station in de voorbije halve eeuw. Dat Galmaarden aan een belangrijke verbindingslijn lag tussen Vlaanderen en de Borinage, met talrijke mijnwerkers die zich op alle onmogelijke uren verplaatsten, werd mooi weerspiegeld in de dienstregeling: er reden behoorlijk wat treinen tussen Braine-le-Comte en Geraardsbergen, vaak aan beide uiteinden verlengd tot Haine-Saint-Pierre (of zelfs Charleroi-Sud) en Gent-Sint-Pieters. Enkele treinen naar Brussel vervolledigden het aanbod, op het moment dat de talrijke pendelaars uit de streek zich naar de hoofdstad begaven. Nadeel van dit alles was, dat de weekenddienst geleidelijk aan vrij pover werd. In het spoorboekje van 23.05.1982 was de weekenddienst zelfs helemaal verdwenen - de liberalen zaten aan het roer van de NMBS, met name Decroo senior die er later prat op zou gaan dat hij de NMBS gered had, al geloofde alleen hij dat. Vermits hij Minister van Verkeerswezen was werd er op een ongeziene manier bezuinigd, vaak ten koste van volledige weekenddiensten. Verkeerswezen zijn ook mensen die zonder vervoersmogelijkheden komen te zitten. Het moet wel gezegd dat de weekenddienst op lijn 123 in het septemberbijvoegsel (26.09.1982) hersteld werd. Op 03.06.1984 kwam dan het IC-IR-plan dat ook al onder impuls van Decroo tot een bezuiningsplan was verworden. In eerste instantie kwam er een voor het IC-IR-plan zo een typische strakke uurdienst, waarbij pendelaars en scholieren zich maar moesten aanpassen aan de dienstregeling, in plaats van omgekeerd. De inzet van een "snelle" IR tussen Halle en Geraardsbergen, zonder tussenstops op Edingen na, kon terecht beschouwd worden als een doodgeboren kind. Een jaar later werden L-trein en IR-trein samengevoegd, met bediening van alle stations tussen Geraardsbergen en Edingen. Dankzij de voortschrijdende elektrificaties ontstonden mogelijkheden tot koppelingen van diensten. Op 01.06.1986 verscheen de IR Geraardsbergen - Brussel - Antwerpen (tijdens het weekend beperkt tot Brussel). Het zou de eerste zijn van een aantal verbindingen die elkaar aflosten. Nu eens reed er een IR tussen Leuven en Geraardsbergen en vandaag beschikken Galmaarden en alle andere halten op de lijn over een S-trein Aalst - Geraardsbergen - Schaarbeek.
Het station van Galmaarden.
De verbinding.
Halle - Ath
1930
09:24 09:51
stipt
2709 - 61005
M6
controle: J
Ath - Acren
4880
10:00 10:19
+6
08170
mr08 Desiro
controle: N
-
Galmaarden - Halle
1564
15:34 15:56
+1
08142
mr08 Desiro
controle: N
De 08170 keert al terug uit Geraardsbergen naar Mons - lijn 90 km 49.8.
En wat we beleefden. Ik weet dat ik in herhaling val, maar ook vandaag viel er weinig te beleven tijdens onze relatief korte treinritten. In Halle werden typische spoorwegklokken geïnstalleerd, waar men een jaar of twee geleden nog dringend afwilde van dit onmisbare perronmeubilair. Voorlopig geven ze nog allemaal eensgezind middernacht (of de middag) aan. Voor onze trein wordt omgeroepen dat er zich eersteklasrijtuigen bevinden in het derde en het zevende rijtuig. Twee keer fout trouwens: er hangt maar één A-rijtuig in deze trein, helemaal in eerste positie. In Ath moet onze L-trein wachten op het vrijkomen van het spoor. Dat wordt keurig omgeroepen door de tbg. Ik zou nochtans gezworen hebben dat het sein al een stuk voor de aankomst van onze trein op groen stond. We vertrekken daardoor met 6 minuten vertraging en die zal de hele rit hangen: ik heb trouwens de indruk dat grote delen van lijn 90 met vertragingszones opgezadeld zitten - ik denk niet dat we ooit meer dan 60 gereden hebben.
Op het perron in Galmaarden zit al één reiziger, die wil weten of ik al iets weet over de maatregelen. Ik moet hem wel bijzonder dom aangekeken hebben en weet inderdaad niet zomaar meteen over welke maatregelen hij het heeft, maar hij vult aan met terrassen en zo. Ziezo, nu weten we meteen ook waar de gemiddelde Belg zich zorgen over maakt. Ik ben gelukkig dat ik het antwoord schuldig moet blijven. Even voordien hebben we gemerkt dat de twee cafés die hier tien jaar geleden ook al op het stationsplein lagen, er nog altijd zijn. Dankzij corona moeten we ons nu halfweg de wandeling niet beginnen afvragen of we op het einde een bruikbaar café annex terras zullen vinden.
En even terzijde: ik heb de hele dag de grootste moeite gehad om via de nieuwe NMBS-app biljetten aan te kopen. 's Morgens lukte het al helemaal niet om 2 standaardbiljetten Halle - Acren te kopen. Ik kocht dan maar een biljet aan de automaat, die trouwens veel intuïtiever werkt dan de aankoopmodule van de app. Onder mijn aankopen vind ik in de app terecht de mededeling aankoop mislukt. In de namiddag gaat het niet beter. Of toch.Ik vind de biljetten Galmaarden - Halle uiteindelijk 2 keer terug. De eerste aankoop lijkt in een eindeloze loop terechtgekomen te zijn, de tweede staat plots wel bij de actieve aankopen. 's Anderendaags zal blijken dat ik deze biljetten blijkbaar twee keer heb aangekocht. Het heeft trouwens tot een stuk van de zaterdag geduurd voor de melding wordt verwerkt verdwijnt. Maandag weet ik of ik ook twee keer betaald heb. Ik vermoed van wel. Ook opvallend: normaal gezien moet je de namen van elke reiziger ingeven. Dat is niet gebeurd: alle aangekochte biljetten stonden/staan dus op mijn naam. De gecontacteerde klantendienst bekent ootmoedig dat er wel vaker problemen zijn met aankopen via de app. Ze geven er meteen een link bij om terugbetaling te vragen. Dat zullen we indien nodig zeker doen, maar een goedwerkende app zou nog veel meer voldoening geven.
De treinlectuur. Katja MAYBACH, Die Stunde unserer Mütter. De oorlog loopt ten einde. In het Duitse stadje haalt de SS nog eens allerbrutaalst uit. De oorlog heeft de verhoudingen tussen de personages grondig overhoop gehaald, soms in positieve, soms in negatieve zin. Zo slagen de beide vrouwelijke hoofdpersonages erin hun uur te beleven. Tom LANOYE, Zuivering.
De nieuwe taaldenkers hebben weer toegeslagen, deze keer onder de vorm van een geactualiseerde Algemene Nederlandse Spraakkunst. Het onderscheid hen/hun hoeft niet meer. Attila de Hen.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Vandaag recycleren we Hacowa 100, van Hennuyères naar Ecaussinnes. We stapten iets meer dan 15 km; 63% loopt over onverharde, autovrije wegen. Het begint eerder stroef, met slechts enkele voetwegen die geen aaneengesloten traject vormen, maar ja, iets is beter dan niets. De tocht bloeit pas echt open op het moment dat we het Bois de la Houssière binnengaan. We zullen zowat de volledige oude trambedding volgen, tot le Marouset, waar de tram destijds afdraaide naar Braine-le-Comte. Ons wacht op dat ogenblik nog een laatste deel van het Bois, met een stevige klim naar een lange rechte weg: naast ons gaapt de diepte van een oude, omvangrijke zandontginning. Daarna gaat het in een lange, gestage afdaling naar de vallei van de Sennette. Een prachtig betonpad tussen de weiden brengt ons naar Ecaussinnes, de dubbelstad met Ecaussinnes-d'Enghien en Ecaussinnes-Lalaing, gescheiden door de Sennette. Pseudoromantisch wordt het in de buurt van het Château de la Follie, door de Tunnel des Amoureux. In de buurt van de oude burcht (le Château Fort) kun je over het tramviaduct stappen dat nooit een tram van dichtbij gezien heeft. Eindpunt is het NMBS-station dat tegenwoordig gewoon Ecaussinnes heeft maar dat tot 1991 Ecaussinnes-Carrières heette. Er bestond tot 1984 namelijk ook een halte Ecaussinnes zonder meer op lijn 106. De resten van één van die carrières zie je nog links op weg naar het station onder de vorm van een enorme vijver: de Trou Barette.
Halfweg de afdaling naar de Sennette komen we in Henripont, met deze mooie boerderij.
