Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
30-05-2007
30 mei 2007
In Wauthier-Braine werden 2 wandelpaden uitgezet: vandaag staat die van de Bois de Samme op het programma, goed voor zo'n 10 km. De onmiddellijke nabijheid van de autoweg gedurende een groot deel van de wandeling, kan de pret niet bederven, want we volgen een correct aangeduid pad nr 5, dat ons langs rustige wegen naar akker, weide en bos brengt, en af en toe het geheel lardeert met een grote hofstede: de Ferme du Rosoir, de Ferme de Basse-Nizelles, de Ferme de Haute-Nizelles en de Ferme Deschamps. Voeg daar nog een kasteel (Château de Samme) bij in een heerlijk golvend landschap en je hebt meteen een aangenaam tijdverdrijf voor een vrije woensdagnamiddag, die bijna tot het einde droog zal blijven. Zoals wel meer gebeurt klopt de bewegwijzering niet met kaart en beschrijving ter hoogte van het Sacrament: blijkbaar is de weg oorspronkelijk uitgezet langs een privé-weg, maar we blijven koppig het oude tracé, dus langs de privé-weg, volgen. Lang lukt dat goed, maar uiteindelijk komen we toch voor een afsluiting met prikkeldraad te staan, waar we gelukkig zonder veel problemen kunnen doorkruipen. In zo'n geval vraag ik me altijd af: is dit nu echt privé, of hebben gemeente en ontwerper van het pad zich daar al te gemakkelijk bij neergelegd? Het alternatief verlengt het oorspronkelijke pad met enkele honderden meters langs een vrij drukke weg.
Voor ons is het bijna een thuismatch: acht buskilometer scheiden Halle van Wauthier-Braine, langs lijn 115a, die indertijd de schilderachtige spoorlijn Tubize - Braine-l'Alleud moest vervangen, en er zowaar een antenne naar Halle bij kreeg. Door de komst van lijn 155 tussen Essenbeek en Halle heeft de TEC heel wat reizigers op Hals grondgebied verloren, wat o.m. geleid heeft tot de afschaffing van de lus naar Essenbeek Kerk, maar hopelijk mag de lijn 115a blijven bestaan als taalgrensoverschrijdende lijn voor de reizigers tussen Braine-le-Château en Halle.
De verplaatsing is dus erg gemakkelijk: Halle (Station) - Wauthier-Braine (Cantine) 13:31 13:45 (+4, o.a. door een omleiding als gevolg van de afsluiting van de Nijvelsesteenweg - Aquafin, vermoed ik) ab 9641-54 van de firma Picavet; Wauthier-Braine (Cantine) - Halle (Station) 17:02 17:20 (+5) ab 4511-48 van de firma Senne Autobus. Daarmee hebben we meteen een bus van elke pachter op deze lijn gehad.
Vandaag gingen we voor de 89ste keer op stap met de wandelaars van Hacowa. Ik had speciaal voor hen een traject uitgedokterd in een streek die door de Vlaamse wandelgoeroe Julien van Remoortere compleet genegeerd wordt. En toch: het werd een tocht langs een immense kalksteengroeve in Antoing, langs een Romeinse begraafplaats wat verderop, over de ruime akkers waar in 1745 de Slag van Fontenoy werd uitgevochten, door het stemmige dorpje Vezon, langs de brouwerij Dubuisson, waar het lekkere maar verraderlijk zware Bush Beer wordt gebrouwen, en ten slotte door uitgestrekte akkers over lekker onverharde wegen met een mooi uitzicht op de uitlopers van de Vlaamse Ardennen naar Leuze, deels over de bedding van de afgeschafte lijn 86. Tevreden deelnemers achteraf dus, ook omdat de voorspelde regen de hele dag uitbleef.
De verplaatsing was erg eenvoudig deze keer, en dat komt o.m. door de weekendstop van de IC Moeskroen - Schaarbeek in Halle. We reisden met een groepsbiljet op groene treinen en genoten dus van 70 % reductie. Wie weet wat een administratieve procedure zo'n groepsreis met zich meebrengt, zal er zich zoals ik over verbazen dat de rode zelfklevers met de reserveringen maar op 1 trein waren aangebracht. Niet dat het op deze rustige feestdag echt nodig was, maar reservering is reservering, zou ik denken. We namen de volgende treinen:
IC 1930 Halle - Tournai 9:35 10:19 (+1) 2117 sleept gemoderniseerde M4's (52419) IC 0910 Tournai - Antoing 10:29 10:34 (+1) ms 451
Vandaag staat een wandeling op ons programma uit de stilaan omvangrijke reeks van de Toeristische Dienst van de Provincie Oost-Vlaanderen: de Panoramawandeling in Kwaremont. Toen we daar in 1990 voor het eerst stapten, werden we zowat de hele tocht op liquid sunshine getrakteerd, maar vandaag blijven we genieten van hoge druk die maar niet stuk wil. Bovendien is het zicht optimaal, wat deze Panoramaroute nog extra uit de verf doet komen. Spijtig genoeg heeft de Grote Transformator, die in elk bedrijf probeert te veranderen wat goed is, ook hier toegeslagen. Na ongeveer 1 km hebben we al door dat onze routebeschrijving (net geen 10 jaar oud) niet meer van toepassing is: het traject is aanzienlijk gewijzigd. Dat kunnen we na de wandeling verifiëren op het grote wandelbord aan de kerk van Kwaremont: van een tocht door het Kluisbos is geen sprake meer, en nu wordt zelfs Zulzeke aangedaan. Wij hakken de knoop door, en volgen het oude tracé; misschien doen we de nieuwe ook nog wel eens.
Kwaremont, dat zijn ongelooflijke vergezichten (Gent, Oudenaarde, Doornik, en alles wat daar tussen ligt) en stevig klimmen. Dat lokt vandaag ook enkele honderden wielertoeristen die de Ronde van Vlaanderen van de VWB proberen uit te rijden. Als ze niet doodvallen van vermoeidheid, kunnen ze nog altijd doodgereden worden door al die automobilisten die de verbodstekens, die frontale botsingen met aspirant-wielrenners moeten vermijden, straal negeren. Het mensDOM doet zijn naam weer eer aan, en de automobilisten voeren zoals altijd dat laatste peloton aan... Maar we laten ons humeur niet vergallen: het is volop genieten, eerst van het open gedeelte, dan van het gedeelte door het Kluisbos. Alleen in de Vierschaar loopt het finaal mis, en na een kwartier vruchteloos wachten op bediening, houden we het voor bekeken. We hebben het nieuwe Fawlty Towers gevonden, inclusief zich bezattend en snauwend personeel...
Als we de NMBS-planner geloofd hadden, dan waren we hier vandaag nooit geraakt. Die kent namelijk belbus 70 niet, en dat is de enige bruikbare verbinding tussen Kwaremont en de rest van het vaderland. Gelukkig kent de planner van De Lijn wel de eigen bussen. Alleen spijtig dat je nergens een overzicht krijgt op hun site van de frequentie en de approximatieve vertrektijden van hun bussen.
We zouden vandaag dezelfde trein kunnen nemen als twee dagen geleden, je weet nog wel, met 5 minuten overstaptijd in Brussel-Zuid, maar met de belbus aan het andere eind van de reis, spelen we liever zeker. Het wordt dus
IC1907 Halle - Brussel-Zuid 8:26 8:37 (loc 2710 duwt o.a. 58054) - en dan wordt het 58 minuten wachten op IC2331 Brussel-Zuid - Oudenaarde (ms 405), (9:35 - 10:25) die aansluiting geeft met L1960 Oudenaarde - Ronse (mw 4157) (10:38 - 10:48). In Ronse pikt de belbus 70 ons ruim op tijd op. We bereiken Kwaremont een stuk vroeger dan voorzien, goed voor een koffietje in de Pupiter. De belbus is de 2017-02, met afwijkende zetelbekleding.
De terugrit verloopt ongeveer volgens hetzelfde stramien: belbus 70 van Kwaremont naar Ronse, zelfde busje, andere stuurman. Verder: Ronse - Oudenaarde L1988 (17:12 17:22) met mw 4191; Oudenaarde - Brussel-Zuid IC2316 (17:35 18:22) met ms 380 en dan toch eventjes anders, want nu kunnen we wel met de goed aansluitende L naar Braine-le-Comte naar huis: L3689 Brussel-Zuid - Halle (18:30 18:48) met ms 775. Al deze treinen reden stipt, en de bussen bleken sneller dan verwacht, en dat ondanks het gezapige tempo dat beide chauffeurs er tot onze voldoening op na hielden.
Wandelen langs GR's in Vlaanderen is nog vaak een gokje, want je weet nooit wat je te wachten staat. GR122 loopt van Hulst naar Doornik, en we zijn ondertussen in Moortsele geraakt, langs soms interessante stukken. Vandaag gaat het/gaan we van Moortsele naar Munkzwalm. Het weer is andermaal schitterend, en het is duidelijk dat de eindbeoordeling van een wandeling ook bepaald wordt door de omstandigheden. Welnu, dit stukje GR is zeker de moeite waard, al zou je er af en toe eens een minder interessant stuk moeten kunnen uitknippen. Maar er blijft voldoende over om volop te genieten: weidse akkers, die we nu eens vanop een hoogte, dan weer in het dal mogen aanschouwen, vergezichten, en hóe bij een horizontale zichtbaarheid van meer dan 30 kilometer, enkele kronkelende beken, de ene al wat meer vervuild dan de andere, met als apotheose de Zwalm(beek) tussen Sint-Maria-Latem en Munkzwalm, goed verborgen kastelen, een prachtige Scheldearm in Meilegem, en tussendoor wat rustige dorpen, met mooie kerkjes, als ze niet in de steigers staan, dan. De tocht is iets meer dan 18 km lang. De verplaatsing is niet echt moeilijk, al is een overstaptijd van 5 minuten in Brussel-Zuid risicovol, maar onze hele planning kan moeiteloos een uur opgeschoven worden, dus wagen we het er maar op. De planner van de NMBS probeert ons nog even een loer te draaien, maar gelukkig ken ik dit type verbindingen zo goed als uit het hoofd, en kan ik moeiteloos mijn weg vinden in het papieren spoorboekje. De elektronische planner weigert namelijk de overstap van 4 minuten in Zottegem als overstap te erkennen (al heb je meer kans dat je die haalt dan die in Brussel-Zuid, die hij wel opgeeft) en hij suggereert dan ook een overstap op de bus in Herzele. Rare jongens, die Duitsers. En een leuke karikatuur: terwijl de meneer van de dienstregelingen een hoge borst opzet over die schitterende aansluiting in Zottegem, zit een Duitser van Hafas/Hacon, met in de rug een andere NMBS'er, te bepalen dat aansluitingen onder de 5 minuten niet meetellen.
Het wordt het volgende: Halle - Brussel-Zuid 8:12 - 8:30 (stipt) met L3657, 3 motorstellen vandaag - de scouts vieren feest! - en in het midden hangt gouwe ouwe 222. De keuze is snel gemaakt;
Brussel-Zuid - Zottegem 8:35 - 9:10 (stipt) met IC2330, 1 break, de 333. De alerte treinbegeleider vermoedt dat we gaan stappen. Op zijn vraag wat er in Moortsele te zien is, antwoord ik: "Niks!". Dat mensen gewoon het niets, dat vaak zoveel meer om het lijf heeft dan het alles van pretparken, grote manifestaties e.d., kunnen appreciëren, lijkt niet altijd tot iedereen door te dringen
Zottegem - Moortsele 9:14 - 9:26 (stipt) - je verwacht de 444, maar daar moet lijn 122 eerst nog voor geëlektrificeerd worden, en dus wordt het mw 4173. Even voorbij de halte Moorstele, maar niet op ons traject vandaag, liggen nog de resten van een oude trambrug. Moortsele was een van die gemeenten die lang van een dubbele spoorbediening konden genieten.
