De bunzing (Mustela putorius) is een roofdier dat behoort tot de familie marterachtigen (Mustelidae).
Het is een van de zeven inheemse soorten marterachtigen in België en Nederland.
De bunzing komt voor in grote delen van Europa tot in westelijk Azië en uiterst noordoostelijk Afrika.
De bunzing werd wetenschappelijk beschreven door Linnaeus (Carolus Linnaeus, een Zweeds arts, plantkundige, zoöloog en geoloog.) in 1758.
Engels : European polecat, black polecat, forest polecat Duits : Europäische Iltis, Waldiltis Frans : Mustela putorius, le putois, le furet
De bunzing is naaste familie van de wezel en de hermelijn.
Over het algemeen zijn de drie soorten goed te onderscheiden maar er komen soms kleurvariaties voor die de identificatie bemoeilijken.
De bunzing is daarnaast de wilde voorvader van de fret (Mustela putorius furo), die als een ondersoort wordt beschouwd.
Het is een echte bodembewoner die veel graaft en niet vaak klimt.
De bunzing werpt eenmaal per jaar jongen, dit zijn er ongeveer 5 per keer.
Na vier maanden zijn ze zelfstandig en na zes maanden zijn ze volwassen.
De bunzing wordt ongeveer vier jaar oud.
De bunzing is een zeer actief roofdier dat leeft van prooien als kleine tot middelgrote gewervelde dieren zoals konijnen en vogels.
Er worden voedselvoorraden aangelegd.
Ook geleedpotige dieren en fruit worden soms gegeten.
Bunzing
foto/artikel de Bistedokter op www.wergea.com
Vijanden zijn andere roofdieren zoals slangen en vossen.
De mens heeft een negatieve invloed op de bunzing, voornamelijk doordat vele dieren worden doodgereden door het verkeer.
De bunzing wordt beschouwd als een algemeen voorkomende marterachtige die niet wordt gezien als bedreigd, in tegenstelling tot verwante soorten zoals de nerts.
De bunzing wordt beschouwd als een nuttig dier vanwege de gewoonte om op knaagdieren te jagen.
De bunzing kan echter ook ziektes dragen als hondsdolheid of de hondenziekte en deze ook overbrengen op mens en dier.
Doordat ze niet kieskeurig zijn wat betreft hun voedsel, komen bunzings voor in vele verschillende landschapstypen.
Ze komen vooral voor in bebost laagland nabij water, waaronder rivieroevers en moerassen.
In de winter worden bebouwde gebieden opgezocht en is de bunzing te vinden in de buurt van boerderijen.
Het verspreidingsgebied omvat echter ook uitgesproken droge streken zoals steppen en zandduinen, bergstreken worden echter vermeden.
bunzingen - Mustela putorius
auteur : Malene Thyssen CC 2.0
De bunzing komt voornamelijk voor in Europa en verder in Turkije en een klein deel van het verspreidingsgebied is te vinden in noordelijk Afrika in Marokko.
De oostelijke grens ligt bij de Oeral. Ze komen op bijna het gehele Europese vasteland voor.
Op de Britse eilanden is de bunzing zeldzaam en op Ierland ontbreekt de soort.
In Schotland kwam vroeger de ondersoort Mustela putorius caledoniae voor maar deze wordt beschouwd als uitgestorven.
De bunzing is hier onlangs herontdekt maar uit genetische analyse bleken deze populaties te zijn uitgezet.
De bunzing komt in Scandinavië alleen in het zuiden voor.
In warme delen van zuidelijk Europa is de soort eveneens te vinden, zelfs op geïsoleerde eilanden zoals Corsica en Sicilië.
De populaties in Marokko werden vroeger beschouwd als groepen ontsnapte fretten maar in 2011 werden fossielen gevonden van de bunzing.
Tegenwoordig gaat men er van uit dat de bunzing mogelijk al die tijd inheems is geweest in noordelijk Afrika.
In België wordt de soort beschouwd als algemeen voorkomend, hoewel de populatiedichtheden sterk kunnen verschillen.
In de regio rond Antwerpen komt de bunzing veel meer voor dan in de provincie West-Vlaanderen.
In de Belgische provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen wordt de bunzing als zeldzaam beschouwd.
In Nederland komt de bunzing verspreid over het land voor en wordt beschouwd als vrij algemeen.