Ecaussinnes wordt gedomineerd door dit schitterende Château Fort.
Het weer. Even voor 7/8 bewolkt, maar snel oplossende wolken en dan licht bewolkt, maar wel fris en winderig.
De stafkaarten. 39/1S Rebecq - 39/5N Braine-le-Comte - 39/5 Ecaussinnes.Op 1:20.000 geeft dat 39/1-2 Rebecq - Tubize en 39/5-6 Braine-le-Comte - Ecaussinnes. Allemaal uit het begin van de eeuw.
Hoe we er geraakten. Ook vandaag stellen we weer vast dat dicht bij huis blijven, zijn aangename kanten heeft. Hennuyères kunnen we om het half uur rechtstreeks bereiken met de S-trein naar Braine-le-Comte, Ecaussinnes biedt ons elk uur een rechtstreekse verbinding met Halle (met de IC naar Turnhout) en mochten we dat willen, is er ook nog een verbinding met overstap in Braine-le-Comte.
Een beetje geschiedenis. Deze keer heb ik echt geen nood aan onderwerpen en invalshoeken. Het begint al in Hennuyères. Daar zijn nog duidelijke sporen van een industriële verbinding te vinden: overblijfselen van een brug, een ophoging. Op Delcampe vond ik zelfs een kaart met een echt tramviaduct in de Rue de la Station: die moest de tram over de spoorlijn voeren, een 100-tal meters voor kilometerpaal 24 van lijn 96 Brussel - Mons - Quévy. De hele regio mocht niet klagen over tramverbindingen: vanuit Braine-le-Comte ging het naar Hennuyères waar het ter hoogte van Planoit twee richtingen uitging. Het viaduct in de Stationsstraat lag in de verbinding met Rebecq. Vanaf Planoit kon het echter ook richting Bois-Seigneur gaan (via Virginal). Daar kon het alweer 2 richtingen uit: Braine-l'Alleud of Nivelles. Wij volgden vandaag langere tijd de vroegere trambedding door het Bois de la Houssière, tussen Planoit en Marouset. Gelukkig is die bedding in al zijn bochten erg goed te herkennen op de actuele stafkaarten. Het is een paradijs voor wandelaars en lopers, al ziet het ernaar uit dat ook hier weldra beton zal gegoten worden, want zonder fiets ben je niets… (Bois de la Houssière was lang geleden het toneel van schattenjachten, meer bepaald op uitgebrande Golfjes, net voordien gebruikt door de Bende van Nijvel tijdens haar bloedige overvallen. Tegenwoordig moet je het met geocaching stellen.) Een lang leven was het gedeelte dat we vandaag bewandelden spijtig genoeg niet beschoren: de lijn werd voorbij Virginal tijdens WO II opgebroken en nooit meer heraangelegd. Spijtig gevolg daarvan is ook dat ik weinig kaarten heb gevonden (niet in cartesius.be en niet in mijn eigen collectie) met de precieze loop van de lijn: precies de korte periode tussen aanleg en opbreken ontbreekt.
Na het Bois de la Houssière dalen we af naar de vallei van de Sennette, bijriviertje van de Zenne ofte Senne. In die vallei lag vroeger lijn 106 van de NMBS die Tubize met Ecaussinnes verbond. We zagen hoe twee bruggen in deze lijn hersteld werden en ook hier zal de tot nu onverharde bedding - paradijs voor stappers - weldra vol beton gegoten worden ten dienste van de fietsers. Gelukkig liggen er voor wandelaars parallelle wegen. Het einde van lijn 106 is een schoolvoorbeeld van hoe de NMBS in die tijd lijnen en stopplaatsen de nek omwrong: tot in 1984 werd de lijn bediend door TA's (kleine dieselmotorwagens) tussen Tubize en Ecaussinnes (soms doorgetrokken tot Manage of Haine-Saint-Pierre). Negen treinen per dag in de ene richting, acht in de andere, van maandag tot zondag. Toen lijn 96 geëlektrificeerd werd kwam er zelfs een rechtstreekse verbinding tussen Brussel en Clabecq, met de toen belangrijke hoogovens. Ik herinner me dat ik nog al eens gebruik maakte van de terugrit van deze trein, even na negenen 's morgens, met 5 tweeledige stellen. Nog opvallender: na enkele jaren reed die trein 's morgens van Landen naar Clabecq. Op 23.08.1982 lijkt het lot van de lijn bezegeld: uit Tubize vertrekken voortaan nog 2 treinen per dag richting Ecaussinnes (om 8:20 en 18:16) en 1 (één!) trein richting Tubize om 7:10. Onnodig te zeggen dat deze treinen alleen op weekdagen reden én dat de NMBS al een serieuze voorafname nam op de volledige afschaffing van de lijn op 03.06.1984. Eigenaardig genoeg is er nooit belangstelling geweest om van deze prachtige lijn een toeristisch spoorlijntje te maken. Dat zou o.a. een bediening van Ronquières mogelijk gemaakt hebben.
Lijn 106 in betere tijden, nu ja, de doodsreutel laat zich al horen: op 09.07.1983 reed deze 4614 (één van de TA's waarvan eerder sprake) voor de liefhebbers over de lijnen 106 en 115 (naar Quenast). We bevinden ons hier ter hoogte van km 14.8, tussen Ronquières en Henripont.
Tot slot stapten we in Ecaussinnes over de Pont des douces arcades, een brug voor de nog aan te leggen tramlijn Nivelles - Soignies. De brug raakte af in 1916: 121.77 m lang en 14.96 m hoog. We stapten over de brug en zo mis je natuurlijk de kans om foto's te nemen aan de voet van de brug, maar het internet compenseert dat ruim. Het leek er even op dat de brug een vroeg voorbeeld zou worden van nutteloze infrastructuur, maar de Carrières de Scoufflény gebruikten de brug toch van 1927 tot 1962 voor het vervoer van haar stenen en rotsen. Vandaag is het een aangenaam stukje wandelweg, met uitzicht op de burcht van Ecaussinnes en over de vallei van de Sennette, die trouwens verantwoordelijk geacht mag worden voor de bouw van deze brug.
De verbinding.
Halle - Hennuyères
3680
09:52 10:03
stipt
08179
mr08 Desiro
controle: N
-
Ecaussinnes - Halle
3414
14:57 15:19
stipt
2725 - 58038
M4
controle: N
En wat we beleefden. Eigenlijk valt er niets te melden. In Hennuyères valt op dat er recent stevig gewerkt is aan wissels en wijksporen. Lang geleden was Hennuyères een begrip voor de reizigers uit Halle naar Brussel, want dat was dat de plaats waar de binnenlandse treinen soms 10 minuten en meer moesten uitwijken voor de TEE-treinen (die op geen enkele manier gehinderd mochten worden) en andere internationale treinen. Ik denk zonder overdrijven te mogen stellen dat de helft van de vertragingen op lijn 96 op het conto van de talrijke treinen uit Parijs geschreven mag worden. Voor de terugrit mogen we gebruik maken van een van de 2 stellen met M4-rijtuigen op de verbinding Binche - Turnhout en vice versa. We hebben de lengte van de trein zelfs nog wat onderschat, want die rijdt tot aan de voet van het sein, helemaal aan het eind van het perron.
De treinlectuur. Katja MAYBACH, Die Stunde unserer Mütter. Begin 1940, Duitsland. De Nazi's hebben hun land in de greep. Tom LANOYE, Zuivering.
Misschien moeten we peuters van een jaar of twee maar eens verplichten om mondmaskers te dragen. Zo leren ze het alvast (verdragen) voor later, want dit is ongetwijfeld niet hun laatste pandemie. Volgen: milieuvervuiling, klimaatwijziging, carnaval. Jong geleerd is oud gedaan…
Ik heb ook een voorstel voor de Vooruit. Waarom niet eenvoudig Voorhuid? De helft van Vlaanderen spreekt dat toch als vooruit uit.
Ik denk dat ik zelf dringend aan geestelijke gezondheidszorg, zelfs psychiatrische hulp, toe ben omdat ik al maanden danig geëmotioneerd geraak door de verregaande naïviteit van politici en wetenschappers die blijven denken dat hun richtlijnen gerespecteerd worden. Hou lang hou ik het nog vol?
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
Tot slot nog wat treintjes:
De 08179 heeft ons net naar Hennuyères gebracht: E 3680 Leuven - Braine-le-Comte. Je merkt dat Hennuyères nog altijd een belangrijke uitwijkplaats is.
Tweeledige 650 rijdt als E 4384 van Braine-le-Comte naar La Louvière-Sud. Ecaussinnes is de plaats waar deze L-treinen elkaar kruisen…
… en dus hoefde ik niet lang te wachten op de trein uit de tegenrichting: de 738 met E 4364 La Louvière-Sud - Braine-le-Comte.