De terugrit is nog een stuk eenvoudiger; dat is een van de voordelen van de IC Poperinge - Lokeren, die op zondag als een soort stoptreintje rijdt tussen Oudenaarde en Denderleeuw: Munkzwalm - Brussel-Zuid 15:42 - 16:25 (stipt) - dat Decroo himself in de jaren 80 nog voor wat persoonlijke verheerlijking heeft ingestaan door het gebouw te laten moderniseren - getuige de koperen plaat - heeft het station niet van de sluiting gered. Toch is het er aangenaam toeven; alles ademt nog een frisheid uit die je niet in elke halte vindt;
Brussel-Zuid - Halle 16:30 - 16:48 (stipt) - opnieuw zijn het 3 stellen, en we zitten in 777, we hadden het kunnen weten! (Waar zaten de 444, de 555 en de 666 eigenlijk vandaag?) Omdat jeugdgroeperingen me nu niet direct antipathiek zijn, stoort het me des te meer dat de gangen van het Zuidstation, die ingepalmd zijn door het jonge grut, er wel bijzonder vuil bijliggen: confetti, lege blikjes, snoepverpakkingen... het zou een actiepunt van de scouts kunnen worden: wij zijn bereid de properste te zijn.
Het weer blijft opvallend mooi en vooral betrouwbaar, en dus trekken we er vandaag opnieuw op uit. Zelf ben ik geboren in de gemeente die zichzelf de Parel van het Pajottenland noemt, maar vandaag stappen we aan de noordelijke rand van dit golvende gebied, dat gelukkig nog niet helemaal ten prooi is gevallen aan de uitbreidingsdrang van de Brusselaars. Zelf vind ik van dit gebied dat hier net al iets te veel gebouwd is, en die indruk zal vandaag af en toe bevestigd worden, al hebben de opstellers hun best gedaan: we wandelen nog over ongelooflijk veel voet- en veldwegen, kurkdroog vandaag, maar anders waarschijnlijk would-be modderbaden, zeker als al die quads en moto's (6 in nauwelijks 10 minuten tijd!) ook terugkomen in een natte periode. Het wordt de hoogste tijd dat hier tegen opgetreden wordt, maar in België wachten we tot de toestand ongeneeslijk verziekt is... We volgen de VIP (Voettocht in Pajottenland), een zeer gewaardeerd privé-initiatief, en wel tussen Asse en Vlezenbeek, goed voor 17,750 km, langs schattige dorpjes als Bekkerzeel, Sint-Ulriks-Kapelle, Sint-Martens-Bodegem en Sint-Anna-Pede, waar ik voor het eerst de Girardin gueuze met zwart etiket drink. Heerlijke smaken uit lang vervlogen dagen: meneer Girardin, je hebt er een klant bij!
De verbinding zou geen probleem mogen zijn. Maar als je om 8:05 in het station van Halle arriveert, en daar staat een gemoderniseerd motorstel op spoor 3, dan weet je dat er iets fout is. Blijkbaar hebben vandalen in Buizingen brand gesticht in de achterste stuurpost en dan toch maar zelf de brandblusser leeggespoten in de bagageruimte. Althans, dat is wat ik uit de warrige uitleg achteraf in de kranten meen te mogen opmaken. Een zichtbaar aangeslagen treinbegeleider geeft nog wat uitleg, terwijl een politieagente foto's neemt, waarschijnlijk niet voor de krant.
Wij mogen ons vandaag alvast slachtoffer noemen van de jonge vandalen, want blijkbaar gaat het om de CR3677, die keert als CR3657 terug, en dat was nu net de trein die wij wilden nemen, om na een wachttijd van 6 minuten in Brussel-Zuid de L naar Dendermonde te nemen. Niet, dus.
Het wordt dan maar het volgende: IC 1907 8:26 8:37 van Halle naar Brussel-Zuid in rijtuig 58038 en met loc 2719 achteraan; IC 2307 9:28 9:51 van Brussel-Zuid naar Asse (ms 340). In totaal komen we dus 49 minuten later dan voorzien in Asse aan. Ik dien meteen een stakingsaanzegging in...
Op onze tocht kruisen we nog lijnen 50 en 50A, dat laatste onder de bekende Zestien Bruggen, maar de terugreis wordt treinloos: bus 172 (ab 3026-22) brengt ons van Vlezenbeek (15:35) naar Lot (Station) (15:47), waar we overstappen op lijn 154: Lot (Station) (15:56) tot Halle (Station) (16:10) met een bus van stelplaats Leerbeek (3180).
Het zal nu wel weer een tijdje duren voor we de wandelbottines nog eens aantrekken (2 weken lijkt zo lang...) maar je hoort nog van ons!
In deze uitzonderlijke Paasvakantie breken niet alleen de temperaturen records, ook wij doen dat. We stappen vandaag al voor de zesde keer in deze veertien dagen, en voor zondag staat er al een zevende geprogrammeerd. Dat hebben we nog nooit eerder gedaan. We stappen vandaag het laatste deel van een GR waarvan de wegbeschrijving niet eens in een topogids te vinden is. De (Franse) tekst van deze GR129-J (onction) is te vinden op http://www.grsentiers.org/cgi-bin/topog/gr129j.php . Neem het van me aan, dat maakt er een soort buitenbeentje van, maar het hele Belgische traject van Angre tot Givry (waar het aansluiting vindt op de rest van het Belgische GR-net) is de moeite waard. Het is ongelooflijk dat deze streek ten zuiden van Mons niet beter bekend is als wandelstreek, en zelfs de grote Vlaamse wandelgoeroe, Julien van Remoortere, lijkt de streek nooit echt in het hart gedragen te hebben. Nochtans loopt dit pad door een erg gaaf gebleven landbouwstreek, met lange, onverharde veldwegen, nu stoffig, anders waarschijnlijk wel modderig. Bovendien loop je van dorp naar dorp, en geen van deze dorpjes is - zoals vaak - een eerder onwelgekomen rustpunt in een lang en rustig tracé. Doen dus, zoals wij. Ons laatste stukje loopt van Quévy-le-Petit tot Givry, en is amper 11,7 km lang. Dat heb je met restjes, maar ze kunnen oh zo lekker zijn.
De verplaatsing is erg eenvoudig: vanuit Halle rijdt een rechtstreekse trein naar Quévy (op weekdagen dan toch). Quévy is het grenspunt op de lijn 96 Brussel - Mons - Parijs. Niet te geloven dat dit veel te grote, vervallen station ooit een belangrijk grensstation was, waar heel wat internationale treinen naar en van Parijs stopten, al was het maar om van locomotief te veranderen. Het nu verlaten buffet was ooit een drenkplaats voor toeristen en anderen die hier rustig de locwissel afwachtten, vaak ook midden in de nacht. Vandaag is er niet eens een loket meer, al is er nog altijd personeel aanwezig. De naam is trouwens wat verwarrend, en daar wil de TEC graag zijn steentje toe bijdragen. Blijkbaar heeft de NMBS dit station destijds Quévy gedoopt, om verwarring met het over de grens gelegen Aulnoye te voorkomen. Aulnois was namelijk correcter geweest, want het station lag duidelijk op het grondgebied van deze gemeente. Dat weten ze ook bij de TEC: de halte voor het station heet dan ook niet Quévy Gare, maar wel Aulnois Gare. Je moet al een en ander van je vaderlandsche geschiedenis kennis om in dit landje trein en bus te nemen.
Maar het loopt wel vlot: Halle - Quévy IR 3732 12:18 13:11 (+1) met ms 558, vanaf Frameries zo goed als leeg;
Aulnois - Quévy-le-Petit (Place) 13:32 13:41 met ab 3600 van de TEC op lijn 96a. Overigens spant de TEC-Hainaut hier nog een andere valstrik voor de reiziger, want de halte Place komt niet voor in de gedetailleerde dienstregeling die op het internet te vinden is. Wij vermoedden dus dat we uitstapten bij de halte "Maison Communale", maar die blijkt 300 meter verder te liggen. (De website van de TEC geeft obstinaat het lijnplan als je een dienstregeling van lijn 96a vraagt. Ik had ze daarvan op de hoogte gebracht, en prompt kreeg ik een mailtje terug dat ze de dienstregeling met de post zouden opsturen. Blijkbaar is dat gemakkelijker dan de fout op de site te herstellen).
De terugrit verloopt als volgt: Givry (Bascule) - Mons (SNCB) lijn 134 doorgestreept 17:18 17:40 met ab 4011-21. Onze instaphalte ligt ter hoogte van het vroegere tramstation van Givry; de trambedding is nog enigszins te herkennen in het landschap. Overigens loopt de gevolgde GR ook rakelings langs de vroegere NMVB-stelplaats van Quévy. Het gebouw is nu een groot rommelhok geworden, maar is goed bewaard. We kunnen nu kiezen tussen een rit met overstap en een rechtstreekse. We kiezen voor de eerste, omdat we zo toch nog een kwartiertje vroeger thuis zijn: Mons - Braine-le-Comte IC 1717 17:45 18:06 met stuurstandrijtuig 58062 en loc 2122 als duwloc; Braine-le-Comte - Halle CR 3668 18:11 18:28 met ms 766. Alhoewel het vandaag vrijdag de 13de is, blijft agressie op deze stilaan beruchte verbinding uit, maar dat is slechts afstel. Come and see next Sunday...
Van alle GR's lijkt GR129 Brugge - Dinant me de meest Belgische. Niet alleen strekt ze zich uit langs bijna zijden van de taalgrens, maar ze biedt ook een ruime waaier aan typisch Belgische landschappen. Alleen de hoge Ardennen ontbreken, maar vanuit Dinant kan het geen probleem zijn om ook die te bereiken langs de rood-witte tekens van de GR's. Wie België echt wil leren kennen, moét deze GR volgen. We beginnen in Brugge, wat op zichzelf natuurlijk al niet mis is, maar dan volgt een van de mooiste GR-tracés die je in West-Vlaanderen kunt vinden. Voor een keer niet de kilometers lange betonnen eentonigheid die het logische gevolg is van de totale opoffering aan de agro-industrie, maar een ontroerend palet van vaak onverharde veldwegen, een smal, maar erg aangenaam natuurreservaat (Gevaert-Noord, in deze periode geel versierd door brem en gagel) én ten slotte een provinciaal domein (Lippensgoed-Bulskampveld) dat op een woensdagnamiddag in de Paasvakantie nog niet onder de voet gelopen wordt door de massa toeristen die zich onder het mom van een natuurwandeling te pletter komen vreten in het cafetaria aan de rand van het domein. Kortom, we hebben genoten van deze meer dan 25 km lange wandeling door een landschap waar de bomen door hun groei de heersende winden aangeven.