Windows 7 (codenaam Vienna, Blackcomb en 7) is de op een na nieuwste versie van Microsoft Windows, een reeks besturingssystemen ontwikkeld door Microsoft voor pc's zoals desktops, laptops, netbooks, tablets en mediacenter-pc's.
De RTM-versie van Windows 7 werd op 22 juli 2009 uitgebracht en de consumentenversie werd vrijgegeven op 22 oktober 2009, iets minder dan 3 jaar na de uitgave van Windows Vista.
De servertegenhanger van Windows 7, Windows Server 2008 R2, is op dezelfde datum uitgebracht.
Windows 7 is wereldwijd het meest gebruikte besturingssysteem.
In tegenstelling tot Windows Vista, die een grote hoeveelheid aan nieuwe functies met zich meebracht, was Windows 7 meer gefocust op het verbeteren van bestaande functies en de compatibiliteit met zijn voorganger.
Microsoft heeft in 2008 presentaties met Windows 7 gegeven waar werd gekeken naar multi-touch-ondersteuning, de vernieuwingen in de Windows-shell, zoals de nieuwe taakbalk die nu Superbar heet, een thuisgroepsysteem genaamd HomeGroup, en verbeteringen aan de prestaties.
Veel programma's die eerder werden meegeleverd met Windows zijn in Windows 7 verwijderd, zoals Windows Calendar, Windows Mail, Windows Movie Maker en Windows Photo Gallery De meeste van deze applicaties is nu ondergebracht in het gratis softwarepakket Windows Essentials.
Door de komst van Windows 8 in oktober 2012 is Windows 7 de laatste versie van Microsoft Windows die de klassieke startknop en startmenu bevat.
Bron : - wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
Buntsteken is een activiteit die tot en met de Tweede Wereldoorlog op de heidevelden werd beoefend.
Hierbij werden pollen Pijpenstrootje (plaatselijk bekend als bunt of bent(e)) uit de grond gewrikt en de wortels van deze grassoort, die wel 40 cm en meer lang konden zijn, werden gebruikt voor de vervaardiging van bezems en borstels.
Het steken gebeurde met ijzeren staven, waarbij een houtblok voor de hefboomwerking zorgde.
Verdere gereedschappen waren een hakblok en een bijltje of hakmes om de wortels op maat te hakken.
Voor het vervaardigen van de bezem gebruikte men een rechthoekige plank waarin gaten waren geboord.
Hierdoor werd het dubbelgevouwen binddraad gestoken, zodat er een lus ontstond.
Daarin werd een bosje wortels gestoken en deze werd stevig door het gat getrokken zodat het muurvast in de plank kwam te zitten.
Nadat alle gaten van wortels waren voorzien werd er aan de achterkant een afdekplankje op gespijkerd en werd er een bezemsteel in gestoken.
Eventueel werden de wortels nog wat bijgekapt zodat een meer gelijkmatige lengte van de wortels ontstond.
Daarmee was de bezem gereed.
Gedurende de Tweede Wereldoorlog hebben onderduikers, zoals geallieerde piloten, deze activiteit nog beoefend.
Zo konden ze onopvallend bezig zijn.
Na de bevrijding kwam er spoedig een einde aan dit ambacht, aangezien er goedkope bezems van kunststof op de markt verschenen die de oudere versie hebben vervangen.
Trivia
In Netersel (Noord-Brabantse Kempen) is een bronzen beeld van een buntsteker te vinden, waarbij ook het bijbehorende karakteristieke gereedschap is uitgebeeld.
De Neterselse Carnavalsvereniging heet De Buntstèkers
Vaak wordt foutief gezegd dat Buntgras (zie buntgras) wordt gestoken. Weliswaar heeft dit gras ook relatief forse wortels maar het is een veel kleinere soort en ongeschikt voor de vervaardiging van bezems.
De Slag bij Trafalgar (21 oktober 1805) was de belangrijkste zeeslag tijdens de Derde Coalitieoorlog tussen het Verenigd Koninkrijk en het Franse keizerrijk van Napoleon.
Deze overwinning van de Britten had gevolgen tot ver in de twintigste eeuw.
Een vloot van de Britse Royal Navy, bestaande uit 27 linieschepen en geleid door Horatio Nelson vernietigde op 21 oktober 1805 een Frans-Spaans eskader, bestaande uit 33 linieschepen onder leiding van de Franse officier Pierre de Villeneuve in een slag bij kaap Trafalgar (Spanje, 70 mijl ten noordwesten van Gibraltar) en verzekerde zo, voor een periode van meer dan honderd jaar, de heerschappij over de golven voor de Britten.