De wandeling. Nu we toch wandelingen van Hacowa (zie eerdere bijdragen) aan het recycleren zijn, kiezen we vandaag voor alweer een tocht die zich grotendeels in het Pajottenland afspeelt, zij het dat we vandaag toch wel te maken krijgen met een steviger geaccidenteerd landschap en wat meer bebouwing en beton, wat niet verhindert dat dit toch een te appreciëren "mars" wordt:de foto's kunnen ervan getuigen. In totaal werd het net geen 24 kilometer, met een TWQ van 43%. We begonnen in Saintes bij de bushalte Couvoir van lijn 471 Halle - Edingen en eindigden bij de stelplaats van De Lijn in Leerbeek. We doen alleen de dorpscentra van Heikruis (charmant!) en Oetingen aan en voor de rest lopen we geruime tijd door een typisch agrarisch gebied met weiden en velden, op enige afstand van Herfelingen en Gooik. Vanaf Oetingen proberen we zo veel mogelijk de prachtige oude trambedding van de lijn Leerbeek - Ninove te volgen, al kan dat lang niet overal. Hopelijk blijft die er nog lang in haar huidige toestand bij liggen, want er zijn plannen om hier een fietssnelweg naar Brussel (!) van te maken en dan is de charme er voor de wandelaar snel af. Toen we de wandeling in 1995 maakten konden we nog gebruik maken van een toen al slecht zichtbare weg die ons naar het Hof ten Heufke voerde: tegenwoordig is die zo goed als volledig verdwenen en pal op de taalgrens ook nog eens deskundig met slordig op een meterhoge hoop gegooid snoeimateriaal afgesloten. Aan de andere zijde is nu ook een bord PRIVATE WEG aangebracht; voor ons was het resultaat een kleine 2 kilometer weinig interessante verlenging.
Heikruis schippert tussen indrukwekkend en charmant - het hangt ervan af van welke kant je het bekijkt: vroeger klooster en kerk.
Maar dit is pas echt charmant natuurlijk, in de buurt van Paddenbroek, vanaf de trambedding.
Het weer. Fris, tamelijk winderig, maar geleidelijk van zwaar naar licht bewolkt.
De stafkaarten. 39/1N Saintes - 31/5N Lennik - 31/5Z Pepingen - 30/8Z Tollembeek - 30/8N Denderwindeke. (Op 1:20.000 geeft dat 30/7-8, 31/5-6 en 39/1-2)
Hoe we er geraakten. In eigen streek stappen heeft zo zijn voordelen: lijn 471 brengt ons van Halle tot net buiten het centrum van Saintes en de terugkeer 's avonds is al even eenvoudig: met lijn 153 geraken we uit Leerbeek terug in Halle.
Een beetje geschiedenis. Zoals gezegd volgen we langere tijd de oude trambedding van de lijn Leerbeek - Ninove. Die spoorlijn is ongetwijfeld mijn allereerste contact geweest met spoorvoertuigen, al had ik nog niet eens de volle 6 jaar bereikt toen de autorails in 1959 voorgoed in de nevelen des tijds verdwenen. Vanuit de tuin van mijn grootouders (waar we tot 1955 inwoonden) kon ik volgen hoe de trammetjes de zachte helling tussen Terlo en Zwartschaap de baas probeerden te geraken en ik herinner me ook nog tramritjes naar Ninove, dat toen een duidelijk grotere aantrekkingskracht uitoefende dan Halle, zeker op marktdagen. Wat nog het meest tot de verbeelding sprak was een hoogspanningslijn die in de buurt van Oetingen de tramlijn kruiste en die we later tussen Denderwindeke en Meerbeke een tweede keer zagen. Die hangt er trouwens nog altijd! Ik vermoed dat er weinig tramlijnen zijn waarover zo veel verschenen is als over de tramlijnen in het Pajottenland, dankzij de Heemkundige Kring van Gooik (heemkunde-gooik.be) waar erg regelmatig nieuwe boeken en artikels verschijnen van de hand van een ex-NMVB'er René De Loecker. Mocht er nog een rechtgeaarde tramliefhebber zijn die deze website nog nooit bezocht heeft: dat hij zich erheen haaste, voor alle boekjes uitverkocht zijn. Over de lijn Halle - Ninove lezen we o.a. dat al in 1886 een aanvraag werd ingediend voor een tramlijn Halle - Ninove, die echter een tracé zou volgen dat helemaal afweek van het uiteindelijk gerealiseerde: vanaf Oetingen zou de lijn naar Kester sporen en dan via wat vandaag de route is van buslijn 144 naar Pepingen voeren en via de Ninoofsesteenweg naar Halle. Het kan verbazing wekken dat Leerbeek in deze plannen niet opgenomen was, maar op het eerste station in Leerbeek zou het nog 20 jaar wachten worden en dus was de bediening geen noodzakelijke voorwaarde. Zoals wel vaker werd lang gepalaverd over het te volgen tracé en uiteindelijk stapte men er ook van af. Het zou tot 1906 duren eer het gedeelte Leerbeek - Oetingen openging langs het definitieve tracé dat het tot 1959 uithield. Het deel dat we vandaag bewandelden is uitermate bochtig en voert van Oetingen via Zwartschaap naar Terlo en Leerbeek. Ik heb ooit gehoord dat het bochtige tracé (ziekaart) niet alleen een gevolg was van het heuvelachtige gebied, maar dat bij de aanleg naar een evenwicht gestreefd werd tussen uit te graven en aan te vullen grond. Met andere woorden, desnoods maakte men een bocht wat langer als dat toeliet wat meer grond te storten. Si non è vero, è ben trovato. Spijtig genoeg voor de wandelaar van vandaag, werden delen van de bedding terugverkocht aan de aanliggenden die bij het begin van de 20ste eeuw onteigend waren in het kader van de aanleg van de tramlijn. Dat noopte ons o.a. om langs Oetingen Oude Plaats (ook een interessante geschiedenis, trouwens!) te stappen en door de Zwartschaapstraat, waar in 1953 mijn wieg stond - want toen werden we nog thuis geboren… Nog even dit: ik heb het hier vaak gehad over de lijn Leerbeek - Ninove, maar het oorspronkelijke opzet was wel degelijk een lijn Halle - Ninove. Deze lijn werd in het begin ook over haar gehele lengte geëxploiteerd, maar toen het deel Leerbeek - Halle in 1953 geëlektrificeerd werd, had het geen zin meer om van een lijn Halle - Ninove te spreken. Het geëlektrificeerde deel werd algauw in combinatie met de lijn Leerbeek - Lennik - Brussel uitgebaat. De oorspronkelijke lijn Brussel - Lennik - Leerbeek - Edingen was om dezelfde reden al voor WO II in 2 delen uiteengevallen. Mogelijk dacht men daarbij aan een lijndeel met en één zonder toekomst. De niet geëlektrificeerde lijnen verdwenen inderdaad in 1959. De toekomst van de geëlektrificeerde lijnen was echter niet veel rooskleuriger: de lijn naar Halle verdween al in 1966, die naar Lennik en Brussel hield het nog uit tot 1972, naar verluidt omdat de Lennikse kassei er zo slecht bij lag dat men met de afschaffing wilde wachten tot de baan geasfalteerd of gebetonneerd was. Si non è vero, niet waar?
De oude trambedding maakt van deze tocht een topper, voor wandelaar én tramfan.
De verbinding.
Halle - Saintes
[471]
10:45 11:00
-1
ab6103-63
Iveco Crossway LE
Autobus Naway
-
Leerbeek - Halle
[153]
17:05 17:30
-3
ab5674
Iveco Crossway LE
Leerbeek
En wat we beleefden. We zijn de laatste tijd niet erg actief geweest op de Waalse bussen en dus deed het goed aan het hartje om de bus van lijn 471 in Halle te kunnen nemen. Van oudsher wordt die uitgebaat door de firma Autobus Naway, die hier destijds niet meteen met de best onderhouden of propere bussen rondreed. Vandaag is dat wel even anders. In Halle gaat men er blijkbaar van uit dat men die Walenkoppen niet te veel in de watten moet leggen: Aribus werkt niet voor de Waalse lijnen 114, 116 en 471 en op de schermen bij de perrons kun je lezen dat de gegevens "tijdelijk" niet beschikbaar zijn. "Ze" verwijzen naar de website van De Lijn, maar hoe je daar gegevens over deze Waalse lijn moet vinden, is me niet meteen duidelijk. De halte Halle Park wordt volgens letec.be niet bediend, maar dat gebeurt uiteraard wel. In de bus is de informatie wel correct.