Voor de amateurs: vanuit Steenbrugge volgden we enige tijd de bedding van lijn 58. Gelukkig is de ravelisering in Vlaanderen nog niet echt doorgedrongen, zodat je hier nog niet verplicht wordt over centimeter dikke betonplaten te stappen. Het contact met de natuur is je gegund op dit aangename pad. En nog voor de amateurs: vanaf Ver-Assebroek volg je ook even de bedding van de vroegere tramlijn Brugge - Ursel - Zomergem, die de spoorlijn 58 trouwens kruiste ter hoogte van het station Assebroek.
Echt moeilijk was de heenreis niet: Halle - Brussel-Zuid IR 3706 7:42 - 7:53 (op tijd) ms 429; Brussel-Zuid - Brugge IC 529 8:06 - 8:58 ( ettelijke minuten te vroeg in Brugge!) met loc 1360 die een stel I11 sleepte; wij zaten in een rustige 11821. Ik vraag me alleen af waar iemand het lef haalt zijn fiets op het smalle platform te plaatsen. Er is toch een bagagerijtuig mee met deze trein?
De terugreis was een ander paar mouwen. Wingene (Fazantendreef: 17:02) - Wingene (Dorp: 17:11) gebeurde aan boord van ab 2272, een Van Hool A120 Intercity; als je weet dat er afscheidsritten met dit type georganiseerd worden, dan heb je een idee van de respectabele leeftijd. De bus reed echter nog behoorlijk comfortabel, en de zetelindeling was nog van voor de tijd voor iedereen er zich mee ging bemoeien. Logisch dus. Tijdens de rit hoorden we de dispatching melden dat onze aansluitende bus naar Tielt, waar de de trein wilden nemen, was aangekondigd met 10 minuten vertraging. En je raadt het: dat was net genoeg om onze trein te missen. Ik verifieerde nog even bij de chauffeuse, die een vermelding voor klantvriendelijkheid verdient. Volgens haar was het doenbaar om onze aansluiting (8 minuten!) te halen, omdat er tussen Wingene en Tielt wel wat vertraging kon worden ingelopen. Maar dan moesten we wel de chauffeur op de hoogte brengen.
Ab 4045 kwam inderdaad met 10 minuten vertraging aangereden, en ik stelde de chauffeur braaf op de hoogte van onze bedoelingen, maar vriendelijk en resoluut viel het verdict: dat was onmogelijk, temeer daar men hem nog 5 minuten had opgehouden. Hij reed normaal, en eigenlijk apprecieer ik dat, want ongetwijfeld zouden bepaalde chauffeurs in rodeostijl proberen de vertraging in te lopen, en dat is eigenlijk niet verantwoord. Toch zagen we de vertraging geleidelijk slinken tot 7 minuten. Toen we de afdaling naar Tielt station maakten, konden we al van ver zien dat de IR naar Landen perfect op tijd reed. Onze enige kans waren de uitstappende toeristen. Van busperron 1 naar treinperron 1 is het even spurten, en de deuren gaan al dicht, na het obligate fluitsignaal. Volgens de Wet van Murphy hangt de enige geopende deur achteraan. Murphy doet er vandaag nog een schepje bij: in plaats van één break zijn het er twee. Vijf rijtuigen spurten, want de treinbegeleider wacht met draaien. Als je niet zo buiten adem was, zou je hem rond de hals vliegen, al weet ik niet of dit niet als een vorm van agressie beschouwd zou worden. We halen onze trein! Nieuw probleem: Brugge deden we met de Railpass, Tielt kan net iets goedkoper met onze halveprijskaarten, en we hebben dus geen biljet. Ik wacht de treinbegeleider op en doe hem het verhaal van onze bus in vertraging. Hij maakt ons zowaar een biljet zonder maakloon, dat we met Visa kunnen betalen. Ik besef dat deze man best het maakloon had kunnen eisen, maar misschien heeft hij wel al eens nagedacht over de complementariteit van trein en bus, en wil hij ons niet het slachtoffer maken van een bijna in het honderd gelopen aansluiting. Kortom, deze treinbegeleider heeft zich ten opzichte van ons tot twee maal toe zeer vriendelijk opgesteld, en ik wil hem langs deze weg daarvoor nog eens hartelijk bedanken.
De treinreis verloopt zonder hindernissen: Tielt - Brussel-Zuid met IR 3616 in ms 418, waar het erg rustig was, ondanks het schitterende kustweer; Brussel-Zuid - Halle IR 3739 in ms 335, waar al enkele jaren te weinig capaciteit geboden wordt, en dat is vanavond niet anders. Deze trein legt de afstand Brussel-Zuid - Halle af in 7 minuten, en komt daardoor niet minder dan 4 minuten te vroeg in Halle aan. Ik weet niet waar ze over klagen...
Nog eentje in deze schitterende lenteweek: in samenwerking met het NGI heeft het Maison du Tourisme van het Pays d'Ourthe et Aisne een wandelkaart uitgegeven met een dertigtal bewegwijzerde wandelingen erop. We volgen het Sentier touristique dat Barvaux met Durbuy verbindt langs de Lesse en dan terugkeert naar Barvaux. Het eerste deel loopt over een vele jaren geleden aangelegd betonnen wandel- en fietspad langs de Lesse. Bij mijn weten is het het enige wandelpad met kilometerpalen. Het tweede deel, dat eigenlijk veel interessanter is, klimt uit de Lessevallei en loopt over een kam terug naar Barvaux. Vooral het betonnen pad is wat van het goede teveel, al zullen de vele campingtoeristen in de streek het zeker appreciëren dat ze zonder echt wandelschoeisel toch wat langs deze prachtige rivier kunnen strompelen.
De treinverbinding is een makkie: IR 3258 Halle - Brussel-Zuid (ms 376) 8:12 - 8:22 (op tijd) IC2108 Brussel-Zuid - Marloie (loc 1357 met M6'en - 61011) 8:36 10:15 (op tijd) L5581 Marloie - Barvaux (ms 160) 10:31 - 10:49 (op tijd) Een groep van 80 kinderen en enkele begeleidende volwassenen heeft op de 2108 en de 5581 gereserveerd. Ze moeten zoals wij naar Barvaux, en daardoor wordt het dreigend bezettingsprobleem afgewend. In de 5581 is er sprake van LTP. Helemaal in NMBS-traditie goochel ik graag met afkortingen. LTP staat voor "Luidruchtig TreinPersoneel". Het is na de ochtendspits terugkerend personeel. Ik moet toegeven dat het lawaai maar sporadisch optrad.
Voor de terugrit gaat het de andere richting uit: L5585 met hetzelfde stel 160 14:49 - 15:38. We worden even opgehouden voor Liège-Guillemins en dat resulteert in 2 minuutjes vertraging. Met 20 minuten aansluitingstijd is dat geen probleem. Maar tegelijkertijd met ons rijdt een 13 met I11 het station binnen: IC 436 Maastricht - Brussel-Zuid heeft 7 minuten vertraging, en dat is ons geluk: de 1340 (al ben ik hier niet zeker van) sleept zijn stel I11 (wij zitten in 11818) probleemloos naar Brussel, al komt er van de verhoopte snelle doorrit in Leuven niets in huis, want we staan zelfs bijna stil. Toch hebben we maar nauwelijks 1 minuut vertraging meer in Brussel-Noord. Daar willen we de IR naar Binche nemen, maar die wordt met 20 minuten vertraging aangekondigd als gevolg van problemen met de stroomtoevoer. Achteraf blijkt dat een kraan die in stelling werd gebracht voor grootscheepse werken tijdens het weekend over één spoor was gaan liggen. De hele avond soep op de lijn 161 Brussel - Namur was het resultaat. We namen dan maar P8572 16:39 16:56; loc 2136 sleept een stel dubbeldeks M5, waarvan de renovatie nu vaststaat. Op de bovenverdieping is het al behoorlijk warm, al halen we buiten vandaag nog maar 18°. Airco is niet voorzien bij de renovatie. I can promise you nothing but sweat, sweat and sweat... Deze trein rijdt over het viaduct van lijn 96N en moet het traject Brussel-Zuid - Halle afleggen in amper 8 minuten. In werkelijkheid komt hij 3 minuten later dan voorzien in Halle aan.
Dit is andermaal een interessant geval dat zeker ook ter sprake zou moeten komen in de lopende discussie over het tellen van vertragingen. Dankzij (!) de vertraging van meer dan 5 minuten vertraging van één van de drie treinen van de terugrit, komen we 35 minuten vroeger dan voorzien in Halle aan. En dit is echt niet de eerste keer dat we dit meemaken. Hebben alle kritikasters van het huidige telsysteem wel al door dat zogenaamde reizigersvertragingen voor andere reizigers ook wel eens reizigersvervroegingen - vergeef me deze draak - kunnen inhouden? En dat daar eerlijkheidshalve ook rekening moet mee gehouden worden?
Tweeëntwintig jaar was het geleden dat we GR 561 voor het eerst stapten, toen van Valkenswaard naar Mol, een ontieglijk lange tocht, bij gebrek aan degelijk openbaar vervoer. Toen kwamen we terecht in een lenteonweer dat ons wel altijd zal bijblijven, vandaag lopen we pal tegen een strakke noord-ooster aan, en die maakt het op bepaalde momenten bepaald koel. We stappen van de Nederlandse grens in Lommel tot Valkenswaard, goed voor iets meer dan 20 kilometer. Wie Nederland associeert met zielloos lange rijen identieke huisjes en geometrische grachtennetten komt vandaag bedrogen uit. Dit is topklasse: een bijna ononderbroken snoer van onverharde paden of rustige landwegen, door een stiltegebied, en met het Malpiereservaat als kers op de taart. Eigenlijk zien en horen we vandaag meer vogels dan twee dagen geleden in Damme. Een echte aanrader.
Hoe duidelijk illustreert deze tocht de tegengestelde evoluties in het openbaar vervoer aan beide zijden van de grens! In 1985 was er geen enkel probleem om vanuit Neerpelt of Lommel met een BBA-bus in Valkenswaard te geraken, ook tijdens het weekend; aan Belgische kant was er nauwelijks bruikbaar busvervoer: vandaar de meer dan 30 kilometer van toen, om in de buurt van Mol toch in een bus van lijn 15a te kunnen stappen. Vandaag is er geen probleem meer om met de belbus vanuit Lommel station tot aan de grens Lommel/Luyksgestel te rijden. De terugrit uit Valkenswaard is op zijn minst pittoresk.
Om 6:51 nemen we in Halle de P-trein 7572 tot Brussel-Zuid: aankomst voorzien om 7:03, maar met 3 minuutjes vertraging (loc 2158 sleept een stel M4, wij zitten in 58024). Geen probleem dus om de IR 3407 (ms 381) naar Lier te nemen, die daar 2 minuutjes later dan de voorziene 7:57 aankomt. We hebben hier een erg ruime, Kempense, aansluiting. In het Lierse buffet zijn 3 tafels voorzien voor niet-rokers; in het tegenlicht zijn de stickers door de sigarettenrook nauwelijks waar te nemen. Aan de toog hangt een koppel dat ik (verkeerdelijk) eerder met Waalse stationsbuffetten associeer. Vlaanderen en Wallonië verschillen niet echt zo veel. Meer dan een half uur later stappen we in mw 4136 van de IR 3208 naar Neerpelt. Om 9:17 bereiken we zoals voorzien Lommel, waar de belbus al snel komt aangereden. Een argeloze jongeling heeft het geluk van zijn leven: hij moet naar Vossemeren, maar weet niet dat zo'n belbus moet aangevraagd worden. Hij kan nu mee, omdat wij dezelfde richting uit moeten. Ik wist eigenlijk niet dat dit kon, de belbus nemen als je hem niet telefonisch besteld had.
