Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
13-06-2024
13 juni 2024 - Lanklaar
De wandeling. In Limburg heeft men in 2017 het goeie idee gehad om zowat alle mogelijke wandelingen te bundelen in een box Wandelen in Limburg, met 8 steekkaarten die garant zouden moeten staan voor 2000 km wandelplezier. Wij gebruiken vandaag de steekkaart Hoge Kempen en hebben ons voorgenomen vanuit Sparrendal naar de Driepaalhoeve en terug te stappen. Dat is een lus van bijna 11km, voor het grootste deel door het (Dilser)bos. De TWQ bedraagt dan ook 98%, inbegrepen enkele trappen die het stijgen (tweemaal) en het dalen (eenmaal) gemakkelijker zouden moeten maken. Voor de rest duiken er onderweg weinig of geen hindernissen op langs dit keurig met een rode driehoek bewegwijzerd pad, dat eigenlijk aan de Driepaalhoeve zou moeten beginnen; het sterk beperkte openbaar vervoer in de regio verplicht ons om bij Sparrendal te beginnen.Kaartje.
Een slecht onderhouden reeks trappen brengt ons in hogere sferen.
Maar meestal is het aangenaam stappen over mooie boswegen.
Nog twee meer foto's vind jehier. Het weer. Het zou de enige zo goed als droge dag van deze zomerweek moeten worden en dat bleek ook het geval: het bleef wisselend bewolkt en er stond nogal wat wind, de temperatuur piekte rond 20°. Goed wandelweer, dus.
De stafkaarten. Grotendeels 26/1-2 Opglabbeek (2019), maar ook even 26/3-4 Dilsen-Stokkem (2019)
Hoe we er geraakten. Met de komst van de basisbereikbaarheid en de flexbussen bleef als enige mogelijkheid nog een rit met overstap in Genk over. Tenminste als je alert genoeg bent om niet in de val de trappen van ritten met overstap van een reguliere buslijn op de flexbus, want die worden soms ook aangeboden.
Een beetje geschiedenis. Toen ik deze wandeling verleden jaar uittekende, werd de halte Sparrendal nog bediend door een belbus, tegenwoordig is dat een flexbus. In een verder verleden werd de halte Dilsen Sparrendal bediend door de reguliere buslijn 9 (Hasselt) - Genk - Maasmechelen - Eisden - Stokkem - Lanklaar - Genk - (Hasselt). Dat was een lusvormige lijn, meestal kon je niet rechtstreeks uit Hasselt vertrekken, al stond in de dienstregeling wel aangegeven welke ritten (1, 8 of 11) dan wel het deel Hasselt - Genk verzorgden.
Het haltebord van de halte Sparrendal verwijst nog altijd naar de vroegere belbus.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3407 (IC FTR)
08:21 08:32
+2
1812 (FSD) - 61042 (FCL)
M6
controle: N
Brussel-Zuid - Genk
1507 (IC FKG)
09:11 10:51
+5
76032 (FHS) - 61049 (FHS)
M6
controle: N
Genk - Lanklaar
flexbus
nummerplaat: T-XAN-328
Hendriks
-
Lanklaar - Genk
flexbus
Keolis 3500??
Mebis
Genk - Brussel-Noord
1539 (IC FBK)
16:07 17:38
+16
76011 (FHS) - 61035 (FHS)
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1589 (S FZT)
17:41 18:02
+45
08057 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. Het was ons tweede avontuur met een flexbus. De eerste keer was dat nog in de testperiode voor een heen-en-terugreis van Ronse naar Kwaremont, vandaag komt Limburg aan de beurt. En dus wordt het een treinreis naar Genk, met overstap in Brussel-Zuid. We rijden met de auto naar het station van Halle (nu ja, naar de een dikke kilometer verder gelegen parkeerplaatsen langs de Welkomstlaan) want onze bussen zijn nu echt te onbetrouwbaar geworden, deels door het nog groeiende aantal afgeschafte ritten, deels door het verlammende en verlamde autoverkeer in de buurt van het station. En tijdens de avondspits rijden er minder bussen dan overdag zodat je ook nog eens het risico loopt een uur tijd te verliezen. Maar vandaag gaat het allemaal vlotter dan verwacht en dus kunnen we nog mee met IC 3407. Die loopt tussen Halle en Brussel-Zuid 2 minuten vertraging op, maar onze overstap is nu zo ruim geworden dat we zelfs nog naar de Exki kunnen. IC 1507 vertrekt stipt uit Brussel-Zuid, maar heeft in Brussel-Centraal al 5 minuten vertraging. Er lijken weer veel groepen op pad - hoe zat dat ook alweer met dat gebrek aan lestijd én het te dure onderwijs? In Landen zal de vertraging gekrompen zijn tot 1 minuut, maar dan groeit die weer, tot 5 minuten. Uiteraard heb ik de flexbus gereserveerd met enige treinvertraging in het achterhoofd, maar de flexbuscentrale doet daar nog een flinke schep bovenop: we zullen worden opgepikt tussen 11:39 en 11:45, ruimschoots later dan in het voorziene halfuur gestructureerd geduld dat de flexbusreiziger wordt opgelegd. Sterker: op een bepaald moment krijgen we een melding dat we om 11:56 zullen worden opgepikt, en dan gaat het geleidelijk van kwaad naar erger: het is rond 12:15 als een flexbus op perron 13 aankomt. Het is een type dat we nog nooit eerder hadden gezien of gebruikt: hoge instap, lange bank waar plaats is voor 3 reizigers en dus geen tussengang, je wordt verondersteld zelf de deur te openen en weer dicht te doen… geef ons maar een goeie ouwe belbus zoals we die gewend waren. We komen bij de halte Sparrendal een uur later aan dan gepland, mogelijk heeft de drukke markt het aantal reserveringen zo opgedreven dat we daar de dupe van zijn geworden. De chauffeur weet trouwens niet waar hij ons moet afzetten, maar bij de ingang komt ons goed uit. We beginnen namelijk stilaan te vrezen dat we de terugrit te vroeg hebben gereserveerd. Eten al stappend en flink doorstappen zouden de zaak nog enigszins kunnen redden. Gelukkig is de wandeling ook onberispelijk bewegwijzerd en zelden moeilijk. Naarmate we vorderen, zien we dat we onze flexbus wel zullen halen. Tijdens de wandeling nog krijgen we een bericht dat de bus ons zal oppikken om 15:06. Want dat moet gezegd: je wordt als klant goed op de hoogte gehouden. Alleen is het niet duidelijk waar de flexbus ons zal oppikken. Een eindje voorbij de ingang ligt een bushalte en we besluiten dat het best is dat we daar postvatten. Het blijkt een oude belbushalte te zijn, langs de vreselijk drukke N75. Hoe een bus daar kan stoppen is een groot vraagteken, maar de grasberm is blijkbaar net breed genoeg om ons te laten instappen. Het is een belbus van de oude soort en dat verzoent ons met het idee van de flexbus. De stand is voorlopig 75% tevredenheid…
IC 1539 staat zoals verwacht ruim op tijd aan het perron. Van het eerste rijtuig (een M7 Bmx) is het volledige UIC-nummer verdwenen, van het NMBS-nummer zijn de contouren nog net zichtbaar. Zalig graffitiland, toch België? Het gaat eigenlijk vrij goed tot Leuven (+4) maar dan krijgen we opnieuw te maken met een toestand waarin NMBS en Infrabel zich lijken te verkneukelen omdat op die manier de gewone vertragingen weggemoffeld kunnen worden. Éen idiote spoorloper in Brussel-Zuid veroorzaakt een chaotische avondspits, het zal wel te lang geduurd hebben voor de fluwelen handschoenen gevonden en aangetrokken waren om dit stuk verdriet van de sporen te halen. (Het hele incident heeft 20 minuten geduurd, de vertragingen en afschaffingen zetten zich door tot ver na 18:00.) Wij staan stil in Schaarbeek, uiteindelijk komen we in Brussel-Noord aan met 16 minuten vertraging. En dan wordt het gokken wat eerst in Halle aankomt. S 1589 is nog niet in Schaarbeek geraakt en ziet zijn vertraging groeien maar we besluiten toch dat we de beste kansen hebben met deze trein. Uiteindelijk vertrekt hij in Brussel-Noord met 35 minuten vertraging, al blijft de tbg tot Halle volhouden dat we 28 minuten vertraging hebben als gevolg van spoorlopers. Misschien heeft hij 7 minuten van die 35 afgetrokken, de gewone vertraging van alledag. Vlot gaat het uiteraard niet: Centraal +41, Zuid +40, Halle +45. In Halle blijkt dat drie treinen uit Brussel bijna gelijktijdig aankomen. We hebben met onze S 1589 niet ons zo slecht gegokt. En dat we met de wagen zijn, verlost ons van een klein uur wachten op onze bus, als die al rijdt.
Conclusie van vandaag: de flexbus kan meevallen maar ook flink tegenvallen, als er te veel reserveringen tegelijk zijn. En die spoorlopers, tja, het verschijnsel is van alle tijden, alleen waren de gevolgen veelal verwaarloosbaar in een ver verleden. Maar in onze in sommige gevallen te paniekerige samenleving is het verschijnsel en de reactie daarop blijkbaar een blijver.
De treinlectuur. Carmen KORN, Zeitenwende. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Ontex luiers staakt. Het zit in de productnaam…
Uitgedrukt… Die zou je de communie geven zonder biechten. Hij ziet er erg onschuldig uit, maar vermoedelijk heeft hij wel wat op zijn kerfstok. (En voor wie niet meer weet wat communie en biechten betekenen: opzoeken!)
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Een wat miskende reeks grote lussen in de Gaume vind jehier. Dat er geen papieren versie is van deze wandelingen, zal er ongetwijfeld toe bijdragen dat alles een beetje op de achtergrond geraakt. En toch, we hebben nu al enkele tochten van La Lorraine Gaumaise achter de rug en de kwaliteit is vrij hoog. Dat kan ook moeilijk anders, in deze gaaf gebleven regio, helemaal in het zuiden van België. We volgden tot nog toe boucle 4 (La terre du milieu et ses légendes), vandaag van Buzenol tot Èthe en dat is iets van een 17 km. Het is een echte boswandeling, op het begin en de afdaling naar Èthe na, en het verbaast dan ook niet dat de TWQ 73% bedraagt. Het traject zorgt voor voldoende afwisseling en onderweg kom je zowaar enkele ruïnes tegen, o.a. van een hoogoven. Alomtegenwoordig zijn ook de beekjes en de ietwat grotere Ruisseau de la Neuve Forge, hoogoven, weet je wel.
Het weer. Vermoedelijk wisselend bewolkt: de bomen belemmeren het zicht op de hemel. Toch zonnig en aangenaam fris, met af en toe wat wind.
De stafkaarten. 71/1-2 Virton (2017). Deze kaartreeks kan op geen enkele manier tippen aan de vorige reeksen, zelfs niet aan die van 50 jaar geleden en meer. Er ontbreken te veel wegen om nog van een wandelkaart te spreken.
Hoe we er geraakten. Toen enkele maanden geleden op de site van de TEC de plannen voor de reorganisatie van het aanbod in de Gaume verscheen, was het toch wel even schrikken. Buzenol, dat nu nog enkele keren per dag bediend wordt door een variant van lijn 155b Virton - Marbehan, zou onbereikbaar worden, althans dat kon ik opmaken uit het kaartje, waar de informatie over de schooldiensten uiterst karig was. Vervoer op vraag zou er wel zijn, maar deze basisbereikbaarheid op zijn Waals, snoeit wel erg driftig in het aanbod: dat vervoer op vraag beperkt zich tot één verplaatsing heen en terug. Het al geplaatste haltebord spreekt in dit verband boekdelen.
En dus was het een beetje een race tegen de tijd, tegen het begin van de Waalse zomervakantie zou het doek vallen over een min of meer regelmatige bediening van Buzenol. Het wispelturige weer hielp al evenmin. Maar vandaag kon het nog: via Marbehan naar Buzenol reizen met een bus van lijn 155b. En eindpunt Èthe, een kilometer verwijderd van het te volgen traject, zal wel regelmatig bediend blijven. Uit Èthe ging de terugreis het snelst via Arlon, wat ons meteen de gelegenheid gaf lijn 162 nog eens in al haar glorie te gebruiken.
Een beetje geschiedenis. Èthe lag op de spoorlijn 155 Marbehan - Virton - Montmedy en was ook het eindpunt van een tramlijn Arlon - Èthe. Een lang leven was die laatste niet beschoren: ze werd geopend in 1892 en al gesloten in 1935. Je zou denken dat Èthe een ideaal aansluitingspunt tussen trein en tram was (ziekaartje - je kunt zelfs zien aan welke zijde van de weg de tram reed!), maar in werkelijkheid was de trambediening ondermaats en werd er op geen enkele manier rekening gehouden met aansluitingen, al heette de halte (met stelplaats) Èthe Staatsspoorweg. Oordeel zelf: uit Arlon arriveerden de trams om 8:40, 15:20 en 19:35. Naar Arlon kon je om 5:20 (op zondag!), 6:00 (niet op zondag), om 9:30 en 15:53. De treinen naar Marbehan bedienden Èthe om 5:00 (niet zondag), 6:44, 9:24, 12:29, 15:51, 18:05 (niet zondag), 19:45. Die naar Virton(-Saint-Mard) om 3:42, 7:17 (niet op zondag), 8:45, 11:54, 14:29, 18:54, 21:08 (niet op zondag), 22:58. Bij de opheffing van de tramdienst kwamen er bussen, net iets meer dan trams, maar van bruikbare aansluitingen was er evenmin sprake.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1555 (S Schaarbeek)
06:57 07:07
+4
08098 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Marbehan
2107 (IC Luxemburg)
07:33 10:09
stipt
1348 (FNND) - 11813 (FSD)
I11
controle: J
Marbehan - Buzenol
[155b] (Virton)
10:23 10:47
stipt
ab4908-23
Mercedes Citaro C2
Transports Penning
-
Èthe - Arlon
[19] (Arlon)
15:49 16:18
+2
ab4841
Solrais Urbino 12 Hybrid
Arlon (??)
Arlon - Brussel-Noord
2139 (IC BRussel-Zuid)
16:36 19:17
stipt
1347 (FNND) - 61037 (FBMZ)
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
3440 (IC Binche)
19:23 19:52
+4
803 (GCR)
mr75 (vierledig)
controle: J
En wat we beleefden. Onnodig te zeggen dat we vandaag liefst niet ergens zouden stranden, maar we moesten al zo vroeg op pad dat we toch niet al te veel reserve inbouwden. De 14 minuten overstap tussen trein en bus moesten maar volstaan. Lijn 162 is nog altijd op vele plaatsen een werf, zoals in Mont-Saint-Guibert, waar niet gewerkt wordt, maar wel een snelheidbeperking van kracht is, en op de enkelsporige baanvakken, zoals tussen Ciney en Haversin en tussen Jemelle en Hatrival. Toch stijgt de vertraging nergens boven de 2 minuten uit. Zoals altijd staan er bij het station van Marbehan een viertal bussen het vertrek af te wachten. Een wat oudere dame probeert vier keer te ontwaarden, tot de chauffeur het er op zijn heupen van krijgt. Ze stapt daar maar weer uit. De volgende bus gaat 3 uur later…
Voor de terugreis maken we gebruik van lijn 19, Virton (eigenlijk Saint-Mard) - Arlon. Het aantal reizigers ligt hier beduidend hoger dan in de bus van de heenreis. We zitten een tijdje achter een legertank aan, het station van Aarlen bereiken we 2 minuten later dan voorzien. Zowel haltelink als hyperrail geven voor de 2139 een samenstelling met I10/I11 aan; de voorziene samenstelling is nochtans M6. Die staan al te wachten op spoor 5, veel vroeger dan voorzien. En inderdaad, op spoor 4 komt een stel I11/I10-rijtuigen binnen, dat blijkbaar de rit uit Luxemburg tot Arlon verzorgd heeft. Er komt controle tussen Libramont en Rochefort-Jemelle en ook nog eens na Namur: 8 reizigers zitten in 1ste klas met een biljet 2de klas. Er is er zelfs één die we net voordien in de telefoon hebben horen zeggen dat ze zich in eerste klas gezet heeft: de chique madam uithangen maar er niet voor willen betalen. Ze is zogezegd op zoek naar een stopcontact: de tbg verwijst haar naar het platform. Als de tbg later nog eens langskomt, mag ze opnieuw op haar oude plaatsje plaatsnemen. Uit een ander telefoongesprek blijkt het om een Spaanse te gaan die uitstapt in Schuman. Zouden die Europeeërs zo slecht betaald worden dat ze ook nog grijs moeten reizen? Door de vertraging van IC 3440 hoeven we niet te lang te wachten, anders zou het S 3690 geworden zijn. IC 3440 is al met 11 minuten vertraging vertrokken en is blijkbaar net op tijd voorbij Eppegem geraakt, waar spoorlopers het verkeer nog maar eens stilleggen. Overigens twijfelen we nog even of we toch niet de S-trein zouden nemen, maar die is dan weer opgehouden in Schaarbeek. In Brussel-Zuid zal de 3440 met 9 minuten vertraging vertrekken, maar de geïnjecteerde minuten n.a.v. de werken tussen Zuid en Halle, die blijkbaar ongeveer achter de rug zijn, laten toe de vertraging bij aankomst in Halle tot 4 minuten te beperken. En nog dit: graffiti en het ruimen ervan hebben de gele streep boven de eersteklasafdeling van stel 803 volledig onzichtbaar gemaakt. Geen wonder dat ook hier reizigers verkeerd zitten, al is dat op deze verbinding schering en inslag.
De treinlectuur. Carmen KORN, Zeitenwende. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Als vegetariërs en consorten weigeren vlees te eten, mogen ze dan wel nog planten eten? Dat zijn toch ook levende organismen? En zo zal het mensdom verdwijnen door versterving en verhongering, wat dan weer een oplossing is voor de milieuproblematiek…
Uitgedrukt… Ne pei me' nen 'oed, es veu alles goed. Een vent met een hoed, is voor alles goed.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. In 2022 verscheen een lijvige, vernieuwde topogids van GR 128, de Vlaanderenroute. Die doet haar naam in twee opzichten alle eer aan: ze loopt inderdaad van west naar oost door Vlaanderen, van Heuvelland tot Voeren, en ze is een typische Vlaamse GR: echt heel mooie stukjes worden afgewisseld met lange deeltrajecten door recente en minder recente verkavelingen en dat is nu niet meteen wat je van een GR verwacht. We kwamen met onze beoordeling dan ook niet verder dan 13/20 en zelfs dat mag een gevleide quotering genoemd worden voor deze 18 km lange tocht tussen Deinze en Sint-Martens-Latem. Het is een tocht van kunstenaarsdorp naar kunstenaarsdorp (ziekaartje) en het zijn zeker niet de dorpskernen die tegenvallen. De TWQ bedraagt 41%, stuk voor stuk erg aangename veld- en voetwegen, op het soort jaagpad langs de Leie net buiten Deinze na: de platanen aan beide zijden moesten wedijveren met de veel te brede betonweg. En dat was echt niet het laatste beton…
Naar verluidt zou het afsnijden van een Leie-arm hier een winst van 3 km hebben opgeleverd. Hoeveel wateroverlast dit tegenwoordig veroorzaakt, is minder bekend.
Maaigem, maar maai mei niet en dus kan het fluitenkruid hier welig tieren, gelukkig…
Het weer. Onverwacht goed wandelweer, weliswaar zwaar, maar mooi bewolkt, bij een aangename temperatuur net onder de 20°.
Hoe we er geraakten. De heenreis was gemakkelijk: één overstap in Brussel-Zuid op de IC naar Kortrijk via Gent. Voor de terugreis moesten we een beroep doen op buslijn 34 Wetteren - Gent - De Pinte en sinds de invoering van de basisbereikbaarheid rijdt die alleen tijdens de spits. Een overstap in De Pinte leek ons aangewezen, al loopt het met de stiptheid van de bussen van De Lijn "stilaan" de spuigaten uit. Zie verder.