Hierdoor konden zij, en niet de Fransen, een wereldrijk uitbouwen dat India, Canada, Hongkong en Singapore omvatte en bleef Londen het Europese financiële centrum.
Op 21 augustus 1805 was de Frans-Spaanse vloot in de havenstad Cádiz.
Zij werden in de gaten gehouden door kapitein Blackwood van de HMS Euryalus.
Nelson had lang gewacht op het bericht dat de Frans-Spaanse vloot was gevonden.
Toen hij op 2 september 1805 het bericht kreeg dat zijn tegenstander in de haven van Cádiz voor anker lag vertrok hij de 15e uit Portsmouth, aan boord van zijn vlaggenschip, de H.M.S. Victory om zich bij de vloot te voegen die voor de haven van Cádiz patrouilleerde.
Op vrijdag 18 oktober was het na een week van stormachtig weer helder en warm.
Hierop vertrok de Frans-Spaanse vloot richting de straat van Gibraltar.
Dit werd gelijk doorgebriefd naar Nelson die het bevel gaf om de vloot te achtervolgen en zich klaar te maken voor de strijd.
De ochtend van maandag 21 oktober begon met een zacht briesje.
De Frans-Spaanse vloot vormde één lange lijn van bijna 15 kilometer.
Nelson zijn vloot verscheen aan de noordwestelijke horizon met de wind in de rug.
Om 7 à 8 uur gaf Villeneuve het bevel om overstag te gaan en met hun kop in de wind te gaan liggen.
Ze voeren terug richting Cádiz, wat zeker zou leiden tot een confrontatie met de Britse vloot.
Buntgras (Corynephorus canescens) is een dicht pollen-vormende vaste plant die behoort tot de grassenfamilie (Gramineae of Poaceae).
De soort is goed aangepast aan droge omstandigheden.
De plant komt van nature voor in het westen van Europa, vanaf Zuid-Scandinavië tot in het Middellandse Zeegebied.
De plant is zo smakeloos dat hij zelfs niet door schapen wordt gegeten.
Het buntgras werd wetenschappelijk beschreven door P.Beauv (Ambroise Marie François Joseph Palisot, Baron de Beauvois, een Frans natuurwetenschapper) in 1812.
Engels : Grey hair-grass Duits : Silbergras Frans : Corynéphore blanchâtre, Canche des sables
De grijs-blauwgroene plant wordt 10-35 cm hoog en vormt geen wortelstokken.
De bladscheden zijn roodachtig-purper, iets ruw en onbehaard.
Het spitse tongetje is 2 mm lang.
De zeer stijve, borstelvormig opgerolde bladeren zijn zilverig grauwgroen en ruw.
Ze zijn ongeveer 0,5 mm breed en 6 cm lang.
Buntgras bloeit in juni en juli.De 2-8 cm lange bloeiwijze is voor en na de bloei samengetrokken.
De vaak roodachtig aangelopen, zilvergrijze bloeiwijze is een pluim. De aartjes zijn 3-4 mm lang en bestaan uit twee bloempjes.
De 4 mm lange, violette kelkkafjes zijn eens zo lang als het onderste kroonkafje. De kafnaald van het onderste kroonkafje is tweedelig.
Het onderste deel is stevig en gedraaid en heeft aan de top een krans van korte haartjes.
Boven deze krans is het kroonkafje knotsvormig en verbreed.
De 1,6 mm lange helmhokjes zijn bruin.
De plant komt voor op droge, meestal kalkarme zangrond.
In de duinen en op stuifzand komt de plant het meeste voor.
Het Sydney Opera House is een gebouw voor opera en andere muziek in de Australische stad Sydney.
Het is de thuisbasis van de Sydney Symphony.
Het staat sinds 2007 op de UNESCO-werelderfgoedlijst.
Het werd op 20 oktober 1973 geopend door koningin Elizabeth II, 14 jaar nadat ze met de bouw begonnen waren.
Het plan om het Sydney Opera House aan de haven van Sydney te bouwen is ontstaan in 1955.
Er werd een internationale architectuurwedstrijd voor uitgeschreven.