's Avonds wordt het een wat avontuurlijke terugreis. Nu ja, avontuurlijk, ik ben zo honkvast dat ik elke trein- of busverbinding in het buitenland avontuurlijk vind. Lijn noch TEC, laat staan de NMBS, kunnen me verrassen, maar in het buitenland ben ik (bijna) even hulpeloos als de meeste OV-gebruikers. In plaats van de rechtstreekse verbinding van destijds biedt Veolia nu een bus aan tot Luyksgestel, waar we moeten overstappen op de buurtbus. Lijn 172 rijdt om het half uur, en we nemen die van 16:04 die om 16:30 aankomt in Luyksgestel. De buurtbus vertrekt om 16:59, maar vermits de volgende 172 om 17:00 aankomt, is er geen aansluiting. Dat blijkt ook zo te zijn volgens ov9292. Groot is dan ook mijn verbazing als de chauffeur van de belbus de centrale opbelt om te vragen of er overstappende reizigers zijn van die laatste bus. Dat blijkt zo te zijn, en met 8 minuten vertraging vatten we de reis naar Lommel aan. Dat ov9292 ook niet altijd 100% betrouwbaar is, moge ook nog uit het volgende blijken: volgens hen zou het traject Luyksgestel - Lommel ons 9.00 per persoon kosten. In werkelijkheid leggen we Valkenswaard - Lommel af voorr 2.50 met een Met-Elkaartje. Nog even over deze buurtbus: in de bus (ter grootte van een belbus van De Lijn) wordt geafficheerd dat deze bus door vrijwilligers gereden wordt. De chauffeur is inderdaad al lang pensioengerechtigd. Bovendien is het een zonderbelbus, blijkbaar een Nederlandse tegenhanger van onze belbus. De chauffeur vraagt dan ook waar we willen uitstappen, maar een echt probleem is dat niet: de 7 reizigers willen allen naar Lommel station. In Lommel nemen we IR 3238 naar Antwerpen-Centraal: mw 4143 zal ons naar Antwerpen-Berchem moeten brengen voor de overstap. In Herentals stapt een meute Bobbejaanlanders op. Het maakt in deze slecht geïsoleerde stellen niet echt uit hoe ver ze van de eersteklasafdeling af zitten, horen doe je ze toch. Dezen komen echter vlak naast de deur zitten, zodat het al snel een kermis van jewelste wordt. Natuurlijk komt een viertal ook even in eerste klasse kijken. Ik zeg hen dat het toilet de andere richting uit is, maar ondertussen houden andere belhamels de deur al dicht.Eén vraagt of ik eens wil doen alsof ik kwaad word, maar ik antwoord: "Wat zou ik me op een dag als vandaag kwaad maken, als ik al me al mijn hele leven op jongeren kwaad moet maken?" Meteen klikt er iets; ze willen weten of ik in het onderwijs sta, welke vakken ik geef, en waar. En geloof het of niet, vanaf dat ogenblik wordt het ook aan de andere kant van de intussen geopende deur een stuk kalmer. Ik zal het dan toch in me hebben, zeker? In Berchem hebben we maar 5 minuten overstaptijd, maar dat volstaat: IC 4539 brengt ons naar Brussel-Noord. Loc 2729 trekt, 2758 duwt het stel M6 dubbeldekkers; we zitten in 61004, net zoals die ene met zijn tweedeklasbiljet, maar dat laatste is eerder regel dan uitzondering. Wanneer gaat men die eerste klasse opnieuw eens een eigen kleurtje geven? In Brussel-Noord stappen we over op IR 3289 (ms 368) en om 19:48 komen we zoals voorzien in Halle aan. We ziijn weer een schitterende wandelervaring rijker, en hebben onze meest complexe verplaatsing van dit jaar tot een goed einde gebracht. Moe maar tevreden enzovoort...
Vandaag staat Damme op het programma. In zijn "Onvergetelijke natuurwandelingen in Vlaanderen" heeft Jan Heyvaert ook een wandeling in Damme opgenomen, onder de titel Vogels kijken. Maar zonder de vogels is Damme natuurlijk ook altijd een bezoekje waard. Restaurants voor alle standen en klassen, enkele antiquariaatszaken, ook met boeken, en de frisheid op deze zonovergoten dag maken van dit uitstapje een leuk meenemertje. Toegegeven, echte stappers zullen hun neus ophalen voor de overdaad aan beton en asfalt, maar vandaag willen we ons even als doorsnee toeristen gedragen. Daar is Damme het ideale decor voor. Net als in Celles hebben ze hun eigen bier: een Maerlant, gebrouwen in Ertvelde. Stevig en lekker bier, in de traditie van deze brouwerij. De tocht is amper 5.490 km lang, maar als tussendoortje mag hij er wel zijn.
De voornaamste hindernis is de foute informatie op de website van De Lijn, waar voor lijn 43 Brugge - Damme - (Oostkerke) een foute dienstregeling gegeven wordt. Vanaf 1 april wordt de lijn immers beter bediend. Gelukkig heb ik het busboekje nog, zodat ik weet dat we 's morgens vroeg al naar Damme kunnen. Dat is een soort reflex geworden, om te ontsnappen aan de weinig geïnspireerde volksverhuizingen van de veteranenlegers richting Belgische kust, die op zonnige dagen begint om 9:01.
Vandaar dat we om 7:42 vertrekken in Halle met IR 3706. In ms 399 zijn 2 zetels bewerkt met messen (of zijn dat nu cutters, naargelang het rapaille dat de gebruiksvoorwerpen misbruikt/gebruikt?) Zelfs in volle spits arriveren we stipt in Brussel-Zuid, waar we de IC 529 naar Oostende nemen om 8:06. Die heeft 4 minuten vertraging, waarvan er in Brugge nog 1 minuutje overblijft. Aankomst 8:59 i.p.v. 8:58 dus. De planners hadden ons de latere IC naar Knokke/Blankenberge gesuggereerd, maar dat zou ons amper 6 minuten overstaptijd gegeven hebben. Bovendien beschikt Brugge over een van de weinige sfeer- en stijlvolle stationsbuffetten van het land. Ook hier strooien de senioren roet in het eten; het hele buffet is afgehuurd, en we krijgen van een vriendelijke kelner te horen, dat dit tot 10:00 zo zal blijven. Geen koffie om te beginnen, dus. Later lees ik dat OKRA op enkele plaatsen in het land manifestaties heeft opgezet om een beter pensioen te eisen... Lijn 43 wordt uitgebaat met stadsbusjes: vandaag is dat de 4274, een gezellig busje, zeker als de bezetting niet de spuigaten uitloopt, zoals op de stadsdiensten wel eens gebeurt.
Dezelfde bus en chauffeur pikken ons op 13:08 weer op. Om 13:29 komen we in Brugge aan, waar we de IC 1513 (13:35 - 14:28) naar Tongeren nemen. Traditiegetrouw stappen we naar het eerste stel, maar de hele eersteklasafdeling zit vol... senioren. Gelukkig kunnen we naar achteren in de trein en in de volgende eerste klas is het veel minder druk. Zo komen we terecht in ms 560. De reis naar Brussel-Zuid verloopt probleemloos. Nog even met de IR 3284 (ms 374) naar Halle (14:38 - 14:48). ook vandaag is onze uitstap vlekkeloos verlopen.
Eerst stappen en dan schrijven. In deze Paasvakantie is het weer zo goed, dat ik nauwelijks aan het laatste toekom. En op de dagen tussen de wandelingen in, roept de groentetuin luide om verzorging. Vandaar toch enige vertraging. Voor de eerste wandeling van deze vakantie is ons oog gevallen op een wat oudere folder uit 1991: "Houyet/Lesse promenades wandelingen". Die stamt nog uit de tijd voor het Waals Gewest regels heeft vastgelegd voor het bewegwijzeren van wandelpaden, en dus wordt hier nog gebruik gemaakt van nummertjes. Hoofdbrok is wandeling 3 in Celles, aangevuld met ruime trajecten van de wandelingen 1 en 47. Celles mag dan wel een plaatsje gevonden hebben in de officiële lijst van de mooiste Waalse dorpen, voor de TEC kan dat geen reden zijn om hier voor een bruikbare busbediening te zorgen. Gelukkig is de meer dan 4 kilometer verder gelegen treinhalte van Gendron-Celles (die de spaarplannen uit het verleden overleefd heeft dankzij de kayakkers van de Lesse) een alternatief: wandeling 47 komt vlak in de buurt. Alle stukjes samen zijn 17.340 km lang. Het wordt een mooie, af en toe zware wandeling, met prachtige vergezichten op deze heldere lentedag; veel verharding, weliswaar, en de schaarse boswegen zijn voor de helft stukgereden door fietsen, motorfietsen en quads. Het wordt er allemaal niet echt beter op voor de wandelaar, de enige echte natuurliefhebber. Dorpjes als Furfooz, Celles en Gendron (foto) behoren inderdaad tot het mooiste wat deze streek te bieden heeft. Celles is er sinds ons laatste bezoek duidelijk op vooruit gegaan: het aantal horeca-zaken is minstens verdubbeld, en er is zelfs een eigen bier bijgekomen: Cuvée Saint-Hadelin, een bier uit Purnode, mogelijk dus een etiketbier met een Gauloisesmaakje. Op de kerkhoven is het bijzonder druk: mensen brengen hier nog palmtakjes naar het graf van hun overledenen. Ook druk is het in de "Auberge de la Lesse", vlakbij de halte Gendron-Celles. Goed gerunde zaken weten zelfs in dit gat van Pluto te overleven.
De treinverbinding verloopt vlot: van Halle naar Brussel-Zuid met IC 1905 (6:26 - 6:37). Het stuurpostrijtuig dat het onze wordt is 58038; achteraan duwt loc 2142. Op dit vroege uur is er geen reden tot vertraging. De IC2407 naar Dinant bestaat uit 2 ms 80. We kiezen voor ms 421. Alhoewel er onderweg enkele minuutjes vertraging ontstaan, bereiken we Dinant op tijd: 7:06 - 8.39. De mw 41 staat al te wachten als L-trein 6058: mw 4123 brengt ons naar Gendron-Celles, waar we door enkele vertragingszones en een gesloten sein toch met 3 minuten vertraging aankomen. Veel blijft er niet meer over van dit landelijke stationnetje met seinhuis. Toen ik hier in de jaren 80 eens sneeuwfoto's kwam nemen, mocht ik van de seingever in het gezellig warme seinhuis bekomen van een ijskoude dag langs het spoor.
De terugrit verloopt identiek: L 6086 is opnieuw mw 4123, en die weet de vertraging bij aankomst in Dinant (16:09) tot 1 minuut te beperken. Daar staan opnieuw 2 ms 80 te wachten als IC 2437, die we tot Brussel-Noord zullen nemen (ak 17:45 - stipt): we stappen vooraan in ms 315. In Brussel-Noord is het dan wachten op IC 1939 (18:13 - 18:34) - met loc 2108. We zitten achteraan in 58059.