Een beetje geschiedenis. Eerst dit: dit is geen wetenschappelijke studie, eerder een oprisping nadat ik vandaag voor het eerst echt ervaren heb wat de basisbereikbaarheid voor bepaalde dorpen betekent. Om echte geschiedenis te schrijven zou ik om te beginnen al moeten verantwoorden waarom ik bepaald de 3 besproken jaren heb geselecteerd. En verder zou ik echt wel grondiger op de eigenlijke dienstregelingen moeten ingaan. Tegenwoordig is dat een hele klus, want anders dan de TEC is het onmogelijk om bij De Lijn dienstregelingen voor alle perioden en alle dagen van de week in één keer te downloaden. En nog: ik beperk me tot de halte Palepelstraat omdat die ons vandaag interesseert.
Komaan dus. In 1981 reed er een bus van Gent naar Deinze: lijn 254, oorspronkelijk een aanvullende buslijn van de NMBS. In de handen van de NMVB veranderde er weinig: het centrum van Sint-Martens-Latem werd niet aangedaan, de bus bleef op de hoofdweg (de N43), een soort basisbereikbaarheid avant la lettre. De dichtstbijzijnde halte ligt op een goeie kilometer van het dorp. Op weekdagen is er een uurdienst tijdens de spits, op alle andere momenten is er een twee-uurdienst.
Met de basismobiliteit verbetert de bediening grondig: de halte Palepelstraat wordt nu bediend door de lijnen 34, 35 en 36. Op de hoofdweg rijdt lijn 77. Door combinatie van de lijnen 34 en 35 ontstaat een halfuurdienst met Gent. Het eindpunt van deze lijnen is trouwens… Sint-Martens-Latem (Hoge Kouter).
En nu is er de basisbereikbaarheid. Lijn 34 is dan wel in naam gebleven, maar voor Sint-Martens-Latem blijft er alleen een spitsbediening over, met De Pinte. Uiteraard is er niets meer tijdens de daluren en tijdens de weekends. Lijn 77 blijft op de N34 rijden, maar alleen van maandag tot zaterdag.
Voor al die momenten buiten de bediening door lijn 34 is er een flexbus.
Wie in de regio woont, wordt hartelijk uitgenodigd om aan te vullen waar nodig.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1557 (S FSR)
08:57 09:07
stipt
08070 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Deinze
0430 (IC LK)
09:36 10:21
+6
1846 (FSD) - 61069 (LK)
M6
controle: N
-
Sint-Martens-Latem - De Pinte
[34]
16:18 16:30
+17
ab2068
VDL Bus&Coach Citea SLE
Destelbergen
De Pinte - Brussel-Zuid
0416 [IC GWK)
16:44 17:24
+10
1831 (FSD) - 61074 (LK°
M6
controle: J
Brussel-Zuid - halle
3239 (IC LK)
17:47 17:59
+4
76092 (FML) - 73124 (FML)
M7
controle: N
En wat we beleefden.
Het begint al in Halle: we willen IC 3207 nemen, maar dat is zonder een gestoorde overweg in de buurt van Leuze gerekend: de eerst nog stipte trein heeft plots een dik kwartier vertraging. We beslissen dan maar S 1557 te nemen en die rijdt op tijd, zodat we voor de rit naar Brussel-Zuid nog twee digitale lijntjes op de KeyCard moeten invullen. Zo jaagt de NMBS de reizigers die te goeder trouw zijn nu al op extra kosten. (Overigens is de gestoorde overweg op lijn 94 maar een peulschil in vergelijking met de complete ontregeling van lijn 124, waar een wissel nukken vertoont…) S 1557 is nog wat drukker dan gewoonlijk, want voor de tweede keer op enkele dagen tijd is IC 1907 afgeschaft - die 1557 heeft dus ongetwijfeld wat extra reizigers opgepikt in Edingen. Achteraf blijkt dat we met de 3207 nog net de aansluiting gehaald zouden hebben. IC 430 zou op tijd kunnen vertrekken, ware het niet dat er plots een groep opduikt van zo een 80 jongelui, die nu allemaal door één deur moeten instappen: +3 is het verdict. Het is blijkbaar weer volop tijd voor sportdagen en schooluitstappen. Bovenop de 3 minuten komen er nog 4, want Gent-Sint-Pieters binnenrijden lijkt ook geen sinecure. Uiteindelijk zullen we in Deinze aankomen met 6 minuten vertraging.
De bushalte van de terugreis heet wat vreemd Palepelstraat. We opteren eerst voor een verbinding via De Pinte (om 16:18), maar die bus maakt een kwartier vertraging in Gent en daar gaat blijkbaar geen minuut meer af. Met 14 minuten overstaptijd ziet het er niet goed uit en dus schakelen we over op plan B via Gent. Die bus zou moeten vertrekken om 16:13 en uiteraard hebben we in Gent meer mogelijkheden om naar Brussel te sporen. Maar daar denkt De Lijn anders over: ook hier kan een bus afgeschaft worden, zonder melding, al is het zo dat de bus geen gps-gegevens heeft, wat altijd verdacht is. Wij schakelen dus opnieuw over op plan A en dat is meer dan wat die 2 andere wachtende reizigers kunnen doen. Onze bus naar De Pinte haalt uiteindelijk met 17 minuten vertraging de halte De Pinte Station Florastraat vanwaar het nog een minuut of drie stappen is tot aan het perron 4. En dan, héhé, lacht het lot ons toe. IC 416 is dan wel ongeveer op tijd in Kortrijk vertrokken, maar heeft ondertussen 8 minuten vertraging opgelopen, zodat we toch nog zoals voorzien overstapvrij naar Brussel kunnen. Dat de trein uiteindelijk zelfs met 10 minuten vertraging in Brussel-Zuid aankomt, wordt ruimschoots gecompenseerd door de gehaalde aansluiting in De Pinte. Blijft nog het ritje met IC 3239: sinds deze week rijden alle treinen opnieuw tussen Brussel en Halle, maar nu krijgen de treinen richting Halle extra minuten toebedeeld: er wordt nog altijd gewerkt aan een volledige spoorvernieuwing. We zitten nog even achter S 3688 die onverwacht met 10 minuten vertraging opgescheept geraakt is in Vorst-Zuid. We gaan hem op tegenspoor voorbij. Eindbilan: 4 minuten bij aankomst in Halle.
Ik heb in deze tekst 7 keer het woord vertraging gebruikt… Verder geen commentaar, ik heb het er echt niet om gedaan.
De treinlectuur.
A.F.Th. van der HEIJDEN, Stemvorken. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Bij De Lijn zijn er meer afgeschafte dan elektrische bussen…
Uitgedrukt… Zjamaar geivn…stevig doorwerken, zich haasten. Geivn is uiteraard geven, maar waar die zjamaar vandaan komt? Zj moet je hier trouwens uitspreken als in Judge, de eerste j.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnen en een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Sinds we zo een 50 jaar geleden begonnen met het stappen van GR-routes is het GR-net zo uitgebreid dat het allengs onoverzichtelijk is geworden. Dat verklaart waarom we vandaag op onze 11.3 km lange tocht langs de GR 563 Herve, van Dalhem naar Saive, onafgebroken ook op de GR 5 hebben gestapt. En dat alles ten overvloede bewegwijzerd met telkens wit-rode en geel-rode merktekens. Niet dat het ons verveelde, hoor. De TWQ bedroeg 56%, niet onaardig, en vooral de voortdurende afwisseling tussen verhard en autovrij, maakte dat het een aangename wandeling werd, langs dorpjes als Feneur en Saint-Rémy, met blijkbaar alomtegenwoordige beken die zich naar de Maas haasten en vooral door het erg mooie Domaine de la Julienne; die Julienne is trouwens een van de genoemde beekjes. En we kwamen ook bij de tragische tramtunnel van Dalhem, die het enthousiasme van de treintrambusdag van 1997 serieus drukte. Ik heb me trouwens verbaasd over de hellingsgraad waar de stoomlocs tegenop moesten; geen wonder dat de naar beneden razende tramrijtuigen ontspoorden. Hetkaartjebijhorend gpx-bestand.
Het weer. Echt schitterend wandelweer, bij een zeer aangename 20° en met nauwelijks wolken.
De stafkaarten. 42/3-4 Herve (2019)
Hoe we er geraakten. Dalhem ligt tussen Visé en Liège en wordt bediend door lijn 67 die beide steden met elkaar verbindt. We kozen voor een overstap in Visé: zo konden we een overstap van buslijn 140 op buslijn 67 in Jupille alvast voor de heenreis vermijden én het alternatief daarvoor: naar de Place Léopold sporen (in de buurt van Liège-Saint-Lambert).
Een beetje geschiedenis. Ik heb het eerder al gehad over buslijn 67 (zie bijdragen van 15.02.2023 en 10.08.2023 ) en ik wil vandaag volstaan met foto's van een monument en van een van de zeldzame tramtunnels in ons land. Vergelijk de pracht en praal van toen met de toestand van De Lijn vandaag.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3207 (IC FSN)
09:02 09:14
+2
76051 (FML) - 73072 (FML)
M7
controle: N
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins
0508 (IC REP)
09:55 10:59
stipt
1850 (FSD) - 73007 (FSD)
M7
controle: J
Liège-Guillemins - Visé
16833 (S MT)
11:08 11:25
stipt
302 (NK)
mr80 - Break
controle: J
Visé - Dalhem
[67] (Liège)
11:51 12:07
stipt
ab5667
Solaris Urbino 12 Hybrid
Robermont
-
Saive - Jupille
[67] (Liège)
15:32 15:50
+5
ab5661
Solaris Urbino 12 Hybrid
Robermont
Jupille - Liège
[140] (Liège)
16:22 16:42
stipt
ab5003-08
Mercedes Citaro LE
Leonard Travel
Liège-Guillemins - Brussel-Noord
0539 (IC FSD)
17:01 17:49
stipt
1820 (FSD) - 73031 (FSD)
M7
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1939 (IC FTY)
18:01 18:25
+1
1869 (NK) - 61032 (FBMZ)
M6
controle: N
En wat we beleefden. Bijna waren we in de 9-uurval van het seniorenbiljet getrapt: we konden nog gemakkelijk mee met de IC van 8:57, maar mijn vrouw dacht er nog net op tijd aan dat we dat niet mochten met ons seniorenbiljet. En dus werd het toch de IC van 9:02, die gelukkig niet overvol zat - het was nu eenmaal een brugdag, ook al was de vorige IC afgeschaft. We hadden ons trouwens op een erg ruime overstap in Brussel-Zuid voorzien en zo konden we nog even meegenieten van de manier waarop de NMBS treinreizigers tegenwoordig onthaalt: de IC naar Blankenberge rijdt met 5 i.p.v. 11 rijtuigen, de IC naar Luxemburg is beperkt tot Ciney en die naar Turnhout tot Lier. Die vertrekt trouwens ook al uit Brussel-Zuid i.p.v. Binche en dat is de reden waarom wij zo ontiegelijk vroeg uit Halle vertrekken. De rit naar Liège-Guillemins verloopt wel zonder ergernissen, maar de S naar Visé is wat anders. In de eersteklasafdeling van de break gok ik dat 17 reizigers niet in eerste klas thuishoren. En ja hoor, meteen na vertrek komt de tbg: drie grieten moeten verhuizen en meteen volgt er een formidabele leegloop van de eersteklasafdeling. We blijven nog met 4 over, en eerlijk, het waren er maar 16 i.p.v. 17. Twee jongelui proberen er zich uit te praten, hoewel ik zelf even voordien nog gehoord had dat ze tweedeklasplaatsen hadden. De tbg wijst er hen laconiek op dat je maar even moet rondkijken om driemaal het cijfer 1 te zien. Hij voegt er nog aan toe dat dat in tweede klas een twee is… Maar kom, de rest van de rit verloopt zonder verdere ergernis en eerlijk gezegd: ik kan tbg's soms ongenadig schoffelen, maar voor deze neem ik mijn petje af. Overigens doe ik niet mee aan die belachelijke mode van senioren die petjes dragen…
In Visé, waar naar verluidt plannen bestaan om het station opnieuw in te planten op de site waar het lang geleden lag, hebben we ook al veel tijd. De Pam-Pam, waar Peumans nog eens op zijn gezicht kreeg, lijkt definitief gesloten. Geen koffie dus. De bus van lijn 67 staat aan de halte Visé Place des Déportés van een zalige rust te genieten. Maar de bus vertrekt stipt en komt ook precies op tijd aan bij de halte Dalhem Château. De GR passeert vlakbij.
Uit Saive nemen we een bus van dezelfde lijn 67 en die zit aardig vol. Het is zo een bus die duidelijk zo veel mogelijk reizigers staande moet vervoeren, weinig geschikt voor wat grotendeels een plattelandslijn is. Toch vinden we allebei nog een plaatsje: ik zit naast een knaapje op zo een anderhalve zitplaats maar hij is vanzelf smal en zelf ben ik ook niet uitgebouwd in de breedte. Zijn moeder is ongetwijfeld lek: al dat metaal dat gaatjes heeft gemaakt tot in haar lippen toe en de prikken van de tatoeages doen het ergste vermoeden. Bescheiden als ik ben kan ik niet opmaken wat de zwarte tekeningen allemaal moeten uitbeelden. En dan vergis ik me: op de website is voor lijn 67 een omleiding voorzien in Jupille, maar vermoedelijk heb ik de loop van de busrit te vroeg afgedrukt, want van omleiding is er geen sprake meer. (Dat was vanmorgen ook al het geval in Visé.) En dan sla ik aan het improviseren: wist ik veel dat de halte Jemeppe Demeuse een eindje uit elkaar liggen voor de lijnen 67 en 140. Die laatste moet ons naar de Guillemins brengen. Maar we zouden de krappe aansluiting van 2 (twee!) minuten toch niet gehaald hebben. Ook de bus van lijn 140 zit goed vol. Ook nu moet ik weer naast een jongetje plaats nemen, gebruik makend van de schaarse overblijvende zitplaatsen. De bus komt wel op tijd aan.
IC 539 moet ook enkele jeugdgroepen meenemen en dat is blijkbaar genoeg voor 2 tieners om in eerste te komen zitten. Ik spreek er hen op aan, al had ik de avond voordien van Pedro Elias in Amai zeg wauw gehoord dat enkele keren diep in - en uitademen in zo een geval voor innerlijke rust kan zorgen. Ze beweren dat er nergens nog plaats is in tweede klas maar ik weet wel beter; vooraan waren de eerste vier rijtuigen zo goed als leeg en de ervaring wil dat ook de achterste rijtuigen nog veel plaatsen bieden. Ze willen wel weten waarom ik vraag of ze weten dat ze in eerste klas zitten en ik zeg dat ik een sterk vermoeden heb. (Spijtig genoeg ben ik zo een geval weinig alert, want eigenlijk hadden ze al meteen toegegeven dat ze in tweede gezocht hadden.) Ik had geen zin om verder te discussiëren en dat was ook niet nodig, want minder dan een minuut later verscheen de tbg en het duo kraste meteen op, niet zonder een venijnige blik in mijn richting. Overigens krijg ik een complimentje van de tbg omdat ik zo handig omspring met mijn biljetten in de NMBS-app. Achteraf bekeken is dat een vals compliment, want je denkt er zo bij: voor jouw leeftijd. Maar ik ben al blij als ik een controlerende tbg zie. Een kinderhand is gauw gevuld, al is dat foute beeldspraak in mijn geval. Ook deze trein blijft stipt rijden. En ook de aansluitende IC 1939 zal ons bijna op tijd naar Halle brengen. We zitten in rijtuig 61032, met littera FHS (Hasselt) maar dat verwonderde me wel sterk: de rest van de trein bestond gewoon uit rijtuigen van FBMZ (Brussel-Zuid) en die 61032 zal dus wel overgekomen zijn van Hasselt nu de M7 daar meer en meer hun opwachting maken.
De treinlectuur. A.F.Th. van der Heijden, Stemvorken. Charles Dickens, Onze wederzijdse vriend.
Beide boeken wegen samen 2.241 kg, maar voor je het weet sta je ergens een paar uur stil… En er zjn er ook die hun rugzak bij wijze van extra last vullen met stenen, als training…
Vroeger lachten we met Brusselaars als die à l'improviste en en stoemelings van het Nederlands naar het Frans changeerden. En dus vind ik dat we nu ook maar moeten lachen met al die Nederlandstaligen die te pas en te onpas hun talige onkunde etaleren door hun zinnen te doorspekken met al dan niet correct Engels.
Uitgedrukt… Dat bijt in zijn been… (Da batj in zen bien): dat kan hij niet verdragen, daar heeft hij het moeilijk mee. (Met dank aan Frans Peetrmans zaliger, auteur van Gooikse woordenboeken en verhalenbundels.)
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Trouw aan onze traditie om het lot te laten beslissen over onze bestemmingen - telkens voor een jaar, met een jaarprogramma, dus - en om langeafstandspaden systematisch af te werken, stappen we vandaag langs de GR van Waas- en Reynaertland van Nieuwkerken-Waas naar Melsele. Dat is een tamelijk vlakke tocht van 15.6 km, met de ingrediënten van een Vlaamse GR, waaraan we stilaan gewend zijn geraakt: je loopt af en toe door sprookjesachtig mooie bossen en velden en als het kan langs goed onderhouden kastelen en hoeven, maar vroeg of laat moet je toch weer door woonwijken waarmee men het grondgebied van steden en gemeenten stelselmatig heeft uitgebreid. Het zijn niet eens de echte gemeentekernen die lelijk uitvallen, maar vooral al die woonwijken waar de hard werkende Vlaming een onderkomen heeft gevonden. En dat is ironie. De TWQ bedraagt 47%, met enkele echt mooie veld- en boswegen, maar als geheel valt dit stukje GR toch wat slapjes uit, al is het onmiskenbaar zo dat de ontwerpers hun uiterste best hebben gedaan om voor afwisseling te zorgen. Defoto'smogen aantonen dat het lang niet allemaal kommer en kwel was. Interessante punten waren bijvoorbeeld het fort van Haasdonk, het Hof ter Saksen, het Hof ter Welle en het Kasteel Cortewalle.
Het Kasteel Cortewalle.
De prachtige dreef van rode beuken die naar het Hof ter Saksen leidt.
Ophet kaartjekun je zien hoe ideaal deze GR zich rond spoorlijn 59 kronkelt. Ze zou dus niet misstaan alsGroene Halte.
Het weer. Een mooie lentedag (24°) met weinig of geen bewolking maar wel een bijna voortdurend gesluierde zon door de hoge luchtvochtigheid.
De stafkaarten. 15/1-2 Beveren (2018) - 15/5-6 Sint-Niklaas (2018)
Hoe we er geraakten. Eén mei is nog altijd een feestdag en dus is het aanbod beperkt, zeker tussen Halle en Brussel, waar het Infrabel heeft behaagd om het treinaanbod drastisch te beperken: het aantal IC's is gehalveerd, van de 3 S-treinen blijkt er maar één meer over. We moeten het dus stellen met 1 IC en 1 S-trein, aangevuld met 2 bussen van de NMBS naar Brussel-Zuid. Dat zou vandaag niet al te veel invloed mogen hebben: die ene IC geeft een prima aansluiting met de IC naar Antwerpen-Centraal en in Berchem kunnen we dan weer vlot overstappen op de S-trein naar Gent-Sint-Pieters. Voor de terugreis hebben we het omgekeerde scenario uitgedacht.
Een beetje geschiedenis. Op 16 augustus 1981 stapten we in Melsele het Schaliënhuispad. En uiteraard gingen we daar ook met de trein naartoe. Hedendaagse treinen vind je als je hierboven op foto's klikt, maar ik liet me in 1981 ook niet onbetuigd als treinfotograaf.