Eindpunt Leerbeek Stelplaats. Ook voor deze bus van lijn 161 uit Geraardsbergen.
De terugkeer uit Leerbeek verloopt nu volgens de vakantiedienstregeling en de reserve in het deel Leerbeek - Halle is een stuk kleiner; de bezetting is vergelijkbaar met die van de vorige keer.
De treinlectuur. Sarah PERRY, The Essex Serpent. Een echte historische roman, met vleugjes romantiek en zachte horror. Tom LANOYE, Zuivering.
Als men De ideale wereld nu eens met de helft zou inkorten, het programma maar één keer per week zou uitzenden en Jan Jaap diets zou maken dat dat schreeuwen van hem echt geen meerwaarde aan het programma geeft, dan zetten we misschien samen een stap richting ideale wereld.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES. Deze keer baseerde ik me ook op de vele gegevens gepuurd uit de boeken van René De Loecker.
30 maart 2021 - Lennik (Vijversele) - Pepingen (Termeeren)
De wandeling. Op 9 november 1997 stapten we met Hacowa (zie vorige bijdrage) van Lennik (Vijversele) naar Beert (Termeeren). Vandaag doen we deze wandeling over, zij het met een aanpassing (én verbetering) helemaal bij het begin, wat de afstand uiteindelijk op 24 km brengt. Bepaalde delen van het Pajottenland vind ik bepaald lelijk, maar het traject dat we vandaag volgen ontplooit zich door een dun bevolkt landbouwgebied met enkele grote hoeven, die gaaf gebleven zijn en ons op zo goed als de volledige tocht ter oriëntatie dienen. Het Hof te Bree-Eik ligt spijtig genoeg wel voor en groot deel onder zeildoek; laat ons hopen dat met de herstellingswerken ook niet zonnepanelen opduiken, want dat zou de charme van deze mooie, witte hoeve ongetwijfeld onderuithalen. We lopen pal door dorpen als Elingen, Oudenaken en Breedhout en kerktorens als die van Sint-Kwintens-Lennik, Leerbeek, Kester, Sint-Laureins-Berchem laten vermoeden dat we ook die dorpen rakelings passeren. Mooi! De TWQ bedraagt een mooie 56 % - de verharde wegen zijn veelal rustige asfalt- of betonwegen met nauwelijks autoverkeer. Enkele veldwegen zijn uitgerust met brede betonstroken met als een echte schaamlap een strookje groen of grond ertussen. Ik heb voor mezelf eens en voorgoed besloten dat ik dergelijke wegen niet tot de trage wegen reken, ook al zijn ze afgesloten door carterblocks; met de bloei van de SUV's hebben die toch al niet meer zo veel te betekenen. De TWQ bedraagt dus nog 56 %, maar ik vrees dat dit quotiënt in de toekomst een flinke duik zal nemen. Voor de ruime buurt staat immers een ruilverkaveling op het programma en dat voorspelt weinig goeds voor de landbouwwegen die er vandaag nog half verhard (grind bijvoorbeeld) bij liggen. De plannen worden zelfs door de boeren gecontesteerd en uiteraard ook door de natuurverenigingen, maar uiteindelijk winnen de betonboeren altijd bij de gratie van enkele kortzichtige plaatselijke politici. De betonstop, weet je wel…Het kaartje.
Tegenover het Hof te Bree-Eik: vijvertje met geknotte wilgen. Ik vraag me af of voor het knotten van bomen ook al een premie bestaat, want ik herinner me niet dat ik ooit al zo veel geknotte wilgen heb gezien in de laatste decennia. Of is er dankzij corona wat knottijd vrijgekomen?
Moeten prachtige, rustige veldwegen plaats maken voor linten van beton als de ruilverkaveling er komt? De cirrus zal dan alleen voor de charme van het moment moeten zorgen.
Het weer. De temperatuur breekt met 24° een record, het weer is op wat cirrus na helder en de wind houdt zich redelijk afzijdig. Wat een lentedag!
De stafkaarten. 31/5-6 Sint-Kwintens-Lennik - Halle. Op 1:10.000 is dat 31/5N Lennik, 31/5Z Pepingen en 31/6Z Halle
Hoe we er geraakten. Halle - Lennik verliep ooit zonder ommetje langs Leerbeek, maar De Lijn zit nu eenmaal al een decennium in een krimp en dus moeten we noodzakelijkerwijs via Leerbeek rijden. Tussen Halle en Leerbeek werd wel een halfuurdienst ingevoerd, zogezegd als compensatie voor het wegvallen van de belbus Pajottenland, maar de halte Groot-Vijversele wordt overdag slechts om het uur bediend. In wezen moeten we ons dus beroepen op een uurdienst. De halte Pepingen (Termeeren) wordt bediend door lijn 153 en door de bussen van lijn 164, die laatste rijden alleen 's morgens en 's avonds.
Een beetje geschiedenis. Ooit nam een klas van mij afscheid met een speech waarvan ik heb onthouden dat het begrip anekdotiek in mijn lessen een nieuwe dimensie had gekregen. Ik vertelde inderdaad graag wat er me de dag(en) voordien was overkomen en na 2 of 3 klassen was de anekdote veelal aangezwollen tot een echt verhaaltje, gebracht door een aspirant stand-upcomedian die perfect kon inschatten wanneer de klas in de lach zou schieten. eigenlijk waren dat luisteroefeningen bij de vleet. En dus nu deze anekdote… Anders dan vele andere Pajotten waren mijn ouders hun geboorteplek (Gooik en Leerbeek) niet trouw gebleven en kwamen we in 1955 terecht in het al even landelijke Beert, vlak naast de spoorweg, bij overweg 13. Maar ja, dat betekende natuurlijk dat we op regelmatige tijdstippen weer richting Gooik of Leerbeek trokken. Achteraf bleek dat we vroege gebruikers waren van wat De Lijn nu promoot als combimobiliteit. Meestal ging het met de fiets zo een drie kilometer ver van de ene kant van Beert naar de andere, waar de tramlijn van Halle naar Leerbeek de halte Termeeren bediende. Fietsen, dat betekende in die dagen eerst enkele honderden meters over een nauwelijks verharde weg, waar je na de dooi enkele decimeters kon in wegzakken, tot je de hobbelige kasseien bereikte die toen de kleine dorpskernen bereikbaar maakten. Kinderen kregen een zitje op de fietsen van pa en ma. Bij een tramhalte vond je steevast een café (bij Jeanneke), waar je de fietsen veilig kon stallen, in ruil voor een consumptie 's morgens en een 's avonds. Je kon trouwens rustig tot het laatste moment blijven zitten, alleen de seinen van de NMVB moest je in het oog houden, want als de rode lamp ging branden, wist je dat de tram uit de andere richting aankwam. Voor moederskant volstond de trip tot Leerbeek Statie, vaderskant vergde nog een ritje met de mazout van Leerbeek naar Ninove tot de halte Zwartschaap. Net voor we daar aankwamen, konden we trouwens de achtertuin van de grootouders al zien.
De verbinding.
Halle - Leerbeek
[153]
09:58 10:27
-8
ab2311
VDL Bus & Coach Citea SLE
Het Rad
Leerbeek - Sint-Kwintens-Lennik
[142]
10:35 10:46
+1
ab2325
VDL Bus & Coach Citea SLE
Het Rad
Pepingen - Halle
[153]
17:24 17:38
-3
ab5679
Iveco Crossway LE
Leerbeek
En wat we beleefden. De bus van lijn 153 vertrekt precies op tijd in Halle Station. Veel valt er over deze rit niet te vertellen. Ondanks het stipte vertrek komen we niet minder dan 8 minuten te vroeg aan in Leerbeek Stelplaats en dat nadat we een tijdje achter een Manitou hebben gehangen. Je kunt de chauffeur nauwelijks iets verwijten, want de rit verliep echt gezapig. Ik weet dat de verkeersdrukte op de N28 soms rare bokkensprongen kan maken, maar 8 minuten reserve in volle voormiddag lijkt me toch wat van het goede te veel. Misschien zou die snelle basisbereikbaarheid helemaal niet nodig zijn als men wat minder ruime rittijden zou hanteren in de basismobiliteit. Bij aankomst in Leerbeek merken we dat de bus als 162 naar Ninove zal rijden. Dat hele kluwen van ritten in en om het Pajottenland zit veel beter in elkaar dan men ons wil laten geloven, het zou alleszins geen reden moeten zijn voor de drastische aanpak waar we over enkele maanden het slachtoffer van zullen worden. Lijn 142 rijdt trouwens perfect in aansluiting met de bus uit Halle. De herbenuttigingstijd bedraagt hier 4 minuten en dat lijkt nauwelijks te volstaan voor een telefoontje, een plasje en een sigaretje. Maar meer dan een minuut vertraging kost het ons niet.