GR579 verbindt Brussel met Luik, en sinds de nieuwe uitgave van de topogids verscheen mag je dat iets letterlijker nemen. Lang geleden stapten we deze mooie GR al eens, maar toen begon die nog bij het station van Bosvoorde. Sinds Brussel doorkruist wordt door GR's begint de bewegwijzering achter de Sint-Michielskathedraal, die nu ook al een kruispunt van GR's geworden is. Met enige huiver begonnen we aan het traject Brussel - Oudergem, goed voor zo'n 12 kilometer. Na een tijdje begonnen we echter echt plezier te beleven aan deze stadsGR die ons langs bekende en minder bekende hoekjes van Brussel voerde. Met een park of twee, een bos (Ter Kameren), een oude abdij (Ter Kameren, waar het Nationaal Geografisch Instituut onderdak vindt) en een schitterende cité (Floréal) in Watermaal leerden werd het zelfs nooit eentonig. Hoeft het gezegd dat de verbinding deze keer een makkie was? In Halle namen we om 13:26 de IC naar Schaarbeek, met loc 2152 achteraan. We stapten in rijtuig 51036 en bereikten Brussel-Centraal stipt om 13:43. In Hermann-Debroux namen we de metro (stel 217) tot Brussel-Centraal en konden daar opnieuw volop genieten van een zee van vrije tijd, want de laatste van de 3 treinen richting Halle was net vertrokken en dus moesten we meer dan 3 kwartier wachten. Het werd voor het eerst sinds vele jaren de Orlando nog eens. Ook daar zijn nu niet-rokersplaatsen, maar de scheiding van de rokersplaatsen is eerder symbolisch. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat men hier een loopje neemt met de wetgeving. IC 1939 bracht ons terug naar Halle. Het was hetzelfde rijtuigenstel als bij de heenreis, maar deze keer zaten we in rijtuig 58044, kwestie van wat afwisseling te brengen. De beide directe treinen naar Halle reden broederlijk naast elkaar Halle binnen.
Zondag 4 maart 2007: Hacowa 88, onze 88ste al: wat eerst een groep collega's was met vrouwen en kinderen, is stilaan uitgegroeid tot een gezellige verzameling stappers van allerlei slag die graag een flinke inspanning over hebben voor een babbel, een lekkere pint. Sommigen zullen wel zeggen dat ze er ook nog lange trein- en busreizen voor over moeten hebben, maar dat is de conditio sine qau non. Het werd een tocht door mijn geboortestreek, het Pajottenland. We wipten dan wel even over de provinciegrens om in Neigem te beginnen, maar voor we het wisten stonden we al opnieuw in Brabant: we kregen achtereenvolgens geserveerd: het Neigembos in zijn winterse koel- en kaalheid, de Woestijn met bekende kapel, de Tragische Molen van Lombeek, die de meesten beter kennen als de Zepposmolen. We konden de molen zelfs bezoeken, onder de leiding van een enthousiaste en onderlegde gids. Daarna werd het vooral een landelijke topper, met veel vergezichten - we hadden de enige heldere dag van de week gekozen - en met een stukje oude trambedding van de lijn Brussel - Leerbeek tussen de beide Lenniken. Wat zou een mens niet geven om nog eens met de echte boerentram door deze mooie beekvallei te rijden? Eindpunt werd Gaasbeek, niet het kasteel, wel een gezellige taverne "Het Land van Gaasbeek" waar we vriendelijk, vlot en goed georganiseerd bediend werden. Kenners zullen wel gemerkt hebben dat we GR512 volgden, al is het onbegrijpelijk dat die niet langs de Tragische Molen loopt. Voor dat ommetje hebben we zelf gezorgd.
Het werd een verplaatsing met alleen maar bus deze keer. Wij namen eerst nog de bus van lijn 155 (ab3931 - 8:55 - 9:08) naar Halle, het centrale afspraakpunt, en dan ging het in groep naar Neigem (halte Neep - lijn 153 - ab 3181 - 9:35 - 10:19). Voor de chauffeur op zijn tweede echte werkdag meteen een kans om zijn kennis van het groepsbiljet te testen. Met de in voorverkoop gekochte Lijnkaarten met reductie was dat natuurlijk geen probleem. De terugrit verliep met bussen van de lijnen 142, 153 en 155: ab 3161, 3164 en 3939. We vertrokken in Gaasbeek om 16:42, stapten over in Leerbeek, en kwamen in Halle toe om 17:25. Alleen voor de die-hards was er ook nog een stukje 155 voorzien.
Met 27.770 km zag het ernaar uit dat dit de langste wandeling van het jaar zou worden: Poppel - Ravels, langs GR-Kempen. Allerlei problemen onderweg, en een supplementje naar het centrum van Ravels maakten dat we uiteindelijk 33.630 km aflegden, en dat was vele jaren geleden. Kranige vijftigers mogen we onszelf wel noemen, want we kwamen thuis zonder noemenswaardige problemen. De Vastenavondvakantie was goed voor 76 km in drie dagen... Probleempjes? De streek is gewoonweg schitterend: heide, bossen, vaak alleen en van geen mens gestoord: wat eens een ideaal smokkelgebied moet zijn geweest, is nu een vertederend natuurgebied geworden, en daar kan zelfs de Kempische varkensboer niet tegenop. Vandaar waarschijnlijk dat hier duchtig bewegwijzerd wordt, en dan wil het wel eens mislopen. De GR-Kempen is een streek-GR, en die worden geel-rood bewegwijzerd, in plaats van wit-rood. Het Grenslandpad (rood-wit) loopt hier een eind samen met de GR-Kempen, en zolang ze elkaar verstaan is er geen probleem. Maar onverwachte trajectwijzigingen en sabotage of vandalisme kwamen net iets te vaak roet in het eten strooien om van een zorgeloze uitstap te kunnen spreken. De sisyphus die lang geleden het traject heeft bewegwijzerd met in bomen en afsluitingen geschroefde (!) plastic plaatjes verdient ongetwijfeld een medaille voor moed en zelfopoffering, maar daar hebben vandalen het niet zo op begrepen. De tekens zijn over lange afstand verwijderd, en vandaar dat het vandaag wel even zoeken werd. Maar we bereikten Ravels binnen het ons opgelegde schema. Dat heb je met treinen en bussen, maar na meer dan 1100 uitstappen is dat nog nauwelijks een bezwaar. Wie de wandeling eens wil volgen, moet zeker de topogids bij de hand houden en kan maar best de topografische kaarten aanschaffen. Ik vrees dat het anders een fiasco wordt. Ik heb de GR-Paden van de problemen op de hoogte gebracht; hopelijk komt er snel verbetering, want het wandelpad is te waardevol om het genieten door praktische beslommeringen te laten verknoeien. De verplaatsing dan. Om 6:44 namen we in Halle de IR naar de Luchthaven, uiteraard maar tot Brussel-Zuid: dat is de 3705, en sinds december bestaat die uit 3 ms 96 i.p.v. 2 breaks, een capaciteitsinjectie die welkom was. We zitten vooraan in ms 473. Bij het begin van de ochtendspits zijn er zelden problemen, en dat is ook vandaag het geval. We kunnen rustig overstappen op de 3407 (ms 303) naar Turnhout. Die zou met 3 minuten vertraging aankomen; vooral het deel tussen Brussel-Noord en Mechelen heeft voor wat oponthoud gezorgd. Bovendien is men In Tielen is volop bezig met grondwerken om het destijds uitgebroken wijkspoor opnieuw aan te leggen. Zo haal je kleine vertragingen natuurlijk niet in. In Turnhout wordt een stel aangekoppeld, en de TB vergeet de deuren te "lossen". Gelukkig is er niemand van de plaatselijke werkgroep of er was een nieuwe volksopstand uitgebroken. Turnhout is een bijna ideaal overstapstation en bus 450 naar Tilburg staat al klaar: ab 1010-58 van B&C. De chauffeur heeft een rustige rijstijl, en toch loopt hij op een bepaald moment 8 minuten uit op de dienstregeling. Die is hier wel met een bijzonder dik potlood opgesteld. De Lijn-Antwerpen lijkt daar trouwens een specialiteit van te maken, want het is niet de eerste keer dat ik hier een bus tot 10 minuten te vroeg weet rijden. Hoe anders is het in Vlaams-Brabant! We stappen uit bij de halte Poppel (Grens) en dan is het nog 1.750 km langs de N12, die tussen Goirle en Poppel de GR-Kempen kruist. Gelukkig loopt hier een fietspad langs dat breder is dan onze straat, waar dagelijks tientallen wagens, tractoren en vrachtwagens langs moeten. Voor de terugrit is het opnieuw ab1010-58, deze keer zijn zo goed als alle zitjes bezet; een aantal reizigers verkiest trouwens staand te reizen. Onmiskenbaar is de geur van mensen, een kwade domper, na een dag met neusstrelende harsaroma's. Om krek 18:18 komt de bus aan, precies op tijd. Ms 324 zal als 3439 om 18:34 naar Brussel-Zuid vertrekken. Met 2 minuten vertraging zal het aankomen in Brussel-Noord. Op een bepaald moment zitten 5 treinbegeleiders in de kleine eersteklascoupé: twee die de dienst uitmaken op onze trein - en die trouwens hun job doen - en drie andere, vermoedelijk van P- en andere treinen, nu op weg naar huis. Er zou een formuliertje moeten bestaan waarmee je het prijsverschil tweede - eerste op zo'n moment terug kunt vorderen, want rustig verloopt zo een reis niet echt. In Brussel-Noord nemen we de 3740 naar Quévy, 1 ms 96 (442), en de reis naar Halle verloopt probleemloos. We komen zelfs nog twee minuten te vroeg in Halle aan. We kunnen terugkijken op een bijzonder goed en aangenaam gevulde dag.
Een van de eerste instanties die destijds begon met het uitgeven van specifieke wandelfolders was de provincie Oost-Vlaanderen. De wandelingen waren gerangschikt per landstreek, genummerd en bewegwijzerd met zeshoekige borden. De reeks droeg de naam "Op stap door Oost-Vlaanderen"; het boekje dat ik nu opdiepte beschreef wandeling nr. 3 in het Meetjesland-Houtland. Wat poëtischer klonk alvast de naam "Abelen- en dennenpad" in Lembeke. De huidige versie draagt de naam "Lembeekse bossen". De 21 kilometer lange versie uit de vorige eeuw is nu opgesplitst in 3 lussen, waarvan we onderweg regelmatig de recentere bewegwijzering tegenkwamen. Zoals wel meer het geval is, worden delen van zo'n pad na een tijdje minder interessant; bij heruitgaven worden die delen dan weggeknipt. Dat hebben we vandaag aan den lijve ondervonden. Als geheel is het oude pad zeer onevenwichtig geworden: bepaalde delen zijn zonder meer erg waardevol: Aveschoot en zijn kasteel, de Bakkersbossen en de Kwadebossen, het paadje langs het Vaardeken (foto), een waterloop die ooit nog voor de binnenvaart gebruikt is, maar nu meer weg heeft van een schuchter afwateringsgrachtje. Het zal wel geen toeval zijn dat de moderne lussen zich lustig door deze gebieden slingeren. Maar het oude pad sleept zich ook over al te veel asfalt en beton, vaak veel te lang door weinig interessante "landbouwparadijzen". Toch biedt Lembeke en omgeving ongetwijfeld voldoende wandelvoer voor de stapper die wat meer wil dan een toertje rond de kerktoren op de zondagse schoentjes.