Ms 698 als 3905 Antwerpen-Centraal - Kortrijk in Melsele.
Ms 635 als 8862 Antwerpen-Centraal - Sint-Niklaas in Melsele.
Ms 508 als 3912 Kortrijk - Antwerpen-Centraal lijn 59 kp 10.7.
Ms 810 als 1765 Roosendaal - Oostende lijn 59 kp 12.9
En ik kan het me ook niet laten om onze verplaatsing uit die tijd even op te roepen.
Halle - Brussel-Zuid
2411
11:18 11:30
stipt
265 (NK)
Brussel-Zuid - Antwerpen-Berchem
0610
11:39 12:14
stipt
024 (FSR)
Antwerpen-Berchem - Melsele
8862
12:17 12:32
stipt
635 (MKM)
-
Melsele - Antwerpen-Berchem
8815
16:06 16:20
stipt
768 (FSR)
Antwerpen-Berchem - Brussel-Noord
5566
16:26 17:11
stipt
834 (FSR)
Brussel-Noord - Halle
2717
17:22 17:41
stipt
5129 (FTY) - 43288 (FSR)
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1907
08:37 08:48
+1
1907 (NK) - 61060 (FCL)
M6
controle: N
Brussel-Zuid - Antwerpen-Berchem
3108
08:59 09:46
stipt
08587 (GCR)
mr08 - Desiro
controle: J
Antwerpen-Berchem - Nieuwkerken-Waas
0681
10:00 10:22
stipt
08153 (FML)
mr08 - Desiro
controle: J
-
Melsele - Antwerpen-Berchem
0664
15:46 16:00
+7
360 (FSD)
mr80 - Break
controle: N
Antwerpen-Berchem - Mechelen
3137
16:14 16:30
+18
1912 (NK) - 61038 (FCL)
M6
controle: N
Mechelen - Halle
3388
17:05 18:15
stipt
08203 (FSR)
mr08 - Desiro
controle: J
En wat we beleefden. Het wordt een vlotte heenreis, al is het al desiro wat de klok slaat. Het gebeurt niet zo vaak dat we overal stipt aankomen en vertrekken - op dat ene minuutje tussen Halle en Brussel na. En voorbij Melsele hebben we nog een aangename babbel met een treinbegeleidster die duidelijk niet tegen haar zin werkt - én haar job doet.
De terugreis ziet er wat anders uit: het regent storingen (ik tel er acht in totaal op Hyperrail) en als er één opgelost raakt lijken er 2 andere in de plaats te komen. We zuchten vandaag dan ook onder tropische temperaturen… Wij zullen alvast de volle laag krijgen: de S-trein pikt ons nog op tijd op in Melsele, maar net voor Antwerpen-Berchem staan we 7 minuten stil, door een treinstoring die het aantal sporen in Berchem beperkt. Met die 7 minuten is er voor ons nog geen probleem, maar er zijn ook problemen op lijn 25: de IC zal niet stoppen in Mortsel-Oude-God maar in Mortsel-Liersesteenweg, m.a.w. we krijgen wat sightseeing langs lijn 27 aangeboden en dat helemaal gratis. IC 3137 vertrekt evenwel met 11 minuten vertraging: dat waren er eerst 5, dan 7 en uiteindelijk dus 11, want een Eurostar moet eerst door. En dan kan de vertraging alleen maar groeien: Liersesteenweg +15, Mechelen-Nekkerspoel +19. Dat we één minuutje winnen in Mechelen doet niet meer ter zake: de aansluiting met die ene IC in Brussel-Noord zullen we mogen vergeten. En om één van de NMBS-bussen te nemen hebben we geen zin, zoals al die andere reizigers die om die reden afhaken. Wel een oplossing kan een overstap in Mechelen bieden, op S 3388, die via lijn 26 naar Halle rijdt. In kilometers is dat niet eens een grote omweg, wel in tijd. De tbg geeft onze digitale biljetten een digitale knip zonder verpinken, maar komt wat later toch terug voor een babbel, want hij vindt dat we wel erg lang onderweg zullen zijn naar Halle. Ik leg hem uit hoe we op lijn 26 terechtkomen. Terloops geef ik ook nog even mee dat ik ooit een fervent treinreiziger ben geweest, maar dat dat de laatste jaren wel erg veranderd is. Hij zegt dat hij me begrijpt. Uiteindelijk komen we i.p.v. om 17:23 in Halle aan om 18:15. Mijn vertrouwen in het OV kan niet meer stuk: het is allang stuk…
De treinlectuur. James BALDWIN, Tell me how long the train's been gone Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Ik geef het toe, ik volg Thuis, ook nu de soap evolueert naar een nog te definiëren genre. Wat opvalt: in de begingeneriek zijn de koppels zo goed als verdwenen. Tja, wat Thuis lijkt te propageren is blijkbaar een erg toxische levensstijl die vaak tot veel ellende leidt…
Uitgedrukt… Zê meutn es oaveregt gekommen. Vertaald: zijn (mannelijk) kalf is averechts gekomen, m.a.w. het is allemaal anders gelopen dan hij gehoopt/verwacht had.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Uit 1996 moet ze dateren, deze Carte des promenades de Verviers et environs. We stapten wandeling 12 Vervierfontaine - Louveterie - Vervierfontaine, een lus van iets meer dan 7 km, met een TWQ van 58%. Ze scoorde dan ook hoog in onze ogen: 17.5/20, dankzij erg mooie bostrajecten, met o.m. een tocht door de vallei van de Ruisseau de Borchène. We kwamen ook langs een merkwaardige boom, al kan ik niet garanderen dat die er over enkele jaren nog staat: de Clawé Fawe, een zogenaamde spijkerboom, waar voorwerpen in genageld worden in een soort heidens offermoment. Van die Louveterie moet je niet te veel verwachten: het kasteeltje staat te ver om voor deze wandeling van betekenis te zijn. En op dekaart lezen we Vervierfontaine, maar ik heb de indruk dat Vervifontaine vaker voorkomt. En mocht je Vervifontaine op internet zoeken: zowat alle hits verwijzen naar een brouwerij die hier al een tijdje uit de running is, maar het bier lijkt hier en daar nog te koop…
Het weer. Licht tot half bewolkt, met mooie cumuluswolken, die deden wat je ervan kunt verwachten: de eentonigheid van het eindeloze blauw doorbreken. Wel enigszins fris.
De stafkaarten. 43/5-6 Limbourg (2019)
Hoe we er geraakten. Het gehucht Vervifontaine (enkele huizen, niet meer) wordt enkele keren per dag bediend door lijn 390 Verviers - Rocherath, aangevuld met schaarse ritten van lijn 393. Met de rit van 9:45 uit Verviers konden we min of meer hopen dat we rond de middag al terugkonden, zonder al te veel wachttijd.
Een beetje geschiedenis. Buslijn 390 staat vrij regelmatig op ons programma, dat nu onderhand toch een periode van 50 jaar bestrijkt. Ik had het er eerder al over ineen bijdrage van september 2023, toen we het hele traject Verviers - Rocherath aflegden en zelfs toen verwees ik al naar nog vroegere bijdragen over deze buslijn. Allen daarheen!
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3406
07:21 07:32
+3
1895 (NK) - 61050 (FCL)
M6
controle: N
Brussel-Zuid - Verviers-Central
0506
07:55 09:21
stipt
1852 (FSD) - 73025 (FSD)
M7
controle: J
Verviers - Jalhay
[390]
09:45 09:58
+6
ab5010-42
Mercedes Citaro LE
Satracom
-
Jalhay - Verviers
[390]
11:58 12:12
+3
ab5010-42
Mercedes Citaro LE
Satracom
Verviers-Central - Brussel-Noord
0535
12:38 13:49
stipt
1806 (FSD) - 73017 (FSD)
M7
controle: J
Brussel-Noord - Halle
3784
13:52 14:20
stipt
08166 (FSR)
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. Het wordt misschien wat eentonig, maar veel valt er niet te melden. We zijn gelukkig vroeg genoeg om de 3406 te nemen, waar comfortabel veel plaats op is; dat zit anders met de 1706, vandaag nog maar eens met 4 rijtuigen i.p.v. 10. Ook over de rit met de 506 valt weinig te melden, behalve dat het rijtuigenstel op een of andere manier gedraaid is: de M7-rijtuigen hangen vooraan i.p.v. achteraan. Er wordt wel correct meegedeeld dat de eersteklasplaatsen zich in vierde, vijfde en zesde positie bevinden. Op wat vertraging in de NZV na, verloopt de rit merkwaardig stipt.
Als je rond 9:30 een tiental wandelaars ziet samentroepen bij de bushalte Verviers Gare Centralekun je er donder op zeggen dat die naar de Venen trekken, met de 390. Onderweg groeit het groepje trouwens nog aan. Wij zijn de vreemde eenden in de bijt die niet naar de Venen moeten, maar uitstappen bij de halte Vervifontaine, echt in het midden van nergens, je moet het maar eens opzoeken op StreetView. Voor de terugrit hebben we trouwens dezelfde bus en dezelfde chauffeur, die vindt dat we snel terug zijn. En toch hebben we er een schitterende wandeling op zitten. Deze bus zit trouwens niet vol met wandelaars, maar met een gewoon buspubliek: 20 reizigers die waarschijnlijk allemaal een betere frequentie willen voor deze buslijn. Vermoedelijk komt die er nog wel, maar ik vrees dat dit ten koste zal gaan van de verbinding met Rocherath. De TEC heeft zo een eigen versie van de basisbereikbaarheid…
We hebben tijd voor een koffie in de Coffee Beanz die de plaats hebben ingenomen van het buffet en nog enkele andere zaken later. De koffie en de omgeving smaken!
De treinreis terug is zo mogelijk nog probleemlozer dan de heenreis. Wel eigenaardig: vanmorgen maakte ik 2 ritten aan op een RailPass en uiteraard moest ik er 2 nieuwe activeren voor de terugreis. De app slaagt er niet in die op een logische manier te plaatsen: de ritten Verviers - Halle komen op positie 1 en 4 terecht. Je moet dus niet te snel panikeren als je hiermee geconfronteerd wordt. De S-trein naar Halle slaat de stop in Buizingen over: dat is zo voorzien in het kader van de grootscheepse werken tussen Halle en Brussel. Waarom dit zo nodig moet? Iemand zal het wel weten…
De treinlectuur. Joël DICKER, La Vérité sur l'Affaire Harry Quebert. Een Zwitser die in het Frans schrijft over 2 Amerikaanse schrijvers, van wie één verwikkeld raakt in een onfrisse zaak. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Politici kennen echt geen schaamte meer…
Uitgedrukt… De varkens hebben stro in hun bakkes. Gezegd als je iemand ziet met een dikke sigaar…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. De naam Geminiacum gaat terug tot Livius: het was een knooppunt op de heerbaan Bavai - Keulen. Wij stappen vandaag geïnspireerd door een moeilijk te lezen wandelkaart die ik ooit op internet vond in Pont-à-Celles. We volgen het verlengde circuit 14, waar ter plekke niets van terug te vinden is. Vermoedelijk was de kaart een eerste poging om het gebied voor wandelaars te ontsluiten en is men later opnieuw van nul begonnen, want hier en daar zijn er verwijzingen naar wandelpaden die niet op de internetkaart voorkomen. Maar wees gerust,met dit kaartjekom je nergens in de problemen. We stapten iets meer dan 10 km, voor 28% over onverharde veld- en voetwegen. Ook de verharde wegen lopen trouwens veelal door een landbouwlandschap met mooie vergezichten, langs soms indrukwekkende hoeven. We quoteerden 15.5/20, wat er toch op wijst dat dit een waardevolle trofee is aan onze wandelkroon.
Het weer. We waagden het er maar op, want op enkele buitjes na zou het droog moeten blijven. Toen we net voor we uitstapten nog even de buienradar bekeken, was het toch wel even schrikken: er leek regen op te stomen richting Henegouwen en inderdaad, na een tijdje kregen we een horizon met vele tinten grijs. Toch bleef het droog tot het einde en met een temperatuur die geleidelijk boven de 20° zou stijgen, leek het wel een echte lentedag te zijn.
De stafkaarten. 46/3-4 Pont-à-Celles (2020)
Hoe we er geraakten. We konden kiezen tussen een verbinding met 1 of 2 overstappen. Twee overstappen waren nodig als we via Brussel en Luttre zouden reizen, maar de verbinding met 1 overstap was toch de aantrekkelijkste, al was het maar omdat we op die manier over de door ons lang niet meer gebruikte lijn 117 konden sporen.
Een beetje geschiedenis. Oudere lezers herinneren zich ongetwijfeld het station Luttre-Pont-à-Celles op lijn 124 Brussel-Charleroi, dat ondertussen al vele jaren gewoon Luttre heet. De huidige halte heette toen Pont-à-Celles-Nord. Het is vermoedelijk de N die terugkomt in de telegrafische afkorting FPN. Als je op de spoorwegconstellatie voortgaat, zou je kunnen denken dat Luttre de centrumgemeente is, maar eigenlijk is Luttre niet meer dan een deelgemeente van Pont-à-Celles. Ik heb me nog eens beziggehouden met een soort facsimile van de dienstregeling in 1974, maar ik heb het deze keer iets handiger aangepakt. Als je de link onderaan aanklikt zou je de dienstregeling in een leesbare vorm moeten terugvinden. Zoals je merkt, hadden de treinen in de richting Luttre allemaal dat station als eindpunt, in de andere richting reden de treinen veelal naar Braine-le-Comte of Mons. De opmerkelijkste trein was de 9801 van 7:20 die om 5:07 vertrok in Tournai en onderweg alle halten en stations bediende, behalve Vaulx en Boussu-Haine. Ik heb deze lijn (en alle andere lijnen van het NMBS-net) vele jaren bereden in het kader van mijn jaarlijkse netverkenning en misschien is het interessant om de samenstellingen van de genomen treinen eens onder de loep te nemen. Wat dacht je bijvoorbeeld van de 7158 met de 6046 van Saint-Ghislain en als rijtuig M1 43035 van Mons? Of op 8.11.1979 de 7159 met 6300 (Tournai) + 43009 (Mons); op 25.07.1979 de 7160 met 6034 (Saint-Ghislain) en 43022 (Mons); op 25.07.1979 mw 4508 (Haine-Saint-Pierre) met de 7162; 4501 (ook Haine-Saint-Pierre) met 7165 op 01.07.1979. De eerste keer kon ik elektrisch rijden met mr 649 (van Stockem!) op 21.10.1980 (7163). Duidelijk is dat op enkele jaren tijd treinen die in 1974 nog met TT (of TA) reden, later ook met gesleepte treinen uitgebaat werden.
De verbinding.
Halle - La Louvière-Centre
3430
09:44 10:19
stipt
807 (GCR)
mr75 (vierledig)
controle: J
La Louvière-Centre - Pont-à-Celles
4259
10:29 10:57
stipt
08039 (GCR)
mr08 Desiro
controle: J
-
Pont-à-Celles - La Louvière-Centre
4285
14:01 14:31
stipt
0972 (GCR)
City rail
controle: N
La Louvière-Centre - Halle
3414
14:44 15:19
stipt
838 (GCR)
mr75 (vierledig)
controle: J
En wat we beleefden. Tja, veel valt er niet te vertellen: de 4 genomen treinen reden maximaal met 1 minuut vertraging. Zo was er de 4285 die uit Pont-à-Celles vertrok met 1 minuut vertraging, als gevolg van een haperende vertrekprocedure, af te leiden uit het gsm-gesprek tussen treinbegeleider en treinbestuurder.
De treinlectuur. Joël Dicker, La vérité sur l'affaire Harry Quebert. Charles Dickens, onze wederzijdse vriend.
De verkiezingen komen eraan en dus ontdekken sommige politici weer het openbaar vervoer. Niet dat ze er ook gebruik van maken, maar om wat onrealistische plannen op het publiek los te laten, staan ze paraat.
En wat de voorstellen van Luc van Gorp betreft: mijn grootvader verwoordde het vele jaren geleden al als: als ze willen mogen ze me komen halen, maar achter hun kloten ga ik niet zitten…
Uitgedrukt… Hij is zijn vader gescheten, zij is haar moeder gescheten. Ze hebben elkaars streken geërfd. Veelal bij ons als: hij es zijn vorken geskeitn.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnen en een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Vakantiegenoegens (of Kreo of Pasar: de marketeers moeten af en toe met een nieuwe naam komen om de kost te verdienen) is jarenlang onze leverancier geweest van wandelfiches en het moet gezegd: de gepubliceerde tochten mochten er wel zijn! We stapten vandaag 9 à 10 km in Hillegem, een deelgemeente van Herzele. De fiche verscheen in 2007, de wandeling heet simpelweg Door de kouters in Hillegem. Het lukt ons inderdaad vrij regelmatig om te genieten van uitgestrekte akkers, zeker nu de meeste ervan er nog onbewerkt bij liggen. De tocht loopt voor 34% over onverharde wegen en deze keer moeten we geen fietssnelwegen incalculeren om het quotiënt wat op te krikken: alle trage wegen liggen er goed bij, op wat modder hier en daar na, maar wat kun je anders verwachten na een half jaar regen? Een van de aangenaamste wegen is ongetwijfeld de Oude Baan, mogelijk een restant van een Romeinse heirweg. Men heeft er alleszins een (nep)mijlpaal naast gezet. Het kan even wat moeilijker worden als je ter hoogte van de Nieuwpoortmolen een wegje in moet: verderop is het nog altijd zo dat de boeren het niet zo nauw nemen met het publieke eigendom, mocht iemand daar na de voorbije weken nog aan twijfelen. Maar het is doenbaar, en als de akker ingezaaid is moet je je rechten maar opeisen. De beschrijving en het kaartje konden ons goed op weg helpen en op het juiste pad houden; wiehet kaartje van altijd wil, kan hier terecht.
Het weer. Zwaar bewolkt en toch ook wat winderig, maar dat stoorde ons niet.
De stafkaarten. 30/3-4 Ninove (2019) - de treinhalte ligt nog net op deze kaart - 30/1-2 Zottegem (2019) - 22/5-6 Merelbeke (2016)
Hoe we er geraakten. Zo gemakkelijk als vandaag hebben we het zelden: 2 S-treinen bedienen elk uur de halte Hillegem, ook al is de verdeling over het uur niet echt ideaal. En uit Halle naar Brussel-Zuid sporen is voorlopig nog gemakkelijk: in de komende weken zal dat wel anders zijn, als Infrabel ten koste van de reizigers de sporen vernieuwt tussen Vorst en Halle.
Een beetje geschiedenis.
Je vindt zoals altijd meer dan voldoende info op de website vanPaul Kevers. Hillegem is een van die halten die nooit een telegrafische afkorting gehad heeft, tot Infrabel in zijn netverklaring werkelijk alles een afkorting - al lang geen telegrafische meer - toekende. Dat werd dan het voor de hand liggende HIL.
Overzicht van de treindienst in Hillegem op 26.05.1974, weldra een halve eeuw geleden.