Jørn Utzon won de wedstrijd met dit ontwerp, men zegt dat hij het ontwerp in 1 keer zonder meetlat of rekenmachine vanuit de hand heeft getekend.
Utzon hield veel van zeilen.
Dit gebouw zou zijn liefde voor de zeilsport symboliseren omdat de daken niet alleen op schelpen lijken, maar ook op de zeilen van een groot zeilschip.
Het Opera House ligt op de Bennelong Point, aan de rand van een haven waar voorheen een tramremise lag.
Het gebouw bevat niet alleen een operazaal, maar ook nog drie andere concertzalen, restaurants en bars.
Men rekent dit werk tot het expressionisme.
De bouw leverde enige problemen op, maar ging uiteindelijk toch door.
Utzon is echter gaande het bouwproces afgehaakt en nooit meer in het gebouw geweest.
Oorspronkelijk had men de bouw geraamd op £3.500.000 ($7 miljoen) en de opleverdatum 26 januari 1963 (Australia Day).
Het project werd dus tien jaar te laat opgeleverd, terwijl de uiteindelijke kosten $102 miljoen waren, waarmee het budget meer dan veertien keer werd overschreden.
Sinds de opening van het Sydney Opera House is dit gebouw tot het symbool van Sydney geworden zoals de Eiffeltoren voor Parijs.
Het gebouw was ook genomineerd tijdens de verkiezingen van de New7Wonders of the World.
In mei 2009 ontwierp de Britse muzikant Brian Eno een audio-visuele installatie die geprojecteerd wordt op het operagebouw.
77 Million Paintings is de naam van het steeds wisselende kleur en vormexperiment.
Het dak bestaat in wit- en grijstinten uit 1.056.000 kleine tegeltjes die speciaal uit Zweden geïmporteerd zijn.
Deze tegeltjes zijn in een bepaald patroon neergelegd.
Onder de tegels zitten ribben die aan elkaar zijn gemaakt met kabels met daar tussen een soort betonnen deksels.
Bij de openingen van de schelpen zitten de ribben zonder tegels of beton, maar met glas eroverheen.
De daken zijn ook meteen de muren en staan op een platform.
Er is een trap naar het platform en hier kan men op rondlopen, tevens kan er beneden om het hele gebouw worden gelopen.
Bij de ingang bevinden zich de monumentale trap en het voorplein.
Hier worden openluchtfilms en gratis optredens gehouden.
Van binnen
Het opera house heeft meer dan 1000 verschillende ruimtes. Dit zijn de belangrijkste zalen:
De Concert Hall heeft 2.679 plaatsen. Hier vinden allemaal culturele activiteiten plaats, zoals bijvoorbeeld uitvoeringen van klassieke muziek, opera, popconcerten en modeshows. In de concerthal staat een van de grootste orgels ter wereld, The Grand Organ, met meer dan 10.000 pijpen.
Het Opera Theatre met 1.547 stoelen. Dit is het basistheater en hier worden vaak grote operas en balletvoorstellingen opgevoerd.
Drama Theatre met 544 zitplaatsen. De speelzaal is voor kleine muziek- en theaterstukken en heeft 398 stoelen.
Studio met 364 plaatsen.
Expositieruimte waar je kunt rondlopen, er zijn dus geen vaste zitplaatsen.
De Repetitieruimte waar de spelers met z n allen kunnen oefenen, is ook een opnamestudio waar een heel symfonieorkest in past.
In de theater- en operazalen zijn de muren en het plafond zwart, zodat de aandacht op het podium wordt gericht. Het Opera House heeft ook nog 6 cafés en 4 restaurants.
Het Opera House werd op 28 juni 2007 aan de werelderfgoedlijst van de UNESCO toegevoegd.
Hiermee is Jørn Utzon de eerste architect, van wie een gebouw nog tijdens het leven van de architect aan deze lijst wordt toegevoegd.
De oplossing om het geheel constructief mogelijk te maken, zag het levenslicht toen de architect Jørn Utzon een sinaasappel aan het schillen was.
Hij zag dat hoe je de sinaasappel ook pelde, de geometrische vorm van de schillen in principe altijd gelijk bleven, maar de uiteindelijke vorm er toch anders uit kon zien.
Bron : - wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
Een bunkerstation is een tankstation voor de binnenvaart.