Lembeke had ooit een echt station aan lijn 55 Gent-Zelzate-Eeklo, maar de herinneringen aan dit spoorwegverleden zijn in dit vlakke landschap nog nauwelijks te bespeuren, tenzij het om een van de typische overweghuisjes gaat, waarvan er hier nog heel wat in goede en gemakkelijk herkenbare toestand terug te vinden zijn. Vandaag zijn we aangewezen op Eeklo als eindstation van onze treintrip; De Lijn biedt hier sinds enkele jaren een redelijk uitgebreid busnet aan. Erg veel zoekwerk is er dan ook niet geweest. Lijnen 96 en 97 zorgen zelfs voor meer dan een zuivere uurdienst, en desnoods is er zelfs nog een belbus.
Voor de heenreis kozen we voor IR 3907 (Halle 8:09 - Brussel-Zuid 8:19 - ms 812). We vertrokken met 2 minuten in Halle, maar in Brussel-Zuid was de vertraging al opgelopen tot 7 minuten. Ik hoop dat het niet waar is, maar de toestand deed me wat denken aan de tijd voor IC-IR - voor 1984 - dus. Een omnibus die wat vertraging gemaakt heeft, een directe P-trein ertussen, en dan nog even de IR. Een file aan treinen op weg naar Brussel, en met elke trage CR-dienst erbij stijgt het risico op dergelijke kaduke ochtendspitsen. Wie zei alweer dat het GEN niet echt een taak voor de NMBS was? In Brussel-Zuid stappen we over op IC 1529 naar Knokke en Blankenberge - stel van dienst is 541, naast 3 andere, uiteraard. De rit tot Gent verloopt probleemloos, al komen we daar niet op het gewone spoor 12 aan, maar wel op spoor 2. Dat heeft te maken met de werken op lijn 50 A voorbij Gent. Nog even met mw 4195 (L759) naar Eeklo. Deze trein moet vooral proberen om niet te vroeg te rijden. Het wordt een slentergangetje van halte naar halte, en zelfs dan komen we nog wat te vroeg in Eeklo aan, één minuutje maar, weliswaar, so who cares? In Eeklo nemen we nog de bus van lijn 96 naar Zelzate: ab 2201-43 van Ferry Cars uit Eeklo, een handige Mercedes Conecto. Comfortabele zitjes, die bovendien maximaal gebruik maken van de aanwezige ruimte, en toch met een handig platform aan de uitgang, waar buggy's en rolstoelen geplaatst kunnen worden. De families Van Hool, Jonckheere en misschien ook Lieten zouden deze bus eens grondig moeten bestuderen. In de bus ontspint zich trouwens nog een gesprek met een medereiziger die de wandel- en treinpassie deelt. Hij is vandaag van plan om lijn 55 af te stappen, en voor over 14 dagen staat lijn 23 Sint-Truiden - Tongeren op zijn programma. Als ik me niet vergis, is die laatste bedding wel volledig ingenomen door een nieuwe weg, of vergis ik me? Ook voor de terugrit hebben we een Conecto: lijn 97 van 16:46 wordt uitgevoerd met ab 2201-45. Alhoewel de routeplanner van De Lijn beweert dat deze bus langs het station van Eeklo rijdt, moeten we er aan de halte Eeklo Overweg al uit. Niet dat dit zo veel verschil maakt, maar wie deze lijn niet kent, en erop rekent dat de bus langs het busstation rijdt, staat voor hij het weet op de Markt van Eeklo.
L787 (Eeklo 17:05 - Gent-Sint-Pieters 17:40) bestaat uit 2 motorwagens: we stappen in de laatste (4172), wat achteraf bekeken een stommiteit is. De deur van onze afdeling bevindt zich nl. rechtover de deur van de wachtzaal: 15 reizigers, in deze barre tijden betekent dat minstens 10 keer recht staan om de tussendeuren achter de rug van de nonchalante medereizigers dicht te doen. Een automatische sluiting zou hier zeker op haar plaats zijn. In Gent-Sint-Pieters stappen we over in IC 1517 (ms 565) naar Tongeren, die meer dan behoorlijk gevuld is op de eerste, nochtans grijze dag van de Vastenavondvakantie. Laat mensen zich in de komende Vasten maar eens goed bezinnen of ze met al hun goedkope biljetten niet eens naar een andere bestemming dan de zee kunnen reizen. De dag eindigt verder zoals hij begonnen is: met een vertraging tussen 5 en 10 minuten. De Amsterdammer heeft onze IR 3288 (ms 397) blijkbaar een vertraging aangesmeerd die tot 8 minuten is opgelopen. Het afschaffen van de Benelux over enkele jaren zal alvast al die mensen gelukkig maken die nu elke dag met uit Nederland geïmporteerde vertragingen te maken krijgen. Al zal er wel snel een ander knelpunt ontstaan, weet ik...
Iets meer dan 13 kilometer scheiden Landen van Hannut, tenminste als je de GR 564 volgt. De GR lijdt wat aan de Vlaamse ziekte, die in de jaren 60 van de vorige eeuw leidde tot grootschalige verharding van zowat alle denkbare wegen, gekoppeld aan het verdwijnen van de buurt- en voetwegen, die vandaag voor een welkom alternatief voor de wandelaar zouden kunnen zorgen. Het is duidelijk dat dit deel van Haspengouw bijzonder zwaar getroffen is door deze fatale ziekte. Een waardeloos stuk GR, dus? Nee, zeker niet. Je loopt door schattige dorpskernen met prachtige - spijtig genoeg gesloten kerkjes - en je wordt ook getrakteerd op vergezichten zonder al te veel ruis van menselijke activiteit. En de taalgrens oversteken zonder maagkrampen, jeuk of verkiezingsuitslag, het doet deugd je Belg-zijn op die manier bevestigd te zien. Hannut is dan misschien niet meteen het gezelligst plekje in het Walenland, en maar in de hegemonie van de auto in het centrum verschilt het niet zo veel van doorsnee Vlaamse stadjes.
Wat tot voor kort een verplaatsing zonder zorgen zou geweest zijn, is dat sinds december wel geworden: twee keer 50 minuten overstaptijd in een Brussels station is echt wel van het goede teveel. Ik vrees dat we er zullen moeten leren mee leven, want de weekenddiensten hebben niet de neiging om snel te veranderen, en de ochtend- en avondspits ziijn voor pers en politiek nu eenmaal veel dankbaarder onderwerpen dan de zondagse bediening van een onogglijk provinciegat als Halle. Om 8:26 nemen we de IC naar Schaarbeek (1907 - loc 2118 duwt M4's; we zitten vooraan in een half volle AD 58038). Om 8:37 komen we stipt aan in Brussel-Zuid, en eerlijk gezgd, het komt echt niet op een minuutje aan. Sam's Café zal er wel bij varen. De allochtone dienster is perfect tweetalig, en spreekt beter Nederlands dan de doorsnee Vlaamse politicus. Om 9:30 nemen we de 1508, die perfect op tijd rijdt, ondanks de sluiting van lijn 50 A tussen Gent en Brugge. De uitgedokterde dienstregeling met de omweg via Lichtervelde klopt dus als een bus. We zitten in ms 442, en dat is verwonderlijk, want normaal gezien zitten hier stellen van Hasselt met een nummer tussen 525 en 570. Het kan bijna geen toeval zijn want de drie stellen behoren tot de tweestromige reeks van Oostende. Misschien veroorzaken de werken toch wat wijzigingen in de omloop van het materieel. Om 10:21 landen we in Landen, en daar kan onze tocht meteen beginnen. De eerste GR-tekens voeren ons door de gore voetgangerstunnel onder de sporen. Aan de overkant staan we plots dicht bij een stel niet gemoderniseerde M4, dat hier het weekend doorbrengt in afwachting van de maandagochtendspits.
Voor de terugkeer uit Hannut hebben we een ongekende keuze aan verbindingen: lijn 83a kan ons naar Waremme brengen, lijn 127a naar Landen of zelfs Hoei! De planner van de TEC stelt zelfs een verbinding via Hoei voor, met overstap in Hoei op de IC naar Lille-Flandres, en een overstap op de IR naar Brussel-Noord in La Louvière-Sud. Maar we gebruiken de meest voor de hand liggende verbinding: lijn 339 naar Tienen, waar we overstappen op de IC naar Knokke en Blankenberge. We stappen zelfs nog even door naar het vroegere station van Hannut, waar een gebouwtje met email bord "Hannut" naar een ver verleden verwijst, maar waar voor de rest nog nauwelijks iets van een heerlijk spoorwegverleden te bespeuren valt. De bus is de 9071-19 van Peeters, een Van Hool New A600. Zou de ontwerper van deze bus eigenlijk zelf ooit al eens de bus genomen hebben? In het voorste deel van de bus is een massa staanplaatsen voorzien, door zowel rechts als links zitjes van één in te bouwen. Hoe de reizigers die daar middenin staan zich staande moeten houden, is mij een raadsel. De bus rijdt zowat de hele weg met een vijftal minuten vertraging, wat mij het ergste doet vrezen, maar in het laatste deel van het dienstregeling is zoveel reserve gepompt dat we Tienen Station met slecht 2 minuten vertraging bereiken. IC 1537 is alweer stipt: we zitten in ms 541 (net erachter zit 509, dat we normaal gezien op de lijn Brussel - Luxemburg kunnen vinden). In Brussel-Noord wacht ons opnieuw een aansluiting van 52 minuten. We nemen de IC naar Moeskroen van 17:13, dezelfde samenstelling als onze trein van vanmorgen. Dat is een goede keuze, want de IR naar Binche horen we in Brussel-Zuid aankondigen met 5 à 10 minuten vertraging. Eigenaardig, want het vierledig stel stond bijna een half uur te wachten op spoor 3 in Brussel-Noord en er leek niets mis mee.
Na de storm en de regen van de voorbije dagen, waren de voorspellingen voor vandaag al een stuk gunstiger. Dat lokte ook ons naar buiten, en inderdaad: we begonnen en eindigden in de zon, en over wat daartussen zat kunnen we kort zijn: buien met regen, hagel, smeltende sneeuw, wat de weerman zo treffend winterse buien noemt. We trokken naar Ressegem, een onooglijke deelgemeenten van Herzele, gewapend met een wandelkaart van de gemeente die ik al in 1992 op de kop kon tikken, na een andere wandeling in Herzele. Zoals wel meer in onooglijke dorpjes werd het een bijzonder knappe wandeling, met een kasteel, een windmolen en een schitterend klimmend (ja, ja) pad tussen de weiden. Alleen waren de paadjes wel erg diep door de regen en het seizoen; de landbouwers die blijkbaar nog niet zo lang geleden met hun zware machines een deel van het pad hadden verkend, maakten het geheel tot een modderige boel. Maar het is een schitterend pad, net geen 8 kilometer lang, dat gerust mag figureren in de top van de beste lusvormige paden in Vlaanderen. In Ressegem konden we daarna nog even binnenwippen in praatcafé 21, rookvrij, gelukkig, kraaknet en stijlvol, en het was dan ook met enige schroom dat we binnengingen, met modder tot net onder de knie. Gelukkig begreep de baas wat wandelen was, en we werden warm ontvangen, met een leuke babbel erbij en een erg goede biersuggestie: Ondineke, uit de Kapellekensbaan, de Oilsjterse tripel. Een bijzonder rijk bier, dat vermoedelijk wel wat sterker is dan de 8.5° die op de fles vermeld staat. We kregen er zelfs nog een recente uitgave van de wandelfolder bovenop.