Z8511 R 5.48 Zottegem op N67 tot Oudenaarde
Z5221 N67 6:31 Zottegem
TT8503 R 7:19 Oudenaarde op R7 tot Kortrijk
Z8517 N7 8:11 Oudenaarde
TT8521 R 9:19 Oudenaarde op R6 tot Zottegem
Z8523 R67 11:19 Zottegem op R7 tot Oudenaarde
Z8529 N67 12:19 Zottegem alleen 2de klas
Z5223 N67 12:29 Zottegem
Z8541 N7 13:19 Zottegem
TT8543 R 14:19 Kortrijk op R7 tot Oudenaarde
Z8545 R 15:20 Zottegem
Z8551 N67 16:19 Kortrijk
Z8561 N67 17:01 Zottegem
Z8557 R67 17:19 Zottegem
Z5225 N67 17:36 Zottegem
Z2753 N67 17:55 Oudenaarde
Z2755 N67 18:02 Zottegem rijdt niet van 07.07 tot 27.07.74 noch op 16.08.74 (jaarlijkse vakantieperiode)
Z2757 N67 18:08 Oudenaarde
Z8533 R6 18:19 Kortrijk
Z5226 N67 18:23 Geraardsbergen
Z2761 N67 18:36 Zottegem
Z2763 N67 18:51 Oudenaarde
Z8569 R 19:19 Zottegem op N67 Oudenaarde
Z8575 N67 20:19 Zottegem
Z8579 R 21:19 Zottegem
Z8583 R 22:13 Zottegem
Z8531 R 23:27 Zottegem
bus N67 00:27 Zottegem
Z8504 N67 04:29 Denderleeuw
Z8504 R67 04:42 Denderleeuw
Z8556 N67 04:55 Brussel-Noord
Z2750 N67 05:22 Brussel-Noord
Z5270 R6 05:29 Aalst
Z2754 N67 05:47 Brussel-Noord
Z2756 N67 06:01 Brussel-Zuid rijdt niet van 07.07 tot 27.07.74 noch op 16.08.74 (jaarlijkse vakantieperiode)
Z2758 R6 06:07 Brussel-Noord
Z2762 N67 06:17 Brussel-Zuid
Z2764 N67 06:31 Schaarbeek rijdt niet van 07.07 tot 27.07.74 noch op 16.08.74 (jaarlijkse vakantieperiode)
Z2766 N67 06:39 Brussel-Noord
Z2768 R67 06:49 Denderleeuw op R6 Brussel-Zuid
Z5271 N67 06:59 Aalst
Z7905 N67 07:16 Geraardsbergen
Z2772 N7 07:20 Brussel-Noord stopt op N67 niet in Denderleeuw op N67 bestemming Denderleeuw
Z2774 N7 07:49 Denderleeuw op N67 naar Schaarbeek
TT8522 N67 08:22 Denderleeuw
Z8522 R7 08:49 Denderleeuw alleen 2de klas
Z8534 N7 09:41 Denderleeuw
Z 8522 R7 10:49 Denderleeuw
TT5274 N7 11:40 Brussel-Zuid via Burst, Aalst op R6 tot Zottegem
TT8538 R 12:49 Denderleeuw
Z8554 R 14:49 Denderleeuw alleen 2de klas
Z8548 N7 16:29 Denderleeuw
Z8548 R7 16:49 Denderleeuw
Z8540 N67 17:31 Denderleeuw
Z8055 N67 17:51 Aalst
Z8530 R 18:50 Denderleeuw
Z8566 N7 19:50 Denderleeuw
Z8568 R 20:49 Denderleeuw
Z8572 N67 21:19 Denderleeuw
Z2776 R 22:52 Brussel-Noord
Toen ik dit aan het opstellen was, dacht ik wel: wat een gekkenwerk, maar voor wie zich de moeite wil getroosten om dit van dichterbij te bekijken, valt er toch wel wat te leren.
Zxxxx zijn door diesels gesleepte rijtuigstellen, veelal M1, zeker voor de stoptreindiensten.
TTxxxx slaat op treinen bediend door autorails (43,44, 45 al ben ik lang niet zeker dat al deze 3 reeksen ook effectief actief waren op lijn 89 in 1974)
Treinen waarvan het nummer begint met 52 komen van/gaan naar Aalst via lijn 82. De merkwaardigste is ongetwijfeld die naar Brussel-Zuid via lijn 82 en 50.
En let ook eens op de vakantieperiode die in die tijd toegepast werd...
We waren hier nog mijlenver verwijderd van de gecadanceerde diensten, die er kwamen met de elektrificatie in 1982 en met IC-IR in 1984.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1558
09:57 10:05
+5
08122 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Hillegem
2281
10:23 11:05
stipt
08073 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
-
Hillegem - Brussel-Zuid
2263
13:55 14:35
stipt
08074 (FML)
mr08 Desiro
controle: J?
Brussel-Zuid - Halle
3236
14:47 14:57
+2
76025 (FML) - 73054 (FML)
M7
controle N
En wat we beleefden. Veel valt er niet te melden: S 1558 vertrekt stipt in Halle, maar onderweg geraakt hij aan de sukkel: we staan o.a. enkele minuten stil voor Brussel-Zuid, met 5 minuten vertraging tot gevolg. En dat pal in de voormiddag! Maar wij hebben alles bij elkaar nog geluk: we zien de volle IC 2831 naar Knokke binnenrijden en daar moeten nog vele tientallen reizigers bij. Het zal echt gezellig worden in deze 2 breaks, wat trouwens de voorziene samenstelling is. De rit met S 2281 verloopt verder zonder problemen.
Voor de terugrit maken we gebruik van S 2263: het gebeurt zelden dat een trein zo stipt richting Brussel rijdt. Het lijkt er nog maar eens op dat we geen controle zullen krijgen: als dat toch gebeurt, loopt de tbg ons zonder meer voorbij. Zouden we er echt zo betrouwbaar uitzien? Ook IC 3236 lijkt het goed te zullen doen, maar tussen Brussel-Zuid en Vorst (lijn 96A) gaat er te veel tijd verloren. Dat zal wel niet het probleem zijn van de tiener die met zijn vader op stap is: als hij over een en ander wat uitleg wil, zegt pa wijselijk: "N'essaie pas de comprendre". Dat zegt het eigenlijk allemaal. Waarom het zo moeilijk geworden is om normaal Brussel-Zuid binnen en buiten te rijden, is de vraag van tien miljoen. Maar dat de informatica de toestand niet verbeterd heeft, is mij toch duidelijk…
De treinlectuur. Joël DICKER, La vérité sur l'affaire Harry Quebert. Charles Dickens, onze wederzijdse vriend.
Als Lynn van den Broeck voor haar rol in Thuis elke maand € 3000 factureert, dan zou er toch half jaar dictie moeten afkunnen. Dan kan ze tegelijkertijd Klaas Duyck inviteren op de lessenreeks en misschien kunnen er zelfs nog wat dvd's af van de Vlaamse jeugdreeksen uit de jaren 1960 en 1970, toen daar wel nog Nederlands in werd gesproken.
Uitgedrukt… drollig, ik voel me drollig: niet helemaal in vorm, ziekjes. Een drol is trouwens een ziekte die rondgaat in de bevolking, tegenwoordig heeft men daar veel geleerdere woorden voor.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Het deel van de GR Waas- en Reynaertland dat we vandaag stappen, van Belsele tot Nieuwkerken, is echt geen hoogvlieger. Absolute uitspraken zijn altijd gevaarlijk, maar dit zou wel eens een van de zwakste GR-trajecten in Vlaanderen kunnen zijn. Vermoedelijk móest Sint-Niklaas als hoofdstad van het Waasland opgenomen worden (blijven) in de GR maar de weg ernaartoe en ervandaan maakt te lang gebruik van F4, de fietssnelweg van Gent naar Antwerpen. En fietssnelwegen zijn natuurlijk prachtig voor trappers, maar niet voor stappers. Eigenlijk waren we al aan het stappen tussen Nieuwkerken dorpscentrum en station, voor we voor het eerst de indruk hadden dat we een GR volgden, op enkele korte parkstukjes na. Pogingen om er toch iets van te maken leiden tot eigenaardige kronkels in het traject, dat merk je vast ook ophet kaartje. De tocht is bijna 17 km lang; de TWQ bedraagt 54%, maar als je de betonnen linten voor fietsers neutraliseert kom je maar aan 34%. Wij quoteerden dan ook maar 8/20.
Even aangenaam stappen rond het bufferbekken van de Klapperbeek
Het weer. Bewolkt en zacht.
De stafkaarten. 15/5-6 Sint-Niklaas (2018) - 15/1-2 Beveren (2018)
Hoe we er geraakten. Belsele kunnen we voorlopig nog bereiken met de IC Kortrijk - Brussel - Sint-Niklaas, maar daar zou vanaf december verandering in komen. De terugrit is een ietsepietsie complexer omdat we uit Nieuwkerken-Waas vertrekken en de rechtstreekse IC sluit slecht aan op de S-trein. We kunnen eventueel via Gent reizen of via Antwerpen-Berchem.
Een beetje geschiedenis.
Nieuwkerken, Nieuwkerken-Waas, Nieuwkerken-Waes, met liggend streepje of haakjes, ze hebben allemaal bestaan. De geschiedenis van dit station begint dan ook al in 1849 als stopplaats. Het station kwam er in 1879. In 1970 kwam er nog een nieuw modern stationsgebouw, met alles erop en eraan, maar in 2015 werd het gebouw gesloten voor de reizigers. De loketten gingen trouwens al in 1993 dicht. Tegenwoordig staat het er niet zo fris meer bij; het zou nog dienst doen als technisch gebouw. Veruit het belangrijkste moment in de 20ste eeuw was de modernisering en de elektrificatie van de lijn 59: voordien waren de ritten beperkt tot Antwerpen-Linkeroever, maar met de komst van de Kennedytunnel groeiden de exploitatiemogelijkheden enorm. Tot de elektrificatie had Nieuwkerken een uurdienst met gaten, maar het was beter af dan enkele andere halten tussenin die buiten de spits nauwelijks treinen zagen stoppen. Dat Nieuwkerken het beter deed, kwam doordat semi-directe treinen meestal in Nieuwkerken stopten. Tot voor de elektrificatie werden deze treinen bijna allemaal uitgevoerd met grote dieselmotorstellen, vermoedelijk van de reeks 40. Als we verder teruggaan komen we uiteraard in het stoomtijdperk terecht. Met de elektrificatie begin jaren 1970 kreeg Nieuwkerken voor het eerst een echte uurdienst. Tijdens het weekend werd dat een 2-uurdienst. In juni 1984 (IC-IR) werd de stoptrein verlengd tot Lokeren. Overigens kwamen er nog periodes met als eindpunt Sint-Niklaas. Op 13.12.2020 kwam er een tweede stoptrein (ondertussen S-trein) maar die stopt niet in Nieuwkerken-Waas. Het station dat lange tijd van een soort voorkeursbehandeling kon genieten, wordt nu het karigst bediend van alle halten tussen Sint-Niklaas en Antwerpen.
Het station van Nieuwkerken-Waas in een weinig benijdenswaardige toestand.
De verbinding.
Halle - Belsele
3207
09:02 10:36
+5
76015 (FML) - 73046 (FML)
M7
controle: N
-
Nieuwkerken-Waas - Antwerpen-Berchem
2686
16:13 16:35
stipt
08090 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
Antwerpen-Berchem - Brussel-Noord
3337
16:42 17:25
stipt
2724 (NK) - 53502 (FBMZ)
M5
controle: N
Brussel-Noord - Halle
3239
17:35 17:57
+5
76026 (FML) - 73048 (FML)
M7
controle: N
En wat we beleefden. De dag begint goed, met een overstroming in Moeskroen. Achteraf blijkt de tunnel onder de sporen onder water te staan; waarom het treinverkeer dan wordt stilgelegd zullen ze ergens wel weten. Onze IC 3207 vertrekt daardoor uit Tournai, vanaf Brussel-Noord zal die perfect op tijd rijden. Nu ja, in Opwijk gaan we op tegenspoor om de S-trein in te halen, maar uiteindelijk zal die S-trein nog voor de IC aan het perron staan: die moet een goederentrein met een lange reeks C3's laten voorgaan. Zelfs hier haalt het autoverkeer het van de trein. Het matige bilan is 3 minuten vertraging, we vertrekken zo goed als op tijd, maar het is een valse start: 6 minuten stilstaan - nog deels aan het perron - is het gevolg. We zullen Belsele nog net met minder dan 6 minuten vertraging bereiken.
De terugrit kondigt zich anders aan. We wilden S 2665 nemen tot Sint-Niklaas en hadden eigenlijk al voor onszelf uitgemaakt dat we via Gent-Sint-Pieters zouden rijden (met 715, 1515 en 1938) maar de beoogde trein was afgeschaft. En dus was het een half uur verliezen en via Berchem reizen. Tjonge toch, wanneer krijgen we nog eens een kommerloze treinverbinding geserveerd? Overigens zou er zich wel eens een probleempje kunnen stellen. Ik heb me vanmorgen vergist bij het aanmaken van onze biljetten: ik had een biljet Halle - Nieuwkerken-Waas moeten nemen, maar voor ik het goed besefte had ik een HT voor Sint-Niklaas. Ik denk dat ik er me wel uitgepraat zou hebben, tenslotte gaat het om forfaitaire prijzen, maar nu we via Berchem reizen is dat al minder evident. Je van den domme houden kan in zo een geval helpen, maar de tbg is te laat begonnen aan haar controle en we komen dus zonder problemen in Antwerpen-Berchem aan. Van tbg's gesproken: tussen Berchem en Mechelen zijn we naast de tbg de enigen in de benedenafdeling van de M5. Zo krijgen we een duidelijk beeld van de taakomschrijving van een tbg: deurtjes openen, deurtjes sluiten en dan weer vlug in eerste klas komen zitten, gsm'en, o.a. een luidruchtig fragment van een sportwedstrijd bekijken: gelukkig stapt er wat verder een kennis op die zich tot Brussel-Noord over de tbg kan ontfermen… Deze IC vertrekt met 6 minuten vertraging in Berchem, na een rode Eurostar in vertraging, maar de tb werkt wel en we komen stipt in Brussel-Noord aan. Daar stappen we over op de 3239, die we dus in Sint-Niklaas hadden kunnen nemen als onze trein in Nieuwkerken niet afgeschaft was geweest. Tussen Brussel-Noord en Brussel-Centraal loopt deze trein 5 minuten vertraging op en dat is exact de vertraging waarmee we in Halle aankomen.
Enkele dagen voordien is hier een aanrijding gebeurd tussen een trein en een kraan. Alles is opgeruimd, maar er is nog een snelheidsbeperking van 60 km/u van toepassing.
De treinlectuur. John IRVING, The Hotel New Hampshire. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Haviken doen het erg goed tegenwoordig, in de media en in de politiek, maar ook in onze kippenwei waar een prachtige kip het moest ontgelden. Van vredesduiven anderzijds wordt in bijna alle talen gezwegen…
Uitgedrukt…
Gevotj: geraakt, op de tenen getrapt. Van "voetn", vatten.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES. Andere bron: het door TSP uitgegeven De Lijn Antwerpen - Gent van de hand van Marc Clarysse.
De wandeling. Soms denk je dat je veilig zit met een wandelnetwerk, maar in deze moessontijden mag je er niet altijd gerust op zijn. We stappen vandaag langs het wandelnetwerk Westhoek (46 45 32 33 35 34 28 29 21 20 12 13 14 15 6 5 1 2 16 17) van Sint-Idesbald Ster der Zee naar De Panne, handig gebruik makend van de kusttram. Tegen het einde aan, bij punt 5 liep het echter verkeerd: de weg naar punt 1 was afgesloten wegens wateroverlast. We probeerden slim deze hindernis te omzeilen in een redelijk wijde boog, maar wat verder werden we er een tweede keer op gewezen dat er geen doorkomen aan was: even leek het nog mee te vallen maar na een honderdtal meter stonden we inderdaad voor een enorme plas die de vennen links en rechts van de weg met elkaar verbond. En dus zat er niets anders op dan op onze stappen terug te keren en zo snel mogelijk de betonweg Groene-Biezenlaan op te zoeken om na een tijdje opnieuw aan te sluiten op het geplande traject. Spijtig, want vermoedelijk ging een van de mooiste stukjes op die manier het regenwater in.Het kaartje geeft de vooraf uitgetekende wandeling mee, langs Geushoek, Artiestenpad, Calmeynbos en Westhoek. Die is 10.6km lang met een TWQ van 64%. Zonder de ontgoocheling op het einde zou dit een mooie tocht geweest zijn; we probeerden die ontgoocheling niet mee te laten spelen in de quotering en kwamen uit bij 14.5/20, nochtans in een poging om de wateroverlast te neutraliseren.
Het weer. Zacht en rustig, maar niet de beloofde zonnige dag.
De stafkaarten. 11/7-8 Koksijde 2018
Hoe we er geraakten. Het snelst ging het via Oostende en dan verder met de kusttram. Even speelden we ook met de idee om via De Panne te reizen.
Bij de tramhalte Koksijde Ster der Zee.
Een beetje geschiedenis. Een zeer volledige pagina over de kusttram vind jehier.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3408
09:20 09:30
+2
803 (GCR)
mr75 (vierledig)
controle: N
Brussel-Zuid - Oostende
0531
10:04 11:17
+3
1825 (FSD) - 73029 (FSD)
M7
controle: N
Oostende - Koksijde
[KT]
11:27 12:28
+8
t6153
CAF Urbos 100
-
De Panne - Oostende
[KT]
15:53 17:04
+5
t6143
CAF Urbos 100
Oostende - Brussel-Zuid
0517
17:40 18:52
stipt
1845 (FSD) - 73008 (FSD)
M7
controle: J
Brussel-Zuid - Halle
3789
19:03 19:19
stipt
08167 (FSR)
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. Als IC 3408 eens met twee vierledige stellen rijdt, dan nemen we die trein graag, al waren we eigenlijk voor IC 1708 gekomen die 6 minuten later rijdt. Zelfs een groep van 79 veroorzaakt geen overbezetting. We zijn ruim op tijd in Brussel-Zuid en dan hebben we altijd tijd om naar de onregelmatigheden van het moment te luisteren: S 1980 heeft een aardige vertraging bij elkaar gereden en vertrekt in Brussel-Zuid met 22 minuten; geen nood echter, deze "stoptrein" zal zijn naam oneer aandoen door rechtstreeks naar Nivelles te rijden. Vertraging bij aankomst aldaar: 2 minuten! Alweer een trein op tijd in de statistieken. De volgende S-trein (S 1780) zal bijkomend stoppen in secundaire stopplaatsen als Ukkel-Stalle, Holleken en De Hoek. IC 508 naar Eupen bestaat dan weer uit alles behalve M7-rijtuigen: we zien een amalgaam van I11, I10 en I6 aan het perron komen. IC 531 is eigenlijk vrij behoorlijk bezet. Na Gent horen we twee dames plots verbaasd zeggen dat ze in eerste klas zitten. Ze verhuizen alsnog. Het valt trouwens op hoeveel reizigers in de bovenverdieping belanden na het instappen en dan doorstappen naar een ander rijtuig. Blijkbaar is de klasaanduiding buiten toch niet zo duidelijk. De trein bereikt met een kleine vertraging Oostende, waar we nog maar eens vaststellen hoe druk dit station wel is. Dat kan trouwens ook gezegd worden van de kusttram. We slagen er nog net in om op 2 laterale zitjes plaats te nemen, maar de bezetting neemt gaandeweg toe. De tram stopt aan veruit de meeste halten en dat is debet aan de 8 minuten vertraging bij aankomst aan de halte Ster der Zee. Ooit was de Kusttram het pronkstuk aan de kroon van De Lijn, maar dit kun je geen goed of aangenaam openbaar vervoer noemen.
Op de terugreis lijkt het aanvankelijk beter mee te zullen vallen, maar ook deze tram raakt geleidelijk vol, overvol, zo vol dat de staande reizigers niet eens kunnen vallen, omdat er geen plaats is om te vallen. Het was al jaren geleden dat we de kusttram nog eens genomen hadden, maar uiteindelijk besluiten we dat we beter via De Panne gereisd hadden. Berouw komt na de zonde.
Ons rijtuig in de IC naar Eupen zal in vergelijking met vanmorgen maar matig bezet zijn. En we krijgen controle. Een dame in de buurt heeft opgevangen dat er binnenkort veel minder treinen zullen rijden tussen Brussel en Halle, maar de tbg weet nergens van. En zo wordt de dame onterecht gerustgesteld. In een afgeluisterd telefoongesprek horen we hoe hoog ze oploopt met de treinen naar en van de kust én met de kusttram. Ze moet meer geluk gehad hebben dan wij.