Voor de terugrit hebben we de keuze tussen een bus van lijn 164 en een van lijn 153. We kiezen uiteindelijk de 153: de 164 heeft meer dan 10 minuten vertraging en rijdt ook nog langs het ziekenhuis. Bij aankomst in Halle zien we ook de 164 arriveren en dus hebben we lichtjes goed gegokt. De bus van lijn 153 zelf zit met een 15-tal reizigers trouwens voller dan ons lief is. De chauffeur moet alle trucs bovenhalen om niet te vroeg te rijden: op normale schooldagen is de reserve in deze rit enorm en vermoedelijk niet eens overdreven, maar tijdens deze paaspauze is het ook weer wat overmatig. Het is een wonder dat we maar 3 minuten te vroeg in Halle aankomen.
De treinlectuur. Uiteraard alleen maar pro memorie, want de ritten zijn echt te kort om lectuur mee te nemen: Sarah PERRY, The Essex Serpent. Een jonge weduwe komt in Essex terecht, waar na een aardbeving een voorhistorisch monster zou rondwaren. (Die aardbeving is trouwens uthentiek, ze werd zelfs in het Pajottenland gevoeld op 11.06.1938; mijn vader was toen 9 en had er een levendige herinnering aan behouden.) Tom LANOYE, Zuivering.
Leerachterstand: als je sommige politici bezig hoort, vraag je je af of dit verschijnsel echt inherent verbonden is aan deze coronatijden… Staat de Liga voor Mensenrechten ook voor het leven van al die coronaslachtoffers die zullen vallen als de maatregelen opgeheven moeten worden? Of is het toch niet meer dan een stunt?
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
01. Op 08.06.2005 maakte ik een fotosafari langs lijn 130A, bij km 104 en dat is in de buurt van Landelies. De volgende veertien foto's tonen een wat onverwachte variatie aan materieel. Het begon al met deze goederentrein, gesleept door de Franse 436015 richting Frankrijk (via Jeumont).
02. Dit en volgende klassieke tweeledige stellen kwamen al wat minder onverwacht: mr 155 rijdt als L 4785 van Erquelinnes naar Charleroi-Sud.
03. Ook in die tijd liet men dieselstellen onder draad rijden, zoals deze 4120 die als MZ 8752 richting Erquelinnes rijdt.
04. Ondertussen keert de 155 al terug richting Erquelinnes, versterkt met een tweede stel: L 4766 Charleroi-Sud - Jeumont. Enkele treinen per dag waagden de oversteek naar het verre Frankrijk.
05. Van deze 36004 kun je weinig anders verwachten.
06. MR 203 rijdt als L 4786 van Erquelinnes naar Charleroi-Sud.
07. En nog een Franse loc met goederentrein richting Jeumont en verder: de 36005.
08. Ex-Sabenastel 595 rijdt als P 8750 van Charleroi-Sud naar Erquelinnes. Zelfs zonder het nummer zou je uit de inplanting van de eersteklasfdeling kunnen afleiden dat het hier om een Sabanastel gaat.
09. De terugkerende 4120 doet nu dienst als P 8752 Erqquelinnes - Charleroi-Sud.
10. En ook de 203 keert terug, als L 4767 naar Erquelinnes.
11. MR 155 is L 4787 Jeumont - Charleroi-Sud.
12. Ook de 4120 passeert nog eens, als P 8751 Charleroi-Sud - Erquelinnes.
13. De safari loopt ten einde. In Landelies kan ik nog deze 36027…
14. …en deze 155 meepikken: L 4768 Charleroi-Sud - Jeumont.
15. Op 14.06.2005 trok deze 2337 een goederentrein over lijn 35, in de buurt van Zichem.
16. Tijdens een tocht door de Condroz kwamen we ook langs de garage van de firma Roquet in Strud. Deze bus is de 5061-16, een Mercedes O 405.
17. En we konden ongestoord ook nog deze 506114 vastleggen, een Van Hool A600.
18. Op 12.07.2005 waren we nog eens in Libramont. Voor het spoorwegstation kun je als fotograaf af en toe eens een bus meepikken: ab5561-42 van de firma Transports Lambin, een Van Hool Linea.
19. Of nog deze: ab 5561-32 van dezelfde firma, maar dit is een Van Hool A120P.
20. Op dezelfde dag eindigden we in Alle-sur-Semois waar dit prachtige relict uit de NMVB-periode zich een eindje buiten het dorp bevindt.
21. Als je toevallig eens een Telbus ziet (de Waalse variant van de belbus), mag je de kans op een foto niet laten schieten: ab4275 voor het station van Alle.
22. Nog steeds in Alle.
23. Nog even de telbus.
24. Ab4147, een Jonckheere S2000T, maakt zich op voor een rit naar Libramont. Het complexe lijnnummer is een wat onbegrijpelijke specialiteit van de TEC-Luxembourg.
25. MR 653 als L 5264 Liège-Palais - Verviers-Central in Trooz op 14.07.2005.
26. Een Vlaamse belbus dan: ab4521 op belbus 710 in Guigoven op 23.07.2005.
27. Op 13.08.2015 is mw 4145 IR 3231 Neerpelt - Antwerpen-Centraal op lijn 19, km 15.1, in de onmiddellijke buurt van Lommel.
28. En tot slot nog eentje in mijn jeugddorp: ab 3009-01 van de firma Flanders Bus in Beert op 19.08.2005. De bus is een Jonckheere Transit 2000 en bevindt zich op de lus waarmee lijn 164 het centrum van Beert bedient. Met de basisbereikbaarheid zal deze bediening ongetwijfeld sneuvelen, zoals zo goed als alles op de landelijke lijnen van het Pajottenland.
De wandeling. Tussen 27 april 1980 en 15 mei 2011 bracht ik 103 keer collega's en later ook kennissen en vrienden op de been, zo een 4 keer per jaar, onder de noemer Hacowa. De naam was gevormd volgens de geplogenheden van de jaren zeventig en tachtig en stond voor Halle College Wandelen. Nu we toch nog altijd niet echt de boer op gaan zoals we dat vele jaren gedaan hebben en we de Thuisafleveringen stilaan van binnen en van buiten kennen, is het moment gekomen om de wandelingen in de ruime buurt te recycleren. Dat doen we voor het eerst met een aangepaste (en uitgebreide) versie van onze tocht tussen Edingen en Halle die de moedige stappers van Hacowa op hun bord kregen op 28 januari 2001, nu ruim 20 jaar geleden. De 23 km van toen werden er wel 28 nu, wat veel stappers vermoedelijk al behoorlijk veel vinden. Wie dat wil kan de tocht echter opsplitsen, want buslijn 471 van de TEC loopt zo goed als de hele weg parallel met de wandeling en in Saintes kruisen ons parcours en dat van de bus elkaar zelfs.
Het was even zoeken om toch nog enkele onverharde stukjes bij elkaar te sprokkelen: heel veel landbouwwegen zijn hier gebetonneerd. Met een TWQ van 29% kun je bezwaarlijk van een succes spreken, maar alle wegen zijn wel rustig, smal én de onverharde stukjes zijn bijna allemaal van top(wandel)kwaliteit. Het begint met de oude bedding van lijn 123 (die Geraardsbergen met Braine-le-Comte verbond). Verderop passeer je langs de mooie kasteelhoeve van Les Warelles, waar het wel even zoeken is naar de weg: wees gerust, hij ligt er nog, ook al moesten we op een bepaald moment even de schrikdraad loshaken - zonder probleem voor ons noch voor de boer en zijn schapen. Mooie en minder mooie hoeven volgen elkaar op, tot je in Wisbecq komt, een onooglijk gehucht mét busbediening, iets waar De Lijn de neus voor ophaalt. Op weg naar Saintes werden we voor het eerst geconfronteerd met een in de voorbije 20 jaar verdwenen weg. Het voordeel was wel dat we zo langs de Puits Sainte-Renelde kwamen (of toch in de onmiddellijke buurt) en langs de Brasserie de la Fontaine. Via de buitenrand van Bellingen (dat trouwens geen echte dorpskern heeft) komen we in Beert, het dorp waar ik ben opgegroeid, maar dat in niets meer lijkt op het dorp van mijn jeugd. Zelfs het onderwijzershuis en de school (1957 - 1966 - ik dus) heeft in niets meer de charme van toen. Op weg naar Halle proberen we enigszins uit het vaarwater van de Thuis-afleveringen te blijven en het traject loopt dan ook langs de Mierenberg die we tot nog toe niet hadden kunnen inschakelen. Mijn vrouw en ik quoteerden 14.5/20, zij zoals meestal wat hoger omdat ze minder zwaar tilt aan het ontbreken van onverharde wegen en paadjes.