Een bij een bunkerstation behorend vrij varend schip, dat al varende schepen bevoorraadt waardoor er geen tijdverlies door het bunkeren optreedt, wordt in de accijnswetgeving een leurschip genoemd.
In de praktijk heeft men het over de bunkerboot.
Bij de meeste bunkerstations horen één of soms meerdere bunkerboten.
Op een bunkerstation, dat meestal gelegen is in een drukke vaarweg, wordt gasolie in grote hoeveelheden en in een flink tempo gebunkerd. Het bunkeren gebeurt meestal gelijktijdig met het laden van drinkwater en het doen van inkopen van de nodige scheepsbenodigheden. Zoals smeerolie, schroefaskokervet, verf, touw, putsen, gereedschap, wrijfhoutjes, wrijfletters, reddingsvesten, werkkleding en lampjes voor de navigatieverlichting. Daarnaast kan op veel bunkerstations nog proviand worden gekocht. Onderdelen van de motoren, de autokraan, de generatoren en andere voorzieningen van het schip kunnen er worden afgehaald, als ze van tevoren besteld zijn.
Bunkerstation aan de Merwede in Hardinxveld-Giessendam
auteur : S.J. de Waard CC 3.0
Op het station zijn verschillende soorten brandstof verkrijgbaar, afhankelijk van de klandisie. Ligt het op een route waar ook veel jachten passeren, dan zal er ook blanke, normaal belaste gasolie, petroleum en benzine worden verkocht. Normaal gaat het om rode, laag belaste of onbelaste gasolie. Onbelast als kan worden aangetoond, dat er internationaal transport mee verricht wordt.
Hoewel op de meeste moderne binnenschepen elektrisch wordt gekookt, zijn er nog altijd veel schepen die van het bunkerstation propaanflessen meenemen. In de pleziervaart wordt ook nog wel butaan gebruikt, hoewel dat 's winters minder bruikbaar is.
Bunkerstation aan het Bijlandsch Kanaal in Millingen aan de Rijn
auteur : H.P.Burger CC 3.0
Vroeger was er aan boord van veel bunkerstations een voorziening om bilgewater en afgewerkte olie in te nemen. Die mogelijkheid is er niet meer. Dat moet nu op speciale, door de overheid aangewezen plaatsen gebeuren. Door de voortgang der techniek komt er steeds minder bilgewater. Het werd in aparte tanks verzameld en de olie werd afgescheiden en verkocht. Het nagenoeg schone water ging weer de rivier in.
Enkele jaren geleden werd een speciale voorziening - een overvulbeveiliging - aan boord van de binnenschepen verplicht gesteld. Door die met een kabel te koppelen aan de besturing van de pomp van het bunkerstation werd het nagenoeg onmogelijk dat de tanks van het binnenschip bij het vullen met gasolie nog zouden overlopen.
Afspraken maken over het aanschieten bij het bunkerstation of het doornemen van de bestellingen kan op een apart marifoonkanaal. In Nederland en België is daar kanaal 82 voor gereserveerd.
Bunkerstation Zierikzee met leurboot
met dank aan de auteur : Leo Schuitemaker
Tannhäuser is een romantische opera in drie aktes van Richard Wagner.
Ook de naam Tannhäuser und der Sängerkrieg auf Wartburg wordt gebruikt.
De opera kwam tot stand tussen 1842 en 1845 en ging in première in de Semperoper in Dresden op 19 oktober 1845.
Richard Wagner baseerde Tannhäuser, zoals veel van zijn opera's, op middeleeuwse liederen, sagen en romantische vertellingen.
Het libretto van de opera werd door Wagner zelf geschreven maar is geïnspireerd door enkele sagen uit het Duitse Sagenboek van Ludwig Bechstein: Die Mähr von dem Ritter Tannhäuser, Der Sängerkrieg auf der Wartburg en Die heilige Elisabeth.
Veel sagen zijn rondom de Wartburg, een kasteel in Eisenach, ontstaan.
Hoofdpersoon is Heinrich von Ofterdingen, die bekend werd als Tannhäuser in de gelijknamige sage.
Belangrijkste thema is de rebellie van een kunstenaar (Tannhäuser), wiens behoefte zich over te geven aan zinnelijke lust hem in conflict brengt met zijn religieus ingestelde verstand.
Deze innerlijke tweestrijd wordt belichaamd door de twee vrouwen die hij bemint.