Voor de rest volgt er een terugreis zonder verrassingen. We komen op het voorziene uur in Halle aan; na de wateroverlast is dit eigenlijk een onverwacht meevallertje.
De treinlectuur. John IRVING, The Hotel New Hampshire. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Zeg niet "ik heb me vergist" maar zeg "dit is voortschrijdend inzicht".
Uitgedrukt… ze zullen zich ervan beloven: ze weten nog niet wat hen te wachten staat
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. We stapten deze keer in Veerle en combineerden twee op de wandelkaart van Laakdal beschikbare paden : Roost- en Veerlepad, al zijn die ondertussen opgenomen in het wandelnetwerk De Merode. Voor het Roostpad betekent dat een verlenging die je in staat stelt door te dringen in het reservaat Roost. In totaal is de wandeling 14.8 km lang: door de combinatie van de 2 wandelingen moet je 1.4 km twee keer afleggen; daardoor lijkt de wandeling op hetkaartjemaar 13.4 km lang te zijn, maar je moet die 1.4 km er wel degelijk bijtellen. De TWQ bedraagt 39%. Dat we uit een lange neerslagperiode komen, kon het enthousiasme wel enigszins drukken: beide reservaten (Roost ten noorden, en Werft ten zuiden) liggen er bepaald modderig en zelfs ronduit nat bij: onze wandelbottines konden onze voeten net droog houden, ook al omdat de knuppelpaden soms abrupt eindigden op plaatsen waar ze echt nog wel nuttig konden zijn. Het Roostpad is nu trouwens langer dan op de wandelkaart van weleer. Wij gingen braaf van wandelpunt naar wandelpunt: 222 179 220 172 179 222 77 253 124 126 125 150 151 188 172 179 222. Dat bepaalde nummers 2 keer voorkomen is door de combinatie dus normaal. Al bij al is het een typisch Vlaamse toestand: de echt interessante punten mogen er zijn maar ze worden met elkaar verbonden door allerlei wandelonvriendelijke straten en wegen. We quoteerden dan ook niet meer dan 13/20.
De Grote Laak heeft blijkbaar een stuk hoger gestaan in het voorbije regenseizoen.
Knuppelpaden moeten ons door een doornat en moerassig Voort leiden, maar voor hetzelfde geld moet je door plassen en modder.
Het weer. Eerst was het zwaar bewolkt, maar de bewolking verdween uiteindelijk zo goed als volledig. De wind was toch vrij guur.
De stafkaarten. 24/3-4 Herselt (2020)
Hoe we er geraakten. Plan A behelsde aanvankelijk een verbinding naar Diest met reserve en met een rechtstreekse trein Brussel-Diest. Dat gaf uitzicht op een ruime aansluiting en op een koffie in Wim's Clubs, een stationsbuffet (annex broodjeszaak) oude stijl, zoals er tegenwoordig veel te weinig zijn in de NMBS-stations. We hadden wel een plan B dat uiteindelijk goed van pas kwam, zie verder. Veerle wordt o.a. bediend door lijn 19 Diest - Geel. Voor de terugrit deden we de ochtendverbinding van plan A in omgekeerde richting: Geel - Diest met bus 19, Diest - Brussel-Noord en Brussel-Noord - Halle. En dat lukte ook nog!
Een beetje geschiedenis. Na palaveren kreeg Veerle zijn tramverbinding op 15 april 1900, 5 jaar na Turnhout - Meerhout en 4 jaar na Meerhout -Westerlo. Veerle lag op het sluitstuk van de tramlijn Turnhout - Zichem. Minder dan een halve eeuw later, op 4 april 1949, werd de reizigersdienst alweer afgestoten. De nieuwe busdienst werd opgenomen in tabel 645, nu ja opgenomen: in het tweede spoorboekje van 1949 kreeg je de raad de affiches te raadplegen, want een dienstregeling kon je nog niet aantreffen in het spoorboekje. Een jaar later was dat wel het geval. Meteen werden 2 buslijnen geïntroduceerd die het vele jaren zouden uithouden: Tessenderlo - Zichem en Geel - Zichem. Tot Zichem: vermoedelijk werd het eindpunt van de tramlijn destijds gekozen om een overstap op het treinnet mogelijk te maken en het maakte inderdaad niet veel uit of dat gebeurde in Zichem of het meer voor de hand liggende Diest. Het duurde nog tot 1955 voor de buslijn een verlenging kreeg tussen Zichem en Diest. (In tabel 1199, het hoogste tabelnummer ooit door de NMVB toegepast, als je de privélijnen buiten beschouwing laat.) In het spoorboekje van 1960 vond ik voor het eerst het lijnnummer 19 terug. Zoals wel vaker stond dat lijnnummer voor 2 varianten uit Geel, een naar Tessenderlo en een naar Diest. Die toestand zou blijven bestaan tot het moment van de grote schok van januari 2024. Lijn 19 werd nu alleen nog toegepast voor de lijn tussen Geel en Diest. Een nieuwe lijn 54 staat nu in voor de verbinding Herentals - Westerlo - Tessenderlo.
En wat we beleefden. Geloof het of niet, maar er is een tijd geweest dat we 's morgens gerust en rustig opstonden als we een uitstap gepland hadden. Het gebeurde maar zelden dat het echt fout liep en binnen ruime perken werd er op aansluiting gewacht, van trein naar trein toch. Tegenwoordig zijn we meestal voor de wekker wakker en bekruipt ons een vaag vermoeden dat het ook vandaag wel niet zal lopen zoals voorzien. En zal het alternatief dat als reserve moet dienen het wel doen? Het eerste dat we doen is dan ook nakijken of er nergens een storing is en of er geen staking is bij trein of bus. Vandaag lijkt het mee te zullen vallen. Alleen in Zichem (op onze reisweg naar Diest) is er een storing aan de seinen, waarvan men verwacht dat ze rond 9:00 zal opgelost zijn. We zijn goed op tijd aan het station en zoals gevreesd zal de geplande IC 3408 op halve kracht rijden. Dat gebeurt wel vaker en dan is dit geen aangename trein; vandaag zal het wel wat te maken hebben met die vrachtwagen die in de buurt van Turnhout onder een trein (inderdaad een vierledig stel) is gereden. En dus kiezen we om met de S naar Leuven mee te rijden. Die bestaat uit één desiro en al snel blijkt dat ook deze samenstelling te beperkt is, al zullen die reizigers die zonder verpinken de schaarse plaatsen in eerste klas innemen daar vermoedelijk anders over denken. Gelukkig heb ik onderweg in die S-trein het goede idee om IC 2208 op te zoeken; die moet ons nl. naar Diest brengen. Gelukkig, schrijf ik, want het probleem in Zichem is niet opgelost, want nu blijkt er schade aan de sporen te zijn en de IC's naar Tongeren worden omgeleid via Landen. (Die seinstoring zal dus wel verband gehouden hebben met de vermoedelijke railbreuk.) En dus wordt plan B bovengehaald: we nemen IC 1708 (die we dus al in Halle hadden kunnen nemen) in de hoop dat die op tijd rijdt zodat we in Leuven een aansluiting van 6 minuten halen. Overigens bestaat deze trein uit 4 rijtuigen i.p.v. 6 (nooit problemen met modern materieel!) en moet er ook nog een groep kleuters mee. (Tussen haakjes: de trein is afgeschaft geweest tussen Quiévrain en Mons…) Maar we bereiken Leuven toch op tijd en daar staat L 2460 te wachten. Als die nu ook nog met niet te veel vertraging in Diest aankomt, kunnen we toch nog de geplande bus nemen. In Zichem heeft men inderdaad de overweg over korte afstand opgebroken en de defecte rail ligt al in de berm. Het is opvallend hoeveel treinen (zelfs goederentreinen) er toch nog rijden en wij komen zelfs stipt aan, op het tijdelijke spoor 4. Station Diest is één grote werf en het is even klimmen (langs een trapje of een werfweg) om de voetbrug over de sporen te bereiken.
De bus is een Van Hool A12: wat een prachtig ding is dit. Nu het doek dreigt te vallen over Van Hool, is het des te spijtiger dat er wellicht nooit meer een bestelling van De Lijn naar Van Hool gaat, al kondigt Peeters aan dat er nog voor het zomerreces elektrische bussen besteld worden. Te laat komen is een constante bij De Lijn en de Vlaamse regering. Het valt trouwens op dat de bus onderweg wat vertraging maakt, hoewel het niet bijzonder druk is. Snelle verbindingen wil men met de basisbereikbaarheid, maar de dienstregelingen moeten natuurlijk haalbaar zijn!
Dat valt nog meer op bij de terugrit: de bus rijdt met een stelselmatig groeiende vertraging: als we de eerste keer controleren heeft hij 5 minuten, in Veerle zijn dat er al 11. Aan de haltepaal ontbreekt trouwens de dienstregeling van lijn19…
Zoals enkele dagen geleden verloopt ook de terugrit nu opvallend goed. We nemen de erg lange IC 2238 die ons naar Brussel-Noord moet brengen en daar kunnen we overstappen op IC 1738, beide treinen rijden met 4 minuten vertraging, maar we halen de bus van lijn R55 in Halle toch. In theorie vertrekt die om 17:40, maar sinds de Bospoortbrug is afgesloten, lopen ALLE bussen (behalve R70 en R71) hier 2 à 3 minuten vertraging op en die komen goed van pas. De dienstregeling is niet aangepast aan de nieuwe toestand…
En nog dit: IC 1738 rijdt niet verder dan Mons. Geen wonder dat de burgemeesters van o.a. Quiévrain van zich laten horen: deze treinen worden met de regelmaat van een klok afgeschaft tussen Mons (of Saint-Ghislain) en Quiévrain. De uurdienst wordt op die manier niet zelden een twee-uurdienst. En de bus van de TEC van Quiévrain naar Mons is een tijdrovend alternatief. Leve de M7: ze blijven met kinderlijke halsstarrigheid voor problemen zorgen…
De treinlectuur. John IRVING, The Hotel New Hampshire. Charles Dickens, Onze wederzijdse vriend.
De belbus kwam er destijds omdat het organiseren van een reguliere buslijn te veel zou hebben gekost. Het was dus eigenlijk een besparingsmaatregel. Plots brak de klomp van enkele rechtse politici, toen bleek dat die belbus wel erg duur was. Met de komst van de basisonbereikbaarheid moest de belbus verdwijnen, maar er kwam een flexbus in de plaats. De toelage voor die flexbussen kwam prompt dubbel zo hoog te liggen als die voor de belbus… Volg je nog?
Uitgedrukt… overkropt: als het voedsel maar moeizaam zijn weg vindt door de slokdarm, bijvoorbeeld door te snel te eten. Ik heb me een beetje overkropt.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnen en een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
4 maart 2024 - Leuven - Sint-Joris-Weert (GR Dijleland)
De wandeling. Het lijkt stilaan een ongeschreven regel geworden te zijn dat de GR-trajecten om de zoveel jaar omgegooid worden, zeker als te dier gelegenheid ook nog een nieuwe topogids verschijnt. Nog niet zo heel lang geleden landden we uit Huldenberg in Leuven, maar in de nieuwe topogids (2020) is de looprichting indien gewenst omgedraaid. En dus kunnen we zonder al te veel bezwaar opnieuw in Leuven vertrekken naar Sint-Joris-Weert, dat in de vorige editie niet eens aan bod kwam. Toch is een groot deel van het parcours onveranderd gebleven. De Dijle en de Doode Bemde (dat veelal met de e uit gek uitgesproken wordt, maar dat vermoedelijk een doffe e heeft, want zo wordt een beemd in het Brabants genoemd) vormen de hoofdbrok en je kunt het moeilijk over de Dijle hebben zonder daar ook Leuven bij te betrekken. De ontwerpers hebben hun best gedaan om van de doortocht van Leuven geen saaie bedoening te maken met een oninteressant maar snel traject. Dat merk je ongetwijfeldop het kaartje. De tocht is 16 à 17km lang, met een TWQ van 75% behoort hij tot de betere soort.
Rustig stappen langs de mooiste hoekjes van Leuven.
Het weer. Licht bewolkt en rustig: uiterst aangenaam wandelweer.
De stafkaarten.
32/1-2 Leuven (2019) - 32/5-6 Huldenberg (2019)
Hoe we er geraakten. Het zou eigenlijk allemaal vrij eenvoudig geweest moeten zijn, met een rechtstreekse IC Halle - Leuven, een halfuurdienst tussen Sint-Joris-Weert en Leuven en opnieuw uitzicht op een overstapvrije rit naar Halle, maar het is nu al duidelijk dat 2024 niet beter wordt dan 2023. Parole, parole…
Een beetje geschiedenis. Uit de topogids: Tussen 1905 en 1957 reed tussen Brussel en Tienen een stoomtram. Tussen Vossem en Hamme-Mille had hij zelfs zijn eigen bedding met enkelspoor. Omwille van het sterk golvende landschap tussen de valleien van Voer en IJse, liep het tramspoor in vele bochten rond de meest scherpe hellingen, slingerend tussen velden en weiden. De tram vervoerde zowel personen als goederen. Zijn naam van "Zwette Jean" zou hij danken aan de met kolenstof en roet bedekte stokers van de stoomtram. In 1957 was het uit met Zwette Jean, hij kon niet op tegen de sterke opkomst van de auto, vrachtwagen en bus. De tramsporen werden opgebroken en de oude rijtuigen zijn verspreid geraakt. Maar in het landschap kan je nog steeds sporen terugvinden: verhoogde bermen, delen van bruggen of voormalige haltes.
In de details klopt het niet helemaal: de stoomtram verdween bijvoorbeeld lang voor 1957, maar wie wat wijzer wil worden kanhierterecht.
En wie zijn honger hiermee nog niet kan stillen:op deze plaatsis een sterk uitgewerkte versie over Zwette Jean te vinden. Ga er eens op bezoek, je zult het je niet beklagen!
De bedding van Zwette Jean, de vroeger tram Vossem - Hamme-Mille, hier met brugje over de Leigracht.
De verbinding.
Buizingen - Halle
[R55]
08:38 08:55
+5
ab5488
Van Hool New A360
Het Rad
Halle - Brussel-Zuid
3408
09:20 09:30
+3
839 (GCR)
mr75 (vierledig)
controle: N
Brussel-Zuid - Leuven
0508
09:55 10:22
+8
1825 (FSD) - 73020 (FSD)
M7
controle: N
-
Sint-Joris-Weert - Leuven
[79]
15:40 16:04
+6
ab3033-37
MAN Lion's City
P. van Mullem (Intratours)
Leuven - Brussel-Noord
1538
16:20 16:38
stipt
76028 (FHS) - 61028 (FHS)
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1588
16:41 17:02
stipt
08137 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
Halle - Esenbeek
[R55]
17:10 17:24
stipt
ab2297
VDL Bus&Coach Sitea SLE
Het Rad
En wat we beleefden. Je denkt dat de verplaatsingen vandaag een fluitje van een cent zullen worden, maar dat is zonder de grillen van de strompelende NMBS gerekend. Voor een keer vermeld ik ook de bus die ons naar het station van Halle bracht: dat is de 5488 die hier al enkele weken het mooie weer maakt vanuit de stelplaats Het Rad, waarvan ik gehoord heb dat niet het tekort aan chauffeurs maar het tekort aan rijvaardige bussen de oorzaak is van de regelmatige uitval van busritten. Er rijden hier enkele Van Hools rond en dat zijn best nog aangename bussen. Zelfs met de 5 minuten vertraging zijn we nog ruimschoots op tijd om IC 1708 van 9:26 te halen. Maar met die trein lijkt iets aan de hand te zijn: als je zo goed als tussen elk station extra vertraging maakt, lijkt het erop dat het nog verkeerd kan aflopen en we kiezen het zekere voor het onzekere. We nemen dus IC 3408 en zien dan wel hoe het in Brussel-Zuid verder moet. Met 17 minuten vertraging lijkt IC 508 een goed alternatief te zijn voor de 1708 die ondertussen 17 minuten vertraging heeft opgespaard. Althans dat dachten we: om 9:55 gaan de deuren van IC 508 stipt toe, maar van vertrekken is er geen sprake: uiteindelijk zullen we met 9 minuten vertraging vertrekken; na 8 minuten roept de tbg om dat we met 10 minuten vertraging zullen vertrekken door een kruisende trein. Als alle kruisingen zoveel tijd in beslag nemen, is het niet verwonderlijk dat de stiptheid gekelderd is. En uiteindelijk blijkt onze gok dus verkeerd uitgevallen, want we zouden nog net enkele minuten vroeger met IC 1708 in Leuven zijn aangekomen.
Maar dat is nog niets in vergelijking met wat ons op de terugweg te wachten staat: terwijl we rustig "In de Rapte" (en dat is geen contradictie) van onze welverdiende pint genieten, lezen we dat er een storing is aan meerdere overwegen tussen Wavre en Basse-Wavre. Over een afstand van 1.5 km liggen daar inderdaad 4 overwegen. De ravage in de dienstregeling mag er zijn: de halfuurdienst sneuvelt door de schrapping van één van de treinreeksen en de overblijvende treinen rijden met fikse vertragingen. Kortom, S 6464 rijdt niet en die van een half uur later (S 3065) vertrekt met 14 minuten vertraging in Ottignies. We improviseren een alternatief met bus 79. Die staat tot overmaat van ramp nog 5 minuten voor de overweg omdat een goederentrein richting Ottignies door moet. Als we in Leuven aankomen, zit er niets anders op dan IC 1538 naar Blankenberge te nemen en op dat moment begint alles onverhoopt vlot te lopen.We halen zelfs een overstap van 3 minuten in Brussel-Noord en bereiken Halle om 17:02, weliswaar 28 minuten later dan voorzien. Maar doordat de bussen R55 uiteraard al vertrokken waren, waren we aangewezen op een gedeeltelijke rit tot Essenbeek, zoals de bevriende chauffeur laconiek vaststelde: de wandeling is nog niet gedaan, Victor… Uiteindelijk waren we nog maar eens een volledig uur later dan voorzien thuis. 2024 begint aardig op 2023 te lijken, niet dat iemand dat zal betwijfelen…
De treinlectuur. John IRVING, The Hotel New Hampshire. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
1970: zeg niet "zwarte" maar zeg "neger" 2020: zeg niet "neger" maar zeg "zwarte"
En hoe zit dat met dan kinderliedje dat we dringend moeten cancelen: Moriaantje zo zwart als roet, Ging eens wand'len zonder hoed, en het zonnetje scheen op zijn bolleke, want hij had geen parasolleke.
Dus: zo zwart als roet; dus: roetpiet en zwartepiet zijn eigenlijk identiek…
Uitgedrukt… verkort hebben aan, geen verkort hebben: van iets te weinig hebben, vaak zonder vermelding van waarvan dan wel te weinig is.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Ja hoor, we leven nog. Enkele maanden regelrecht herfstweer en een technisch mankement aan een spatader hebben ons een ongezien lange rustperiode opgelegd, maar gisteren konden we voor het eerst in twee maanden opnieuw op pad. (Al hebben we wel enkele Thuis-afleveringen van eigen makelij op routeyou.com nog maar eens afgestapt in die tussentijd…) Bij Lannoo verscheen in 2001 Nieuw groot wandelboek Vlaanderen, een samenwerking tussen Vakantiegenoegens en Margit Sarbogardi. Wandeling 36 doet Weerde aan en heeft als titel Waar Pieter-Paul Rubens heer was. Dat is een verwijzing naar het Steen of Rubenskasteel. PP zou er de vijf laatste jaren van zijn leven gesleten hebben. Gemakshalve beginnen en eindigen we de 7 à 8 km lange tocht in Eppegem, waar hij in de onmiddellijke buurt van het station komt. De tekst en het kaartje in het wandelboek hebben voor veel inspiratie gezorgd maar toch hebben we twee verbeteringen aangebracht die de wandeling naar een hoger niveau tilden: enkele goed onderhouden voetwegen brachten ons in bij de Sint-Martinuskerk in Weerde en van de Zenne naar Eppegem Station sparen we een lastig stuk langs de N270 uit. Je vindt het ophet kaartje. De TWQ bedraagt 50%, al is het deel tussen Eppegem en Weerde langs de ingesnoerde Zenne niet veel soeps.