Het Château de Warelles lijkt echt wel een vergane glorie.
Naast dit kapelletje kijk je niet naast.
De Brasserie de la Fontaine. Het paadje leidt je naar de Puits Sainte-Renelde, met miraculeuze bron. In het Nederlands is Saintes trouwens Sint-Renelde, in ons Beerts dialect Sintjernelle. We hadden zelfs ook een aftelrijmpje In 't kapelleke van Sintjernelleke… maar de rest moet ik je schuldig blijven.
Het weer. Licht bewolkt, fris, met een onaangename NO-wind.
De stafkaarten. 38/3-4 (Bever - Enghien) en 39/1-2 (Rebecq - Ittre) als je de oude kaarten op 1:20.000 gebruikt. Al even oud zijn die op 1:10.000, maar daar heb je er wel een handvol van nodig: 38/4N Herne - 39/1S Rebecq - 39/1N Saintes - 31/5Z Pepingen - 31/6Z Halle.
Hoe we er geraakten. De mogelijkheden om van Halle naar Edingen te reizen zijn legio: 2 IC's en 3 S-treinen die bovendien ook nog tamelijk goed gespreid zijn en het halteloze traject in ongeveer 10 minuten afleggen.
Een beetje geschiedenis. We komen op onze weg nogal wat punten tegen die vanuit spoorweghistorisch standpunt interessant zijn. Allereerst is er de oude bedding van het gedeelte van de lijn 123 tussen Edingen en Braine-le-Comte. In de aanloop naar IC-IR van 1984 was er even zelfs sprake van dat ook het deel tussen Edingen en Braine-le-Comte geëlektrificeerd zou worden, vooral ten behoeve van het goederenverkeer dan, maar uiteindelijk werd voor een verbinding via Ath en Jurbise gekozen. De opstart van IC-IR op 03.06.1984 beloofde dan ook weinig goeds: een magere P-dienst was al wat overbleef van wat ooit een zeer nuttige verbinding was tussen Vlaanderen en de mijnstreek van La Louvière en Mons. Meer dan een doodsreutel was dit niet: op 29.05.1988 viel definitief het doek over deze erg landelijke verbinding tussen 2 niet zo belangrijke stadjes. (Zoals dat bij stervenden wel vaker voorkomt, was er nog even een heropflakkering: een van de pronkstukken van IC-IR was de IR Halle - Geraardsbergen. Toegegeven, dat was een erg tijdelijke oplossing in afwachting van de elektrificatie van het deel Edingen - Geraardsbergen en van lijn 94. Die heropleving kwam er toen de IR's een tijdje niet uit Halle maar uit Braine-le-Comte vertrokken, wegens de moderniseringswerken op lijn 94.) Tegenwoordig ligt de bedding er (gelukkig) vrij wild maar frequent gebruikt bij. Er is geen spoor van ravelisering en we moeten maar hopen dat dit zo blijft. Voorbij de N7 is de bedding trouwens over langere afstand onbruikbaar. Min of meer halverwege kruisen we lijn 94, ter hoogte van Saintes, tussen de vroegere stations van Beert-Bellingen en Saintes. Bij de modernisering en elektrificatie in de jaren 80 werd de refertesnelheid van deze lijn op 140 km/u gebracht, maar bij het naderen van Halle loopt de snelheid stelselmatig terug, naar 130, 120 en 90. De twee foto's werden genomen waar de snelheid van 140 naar 130 gaat.
Achteraan IC 3212 Kortrijk - Sint-Niklaas hangt stuurstandrijtuig 65045.
Uit de andere richting komt mr 355 met IC 3235 Sint-Niklaas - Kortrijk.
Tot slot is het binnenkomen van Halle nog interessant: de lange boog vanaf het Ziekenhuis (zie kaart) is een vroegere trambedding die de trams uit Brussel de gelegenheid bood in lusvorm rond en door Halle te rijden. Het oude onderstation van de NMVB is nog duidelijk aanwezig ter hoogte van het kruispunt dat bij de oudere Hallenaars nog altijd de Bareeltjes heet. Dat verwijst naar de vroegere loop van lijn 94 (over enige afstand perfect te volgen) die met de aanleg van de zwaaikom in het kanaal verlegd werd. Tegenwoordig worden belangrijke werken uitgevoerd voor de nieuwe bruggen over spoorweg en kanaal, wat het uitzicht hier ongetwijfeld sterk zal wijzigen. Een oude spoorwegbrug over de Zenne is ondertussen verdwenen.
De verbinding.
Halle - Edingen
1930
09:24 09:34
+2
2752 - 61055
M6
controle: N
En wat we beleefden. Eigenlijk is zo een reisje te kort om veel te beleven. Ongetwijfeld zal het elan waarvan de NMBS genoot voor corona achteraf stilgevallen blijken te zijn, zowel wat reizigersaantallen als subsidies betreft. Onze trein reed zo goed als leeg.
De treinlectuur. Ook voor treinlectuur is er geen plaats tijdens zo een korte reis, maar thuis is er des te meer leestijd:
Gerbrand BAKKER, Jasper en zijn knecht. Een dagboek, als je het mij vraagt om een writer's block te verdoezelen. Wat heeft die vent een onnoemelijke pretentie, ook al klaagt hij meermaals dat niemand hem lijkt te herkennen. Annelies Verbeke, Dertig dagen.
Er komt dus een minimumdienstverlening in geval van staking bij De Lijn, schrijven De Morgen en de Standaard. Laat die staking maar weg, met de invoering van de basisbereikbaarheid krijgen honderdduizenden Vlamingen vanzelf een minimumdienstverlening.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
01. Na een rit op lijn 13 La Roche - Melreux heeft de chauffeur van ab4158 een lommerrijk plaatsje opgezocht in de nabijheid van het station van Melreux-Hotton. Veel zon was er wel niet op 31.03.2005.
02. De achterzijde van het station van Melreux-Hotton.
03. Op dezelfde 31.03.2005 komt mr 687 aan als L 5765 Namur - Libramont in Marloie.
04. Op naar een erg lange fotosafari langs lijn 130 bij kp 72.4. Het was genieten van treinen en schitterend weer tussen Franière en Moustier. Laat ons beginnen met deze goederentrein, gesleept door 1303 en 1307. (01.04.2005)
05. Dit zal niet het laatste vierledige stel zijn vandaag: de verbinding Jambes - Essen werd inderdaad gedomineerd door mr 75. Mr 802 is IR 3314 Jambes - Essen.
06. Vreemd materieel op het NMBS-net was toen nog uitzonderlijk en dus kwam deze 36025 als een verrassing.
07. De IC's van de verbinding Herstal - Lille-Flandres werden zonder uitzondering uitgevoerd met mr96, tweespanningsstellen bovendien van Oostende. Alleen het aantal stellen kon schommelen van 1 tot 3. Mr 450 rijdt hier als IC 913 Lille-Flandres - Herstal.
08. Twee gemoderniseerde tweeledige stellen met achteraan de 644 als L 5686 Tamines - Flémalle-Haute.
09. IC 937 Herstal - Lille-Flandres wordt uitgevoerd door mr 474.
10. Tijd voor de IR's dan weer: mr 839 rijdt (versterkt met een tweeledig stel) als IR 3336 Essen - Jambes.
11. Uit de andere richting komt de 835 als IR 3315 Jambes - Essen.
12. 1351 en 1338 slepen een goederentrein. Ik heb het dekzeil van de eerste wagon grondig opgepoetst: een klad graffiti verknoeide de foto oorspronkelijk.
25. MR 715 als L 5688 Tamines - Flémalle-Haute. Spijtig genoeg is het sein staat het sein niet volledig op de foto.
26. MR 736: losse rit.
27. 443: IC 939 Herstal - Lille-Flandres.
28. De 7859 heeft een zusterloc nodig om haar goederentrein de helling op te slepen.
29. 820: IR 3317 Essen - Jambes. Het laatste stel zag er niet uit door de kladden graffiti, maar die zijn min of meer goed verwijderd.
30. 771: P 8787 Charleroi-Sud - Namur.
31. 818: IR 3338 Essen - Jambes.
32. Op 06.04.2005stapten we in de Famenne. Het was al vrij donker toen deze bus op lijn 166a in Villers-sur-Lesse aan kwam rijden: ab 5632-23, een Mercedes O 405 van Transports Penning. De omstandigheden maakten dat de foto onscherp is.