De zinnelijke liefde waar hij bij de ene vrouw (Venus) genoeg van krijgt, mist hij bij de andere (Elisabeth).
Als hij zich tijdens een zangtoernooi op de Wartburg (de Sängerkrieg auf der Wartburg) met als thema de liefde tot een onverbloemde lofzang op de zinnelijkheid laat inspireren, wekt hij hiermee de woede van de andere aanwezigen, waartegen alleen Elisabeth hem kan beschermen.
Op een pelgrimstocht naar Rome zal hij boete doen, maar echte verlossing vindt hij pas als hem in zijn doodsnood nog eenmaal de naam van zijn redster wordt genoemd.
Tannhäuser was de lievelingsopera van de Beierse koning Ludwig II.
Hij liet in zijn bewondering voor Wagner zelfs de originele Sängersaal in de Wartburg nabouwen in zijn sprookjeskasteel Neuschwanstein en legde een venusgrot met ondergronds meer aan in het park van zijn kasteel Linderhof.
Bron : - wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
Er zijn twee soorten bunkers: bunkers in de fairway en bunkers bij de tee of bij de green.
Bunkers in de fairway zijn meestal ondiep; de bal komt daar regelmatig in terecht als de afslag niet op de fairway terecht is gekomen. De speler moet zijn tweede slag vanuit de fairwaybunker spelen, waarbij hij toch wil proberen zo dicht mogelijk bij de green te komen. Omdat de bunker niet diep is, kan vaak met een ijzer 7 of zelfs 5 worden geslagen, soms zelfs is het mogelijk met een hout te slaan, afhankelijk van de ligging van de bal.
Bunkers bij de green zijn meestal dieper. Soms zijn ze zo diep of ligt de bal zo slecht dat de enige ambitie van de speler is om de bal eruit te krijgen. Als de bal redelijk ligt, zal hij willen proberen de bal zo dicht mogelijk bij de vlag te slaan. Voor deze bunkerslag gebruikt hij een sand iron of sand wedge. De bedoeling is om een paar centimeter vóór de bal in het zand te slaan, zodat de bal met het zand uit de bunker komt.
Bunker naast de green
auteur : Phil Hawksworth CC 2.0
Er bestaan twee soorten regels bij golf, spelregels, die zijn internationaal, en etiquetteregels, die kunnen per club verschillen. Hierbij enkele regels die betrekking hebben op de bal in de bunker:
Spelregels
Een speler mag in de bunker geen oefenswing maken en daarbij het zand aanraken.
Een speler mag met zijn golfclub niet het zand aanraken voordat hij zijn swing maakt om de bal uit de bunker te slaan. Het mag zelfs niet door erop te leunen terwijl men wacht. Het mag ook niet terwijl hij de swing begint en de club naar boven beweegt. Doet hij dat wèl, dan krijgt hij een strafslag.
Een speler mag niets natuurlijks uit de bunker verwijderen, dus geen takken of bladeren. Hij mag wèl onnatuurlijke dingen verwijderen zoals de hark. Als de bal daarbij beweegt, moet die zo correct mogelijk teruggeplaatst worden.
Als er water in de bunker staat en de bal daarin ligt of de speler daardoor niet met droge voeten kan spelen, mag de bal ergens anders in de bunker gedropt worden, maar niet dichter bij de hole.
Etiquetteregel
Een speler wordt verzocht de bunker netjes aangeharkt achter te laten. Een golfclub mag bepalen of de hark in of buiten de bunker moet worden achtergelaten.
Golfpro Erik Bekker met een bunkerslag tijdens een wedstrijd.
auteur : RemZ
Kongo-Vrijstaat was tussen 1885 en 1908 een privé-eigendom van de Belgische koning Leopold II in Afrika.
Het gebied komt overeen met de huidige staat Congo-Kinshasa.
De hoofdstad was de havenplaats Boma aan de Kongostroom, op circa honderd kilometer van de Atlantische Oceaan.
De Vrijstaat werd in het jaar 1885 door Leopold II opgericht.
Op de Conferentie van Berlijn verwierf hij hiervoor toestemming van de andere Europese landen.
Hij had verschillende redenen om een kolonie te verwerven:
persoonlijke geldingsdrang;
ambitie om België te verfraaien;
economische en financiële macht van België vergroten alsook het internationaal prestige;
de angst dat België zonder kolonie zou overblijven bij de 'Scramble for Africa'.