Onze verplaatsing had iets vreemd. Sinds december hebben we er in Halle een trein bij in het weekend, maar IC en IR rijden zo goed als zij aan zij naar Brussel, in een wilde achtervolging op de L-trein; kortom, ze komen alle 3 in een tijdsbestek van 7 minuten aan in Brussel-Zuid, wat maakt dat we nu eigenlijk maar 1 verbinding per uur meer hebben. Je zult deze klaagzang in volgende bijdragen nog wel meer horen, want het is bovendien triest gesteld met de aansluitingen, die ofwel krap ofwel buitensporig lang zijn. Vandaag moeten we in Zottegem geraken, waar we belbus 90 naar Ressegem besteld hebben. Daarom lijkt 5 minuten aansluitingstijd in Brussel-Zuid me net te weinig; als je een gewone bus moet nemen, kun je zonder problemen de volgende nemen, maar met een belbus ligt dat natuurlijk anders. Bellen dat je de bestelde niet haalt, en meteen de volgende bestellen, het is allemaal niet evident. Ik heb evenmin zin om 58 minuten te wachten in Brussel-Zuid, want zo nipt missen we de aansluiting, en dus maken we van de nood een deugd. Het is geen voor de hand liggende oplossing, alleen verteerbaar voor freaks, maar ze is wel reglementair. Halle - Ath wordt het, met IC 1931 (10:35 - 11:00), gesleept door de 2744 met 7 M4 op sleeptouw. We zitten helemaal achteraan in rijtuig 58060. De treinbegeleider knipt zonder verpinken ons biljet Halle - Zottegem. In Ath stappen we over op de L 4881 naar Geraardsbergen: gemoderniseerd stel 736, met Nederlandstalig personeel, dat zich evenmin stoort aan de eigenaardige reisweg (11:07 - 11:30). Alleen in de laatste trein L 1882 (mw 4187) naar Gent-Sint-Pieters fronst de treinbegeleidster even de wenkbrauwen, maar ook hier worden de internetbiljetten zonder vragen geknipt. We delen de krappe eersteklasruimte met een priester van de oude stempel, die vocaliserend breviert. Zalig rustgevend; met de gepaste publiciteit erachter wordt dit het alternatief voor luidruchtige gsm's of verdoken muzikaal lawaai. We komen om 12:08 in Zottegem aan. De belbus is besteld voor 12:30. Zoals altijd komt die wat vroeger dan voorzien; hij pikt onderweg nog een jeugdige reizigster op aan het sportcomplex in Zottegem, wat onze reis nog wat langer maakt, maar ja, daar is de belbus voor, en dat nemen we er graag bij. Het is het Mercedes Sprintertje 2017-03. Ook voor de terugreis komt dit busje opdagen, weliswaar met een andere bestuurder, en ook nu zijn er nog andere reizigers. Het is prettig om vast te stellen dat het hele belbusproject dus wel functioneert. De terugreis is eenvoudig, omdat we nu wel durven rekenen op de krappe aansluiting in Brussel-Zuid. Missen is nu eenmaal minder erg bij de terugrit, al zullen pendelaars daar wel anders over denken. In Zottegem nemen we IC 2315 (1 break 341), met een halfvolle maar rustige eersteklasafdeling (16:50 - 17:25), die probleemloos op tijd rijdt; in Brussel-Zuid nemen we de L 3688 (ms 655) naar Braine-le-Comte, waarmee we om 17:48 in Halle arriveren. Vijf treinen op tijd, en vijf controles. De NMBS op haar best...
Korte, sombere dagen nodigen uit tot korte wandelingen, die zelden somber zijn. Meer zelfs, "In der Beschränkung zeigt sich der Meister", en vaak hebben korte wandelingen het voordeel dat er geen onnodig lange , minder interessante stukken bewandeld moeten worden. Vandaag zochten we onze inspiratie in een foldertje dat behoort tot een bundel die ik in 1991 kocht op het Vakantiesalon aan de stand van de Toeristische Dienst van de Provincie Oost-Vlaanderen. Het is dan ook een gezamenlijke uitgave van die dienst en van het Gemeentebestuur van Sint-Gillis en de Gewestelijke VVV. Bestemming was Sint-Pauwels (in het Land van Waas) waar we het 6.3 km lange Sint-Pauluspad volgden. Het eerste deel toont ons inderdaad de charmante delen van het dorp: de kerk (spijtig genoeg gesloten), de Roomanmolen, de Twistkaplletjes (foto). Die laatste zijn een salomonsoplossing voor een ruzie (het foldertje spreekt zelfs van vete) tussen die van Sint-Pauwels en die van Kemzeke, die ontstaan was n.a.v. de Wet van 4 Ventose van het jaar IX. Door die wet gingen grond en toen nog enig kapelletje van Kemzeke naar Sint-Pauwels over, maar daar konden de Kemzekenaars zich niet bij neer leggen: ze braken de offerblok open. Zo ging het een tijdje over en weer tot de pastoor van Sint-Pauwels definitief het geld aan Kemzeke schonk. Voor een keer waren de parochianen het niet eens met de visie van hun pastoor en ze bouwden dan maar een tweede, identieke kapel. In de 21ste eeuw staan ze er nog altijd, met 2 twistbanken! Het enige wat we vandaag willen delen is ons vuilnis, blijkbaar. Het tweede deel van de wandeling was spijtig genoeg van wat minder kaliber: twee kilometer door vaak recente bebouwing, het is niet meteen wat je van een wandeling verwacht. Misschien hadden we de wandeling in wijzerzin moeten maken om er echt van te genieten. Tot slot nog dit: op de Dries in Sint-Pauwels nodigt Café BLa Bla Bla uit tot wat nakaarten. Voor ons was het de eerste kennismaking met een rookvrije taveerne. Wat een zegen! Laat de wetgever nu maar heel snel alle uitzonderingen opheffen, zodat we voortaan altijd stankvrij kunnen nagenieten.
Onze verplaatsing mag gezien worden, vind ik. Sint-Niklaas ligt wat onbereikbaar voor het centrum van het land, al is er een rechtstreekse IC-verbinding met Brussel. Meestal gaat het echter sneller met een extra overstap, naar believen in Mechelen, Antwerpen-Berchem en zelfs Gent-Sint-Pieters. Alleszins een ideale verbinding om veel lijnen en treinen uit te testen. We deden het als volgt:
Halle - Brussel-Zuid IR 3707 ms 530 10:44 10:54. Stipt in Brussel-Zuid, voor ons de eerste keer dat we met een ms 96 tussen Halle en Brussel spoorden. Eén stel zal af en toe wel te weinig zijn, vrees ik. Brussel-Zuid - Mechelen IR 2811 ms 843 11:06 11:32. Stipt in Mechelen; de dienstregeling tussen Brussel-Noord en Vilvoorde is dan ook zeer ruim bemeten. Ik merk dat de bovenleidingspalen van voor de oorlog op korte termijn zullen verdwijnen; hun opvolgers staan al klaar. Ik vraag me af waarom men het ontwerp van de elegante palen, die het meer dan 70 jaar hebben volgehouden, destijds heeft gewijzigd, in de vrij lompe dingen die men na de Tweede Wereldoorlog is gaan gebruiken. Slijtvast waren ze alvast wel. Mechelen - Sint-Niklaas IR 2511 ms 336 11:44 12:16. Het stel is flink bekladderd in een enkele maanden geleden opgedoken stijl. Ook vandalisme is onderhevig aan mode. We bereiken Sint-Niklaas met 3 minuten vertraging. In Mechelen lieten we een goederentrein voorgaan op lijn 53, en blijkbaar is de reserve op deze verbinding toch niet zo groot. Tussen Puurs en Sint-Niklaas wordt de rit verstoord door LSP: Luidruchtig Spoorwegpersoneel, geen treinbegeleiders deze keer. (Dan gebruik ik de code LTP: Luidruchtig Treinpersoneel.) Onderwerp van gesprek: hoe gratis is de hospitalisatieverzekering die NMBS-personeel aangeboden krijgt? Ernstig linguïstisch onderzoek heeft nog niet zo lang geleden aangetoond dat van alle Nederlandstaligen de Oost-Vlamingen het snelst en het luidst spreken, wat door deze drie mannen duidelijk geïllustreerd wordt. En ik die dacht dat het alleen de jongeren waren die niet meer wisten wat fluisteren of zacht spreken was, zo erg dat heel wat depressies bij kleuterleid(st)ers hun ontstaan vinden in de constante blootstelling aan... lawaai!
In Sint-Niklaas nemen we op perron 6 de bus van lijn 41 naar Moerbeke-Waas; de bus is aangenaam vol, en daar zullen de koopjes wel niet vreemd aan zijn. Het is de 2217-59 van de firma Weyn en Zonen, een Van Hool New A360.Na een korte rit (11 minuten) stappen we uit aan de halte Sint-Pauwels (Dries). Een mooie kerststal met lelijke beelden is het eerste wat we te zien krijgen.
De terugrit gebeurt met een bus van lijn 43, die van Hulst komt. Ook deze bus zit redelijk vol, zodat we naar achter doorschuiven. Naast de achtergrondmuziek die de chauffeur aangezet heeft, kunnen we hier ook nog meeluisteren naar 3 andere muziekbronnen, met alle mogelijke genres. Als mijn pensioen later niet meer betaald zal kunnen worden, dan zal dat zijn omdat er te veel geld kruipt in hoorapparaten en -operaties van deze generatie, die lawaai met lawaai bestrijdt. De bus is een Mercedes Citaro, de 2217-60, van dezelfde firma.
Onze terugreis verloopt via Antwerpen-Berchem. Door de vertraging van de bus (4 minuten) is de aansluiting van het korte type, maar we halen ze toch zonder probleem, ook al omdat we aan de halte Uitgang Noorderlaan uitgestapt zijn. Zo sta je als het ware meteen in de tunnel onder de perrons. Sint-Niklaas - Antwerpen-Berchem IC 1813 14:57 15:14. Loc 1352 duwt een stel I11-rijtuigen. Wij zitten in 11802. Antwerpen-Berchem - Brussel-Noord IC 2036 15:23 15:57. Loc 2704 sleept M6-rijtuigen: o.a. 61003. Op de bovenverdieping is het aangenaam rustig en voor een keer niet te koud. In Brussel-Noord nemen we de P 8511, een lang stel M4-rijtuigen (we zitten in 51013) gesleept door de... 2204. Ik weet niet hoeveel keer ik de laatste maanden gelezen heb dat deze locs (kranige vijftigers, zoals ik, al ben ik nog 1 jaar ouder) midden december definitief uit de reizigersdienst zouden verdwijnen, maar hier heb je ze alweer. Deze P-trein vertrekt in Brussel-Noord op spoor 4, ik vermoed dat hij dus via lijn 96 A naar Halle moet, en ik vraag me af hoe deze loc met dit stel rijtuigen dat in 9 minuten moet klaarspelen tussen Brussel-Zuid en Halle. De goeie ouwe 51'ers deden dat lang geleden ook wel, met 3 M2-rijtuigen, maar dan moest de wind goed zitten... Even later trekt de loc haar trein met zwier over de nieuwe viaduct van de lijn 96 N, we zitten zowaar op de Thalys- en Eurostarlijn, met een 22: ik had nooit gedacht dit nog te zullen meemaken. Uiteindelijk bereiken we Halle met 4 minuten vertraging, maar de helft van die vertraging lopen we op net voor Halle. We hebben vandaag gereden over delen van de volgende lijnen: 96, 25, 53, 54, 59, 25 en 96N, en dan vergeet ik gemakshalve nog de twee buitenste kokers van de NZV. Als materieel hadden we zes verschillende combinaties. Heerlijke treindag, voor een liefhebber, en met 6/6 treinen met minder dan 6 minuten vertraging is 2007 goed begonnen. Even denk je dan: mocht dit het hele jaar duren, maar een groot deel van de avondspits verloopt toch nog chaotisch, verneem ik achteraf, na problemen met een bovenleiding in Brussel-Zuid. Geluk moet een mens hebben, dan is het leven simpel.