33. AB4915, een Renault-EMI R 312 staat bij de eindhalte van lijn 9 Flawinne - Jambes. We waren hier inderdaad nog niet zo lang geleden. (09.04.2005)
34. Vierledige 834 op 15.04.2005 in Kapellenbos met L 2763 Antwerpen-Centraal - Roosendaal. Ook dit stel heb ik eerst van graffiti ontdaan, stilaan gaat de lol er voor de fotografen af.
35. Een lege rit van de 1102-63, een Van Hool A120P van de firma De Duinen in Lichtaart. (31.05.2005)
36. Van dezelfde firma deze 1102-76, een Van Hool New A600, ook in Lichtaart. (31.05.2005)
Nog een toemaatje: ab 4748, een Van Hool New AG300, in Putte (Moretuslei) - 15.05.2005. De afdrukken waren zo slecht dat ik ze niet in een map opgenomen had, maar de foto's op de cd bleken beter te zijn dan verwacht.
01. Soms komen de bussen gewoon aan gereden, ook op plaatsen waar je dat niet verwacht, zoals deze 3321 (Jonckheere Communo) in de buurt van Turnhout op 18.08.2004. Vermoedelijk ging het hier om een technische rit als we mogen afgaan op de fluo-uitrusting van de chauffeur.
02. Deze Van Hool Linea fotografeerde ik bij het station van Aywaille op 21.08.2004. Ab 7011-10 behoorde toen toe aan de firma Bertrand.
03. CFL-loc 3013 sleept IR 119 Liers - Luxemburg op 21.08.2004 in de buurt van Quarreux op lijn 42. Het rijtuig achter de loc is Luxemburgs, de rest van de trein bestaat uit Belgisch materieel (I6, I10 en een pakwagen).
04. MR 775 in Brussel-Noord op 21.08.2004 als L 3289 Brussel-Noord - Nivelles.
05. Voor het station van Virton op 23.08.2004: een Franse bus die voor de TEC rijdt op lijn 155a Virton - Montmédy en de Belgische ab5632-18 van Transports Penning, een Mercedes Connecto.
06. L 1686 (Zottegem - Kortrijk) wordt op 07.09.2004 uitgevoerd door mr 740. We bevinden ons langs lijn 89 in de buurt van de vroegere halte Stasegem.
07. En helemaal op de plek waar vroeger de halte Stasegem lag sleept de 2158 een stel M5-rijtuigen: P 8905 Schaarbeek - Kortrijk.
08. Tijd voor een safari dan. Nu is lijn 139 Leuven - Ottignies aan de beurt, ter hoogte van kp 9.9. Het was een droom van een spotplek, inclusief picknicktafel en overweg vlakbij. Dat hier nogal wat mr86 zouden passeren, wisten we vooraf. De eerste is de 930 - L 6466 Leuven - LNO. (08.09.2004)
09. De 270 verzekert P 8398 Ottignies - Leuven.
10. MR 934 is L 6487 LNO - Leuven.
11. De 270 keert vrij snel terug als P 8660 Leuven - Ottignies.
12. Ook de 934 laat trouwens niet lang op zich wachten: L 6467 Leuven - LNO.
13. Nog een stel met horizontale lichten: mr269 als P 8399 Ottignies - Leuven.
14. HLE 2340 zorgt met haar goederentrein voor de afwisseling.
15.1. En wat dacht je van deze 2337 + 2334, in moeilijke lichtomstandigheden?
15. Op weg naar het station van Sint-Joris-Weert kruiste ik nog deze 924 als L 6488 LNO - Leuven.
16. Op 18.09.2004 konden we voor de laatste (?) keer over de Vennbahn en nog wel met een mw 41. Was het GTF, was het TSP? Ik weet het niet meer. Er waren zo veel afscheidsritten van de Vennbahn dat een mens er het overzicht over verloor. De eerste foto is genomen in Weywertz. We zijn net lijn 45 opgereden.
17. Op precies dezelfde plaats, maar met wat afstand.
18. Waar deze genomen is, heb ik niet genoteerd.
19. Dit is alleszins Bütgenbach.
20. Zoals dit.
21. Büllingen was toen het eindpunt van de lijn (geworden) en dus ook het verste punt dat we bereikten.
25. Oud seinhuis en seinpalen mochten er wel zijn, maar op deze foto is de 4133 wat te veel.
26. Zo ziet het er al heel wat beter uit!
27. Wetteren, 03.10.2004 - een wel erg korte samenvatting van de spoorweggeschiedenis.
28. Mistige NMVB-sfeer in Sart-Risbart op 12.11.2004.
29. Break 378 is IR 2936 Liège-Guillemins - Antwerpen-Centraal op 27.11.2004 in Schulen.
30. De wat gekneusde 2002 sleept even later een goederentrein door datzelfde Schulen. Het andere spoor is beveiligd met een rode vlag.
31. Ab4259, een Van Hool New A308, staat op het eindpunt van de Brugse stadslijn 1 in Ver-Assebroek.
32. Op 05.03.2005 lag er nog sneeuw in Theux: mr 230 is L 5460 Spa-Géronstère - Welkenraedt.
33. Deze 697 (L 5482 Welkenreadt - Spa-Géronstère) werd later een kerstkaart.
34. Nog 3 bussen van de TEC: ab 6449 (een Renault-EMI R312) in Bousval op lijn 19 Ottignies - Nivelles.
35. Toen expressbussen nog een schaars goed waren reed deze 4320 door Champlon. Het is een Irisbus Ares op de lijn 88 Namur - Bastogne.
36. Ten slotte nog een enorme toevalstreffer: ab4160 (Jonckheere S2000T) op lijn 11/6 op weg naar Trinal op 31.03.2005. Het is op zich al een wonder dat je een bus met deze film tegenkomt, laat staan dat je hem kunt fotograferen.
01. Meteen een mooie in deze map, vind ik. HLE 2107 met P 8572 Schaarbeek - Geraardsbergen, lijn 123 kp 23.1. Dat hier af en toe goederentreinen passeren met lekkende graanwagens is ook duidelijk: hoe verklaar je anders de aanwezigheid van tarwe hier? (09.06.2004)
02. Break 390 rijdt als E 3016 van Geraardsbergen naar Leuven.
03. Break 332, E 3037 Leuven - Geraardsbergen. Te veel graffiti om toonbaar te zijn. Graffiti zijn trouwens dé reden waarom ik de voorbije jaren veel minder actief ben. Met wat pech is de helft van je foto's waardeloos als je op safari trekt.
04. In die dagen kon je af en toe ook nog een niet ondergespoten tweeledig stel fotograferen: mr 645 als ME 8575 Geraardsbergen - Edingen. We staan ondertussen bij kp 23.
05. MR86 913 is hier E 3567 Geraardsbergen - Mechelen.
06. HLE 2114 sleept een tweede P-trein: P 8574 Schaarbeek - Geraardsbergen. De 8572 van daarnet bestaat ondertussen uit 3 desiro's die als S-trein rijden tussen Ottignies en Brussel-Zuid en dan de 8572 worden. Deze 8574 bestaat al vele jaren uit M4-rijtuigen, maar hier maken de M5's nog de dienst uit.
07. Hier heb je de 645 al terug, dus als 8575 Edingen - Geraardsbergen.
08. MR 332 is nog net zo fel ontsierd als bij de heenrit, dus…
09. MR86 919 is L 3587 Mechelen - Geraardsbergen.
10. Dit is break 372. Hier heb ik wel - onhandig - geprobeerd om de graffiti te verwijderen. IR 3038 Leuven - Geraardsbergen. Misschien vraag je je af waarom ik deze treinen soms als L, dan weer als IR of zelfs L/IR aanduid. Eigenlijk zou L nog het best geschikt zijn, want alleen tussen Brussel-Zuid en Halle waren deze treinen direct.
11. MR 919 is al op de terugweg naar Mechelen als L 3568. Dat ik deze trein uit de verte heb gefotografeerd, komt omdat ik al op weg naar huis was, meer bepaald naarde bushalte van de bus naar Edingen.
12. Nog een aflsuitertje: mr96 514 als IC 2114 Brussel-Zuid - Luxemburg bij kp 57.9, dat is tussen Rhisnes en Namur. Het langeafstandswandelpad maakt dankbaar gebruik van de brug over lijn 161 en kan op die manier de doortocht van Namur vermijden. (14.06.2004)
13. En ook op 26.06.2004 bevonden we ons in de buurt van Namur. Lijn 9 is een Naamse stadslijn die Van Flawinne naar Jambes loopt. De bus wacht hier zijn vertrek af bij het eindpunt in Flawinne Quatre Seigneurs. Het betreft ab4303, een Van Hool A330.