De Belgische regering zat echter niet te wachten op een kolonie.
De neutrale koers die België voer te midden van de Europese mogendheden kon door een kolonie wel eens in het gedrang komen.
Daarbij komt dat het hele idee van kolonialisme niet strookte met het gedachtegoed van het liberalisme dat eind 19e eeuw de boventoon voerde in Europa.
Ten slotte was niet iedereen ervan overtuigd dat een kolonie wel zo winstgevend en voordelig was als anderen beweerden.
In de Kongo-Vrijstaat werd een schrikbewind gevoerd door de Force Publique, een koloniaal leger met blanke officieren en Afrikaanse soldaten.
Nadat in de pers alarmerende berichten waren verschenen over de door Leopolds zetbazen in de kolonie begane gruwelen (slavernij, ontvoeringen, martelen, verkrachtingen, onthoofdingen en het afhakken van handen), werd het gebied op 18 oktober 1908 onder internationale druk door de Belgische staat geannexeerd, waarop het de naam Belgisch-Kongo kreeg.
De Encyclopædia Britannica schat dat de plaatselijke bevolking tijdens de terreur onder Leopold II daalde van een 20 miljoen tot 8 miljoen.
In werkelijkheid is het onmogelijk te zeggen hoeveel mensen er direct of indirect gestorven zijn ten gevolge van het bewind van Leopold II.
De belangrijkste oorzaak van de ontvolking was dat de door de uitbuiting verzwakte bevolking geveld werd door tropische ziektes zoals de slaapziekte.
Bovendien kende de ontvolking nog een andere reden.
Een groot deel van de bevolking is over de grens of naar het midden van het oerwoud gevlucht om buiten het bereik van de staat te blijven.
Na overdracht aan de Belgische staat verbeterde de behandeling van de inheemse bevolking aanzienlijk, ook al zou het nieuwe koloniale regime - net als dat van andere min of meer humane kolonisatoren - een houding aannemen van paternalistische neerbuigendheid ten opzichte van de inlanders.
Algemene gouverneurs
Deze gegevens komen uit Sommaire de l'Histoire du Congo Belge, van René J. Cornet, verschenen in 1948.
Henry Morton Stanley, als chef de l'expédition du Comité d'Etudes du Haut-Congo, van 1879 tot 1884
Sir Francis de Winton, met de titel van algemene viceadministrateur, aangesteld op 1 april 1884
Camille Janssen, vanaf 15 augustus 1885 Algemene Viceadministrateur, dan Algemene Administrateur van 30 juli 1886 en vanaf april 1887 tot 1890, de eerste Algemene Gouverneur van Kongo-Vrijstaat. Herman Ledeganck, Henry Gondry, Camille Coquilhat en Théophile Wahis vervulden deze functie ad interim.
Théophile baron Wahis, aangesteld op 1 juli 1892. Félix Fuchs en Emile Wangermée waren interims voor hem. Wahis was ook de eerste Algemene Gouverneur van Belgisch Congo
Bron : - wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
Bij bungeejumpen of elastiekspringen springt iemand die vastgebonden is aan een elastieken koord van grote hoogte naar beneden.
Als springplatform worden bestaande structuren zoals bruggen of torens of speciaal hiervoor opgerichte kranen gebruikt.
Tijdens de sprong zijn snelheden tot 120 kilometer per uur mogelijk.
Uiteindelijk breekt het koord de val van de springer, waarna deze nog een aantal keren op en neer veert en uiteindelijk tot stilstand komt.
Het gaat bij bungeejumpen om de sensatie van het in de diepte springen en terugveren.
Engels : Bungee jumping, "Bungy" jumping Duits : Bungeespringen, Bungee-Springen, Bungeejumping, Bungee-Jumping Frans : Le saut à l'élastique, benji, bungie, bungy jumping, bungee
Bungeejumpen op Kreta
foto op www.jongerenreizen.nl
Bungeespringen ontstond in de jaren '80, en is mogelijk gebaseerd op een sport op Pentecosteiland in Vanuatu, waar jonge mannen van een hoog houten plateau sprongen met lianen aan hun enkels gebonden, als een bewijs van hun durf en moed.
Deze gewoonte bestond daar al eeuwen, maar het is niet duidelijk of dit aan de bron heeft gestaan van de sport bungeejumpen.