Vandaag konden we even profiteren van een dagje samen thuis, nu ja, thuis: meestal eindigt dat toch als een wandeling, en als laatste wandeling van het jaar stond er zelfs een vrij stevige op het programma. We volgden GR126 tussen Houx en Anseremme, en het aantal stevige klimmen (en afdalingen die daar logischerwijs mee gepaard gaan) was nauwelijks te volgen. Waarom Houx zul je je afvragen, maar we volgden dit pad ook voor 1984, toen er nog een heuse halte "Houx" was op lijn 154, en nu in 2006 is het beginpunt nog altijd vrij eenvoudig te bereiken met TEC-lijn 433, die op weekdagen net frequent genoeg rijdt om bruikbaar te zijn. Maar de sfeer van de oude halte Houx (telegrafische code SHX) is natuurlijk niet te evenaren. Ik denk met heimwee terug aan de schitterende K-rijtuigen die hier destijds de dienst uitmaakten, gesleept door een reutelende 60 van stelplaats Ronet, ook al ter ziele gegaan.
Zoals gezegd werd het een stevige wandeling, langs Houx, Awagne, Leffe, achter de citadel van Dinant door, naar Anseremme, dat er op deze winterdag doods bijligt, want de Lesse mag vandaag gewoon zichzelf zijn, en geniet van de dagen zonder kayaks. De paadjes zijn diep, na de regenperiode begin december, maar het parcours mag er wezen: bos- en andere paadjes die ons ver van de toeristische poeha houdt, die hier in de zomermaanden lelijk thuishoudt.
Omdat we de ochtendspits niet helemaal vertrouwen, na de problemen met het onderstation in Brussel-Zuid, nemen we al om 8:25 de CR naar Dendermonde: ms750 mag dan wel met 3 minuten vertraging vertrekken, bij aankomst in Brussel-Zuid is de vertraging al geslonken tot 1 schamel minuutje; misschien valt de spits dus toch nog mee. Toch is er op de aankondigingsborden meer rood dan normaal te merken, en de vertragingen situeren zich inderdaad zoals door de NMBS voorspeld tussen 5 en 10 minuten voor de meeste treinen, vooral die van lijn 50A. Een half uurtje wachten wordt het toch op de IC naar Dinant (ms 437), die om 9:07 vertrekt, met een minuutje vertraging, en die na de ontkoppeling in Namur perfect op tijd naar Yvoir rijdt. In Yvoir willen we overstappen op lijn 433 van de TEC, om een niet zo aangename wandeling tussen Maas en drukke N92 te vermijden. Maar de mens wikt, en de NMBS beschikt: in Lustin worden we opgehouden omdat er werken zijn tussen Lustin en Yvoir, maar vermits de IC's elkaar daar kruisen, is dat nauwelijks een reden tot bezorgdheid. Tot je verneemt dat de seinen gestoord zijn en een technicus de problemen moet verhelpen. Uiteindelijk bereiken we Yvoir 42 minuten later dan voorzien, en uiteraard is de bus al lang vertrokken. De treinbegeleider verontschuldigt zich nog eens voor de opgelopen vertraging, maar ik troost hem met de gedachte dat we wat sneller zullen stappen, en dat er dus niets aan de hand is. "Ah, des philosophes..." verzucht hij, en misschien denkt hij wel eens terug aan wat hij soms naar het hoofd gegooid krijgt.
Dus toch maar te voet naar Houx, zo'n 2-tal kilometer extra, maar dat moet kunnen. We vatten onze wandeling zo'n 40 minuten later aan dan voorzien, maar ondertussen tovert het winterzonnetje soms een feeëriek licht over het zo al schitterende landschap.
Uiteindelijk bereiken we Anseremme niet zo veel later dan voorzien, want we zijn goed stappers, al zeg ik het zelf, en ik voorzie altijd veel tijd, om onderweg eventueel een onverwacht bezoekje aan kerk of café te kunnen inlassen.
De terugreis verloopt vlot: in Anseremme maakt mw 4121 de dienst uit op P-trein 8681, (17:05 - 17:09, 1 minuutje vertraging); de aansluitende trein is de IC 2438 (eigenlijk 2538 - ms 319). De treinbestuurder noemt me nu "Monsieur le Directeur", ik ben al achtereenvolgens amoureux, philosophe en directeur geweest - als dit doorgaat krijg ik nog persoonlijkheidsproblemen. In Brussel-Noord nemen we de IR naar Quévy (ms 377) en daar heeft ook een groep van zo'n 30 leerlingen op gereserveerd. De trein zit dan ook bomvol, van eerste klasse is er geen sprake meer, die wordt zonder pardon ingenomen door reizigers die nog niet eens een fractie betalen van wat wij vandaag betaald hebben. Uiteraard kruipt de treinchef in zijn kot, en daar zal jij voor Halle niet meer uitkomen. We komen precies op tijd aan, dat is nog een troost.
Volgende afspraak ergens begin 2007. Ik ben nog volop bezig met een jaarprogramma op te stellen...
GR 129 is een van mijn favorieten, en ondertussen hebben we alweer een heel eind van deze GR afgestapt. Zo zijn we ten zuiden van Charleroi beland, en je hoeft echt maar enkele kilometers ver voorbij Charleroi te rijden om in een onverwacht onstadse regio verzeild te geraken. Vandaag stond Gozée - Nalinnes (16.410 km) op het programma, een traject met veel bos en veel beekjes, die na de regenachtige week heerlijk wild tekeer konden gaan. Het werd dan ook een zware wandeling, met wat glijpartijen in de altijd aanwezige modder, maar ook is het een zeer afwisselende boswandeling geworden, met ongeveer halverwege de Eau d'Heure, een van die miskende Waalse riviertjes. De dag voordien had ik nog snel geïnformeerd of we - gezien het bosrijke gebied - niet onverwacht geconfronteerd konden worden met "battues", maar dat bleek niet het geval te zijn. Een rimpelloze wandeling dus, met aan het eind nog een brasserie waar we ondanks het geserveerde eten ook gewoon iets konden drinken, en bovendien erg vriendelijk ontvangen werden. Het kan soms wel even anders lopen. Onze verplaatsing leek op het eerste gezicht een makkie, op deze laatste geldigheidsdag van het spoorboekje 2005-2006. De website maakte niet echt melding van werken en vertragingen, en we konden dus vrij gerust zijn in een goede afloop. Toch kozen we voor een wat tragere verbinding via La Louvière, omdat die wat extra minuten aansluitingstijd garandeerde in Charleroi-Sud, waar we met de voor de hand liggende trein uit Brussel maar 5 minuten overstap zouden gehad hebben. Met de L-trein uit La Louvière werd dat 12 minuten en dat leek al wat veiliger. We namen in Halle dan ook IR 3929 naar Binche (9:00 - ms 820), die vandaag voor het laatst als een onvervalste stoptrein reed tussen Brussel en Braine-le-Comte. Tot Braine-le-Comte liep alles goed, maar dan volgde een traject op tegenspoor tussen Braine-le-Comte en Ecaussinnes, waar we ook nog even moesten wachten door de kruising met de 3909. Op lijn 116 waren er dan weer werken aan een wissel in La Croyère, waar we tergend traag langs reden, zodat onze vertraging in La Louvière al opgelopen was tot 6 minuten. Of de 4280 (L La Louvière-Centre - Manage - Charleroi-Sud - ms 610) echt gewacht heeft op aansluiting weet ik niet, want we waren nog maar net ingestapt toen de deuren dicht gingen. Deze 4280 moest langs dezelfde werken in La Croyère, nu op tegenspoor, en ook tussen Luttre en Charleroi-Sud liep het weinig vlot, zodat we uiteindelijk met 8 minuten vertraging in Charleroi-Sud aankwamen. Eén minuut daarvan is op het conto van de overijverige treinwachter te schrijven die nog snel een biljet afleverde op het perron in Luttre aan een dame die blijkbaar wel een treinkaart Gouy-lez-Piéton - Charleroi had, maar die nu naar Brussel wilde, en maar liefst in regel in de IC naar Brussel wilde stappen. Vier minuten overstaptijd hadden we dus nog: gelukkig is de informatie over de vertrekperrons op www.infotec.be correct, en vinden we blindelings de bus van lijn 109a, die krek om 10:39 zonder enige wachttijd vertrekt. Aribus had trouwens ook geen wachttijd opgelegd, wat voor minder snelle klanten nochtans aangewezen was, vooral omdat de volgende bus pas om 12:39 vertrekt. En tussen haakjes: op de IC uit Brussel is helemaal niet gewacht, want die is nog na onze L-trein, die over lijn 124 reed, aangekomen. De bus is de 5591-43 van Liénard. Vandalen hebben de vuurvastheid van de plastieken rugleuningen van de vrij comfortabele zitjes getest, gelukkig zonder drama als gevolg. Twee halten voor we moeten uitstappen gaat de chauffeur langs de kant van de weg staan, om opnieuw op tijd te kunnen rijden - 4 minuten stilstaan, zodat we met 2 minuten vertraging aan de halte Gozée (Bout-là-Haut) aankomen. De voorziene terugrit is gedoemd om te mislukken, en met die wetenschap in het achterhoofd, maken we ons niet eens echt zenuwachtig. De auto's schuiven als tijdens een onvervalste weekspits aan op de N5 (koopjesperiode, weet je wel), en o wee, de arme bus die daar tussen zit. Op het ogenblik dat we instappen heeft de bus (lijn 451 - ab 5611-6) al 7 minuten vertraging en als we Charleroi-Sud bereiken is die vertraging al opgelopen tot 13. De overstap van 4 minuten op de IC naar Brussel kunnen we dus inderdaad vergeten, maar een gunstig gesternte houdt de L-trein 4216 (opnieuw ms 610) enkele minuten op, zodat we ons onverhoopt toch opnieuw op de reisweg van de heenreis bevinden. De terugreis verloopt redelijk vlot, zodat we zonder al te veel problemen in La Louvière Centre kunnen overstappen op de IR naar Brussel-Noord (ms 829), die ons om 18:01 (25 minuten later dan gepland) in Halle deponeert. Trein 4216 heeft een praatgrage treinbegeleider aan boord, die ons aanspreekt met :"Bonjour les amoureux!", dan onze modderige wandelschoenen ziet, "...euh, les marcheurs" en dan onze internetbiljetten in handen krijgt, en prompt overschakelt op het Nederlands. Hij wil nog weten wat marcheur in het Nederlands is, ziet dat ik het nog net geldige spoorboekje consulteer, wijst erop dat morgen de dienstregelingen veranderen en dat hij klaar staat om ze toe te lichten. Een warme mens op deze grauwe decemberavond, en misschien is het voor hem ook wel even een verademing om niet meteen voor zijn leven te hoeven vrezen omdat een of andere stuk onbenul agressief wordt bij het zien van een uniform. Tijd om het compleet versleten spoorboekje terzijde te leggen en nog even mijn maagdelijke 2de exemplaar toe te voegen aan de lange reeks die ik ondertussen bij elkaar gespaard heb.