Het weer. Meteen opklarend en dan licht bewolkt, aangenaam fris want niet overdreven winderig.
De stafkaarten. 23/7-8 Vilvoorde (2021)
Hoe we er geraakten. Met twee stoptreinen per uur tussen Brussel en Eppegem en goed aansluitende treinen tussen Halle en Brussel kon er weinig misgaan.
Een beetje geschiedenis. Eppegem kreeg een voor die tijd riante halfuurdienst vanaf 1939, eigenaardig genoeg zo een 4 jaar nadat de directe treinen hun intrede hadden gedaan op de in 1935 geëlektrificeerde lijn 25. Zoals nadien wel vaker, was de elektrificatie meteen ook de kans om de bediening op de gerenoveerde lijn grondig te verbeteren. Die halfuurdienst zou standhouden tot de komst van IC-IR in 1984: Eppegem viel terug op een uurdienst, althans wat de verbinding Mechelen - Brussel-Noord betrof. Wel kwam er een nieuwe trein naar of van Mechelen in het verlengde van lijn 26. Het zou tot 2008 duren voor de halfuurdienst terugkwam op de verbinding Antwerpen - Brussel-NZV. De uitbreiding van de diensten op lijn 26 leidde tot een stevige bediening met op dit ogenblik om het half uur een S-trein Antwerpen-Centraal - Nivelles, S-treinen Aalst - lijn 26 - Mechelen en Edingen - lijn 26 - Mechelen, die laatste om het half uur.
Wie echt veel over het stationsgebouw wil weten kan terecht op de site vanhet onroerend erfgoed.Tot slot nog dit: zoals veel stations op de lijn 25 ligt het stationsgebouw laag ten opzichte van de sporen. Dat heeft alles te maken met de modernisering van deze spoorlijnen in de jaren 1930. Op lijn 25 werden zo goed als alle overwegen afgeschaft en dat kon men realiseren door de sporen over zowat de hele lengte hoger te leggen.
De telegrafische afkorting is FPH. Die H vindt haar oorsprong in de oorspronkelijke schrijfwijze Eppeghem. (FPH, niet te verwarren met FPP, Poperinge.)
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3659
10:10 10:26
+3
08203 (FSR)
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Eppegem
1959
10:38 11:05
stipt
08046 (GCR)
mr08 Desiro
controle: N
-
Eppegem - Brussel-Noord
1784
13:27 13:45
+2
08533 (LL)
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Noord - Halle
3784
13:52 14:19
stipt
08136 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. De stoptrein naar Brussel rijdt met een lichte vertraging; de ervaring leert ons dat die vrijwel nooit ingelopen wordt. Dat is vandaag niet anders. De aansluitende S-trein 1959 rijdt zo goed als volledig volgens het boekje. (IC2110 naar Luxemburg vergaat het minder goed: een desiro moet het ontbrekende rijtuigenstel met I11 vervangen…) Voor de terugrit herhaalt zich het desiro-scenario, met S 1784 tot Brussel-Noord en S 3784 naar Halle. Al onze treinen bestonden vandaag uit 2 desiro's, behalve de laatste die het met 1 stel moest stellen. We horen hoe een medereizigsters zich verbaast over de S in S-treinen: ze krijgt een perfecte uitleg van een jongeman in uniform, vermoedelijk een onderstationschef op weg naar de namiddagshift. In Brussel-Zuid staat een reiziger ongeduldig te trappelen op het platform, vermoedelijk uitkijkend naar de treinwachter, die zich achteraan de trein bevindt. Wij en die reiziger reizen vooraan mee. Ik lijk wel een speciaal zintuig ontwikkeld te hebben voor grijs- en zwartrijders, want ik ben er wel bijna zeker van dat deze geen biljet heeft. Ik vraag me nog maar eens af waarom die dan in eerste klas komt zitten, want met de onverbiddelijke controles heeft hij wel 0 % meer kans op controle dan in tweede klas. In Ruisbroek eindigt zijn rit. En wat die controles betreft: we hebben er vandaag alweer 4 ritten op zitten zonder controle…
De treinlectuur. Arthur JAPIN, De man van je leven. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Zeg niet "excuus" maar zeg "geen draagvlak".
Uitgedrukt… echteg en techteg: echt waar, wis en waarachtig. De t in techteg zou een restant zijn van echtig ende echtig, leer ik in het Woordenboek van het Asses.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Ik heb het hier al eerder vermeld: wandelnetwerken mogen er natuurlijk zijn, maar voor echte documentatie gaat er niets boven een degelijk wandelboek of een wandelfiche, met zo mogelijk geologische, historische, culturele informatie. Soms worden beide zelfs gecombineerd: bij Lannoo verscheen in 2012 De mooiste natuurwandelingen, blijkbaar gebaseerd op de programmareeks Vlaanderen vakantieland van de VRT. Enhiervonden we voor Wezemaal de Wijngaardbergroute, eerder bewegwijzerd met de bekende rode zeshoeken, maar nu dus gewoon opgenomen in het Hagelandse wandelnetwerk. Eerdere ervaringen hadden ons geleerd dat je eigenlijk altijd wel terechtkomt op de Wijngaardberg, maar dat het vaak moeilijk is om op het voorziene, dus door de wandelbeschrijving aangegeven route te blijven. De paaltjes van het wandelnetwerk waren dan ook een Godsgeschenk: 6 - 604 - 62 - 63 - 65 - 74 - 64 - 61 - 605 - 6. Punt 6 ligt bij het bezoekerscentrum van de Hagelandse wijn, op het Wezemaalplein. Als je het kaartje bekijkt zie je dat dit voor ons niet het beginpunt was, want wij begonnen aan de kerk of eigenlijk aan de bushalte Vleugtweg. Als je daar uitstapt (en weer instapt), stap je 7.83 km. (Maar wij verkozen een busloze reis en dus moesten we nog twee keer 900 m van en naar de treinhalte Wezemaal toevoegen. Overigens zijn er in 2024 en 2025omvangrijke werkenvoorzien, in het kader van de ondertunneling van de spoorweg ter hoogte van de overweg.) De wandeling zelf is een juweeltje: kort, pittig en grillig. Je loopt voor 72% over echte trage wegen, al kom je af en toe nog wel eens een auto tegen, wat meteen verklaart waarom de modderige wegen er nog wat slechter bij liggen dan nodig, al blijft het allemaal best doenbaar. Het wandelnetwerk is vrij goed bewegwijzerd, al bij al moesten we maar één keer twijfelen en gokten we meteen ook juist. Hetkaartje en de gpxkunnen ongetwijfeld voor ondersteuning zorgen. Wie denkt om hier een rustige, vlakke tocht te vinden, is er aan voor de moeite: de ontwerpers hebben gekozen voor een traject met een vijftal afdalingen of klimpartijen, zelfs met trappen. Wij quoteerden 17/20.
Met trappen overwonnen we meest uitgesproken hoogteverschillen.
Een mooie holle weg bracht ons dan weer naar een lager niveau.
Het weer. In vergelijking met de vorige dagen mooi, al waren er altijd wel wat (middelhoge, hoge) wolken in de buurt. Winderig.
De stafkaarten. 24/5-6 Haacht (2020) - 24/7-8 Aarschot (2020) - bij het verschijnen van deze kaartreeks werd naar vereenvoudiging gestreefd en dat gaat duidelijk ten koste van volledigheid en duidelijkheid, zeker waar vele voet- en veldwegen elkaar kruisen zoals hier op de Wijngaardberg.
Hoe we er geraakten. Zoals eerder geschreven is de aangewezen halte Wezemaal Vleugtweg van buslijn 335 Leuven - Aarschot. Uit Leuven ben je dan al snel een half uur onderweg, met de trein duurt het 7 minuten. We kwamen en gingen dus met de trein, ondanks de extra stapafstand. Wezemaal wordt met 3 treinen per uur wonderlijk goed bediend en dus is er altijd wel een aansluiting in Leuven, dat we met de IC Quiévrain - Liège-Guillemins rechtstreeks uit Halle konden bereiken.
Een beetje geschiedenis. Toen we op de trein terug stonden te wachten, verbaasden we ons over het aantal medereizigers in Wezemaal (LWZ): een 15-tal, veelal gezinnen met kinderen. Dat hoefde eigenlijk niet te verbazen: tijdens de Kerstvakantie is Leuven ongetwijfeld een attractiepool voor dergelijke gelegenheidsreizigers. Met 3 treinen per uur kan Wezemaal overigens moeilijk klagen over de bediening. Dat is ooit wel anders geweest. Aan de vooravond van IC-IR 1984 was die bediening op zijn minst merkwaardig: richting Aarschot stopten de treinen om 12:59 - 16:49 - 17:22 - 17:29 - 17:54 - 18:02 - 18:16 - 18:43 - 19:11 - 23:13. Richting Leuven was het nog poverder gesteld: 6:52 en 7:25, met ook nog treinen om 6:36 en 6:59 die Leuven links lieten liggen en via lijnen 53 en 27 naar Brussel reden.
Met de komst van IC-IR op 03.06.1984 ging de bediening nog achteruit: P-treinen naar Aarschot waren er om 5:36 en 6:35, naar Leuven om 5:36, 6:35 en 7:35.
Op 24.05.1998 werd IC-IR 98 ingevoerd: Wezemaal kreeg meteen een uurdienst, met de L-treinen Leuven - Antwerpen-Centraal, aangevuld met enkele P-treinen. naar Leuven kon je van 4:52 tot 23:38, naar Aarschot van 4:28 tot 22:22.
De volgende verbetering kwam er op 11.12.2005, toen ook de L-treinen Leuven - Hasselt in Aarschot stopten. Met een 20/40 verdeling was de toestand wel niet ideaal.
Op 14.06.2015 werd het aantal treinen op 3 per uur gebracht, toen ook de IC-treinen Leuven - Antwerpen-Centraal stopten.
Het is dus niet te verwonderen dat Wezemaal succes heeft: volgens de laatste tellingen zijn er per weekdag 616 instappende reizigers.
De verbinding.
Halle - Leuven
1708
09:26 10:07
+2
76052 (NK) - 73078 (NK)
M7
controle: N
Leuven - Wezemaal
2460
10:13 10:20
stipt
431 (FHS)
mr80 - Break
controle: N
-
Wezemaal - Leuven
2483
13:39 13:46
stipt
387 (FHS)
mr80 - Break
controle: N
Leuven - Halle
1735
13:53 14:34
stipt
76087 (NK) - 73105 (NK)
M7
controle: J
En wat we beleefden. Zal het verbazen als ik zeg, dat er nauwelijks iets te melden is? In eerste klas hebben we nauwelijks medereizigers en alle treinen rijden stipt of met een kleine vertraging. De samenstelling van IC 1735 is weer wat overschat, maar omdat er niets over omgeroepen wordt, vermoed ik dat de fout bij het inbrengen van de samenstelling zit, niet bij het vormen van de trein.
De treinlectuur. Marnix PEETERS, Oogje, Het kleine meisje uit de Lange Tafelstraat. Lionel SHRIVER, We moeten het even over Kevin hebben.
Acht van de twaalf juryleden van het terroristenproces zoeken (gratis) psychologische bijstand. Als men de volgende keer de jury nu eens samenstelde met horrorfilmfanaten, die zouden tegen een stootje moeten kunnen. Eventjes een bezoekje aan een gespecialiseerde filmzaal en het dozijn is zo gevonden.
Uitgedrukt… 'ne kaljn, mv. kaljes: onnozelaar.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnen en een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Niet langer dan van 2005 geleden verscheen Op stap in Vlaams-Brabant Noord-Dijleland. Twintig wandelingen moesten de toerist lokken naar een gebied ten oosten van Brussel dat nog tot de Groene Gordel behoorde. Wij kozen de Dijlevalleiwandeling in Haacht. Ondertussen is een uitgebreid wandelnetwerk uitgerold en de zeshoekige bordjes zijn weggehaald met een grondigheid die de ernst bij het plaatsen en vooral het onderhouden van de bewegwijzering destijds overstijgt. We doen het dus zonder bewegwijzering, maar met de bijkomende informatie die je in het boekje aantreft en op de wandelnetwerken moet missen: over de Sint-Adriaanskapel, de Schonenberghoeve, het natuurreservaat Hooiberg, de Valvekenshoeve, de Dijle en de Oude Hansbrug.
Deze brug is zo recent dat ze zelfs niet voorkomt op de kaart van het NGI. Ik heb het gesignaleerd en het moet gezegd: veelal wordt daar gevolg aan gegeven.
Het weer. Somber, betrokken, grijs en fris, ook door de matige wind.
De stafkaarten. 24/5-6 Haacht (2020)
Hoe we er geraakten. Zoals altijd hadden we de dagen voor de tocht een strak plannetje uitgewerkt met een reisweg via Mechelen. Een brand besliste er anders over. De vroege ochtendpaniek sloeg al snel om, want we konden evengoed via Leuven reizen, veel verschil maakte het allemaal niet. Heimelijk hoopten we er ook op dat we snel na de trein zouden kunnen overstappen op een bus die ons naar de halte Haacht Don Bosco zou brengen, maar dat was ijdele hoop. We konden net zo goed het beginpunt van de wandeling (de Sint-Adriaanskapel) te voet opzoeken, wat wel twee keer een half uur extra stappen inhield langs weinig aangename drukke wegen. Het gebeurt niet zo vaak dat we zo veel extra moeten stappen, maar de enkele schoolbussen die Sint-Adriaans bedienen, brachten geen oplossing. Voor een keer heb ik de lange, onaangename aanlooproute niet ophet kaartje aangebracht. Wie opziet tegen extra kilometers, is het best af met de halte Haacht Don Bosco. De wandeling zelf is 9 à 10 km lang, de TWQ bedraagt 46%: het pad langs de Dijle zorgt voor de hoofdmoot aan trage wegen. Om het verhaal af te ronden: we reisden via Leuven (niet met de rechtstreekse 1708, want die was afgeschaft), stapten over in Brussel-Zuid en namen in Leuven de L-trein naar Sint-Niklaas.
Een beetje geschiedenis. Haacht is altijd een soort knooppunt geweest van OV (tegenwoordig zou men van een hoppinpunt spreken, haha) met een spoorlijn en enkele tramlijnen. Ongetwijfeld was Brussel - Haacht de belangrijkste tramlijn: in stapjes geopend bereikte de tram Haacht station in 1890, Haacht Dorp in 1901. Ze werd ook nog verlengd tot Keerbergen in 1949. Haacht station werd in 1924 uit Brussel al elektrisch bereikt. De gedeelten station - dorp en dorp - Keerbergen zouden pas na WO II geëlektrificeerd worden. In 1960 (grotendeels al in 1958, eigenlijk) werd de reizigersdienst verbust. Een tweede tramlijn verbond Haacht met Aarschot en Tienen vanaf 1901. In 1953 hield men het ook hier voor bekeken. Alle informatie over de spoorlijn 53 vind jehier. Een van de opmerkelijkste treinen die ooit Haacht bedienden, was Z 2216 met de volgende dienstregling: Brussel Zuid 15:51 - Brussel-Centraal 15:54/15:55 - Brussel-Noord 15:58/16:02 - Schaarbeek 16:05/16:07 - Haren (Noord) 16:13 - Vilvoorde 16:16 - Hever (Hofstade) 16:25 - Boortmeerbeek 16:29 - Haacht 16:33 - Wespelaar-Tildonk 16:36 - Wijgmaal 16:42 - Leuven 16:46/16:53 en verder als stoptrein naar Hasselt (weliswaar zonder stop in Wezemaal), waar hij aankwam om 17:52. Het is een van die treinen die een trouw publiek aantrekken (denk nu aan de Dampoort-Express), van pendelaars en treinliefhebbers die de kans kregen om baanvakken te verkennen die anders niet bereikbaar waren. Toen de trein geschrapt werd, stuitte dat dan ook op veel woede en onbegrip, maar het mocht niet baten.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3207
09:02 09:15
+8
76007 (FML) - 73098 (FML)
M7
controle: N
Brussel-Zuid - Leuven
0408
09:28 09:57
+7
1802 (FSD) - 11804 (FSD)
I11
controle: N
Leuven - Haacht
2760
10:06 10:21
stipt
809 (GCR)
mr75 vierledig
controle: N
-
Haacht - Leuven
2783
13:38 13:53
+10
815 (GCR)
mr75 vierledig
controle: N
Leuven - Brussel-Noord
3637
14:08 14:36
stipt
516 (FHS)
mr96 Deense neus
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1586
14:42 15:02
+2
08142 (FML)
mr08 Desiro
controle: J
En wat we beleefden. Het was dus echt schrikken vanmorgen en in de gauwte werden alternatieven opgezocht; ik stak voor alle veiligheid mijn afgedrukte versie van het spoorboekje in mijn rugzak, dat van vorig jaar wel te verstaan, want dat van 10 december 2023 is pas beschikbaar half januari 2024. Zoals altijd hoopten we nog mee te mogen met S 1557 van 8:57, maar treinen zijn altijd stipt als ze dat niet moeten zijn en dus is het wachten op IC 3207 van 9:02. De beperkingen van het seniorenbiljet, nietwaar, al wegen deze niet op tegen het voordelige tarief. Niet dat die enkele minuten het verschil zullen uitmaken, maar de S-trein is nu eenmaal wat minder druk dan de IC, die uit 4 M7 bestaat. Die zitten inderdaad goed vol, ook in eerste klas. Vroeger bestond deze IC uit 2 breaks en het valt me altijd weer op dat 4 M7 eigenlijk geen extra capaciteit bieden. De trein vertrekt met 1 minuut vertraging in Halle, maar nog voor Vorst-Zuid rijden we trager dan normaal en voor Brussel-Zuid staan we zelfs helemaal stil. Vroeger grapte ik dat dit de halte Zennebrug was, want het gebeurde/gebeurt zelden dat een trein die over lijn 96A komt zonder problemen in Brussel-Zuid geraakt. We komen aan met 8 minuten. IC 408 lijkt wel op tijd te rijden: deze trein bestaat uit een mengeling van I11- en M6-rijtuigen; ergens moeten er beslissers zitten bij de NMBS die niet gespeend zijn van enige fantasie. Hoe het zit met de aerodynamica als je M6-rijtuigen in het midden van de trein achter een veel lager I11-rijtuig spant, is een open vraag. Ook met deze trein loopt het trouwens mis: we vertrekken met 7 minuten vertraging, ook al verschijnt de mededeling dat het instappen afgelopen is ongeveer op tijd. Dat wordt weer een spannend ritje, met 10 minuten overstap tijd in Leuven. Het blijft bij 7 minuten. Twee jongeren (studenten gezien hun bestemming?) hebben al dan niet verkeerd plaatsgenomen in eerste klas en het wordt ook een vervelende reis naar Leuven, met gasten die zichzelf de hele tijd uitlachen. Ik weet trouwens niet of dit een geijkte uitdrukking is, maar bij ons betekent het: lachen om te lachen, ook als er niet te lachen valt. Als we uitstappen geef ik toch maar een sneer: als u in eerste klas wil reizen, moet u het ook wat rustiger doen. Beleefd, hé, die u? Maar kom, we halen de aansluiting naar Haacht nog nipt. Zo komen we eigenlijk vroeger aan dan in onze oorspronkelijke planning.