14. Nog een bus op 10.07.2004: ab7631-80 bevindt zich voor het station van Verviers-Central. De film laat er geen twijfel over bestaan - het was trouwens de eerste keer dat ik dergelijke film met bijhorende boodschap kon fotograferen. De pachter van dienst is SADAR, maar dat kon je ook al van de bus, een Mercedes O 405, aflezen.
15. Op 14.07.2004 waren we alweer te vinden in Huy. Daar fotografeerden we ab5487, een Van Hool A600 en ab9071-19, een van Hool New A600. Die laatste behoort toe aan de firma Autobus Peeters.
16. Nog eentje in Huy: ab4309, een Van Hool A330. Huy is een ontmoetingsplaats van de TEC-Namur, de TEC Brabant wallon en de TEC-Liège-Verviers.
17. Ergens in 2004 nam ik deze foto en die is nu historisch geworden: de asbak in een I11, die met het nakende totale rookverbod in de trein op verdwijnen stond.
18. Overigens was het bij de bouw van de I11-rijtuigen al duidelijk dat roken in de trein op het punt stond te verdwijnen. Amper 6 plaatsjes in een eersteklasrijtuig waren nog toegewezen aan rokers, die gezellig bij elkaar konden zitten paffen. Rijtuigbouwers claimden dat de glazen wand en de interne luchtstromen verzekerden dat de rookdampen niet tot bij de niet-rokers kwamen. In de praktijk bleek dat een utopie te zijn…
19. Om één of andere reden zijn mijn foto's hier wat door elkaar geraakt en dus keren we terug naar de winter: 02.01.2004 in Bellem. Ik trok naar lijn 50A in de hoop toch minstens één foto te maken die ik het jaar nadien kon gebruiken als wenskaart. Naar verluidt zijn er nog altijd mensen die enkele tientallen kaartjes van evenveel jaren nog altijd koesteren. MR 775 heeft me net in Bellem gebracht als L 562 Gent-Sint-Pieters - Brugge.
20. Met één ding lijk ik alvast geen rekening gehouden te hebben: stuurstandrijtuigen kunnen niet op tegen locomotieven, maar dat is natuurlijk niet altijd te verzoenen met de zonnestand. 19815 zit hier vooraan IC 512 Oostende - Eupen.
21. De 567 hangt achteraan IC 1533 Tongeren - Knokke.
22. Ook in de IC's naar Antwerpen blijkt het stuurstandrijtuig vooraan te hangen: IC 1812 Oostende - Antwerpen-Centraal met 19813 vooraan.
23. En logisch genoeg hangt bij IC 1834 Antwerpen-Centraal - Oostende het stuurstandrijtuig achteraan…
24. Nog eentje: mr 544 zit vooraan IC 1513 Knokke - Tongeren. De oogst was wel bijzonder mager.
25. Op 26.12.2003 zag het station van Asse er zo uit.
26. Op 23.02.2004 fotografeerde ik ab6516 op de Waals-Brabantse lijn 28 Ottignies - Céroux-Mousty in Céroux. Het gaat hier om een Jonckheere O41-II.
27. Op dezelfde dag sloten we onze tocht af bij het station van Court-Saint-Etienne op lijn 140, aansluitingspunt van lijn 141 naar Manage, ondertussen al vele jaren opgebroken.
28. Op 03.08.2004 fotografeerde ik ab 5641-15 met film 49 bij de kerk van Winenne. Dit is een Jonckheere Transit 2000 van de firma Autobus Toussaint.
29. Op dezelfde dag kon ik deze 1303 vastleggen met een goederentrein in Beauraing.
30-31-32. Lang geleden reden de trams uit de hele regio hier af en aan, maar het buurtspoorwegstation deed in 2004 (07.08.2004) alleen nog dienst als busstation. Enkele wijzigingen aan de verkeersafwisseling in het stadje Bouillon en de bouw van een centraliserende stelplaats in Menuchenet later is alle activiteit hier stilgevallen. Dat zo goed als alle gestationeerde bussen hier film 8 dragen, is geen toeval: de lijn Bouillon - Libramont is ongetwijfeld de belangrijkste lijn van de streek en dat met behoorlijk veel succes. Dat ook Pussemange vermeld staat is eerder historisch en symbolisch. In 2021 wordt Pussemange alleen nog bediend door de enkele jaren geleden tot stand gekomen lijn 7.
33. Nog een station, dat van Hamoir op lijn 43 Angleur - Marloie: 09.08.2004.
34. Bus 4413-03 (een Mercedes Citaro) passeert op 14.08.2004 in Putkapel. De bus behoort toe aan de firma De Wilg.
35. In de buurt van datzelfde Putkapel (zie Kerk!) kwam de 946 door als L 2862 Antwerpen-Centraal - Leuven. Wij zijn net onder de spoorlijn doorgegaan.
36. Uit de andere richting kwam even later in een erg ongunstig licht de 7824.
01. We blijven nog even langs lijn 125 Liège - Namur op 17.03.2004, in de buurt van Bas-Oha (km 34.9). MR 454 doet dienst als IC 913 Lille-Flandres - Herstal.
02. Uiteraard rijden hier ook L-treinen: dit is de 691 met L 5665 Tamines - Flémalle-Haute.
03. In de andere richting rijdt een zonnige 777 als L 5686 Flémalle-Haute - Tamines. Mijn vrouw en ik doopten dit stel ooit het "stelleke van de Stella", omdat het gefigureerd had in een reclamecampagne van Stella Artois.
04. Een beetje benepen door mijn standpunt passeert de 480 als IC 938 Herstal - Lille-Flandres.
05. HLE 2019 - los. Veel onderhoud leken deze krachtpatsers toen al niet meer te krijgen.
06. De 397 is op 17.03.2004 IC 2437 Liers - Brussel-Zuid.
07. En de 385 is IC 2415 Brussel-Zuid - Liers.
08. En ze bleven maar komen: mr 154 als L 5666 Flémalle-Haute - Tamines.
09. MR 457 als IC 914 Lille-Flandres - Herstal.
10. En toen werd het stilaan tijd om naar huis te gaan: MR 488 als IC 939 Herstal - Lille-Flandres in Bas-Oha.
11. In datzelfde Bas-Oha mr 236 als L 5687 Tamines - Flémalle-Haute.
12. En nog een laatste: mr 420 als IC 2438 Liers - Brussel-Zuid, met een vriendelijke treinbestuurder. Dat doet altijd goed aan het hartje: een tb die het blijkbaar apprecieert dat je daar staat en die hopelijk beseft dat je ook hem en zijn werk apprecieert.
13. In Lier kon/kun je wel eens vaker een loc op een zijspoor fotograferen en op 22.03.2004 kon dat nog zonder graffiti: HLD.6317 in erg toonbare staat.
14. Op dezelfde dag belandden we in Kessel waar we deze 7823 met een goederentrein hoorden en zagen passeren.
15. Op 03.04.2004 liepen we langs lijn 15 in Balen: de 4140 passeerde los richting Mol (?).
16. Tijd voor enkele bussen dan: ab5632-27 staat voor het station van Jemelle en zal weldra een dienst aanvatten op lijn 162b Jemelle - Libramont. (15.04.2004)
17. Ab5641-02 staat ook aan het station van Jemelle, ter hoogte van het kleine busstation. Dit is een Jonckheere Transit van de firma Autobus Toussaint.
18. En ten slotte nog deze 4743, vermoedelijk van de stelplaats Wellin. Het is een Van Hool A600, die zal ingezet worden op lijn 29. De film is op zijn minst weinig instructief: het gedeelte Wellin - Grupont wordt weinig bediend en de belangrijkste functie van deze lijn - de bediening van Han-sur-Lesse wordt niet eens vermeld.
19. HLE 2022 komt in Arlon aan op spoor 1 met EC 97 Iris. Het eerste rijtuig is een I10, het tweede een I6.
20. Op 29.05.2004 stopt mr 774 in Ninove, als L 1785 Geraardsbergen - Aalst.
21. Op 06.06.2004 werd de 150ste verjaardag van lijn 69 Kortrijk - Poperinge gevierd. In stijl nog wel: HLD 201.010 sleept een behoorlijk lange trein met 3 L-rijtuigen (waaronder 1 BD), 5 K1-rijtuigen, een M2 BD ten behoeve van het personeel en helemaal achteraan de 29.013 op sleep.
22. Voor wie dat laatste betwijfelde: het bewijs. Foto 21 en 22 werden genomen in Wervik.
23. Tussendoor reden er natuurlijk ook reguliere treinen, zoals deze IC 2311 Poperinge - Sint-Niklaas, ter hoogte van kp 14.7. Vooraan hangt break 395.
24. Break 417 zorgt voor de terugrit als IC 2332 Sint-Niklaas - Poperinge.