De terugreis zou zo pal in de namiddag vlot moeten verlopen, maar dat is buiten de waard gerekend. De L-trein 2783 heeft al 3 minuten vertraging bij vertrek in Haacht (- en dat is niet het gevolg van de moeite die mijn vrouw heeft om in te stappen, "dankzij" de lage perrons en het gebrek aan houvast in het vierledig stel -), maar staat erg lang stil voor Leuven. We kunnen moeiteloos een gesprek afluisteren tussen 2 NMBS'ers: het woord controle komt minstens 10 keer voor in het gesprek. Ik vermoed dat controle een van die woorden is met een betekenisuitbreiding, zoals taalkundigen het noemen: het woord moet niet langer letterlijk genomen worden, maar heeft een uitgebreide betekenis gekregen, in dit geval "in de trein meereizen". Ik vermoed dat we hebben gewacht tot een soort locomotieventrein (met een I11 in het midden) gepasseerd is. Voor ons betekent dat 10 minuten vertraging én een gemiste aansluiting met IC 435. Het wordt dus IC 3637 via de Luchthaven. En zoals ik de vorige keer al schreef: ze bestaan nog vriendelijke, actieve tbg's. Ook in de aansluitende trein (S 1586). Twee dames proberen het met de tbg op een akkoordje te gooien: één heeft een eersteklasabonnement, de andere niet. Ze hebben elkaar zogezegd al jaren niet meer gezien, maar dat zal wel de smoes van de dag zijn. Ze mag voor één keer blijven zitten. Ik kan het niet laten: als ik gewoon het hele jaar tweedeklasbiljetten zou kopen en toch in eerste ga zitten, zou ik honderden euro's per jaar besparen. De tbg is verstandig genoeg om hier niet op in te gaan. Die met het tweedeklasbiljet wel: ze vindt dat we een dik pensioen moeten hebben om eerste klas te betalen. Tja, we hebben alle twee ons leven lang fulltime gewerkt en dat we ook al ons hele leven een tweede auto uitsparen helpt ook. Maar waar moeit ze zich eigenlijk mee? De vertraging beperkt zich tot 2 minuten bij aankomst in Halle, tegenwoordig is dat een succes. Overigens zal er kort nadien iemand onder een trein sukkelen in de NZV. Het kan weer niet op. En ongetwijfeld ook de volgende dagen voor de gebruikers van lijn 25…
De treinlectuur. Marnix PEETERS, Oogje, Het kleine meisje uit de Lange Tafelstraat. Lionel SHRIVER, We moeten het even over Kevin hebben.
Vandaag start een campagne om geweld tegen leden van hulpdiensten als brandweerlui en ambulanciers aan de kaak te stellen. Is het niet godgeklaagd dat er hominiden rondlopen met de hersenen van een amoebe waarvoor geld aan een campagne moet gespendeerd worden? De campagne zou trouwens gerust uitgebreid mogen worden tot uniformdragers als politie, trein- en buspersoneel.
Uitgedrukt… Die moet je niet in je karre hebben: die kun je maar beter vermijden, niet meevragen, je kunt maar beter niet met hem/haar te maken hebben.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
14 december 2023 Luchtbal - Borsbeek (Via Brabantica)
De wandeling. Toegegeven, als je een Via Compostela volgt kom je als rechtgeaard wandelaar (hopelijk niet als overtuigd pelgrim) in de helft van de gevallen bedrogen uit. Vandaag staat er eigenlijk een soort stadswandeling op het programma, langs de Via Brabantica, van Luchtbal tot Borsbeek. Dit is echt niet ons ding en het stukje Rivierenhof kan enkele kilometers langs de Turnhoutsebaan echt niet doen vergeten. De wandeling is 14.3 km lang, de TWQ bedraagt 13%, veel te weinig dus. Voor de rest vertoont dit deeltraject alle kwalen van veel Compostelaroutes in Vlaanderen: veel asfalt of beton, ontbrekende bewegwijzering en op de koop toe ook nog varianten in de stad en tegenspraak tussen kaartje en tekst. Nee, we werden echt niet bekoord en quoteerden dan ook 4/20. De enige reden waarom we toch koppig dergelijke trajecten blijven stappen is de volledigheid en de hoop dat het de volgende keer (veel) beter wordt. Samengevat: ondanks bewegwijzering (?) en topogids met kaartjes moet je dit niet opvatten als een wandelroute, wel als een deeltje van de lange weg naar Compostela voor de bedevaarder, die wel voor een gesloten Sint-Jacobskerk komt te staan…Kaartenfoto's.
Het Groot Schijn aan de grens van stad en Rivierenhof.
In afwachting van Kerstmis. (Borsbeek)
Het weer. Erg somber (zie de foto's), maar het begon pas te (mot)regenen toen we op de bus stonden te wachten.
De stafkaarten. 15/3-4 Antwerpen (2018)
Hoe we er geraakten. De heenreis was makkelijk, met een overstap op een rechtstreekse IC naar Luchtbal, de terugreis was nauwelijks moeilijker, met een bus die om de twintig minuten rijdt tussen Borsbeek en Berchem en dan opnieuw 2 treinen naar Halle.
Een beetje geschiedenis. Het centrum van Borsbeek werd oorspronkelijk niet bediend: de tramlijn Antwerpen - Broechem reed ten noorden van de dorpskern. In de dienstregeling van de jaren 1930 wordt voor Borsbeek de halte Fort 2 vermeld: de tram volgde inderdaad de huidige N116. De tram reed van 1889 tot 1958; het gedeelte Antwerpen - Broechem - Lier werd geëlektrificeerd in 1930.Volgens Wikipediazou het lijnnumer 42 al in die periode ingevoerd zijn. Feit is dat de latere buslijn ook dit nummer droeg. In de gekende stijl van de Antwerpse NMVB-groep werd een ingewikkelde tabel ingevoerd: Antwerpen - Wommelgem - Broechem - Emblem - Lier en Zandhoven - Herentals. In feite had de bus eindbestemmingen in Wommelgem, Broechem, Lier en Zandhoven.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3408
09:20 09:30
+3
834 (GCR)
mr75 vierledig
controle: N
Brussel-Zuid - Antwerpen-Luchtbal
2008
09:49 10:43
+3
1903 (NK) - 61030 (FCL)
M6
controle: J
-
Borsbeek - Berchem
[20]
14:44 14:59
+3
ab2233
VDL Bus& Coach Citea SLE
Zurenborg
Antwerpen-Berchem - Brussel-Noord
3136
15:11 15:52
stipt
08193 (FSR)
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Noord - Halle
1937
16:01 16:23
+1
1905 (NK) - 61043 (FCL)
M6
controle: N
En wat we beleefden. IC3408 rijdt vandaag zoals voorzien met 2 vierledige stellen. Bijna één keer per week valt een stel uit en dan is dit geen aangename trein meer. Voor Brussel-Zuid lopen we drie minuten vertraging op. De IC naar Essen lijkt stipt te zullen rijden en dat lukt ook… tot Mechelen, waar we 5 minuten vertraging oplopen. En ja, ze bestaan nog, de joviale, vriendelijke, plichtbewuste treinbegeleiders die je ticket controleren. Ze ging zelfs twee keer door haar trein, één keer na Mechelen en één keer na Antwerpen-Centraal.
De bus van lijn 20 rijdt lange tijd stipt maar met zicht op het station van Antwerpen-Berchem lopen we toch 3 minuten vertraging op. Ontwaarden of iets tonen lijkt beneden de waardigheid van zo goed als alle Antwerpenaars. Ik vraag me af of je nog van een aansluiting bus/trein kunt spreken als je ziet hoe ver de ingang van het station van de halte aan busperron 15 ligt.Maar we halen de trein zonder problemen. Het is een zogenaamd trage IC, bestaande uit 2 desiro's. Dat hij traag is, heeft duidelijk minder te maken met enkele bijkomende stilstanden (t.o.v. de "snelle" IC's) dan wel met de ruime rijtijden. Nog even de IC naar Tournai nemen en we komen aan in Halle, voor een keer tevreden over de treinreis, maar een stuk minder over de wandeltocht.
De treinlectuur. Dorothy L. SAYERS, Murder must advertise. Sayers is ondertussen voor de overgrote meerderheid een illustere onbekende geworden en toch mag ze zonder problemen plaats nemen naast o.a. een grote naam als Agatha Christie. Ze is ook de meest literaire van alle grote detectiveschrijvers van de 20ste eeuw, lang voor het begrip literaire thriller een waardeloos cliché werd. Lionel SHRIVER, We moeten het even over Kevin hebben.
In Rough diamonds hebben ze het probleem van de Nederlandsonkundige Vlaamse acteurs op een drastische maar efficiënte manier opgelost: ze laten ze gewoon Jiddisch praten, dan hoor je de onderliggende West-Vlaamse, Brabantse en andere Kempische accenten niet (zo erg) meer.
Uitgedrukt… Op den boef: zonder veel nadenken, zonder rekening te houden met het uiteindelijke resultaat. Iets op den boef doen.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. De gemeente Lasne gaf in samenwerking met het NGI een wandelkaart uit met 210 km bewegwijzerde wandelingen. Dat is een erg handige aanvulling op de herwaardering van de voetwegen met wegwijzers over het hele grondgebied van de gemeente. Ons oog viel op wandeling 2 uit Ohain Moulin d'Ohain, al is van die molen niet zo heel veel te merken als je trouw de soms ontbrekende bewegwijzering volgt. Je kunt maar beter goed uit je doppen kijken endit kaartje zal daarbij voor de nodige steun zorgen. Het werd een korte (7.2km) maar erg pittige wandeling, die voor 33% over goed begaanbare voetwegen loopt; die voetwegen zijn dikwijls steile overbruggingen tussen andere wegen: sterk dalen en stijgen zijn dan ook nooit ver weg. Voeg aan die voetwegen nog enkele kilometers kasseiwegen (niet meegeteld in het TWQ) toe en je kunt veronderstellen dat dit een rustige wandeling werd zonder al te veel hinder van het wegverkeer.
Halte-uitrusting.
De Lasne, bijrivier van de Dijle. In het Nederlands heet hij de Laan.
Het weer. Zwaar en later volledig bewolkt: de voorspelde regenzone nadert inderdaad, maar we konden het tot thuis droog houden. Wel fris!
De stafkaarten. 39/3-4 Waterloo (2021)
Hoe we er geraakten. Buslijn 39 Waterloo - Louvain-la-Neuve is de enige die het centrum van Ohain bedient. De NMBS staakt vandaag en dat we uitsluitend gebruik maken van bussen van de TEC mag je gerust beschouwen als een opgestoken middelvinger ter attentie van de vakbonden. Vroeger, toen ik nog de illusie had dat het OV de oplossing was voor de verkeersproblemen, kon ik me daar nog stevig over opwinden, omdat elke actie weer tot reizigersverlies leidde. Tegenwoordig laat het me eerder koud, omdat we de vakbonden allang niet meer nodig hebben om de boel in het honderd te laten lopen. Van Halle naar Braine-l'Alleud rijdt er op weekdagen elk uur een bus van lijn 114, maar lijn 39 wordt kariger bediend. Dat er een gat zit van meer dan 3 uur in de voormiddag, beperkt onze mogelijkheden aanzienlijk. We kunnen in deze periode van het jaar moeilijk anders dan op de middag vertrekken. Terugkeren schept trouwens minder problemen.
Een beetje geschiedenis. Ohain is een van die dorpen die nooit heeft kunnen genieten van een trein- of tramverbinding, al betekende dat meestal wel dat die gemeenten vanaf de jaren 1930 een busverbinding kregen. Voor Ohain is dat niet anders, alhoewel het een hele tijd zal duren voor het centrum (met de huidige halte Place Communale) bediend zal worden. Ten noorden van het centrum kwamen de bussen wel bij een kruispunt (Messager) dat ook vandaag nog bediend wordt door lijn 558, die we al herkennen in 1934 (tabel 280) en 1938 en 1948 (tabel 39). In de loop van de jaren 1950 verandert er niet zo veel: dat is wel het moment waarop tabel 558 opduikt, nummer dat tot nog niet zo lang geleden ook als lijnnummer gebruikt werd. In 1957 verschijnt ook een schooldienst, een circulaire lijn van Braine-l’Alleud via Ohain, Genval (of Rixensart) terug naar Ohain en Braine-l’Alleud. in de jaren 1960 brengt men alle varianten samen in één tabel: 558-559-560, maar het centrum krijgt niet meer dan een marktdienst naar Wavre, op woensdagvoormiddag. Dat bleef vele jaren een zo goed als onveranderde toestand, tot net voor de eeuwwisseling de TEC begon te experimenteren met de zogenaamde Rapidobussen, de voorlopers van de huidige expressbussen. Ohain kwam op het traject van de Rapidobus 3 die Waterloo met Ottignies verbond via Braine-l’Alleud. Het was een Rapidobus en het hele traject telde maar 13 halten. Meer dan een functionele lijn was het eigenlijk niet: ochtend- en avondspits en een rit op woensdagmiddag, daar moesten we het mee stellen. Louvain-la-Neuve werd niet eens aangedaan. Toch (of misschien zoals te verwachten was) bleek deze rapidobus geen succes: hij werd vervangen door een lijn 39 (zie de jaren 1940 en 1950, maar dat zal wel toeval zijn…). De buslijn werd verlengd tot Louvain-la-Neuve en het aantal halten werd net niet verdrievoudigd. Uiteraard had dat ook invloed op de rittijd: tussen Waterloo en Ottignies ging die van 46 naar 61 minuten. En van een functionele bediening stapte men over op een toch wat beter gestoffeerde dienstregeling die het ons nu mogelijk maakt om deze buslijn te gebruiken voor een van onze kortere wandelingen.
En wat we beleefden. De ruime omgeving van Halle ligt al maanden in het vizier van Fibernet, zoals de rest van Vlaanderen, en omleidingen van buslijnen zijn hier dan ook de regel geworden. Tot voor kort moest lijn 114 een omleiding volgen in de richting Braine-l'Alleud, nu is de situatie al een tijdje omgekeerd. Er zit wat meer volk op dan gewoonlijk, want donderdag is marktdag in Halle. Wij nemen de bus trouwens niet aan het station van Halle, maar na een wandeling van een klein half uur, kunnen we de bus nemen aan de halte Van de Velde. Prachtige naam die dateert uit de oerhistorie, toen hier nog een herberg lag met die naam. De rit verloopt vlot en dus hebben we wel erg veel aansluitingstijd in Braine-l'Alleud. Dat geeft ons ruimschoots de tijd om de boterhammetjes aan te spreken en op verkenning te gaan, want de haltes van de TEC liggen hier aan beide zijden van de spoorlijn. Perron 1 tot 9 aan de zijde waar de bussen al langer vertrekken, enkele bijkomende perrons aan de andere zijde, bereikbaar via de doorgang onder de sporen. Perron 4 is goed voor bussen uit en naar Waterloo. Een jongedame wil weten of ze de W moet nemen om in Waterloo te geraken; vermoedelijk neemt ze op niet-stakingsdagen de trein en is ze nu wat onwennig op zoek naar een alternatief. Eenmaal in de bus probeer ik de rit te volgen op de dienstregeling die ik thuis heb afgedrukt, maar de TEC-BW heeft de gewoonte om de haltenamen in het grijs te zetten op de halteborden. Dus schakel ik voor de zekerheid de app van de TEC in, maar na een tijdje raakt die geblokkeerd: leve het digitalisme! Papier brengt dus eens te meer de redding. Aan de halte Place Communale zien we dat de halte hier ook op een erg duidelijke manier wordt aangeduid: ik heb er foto's van gemaakt. Het systeem met de aanduiding van de wachttijd is wel buiten dienst.
Voor de terugrit zijn we nog net op tijd voor de bus van 14.43. Het is een gelede bus met halteaanduiding binnenin maar die hebben we nu niet echt nodig: we rijden immers mee tot het station van Braine-l'Alleud. We hebben opnieuw 38 minuten overstaptijd. Voor de bierliefhebbers: de Nord-Expres rechtover het station heeft een ongelooflijke bierkaart. Maar we kunnen dus mee met de 114 van 15.38 die toch ook weer aardig bezet is. Deze keer moeten we wel een omleiding volgen en samen met wat files onderweg leidt dat toch tot 10 minuten vertraging. We zouden opnieuw te voet naar huis kunnen trekken - dus nog een half uurtje stappen - maar we maken er een specialleke van door over te stappen op lijn 155, aan de halte Nijvelsesteenweg. Die rijdt gelukkig want de laatste tijd vallen de bussen hier vanaf de namiddag als vliegen. Gisteren nog waren er zo een zevental bussen van lijn 155 geschrapt: de Lijn kan zich nog altijd verstoppen achter een gebrek aan chauffeurs, maar van een chauffeur weet ik dat vooral het gebrek aan bruikbare bussen aan de basis ligt van de wel erg onbetrouwbare dienst.
De treinlectuur. Dorothy L. SAYERS, Murder must advertise. Uit 1933 al, ik kocht het boekje voor 60 BEF. Hoofdfiguur is Lord Peter Wimsey, die als hobby misdaden oplost. In die tijd was de hoofdcommissaris nog een man van enige leeftijd, geen vrouw zoals later (in de jaren 2000) of zwarte vrouw (zoals nu).
Goed nieuws uit het onderwijs: de jongste resultaten van PISA zijn zo slecht, dat het bijna niet meer slechter kan worden, zeggen sommige experten. Ook goed nieuws voor wie helemaal blut is: de bankrekening staat zo laag dat het alleen maar beter kan worden. Of: het gaat zo slecht met de betrouwbaarheid van NMBS en De Lijn, dat het alleen maar opwaarts kan gaan…
Uitgedrukt… Van tijd te zot, van tijd te bot. Of hoe je wisselende stemmingen ook zonder psychiatrische geheimtaal kunt vatten. (Van tijd betekent soms.)
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
Beste Mevrouw Dutordoir, De kans dat u dit ooit te lezen krijgt is vrijwel onbestaande, maar dat zou ze ook zijn als ik u via de geijkte weg, met name de klantendienst, zou proberen te bereiken. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het wel gehad heb met de NMBS, ook al heb ik in de voorbije 60 jaar tienduizenden kilometers met de trein in België afgelegd. Maar ik vermoed, hoop eigenlijk, dat we nu een historisch dieptepunt bereikt hebben en het is moeilijk om in gesprekken de NMBS aan te prijzen, wat ik namelijk vele, vele jaren heb volgehouden. Mijn vrouw en ik hebben ons buiten meer functionele verplaatsingen zo een kleine 1900 keer verplaatst met het openbaar vervoer en het zou de waarheid geweld aandoen te beweren dat er voordien nooit problemen waren, maar tegenwoordig loopt het echt wel de spuigaten uit, met afgeschafte treinen, ingekorte treinen, vertragingen, een bijzonder onhandige procedure bij spoorloperij en ga zo maar door. Ik wil u de technische details besparen maar als u er mijn blog, die u vermoedelijk nu aan het lezen bent, op naslaat kunt u zich vermoedelijk vermeien in de bloemlezing aan incidenten en ongemakken die ons vooral het laatste jaar te beurt zijn gevallen. Doet u dit a.u.b. op een onbewaakt moment, u zult het zich niet beklagen. En als ik alvast een tip als eersteklasreiziger mag geven: port u uw chouchous, zoals u ze enkele jaren geleden nog noemde, eens aan om af en toe ook nog eens controle uit te voeren, meer bepaald in de eerstklasafdelingen. Tegenwoordig is een biljet eerste klas kopen eigenlijk weggesmeten geld, omdat we bijna stelselmatig moeten vaststellen dat wie soms ongewild maar meestal bewust in eerste klas komt zitten, daar nauwelijks problemen mee ondervindt, laat staan dat hij/zij erop aangesproken wordt. Het misbruik groeit dan ook systematisch, wat ook niet te verwonderen is als er geen gevolg gegeven wordt aan deze vorm van grijsrijden.
Met vriendelijke groet
Vic Van Cutsem
De wandeling. We putten deze keer uit een box van De Rouck Geocart met 100 fietstochten en wandeltochten. Ik vermoed dat De Rouck de komst van het internet en de gps niet overleefd heeft, de doos dateert van vele jaren terug. We lieten ons oog vallen op een wandeling in Bierges naar het Point du Jour, goed voor 11 km, al aarzel ik om van wandelplezier te spreken. De TWQ bedraagt 25% en dat zegt meteen alles over deze tocht: één vierde, bestaande uit niet aaneengesloten voet- en boswegen, is klasse, maar het overwicht van de zogenaamd chique buurten met huizen waar je gemakkelijk asielcentra voor 100 immigranten zou kunnen maken is te storend. Op te merken valt dat we zonder de aanloop uit de treinhalte Bierges-Walibi van de NMBS, nog een lager TWQ hadden opgetekend, want de weg van en naar de luswandeling liep over enkele mooie paadjes. Hetkaartje kan dat duidelijk maken.
Hoe we er geraakten. Het ligt eigenlijk voor de hand dat je de wandeling laat beginnen en eindigen bij de halte Bierges-Walibi. (Dat maakt de wandeling een kilometer langer.) Dat betekent voor ons voor heen- en terugreis twee keer overstappen, zes treinen samen.
Een beetje geschiedenis. Je kunt je nauwelijks voorstellen dat reizigers naar Walibi zouden komen zonder dat ze weten dat ze in Bierges moeten uitstappen. Maar de NMBS lijkt de snuggerheid van haar klanten toch wat te wantrouwen, want sinds 29 mei 1994 werd Walibi toegevoegd aan de haltenaam. Dat was ruimschoots na de opening van het pretpark in 1975. Overigens is toevoeging van toeristische informatie aan de haltenaam niet beperkt tot Walibi. Zo vond ik ook nog Jemelle (Grotten van Han en Rochefort): Jemelle was immers het overstapstation op de tram en Rochefort kon je zelfs met wat goede wil te voet bereiken of met de toen nog actieve lijn 150. Blijkt ook dat men ervan uitging dat toeristen goed te been zijn. Op lijn 37 vond (en vind ik) nog Dolhain-Gileppe, omdat je van Dolhain uit enigszins gemakkelijk naar de afdamming van de Gileppe kon stappen; tezelfdertijd bood het de mogelijkheid om het verschil met het al lang verdwenen Dolhain-Vicinal te verduidelijken. Ten slotte vond ik op diezelfde lijn 37 ook nog Fraipont (Banneux Notre-Dame), omdat Fraipont de meest voor de hand liggende afstaphalte was voor bedevaarders naar Onze-Lieve-Vrouw van Banneux. Die mochten dan wel niet opzien tegen een stevige tocht van enkele kilometers. Wijzelf volgden ooit de GR die ons van Fraipont naar Banneux bracht en het moet gezegd: dat was een mooi stukje GR, waarmee ik maar gezegd wil hebben dat de weg naar Banneux niet over rozen liep, zeker als je niet als wandelaar maar als bedevaarder op weg bent. Nog een eigenaardigheidje: de telegrafische afkorting in de netverklaring van Infrabel is FBRG. Die is van recente datum, omdat de haltes van de NMBS zonder station meestal geen telegrafische afkorting hadden voor de komst van Infrabel, dat wel voor een veralgemening van telegrafische afkortingen zorgde. FBRG bestond wel, maar dan voor het station van Bierghes (Bierk) tussen Edingen en Halle op lijn 94. Dat verdween definitief in 1984. Zou het kunnen dat hier toch wel sprake is van enige verwarring en dat men bij vergissing de afkorting voor Bierghes gebruikt voor Bierges? We zullen het waarschijnlijk nooit te weten komen.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1908
09:37 09:48
stipt
512 (FHS)
mr96 Deense neus
controle: N
Brussel-Zuid - Ottignies
2410
10:02 10:45
+11
527 (FHS)
mr96 Deense neus
controle: N
Ottignies - Bierges-Walibi
4581
11:40 11:47
stipt
08576 (GCR)
mr08 Desiro
controle: N
-
Bierges-Walibi - Ottignies
3084
14:31 14:38
+1
942 (FSR)
mr86 Sprinter
controle: N
Ottignies - Brussel-Noord
3986
14:47 15:29
stipt
08047 (GCR)
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Noord - Halle
3237
15:34 15:57
+1
76069 (FML) - 73082 (FML)
M7
controle: N
Dit oogt niet eens zo slecht, tot je het hele verhaal hieronder leest:
En wat we beleefden. Met minstens een halfuurdienst op treinverbindingen die we vandaag nemen, kan er eigenlijk niet zo veel verkeerd gaan, maar als je het treinhart op de juiste plaats draagt, is het vandaag toch wel eens slikken. Het volstaat al om te schrijven dat we van de zes geplande treinen er amper drie ook effectief kunnen nemen. Het begon nochtans allemaal goed met IC 1908 die ons stipt en in een aangename Deense neus naar Brussel-Zuid brengt. Maar ons enthousiasme zou snel keren: IC 2410 bestaat uit 3 rijtuigen i.p.v. 6; we moeten maar hopen dat dit volstaat in de rustigste momenten van de dag. Dat we met 11 minuten aansluiting in Ottignies aankomen is wel niet het gevolg van de ingekorte trein. (Eigenaardig genoeg is het makkelijker om vertraging in te lopen met een korte trein dan met een lange, omdat die sneller door vertragingszones is.) Nee, het begint al met 5 minuten vertraging bij vertrek in Brussel-Zuid. We zijn namelijk nummer drie, met voorop IC 508 naar Eupen (+7), gevolgd door IC 5108 naar Schaarbeek (+8); pas dan zijn wij aan de beurt en het mag een wonder heten dat we met “maar” 5 minuten vertraging vertrekken. Dat je tegenwoordig niet te vroeg mag juichen, weten we al: we staan wel erg lang stil voor Brussel-Centraal, waar we al 13 minuten vertraging optekenen. Een dame met één gsm en twee laptops heeft zich verkeken op de aankondiging van de 2410: Namur - Liège-Guillemins. Ze denkt dat ze op weg is naar Leuven, maar in Brussel-Schuman vraagt ze of dat inderdaad een trein naar Leuven is. De tbg zegt dat ze in Brussel-Luxemburg moet uitstappen en terugrijden naar Brussel-Noord. (Zelf denk ik even later dat ze beter af zou zijn als ze zou doorrijden naar Ottignies en daar de S naar Leuven zou nemen, maar gelukkig denk ik daar te laat aan. Het zou voor haar neerkomen op een uurtje wachten…) In Brussel-Luxemburg is de vertraging geslonken tot 10 minuten en de tb heeft er duidelijk zin in: even ziet het er zelfs naar uit dat we onze aansluiting in Ottignies (10 minuten) zullen halen, maar dan vallen we voor enkele minuten stil net voor het station en met 11 minuten vertraging is de overstap hopeloos. Een half uurtje wachten dus maar: i.p.v. de 6460 zal het de 3061 worden. Dachten we. De trein komt keurig op tijd aan, staat mooi aangekondigd op het perron en de uitstappende tbg verzekert ons ook nog eens dat dit de L-trein naar Leuven is. Maar vertrekken om 11:22 doet hij niet en we zien de vertraging verrassend snel stijgen. Er is trouwens geen vertreksein gegeven, laat staan dat de deuren vergrendeld zouden zijn. De vertraging blijft maar groeien, om 11:35 heeft de trein nog altijd geen meter gereden. En dan speelt het geluk een beetje mee: wij staan op perron 10 en zo zien we om 11:37 S 4581 naar Wavre binnenrijden op perron 9. Snel beslissen is nodig, maar we zijn nog op tijd om deze trein te nemen. Uiteindelijk zullen we 45 minuten later arriveren dan voorzien: het is de derde trein (na 6460 en 3061) die uiteindelijk instaat voor de laatste 4 km van onze heenreis. Dat is op zich al erg genoeg, maar zo mogelijk nog erger is dat de 3061 uiteindelijk afgeschaft wordt, zonder dat er ook maar even een mededeling te horen valt dat reizigers naar Wavre gebruik kunnen maken van S 4561. Onderaan de trap valt op dat de S naar Leuven van 11:22 niet meer op de schermen voorkomt. Uit controle achteraf blijkt dat de trein inderdaad geruisloos is afgeschaft. Maar er is geen enkele computer geprogrammeerd om dat ook mee te delen en anders zou hij toch waarschijnlijk no gezegd hebben.
De terugreis begint met een verrassing: S 3084 bestaat uit een mr 86 (een “duikbril”) maar die ouwe taaie brengt ons tenminste stipt naar Ottignies. (Duikbrillen doen me altijd denken aan M1-rijtuigen uit 1937: slecht rijgedrag en kaarsrechte ruggen…) Dat die stipt is zou ons een mooie aansluiting met IC 2135 uit Arlon kunnen opleveren, maar de ellende is nog lang niet ten einde: deze trein rijdt met een half uur vertraging. Het zal dus S 3986 naar Zottegem worden. Onderweg krijgen we het gezelschap van luidruchtige jongeren die ook nog fier zijn dat ze in eerste klas zitten, want ze imponeren via de sociale media andere stukken onbenul. Eén heeft zelfs het lef om zijn gsm op te laden uit het stopcontact boven onze hoofden. We zijn ondertussen 5 treinen ver, maar 5 tbg’s hebben we nog niet gezien, want daar blijft de score hangen op 1 (in IC 2410 - zonder controle). Blijft dus nog één kans op controle over, maar dat zal niet in IC 3237 zijn. Alles lijkt nochtans prima in orde te zijn: op het perronscherm wordt eerste klasse vermeld in het tweede en het zevende rijtuig, Haltelink en Hyperrail geven allebei een samenstelling met 10 M7’s aan en in de klassieke derde minuut voor aankomst wordt ook nog eens ten overvloede omgeroepen dat de eersteklasrijtuigen zich in tweede en zevende positie bevinden. Als de trein binnenrijdt, blijkt die uit 4 rijtuigen te bestaan. Voorbij Brussel-Centraal raakt de trein eivol. Wij zijn gelukkig overgestapt in Brussel-Noord - dat doen we altijd, ook al blijven de apps altijd een overstap in Brussel-Zuid suggereren. Vanaf Brussel-Zuid is het werkelijk onwaarschijnlijk maar toch zo waar: eigenlijk kan hier geen reiziger meer bij, eerste klas zit even vol als tweede klas en de trappen zorgen voor wat extra zitplaatsen, naast de platforms uiteraard. Op onze hoogte staat een dame van wie we met bijna zekerheid kunnen zeggen dat ze een eersteklasreizigster is. Je ziet haar denken dat die twee met hun rugzakken en hun wandelbottines haar plaats innemen. Niet dus. Ook hier blijft de tbg onzichtbaar en dat is voor een keer te begrijpen: die kan gewoonweg niet door zijn trein lopen. In Halle zien we hem aan het eind van de trein toch even opduiken…
Enfin, de NMBS is vandaag zo vriendelijk geweest om ons een staalkaart aan te bieden van alles wat er zoal verkeerd gaat. Vandaar dat ik mevrouw Dutordoir hierboven rechtstreeks aanspreek:
- verkorte samenstellingen, soms met hallucinante taferelen als gevolg; - foute of ontbrekende informatie, ondanks alle digitale gadgets; - treinen die te pas en te onpas gescharpt worden; - totaal gebrek aan controle, met een snel voortschrijdend misbruik van eerste klas tot gevolg; - dagelijkse vertragingen, zelfs op “rustige” momenten als de voormiddag; - kleinere mankementen zoals afgesloten deuren - vandaag ook gezien, maar nauwelijks de moeite van het vermelden waard, naast al de rest; - een absolute onderschatting van de capaciteit bij het begin en het einde van de spitsuren.
De treinlectuur. Stefan HERTMANS, De opgang. Lionel SHRIVER, We moeten het even over Kevin hebben.
Ik weet nu hoe het komt dat het zo verkeerd loopt bij de NMBS: het zijn de Chinezen. (Cfr. de omvormers van de zonnepanelen.)
Uitgedrukt… Hij lag op de grond mei gieël zèèn tamazjôr. Volgenn Frans Peetermans in Guuêks betekent het met heel zijn hebben en houden, met al wat hij bezit, met al zijn rommel. Ik ken de uitdrukking vooral in de laatste betekenis. Het woord is een vervorming van het Franse état-major (= staf, hoofdkwartier).
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Wie dit blog regelmatig leest, weet dat we er onze hand niet voor omdraaien om regelmatig (erg) oude wandelbeschrijvingen op te diepen. Zo lieten we ons vandaag inspireren door een wandeling uit Info-Vakantiegenoegens van 5 februari 1980 (!), getiteld Schelde- en Polderwandeling in Vlassenbroek, sieraad van het natuurpark Scheldeland. Auteur is Joris Sels. Ik maak me sterk dat we ook nu deze wandeling zonder veel problemen hadden kunnen afwerken, ware het niet dat de ruime omgeving al jaren het toneel is van uitgebreide infrastructuurwerken in het kader van het Sigmaplan, die overstromingen onder controle moeten houden. Ik heb dat ook nagekeken voor we deze wandeling kozen en er leek geen probleem te zijn, tot we plots op een bord konden lezen en zien dat een groot deel van de geplande tocht nog altijd verboden terrein is voor de avontuurlijke wandelaar. Meteen werd het traject met 4 km ingekort. Wat overbleef is toch nog de moeite waard. Dat we niet aan het kerkje van Vlassenbroek maar aan een bushalte langs de Mechelsesteenweg vertrokken, zorgde ervoor dat de afstand toch nog enige allure had: we quoteerden 14/20. Wel moet je van en naar Vlassenbroek een hele tijd langs hetzelfde jaagpad langs de Schelde stappen: dat merk je ongetwijfeld ophet kaartje. Bij het begin en het einde moet je wel 2 keer door een bosje: het pad is nog net zichtbaar, maar lang zal dat misschien niet meer duren. De TWQ bedraagt 84%, vooral dankzij de kilometers over het (verharde) jaagpad op maat van de fietsers.
De mist was echt wel een beetje een spelbreker in het begin.
Het weer. Enigszins tot onze verbazing reden we vanaf Asse in een tamelijk dichte mist en in Dendermonde was die nog lang niet opgetrokken: een eerste helft van de wandeling stapten we dan ook langs een nauwelijks zichtbare Schelde. Ik schat de zichtbaarheid op 50m. Tegen het einde aan trok de mist wel op.
De stafkaarten. 23/1-2 Dendermonde (2021)
Hoe we er geraakten. In het artikeltje uit 1980 staat letterlijk te lezen dat je de tocht niet noodzakelijk aan het kerkje van Vlassenbroek moet beginnen, maar dat dat ook kan vanaf de Mechelsesteenweg. We hadden de keuze tussen de halten Dendermonde (Oude Vest) met meer bussen en de halte Dendermonde (Kroonveldstraat), met minder nutteloze meters. En eigenlijk hadden we ook gewoon de dikke kilometer van station naar wandeling te voet kunnen afleggen. Dendermonde is uit Halle rechtstreeks te bereiken met de IC’s 32xx Kortrijk - Doornik - Brussel - Dendermonde - Sint-Niklaas.
Een beetje geschiedenis. De oorsprong van de huidige lijn 245 Brussel - Dendermonde moet gezocht worden voor WO II, hoewel de lijn toen beperkt was tot Baasrode. Dat zou zelfs duren tot 1956, toen de lijn die sinds 1952 lijn 356 genoemd werd, doorgetrokken werd tot Dendermonde. Ze bediende Molenbeek, Laken, Wemmel, Hamme, Ossel, Brussegem, Merchtem, Peizegem, Buggenhout en Baasrode. In essentie is er in een goede 80 jaar nauwelijks iets gewijzigd aan de reisweg. Dat bleef ook zo toen de lijn in 2004 plots het nummer 245 kreeg, dat ze vandaag nog altijd draagt. De lijn 27 uit Sint-Amands is er recent gekomen in het kader van de basisbereikbaarheid. Ze verbindt Dendermonde met Sint-Amands Station, waar niet eens een NMBS-bediening (meer) bestaat, maar blijkbaar is dat een ideaal overstappunt voor de lijnen 25 - 26 - 27 - 257 - 269…
De verbinding.
Halle - Dendermonde
3208
10:03 10:56
+7
76081 (FML) - 73098 (FML)
M7
controle: J
Dendermonde - Dendermonde
[28]
11:06 11:09
stipt
ab2213-20
MAN Lion's City
Coach Partners Ovl
-
Dendermonde - Dendermonde
[245]
14:00 14:05
+7
ab3311-18
Scania Citywide LE
Cars Lux
Dendermonde - Brussel-Noord
2286
14:28 15:10
stipt
08055 (FML)
Desiro mr08
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1736
15:13 15:34
+1
76034 (NK) - 73076 (NK)
M7
controle: N
En wat we beleefden. Over de heenreis valt maar één eigenaardigheid te melden: de trein komt met 3 minuten vertraging in Dendermonde aan, als gevolg van de vertraagde S 3880, maar om één of andere reden blijven de deuren nog 4 minuten gesloten. Niet zo erg voor ons maar wel enerverend en de overstappers op de L-trein naar Mechelen zien hun trein binnen handbereik en toch onbereikbaar vertrekken. Wie moet de deuren eigenlijk “lossen” bij deze M7-treinen. En nog: mocht hier nog een onderstationschef op het perron gestaan hebben zoals lang geleden, dan zouden de deuren ongetwijfeld veel sneller opengegaan zijn en zouden de L-treinen naar Mechelen en Zeebrugge ook echt aansluiting gegeven hebben. Ik noteer de 7 minuten vertraging en niet de 3 die ongetwijfeld in de officiële vertragingscijfers opduiken. Bussen naar de halte Oude Vest zijn er genoeg - ze vertrekken snel na de aankomst van de trein en dat zal wel niet geregeld zijn door Aribus.
Onze wandeling is een stuk korter uitgevallen dan gepland. Eigenlijk hoopten we met de rechtstreekse IC naar huis terug te keren, maar dat vergde wel lang wachten. Het wordt improviseren. En dus wagen we ons toch maar aan een overstap. Problemen op lijn 60 lijken net achter de rug en dus rijdt S 2286 probleemloos naar Brussel, waar we een snelle overstap hebben op IC 1736 naar Quiévrain.
De treinlectuur. Stefan HERTMANS, De opgang. Lionel SHRIVER, We moeten het even over Kevin hebben.
Niks aan de hand hier met De Lijn, althans we behoren niet tot de door structurele schrappingen getroffen regio’s. Neem nu op 21.11: alleen de bussen uit Halle van 10:18, 15:57, 16:57 en 17:57 op lijn 155 (binnenkort de chique R55) zijn afgeschaft.
Uitgedrukt… Goesn es kuup. In een toegankelijkere versie: goesting is koop. Wat je graag ziet of nuttig vindt, koop je toch, ook al vinden anderen het lelijk of nutteloos. Omgekeerd kan ook: kuup es goesn. Dat betekent dan weer dat je iets dat je gekocht hebt, na een tijdje begint te appreciëren.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
Heuglijke dag vandaag: de verzamelde vakbonden van NMBS, De Lijn, TEC en MIVB scoren vandaag een half-century, om het in snookertermen te stellen. Inderdaad: 17 november is de 50ste dag van 2023 waarop het OV op één of andere manier verstoord is door asociale acties. De Lijn spant zoals wel vaker de kroon als het om onbetrouwbaarheid gaat: ze zijn vandaag ergens of algemener voor de 27ste dag in staking, gevolgd door de TEC met 20 dagen, de NMBS met 8 dagen en de MIVB met 4 dagen. Het kan zowel gaan om een beperkte staking in één depot, als om algemene "actiedagen" op dictaat van de vakbondsbonzen.
In de voorbije 26 jaar (ik begon met bijhouden in 1997) is alleen 2000 beter met 82 stakingsdagen. Er zal nog een flinke inspanning nodig zijn om dat record te breken, maar je weet maar nooit