De eerste commerciële uitbater van bungeejumpen was A.J. Hackett uit Nieuw-Zeeland, die zelf in 1986 zijn eerste sprong maakte vanaf de Greenhithe Bridge in Auckland.
In de jaren daarna sprong hij onder andere van de Eiffeltoren, waarmee hij veel belangstelling trok.
Bungeejumpen op Pentecosteiland
auteur : Raul Touzon foto op aboardtheworld.com
Sinds 2005 kan vanaf de Macau Tower in Macau gesprongen worden. Het wordt met een hoogte van 233 meter door het Guinness Book of Records als hoogste commerciële bungeejump beschouwd.
Twee andere commerciële springlocaties zijn ongeveer even hoog: die van de Verzascadam in Zwitserland (220 meter), en die van de Bloukransbrug in Zuid-Afrika (216 meter).
Daarnaast kan er ook gesprongen worden vanuit een helikopter of luchtballon.
Hierbij zijn sprongen van een hoogte tot 2700 meter mogelijk.
Technisch falen, bijvoorbeeld het bezwijken van het touw, komt zelden voor.
Het kan veroorzaakt worden door een verkeerde opslag, een te hoog aantal sprongen, of onverwachte chemische invloeden op de kabel.
Moderne elastieken hebben daarom een systeem voor overbelasting die parallel loopt aan het touw en in tegenstelling tot de spanriem van synthetische vezels gemaakt is.
Bij het breken van het touw vangt deze, weliswaar met een hardere schok, de val op.
Sinds bungeejumpen een wereldwijde sport is, zijn minder dan tien touwscheuren gemeld.
Nalatigheid, bijvoorbeeld onvoldoend beveiligde riemen of een niet goed geplaatst kabel, kunnen in sommige gevallen ook gevaarlijk of dodelijk zijn.
Bij de eerste keer terugveren is het mogelijk dat de springer het touw raakt.
Dit kan schaafwonden, blauwe plekken of striemen veroorzaken.
Vooral het gezicht en de hals zijn kwetsbaar en moeten in deze fase van de sprong door de armen beschermd worden.
Deze houding voorkomt ook dat het touw rond de nek raakt.
vallende mensen!!
afbeelding op www.bungeejumpen.com
Er is ook gevaar voor verwondingen en letsels wanneer de springer bij het begin van het vertragen niet verticaal genoeg, dus met het hoofd naar beneden, hangt.
Dit kan leiden tot een whiplashbeweging van het lichaam en daardoor tot schade aan de wervelkolom of de enkels.
Bij de sprong komen versnellingen voor van 2,5 tot 3,5 g.
ierdoor stijgt de bloeddruk in het hoofd scherp.
Dit effect kan nog worden versterkt als de springer moeilijk ademhaalt, bijvoorbeeld door te schreeuwen tijdens de sprong.
Bij hiervoor gevoelige personen kan dit problemen veroorzaken.
Bungeejumpen is daarom niet geschikt voor mensen met een te hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten, een hoofdwond, een psychische aandoening, epilepsie, glaucoom, een afwijkend skelet, een pacemaker of trombose, voor zwangere vrouwen, voor mensen onder invloed van alcohol en evenmin voor mensen met problemen in de cervicale wervelkolom.
Ascanio in Alba is een opera in twee bedrijven van Mozart op een libretto van Parini.
De eerste uitvoering vond plaats op 17 oktober 1771 in Milaan.
We zitten in een Arcadish landschap nabij Rome.
Venus vertelt haar kleinzoon Ascanio dat hij de wijze nymph Silvia moet huwen, om zo een deel van haar land te regeren.
Hij gaat op zoek naar Silvia, maar vermomt zich om zo zeker te zijn van haar gevoelens.
Ascanio en Silvia ontmoeten elkaar en worden verliefd.
Silvia echter staat onder de bescherming van Aceste, een priester van Venus, tot de haar toegekende bruidegom arriveert.
Venus is hierdoor overtuigd van de oprechtheid van Silvia en onthult haar de echte identiteit van Ascanio.
Het koppel is verrukt en iedereen zingt ter ere van Venus.
Bron : - wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
Bulwers stormvogel (Bulweria bulwerii) is een vogel uit de familie van de stormvogels en pijlstormvogels (Procellariidae).
Deze soort komt voor in tropische oceanen, zoals de Grote-, Indische- of Atlantische Oceaan.
De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd door Jardine & Selby, in 1828.
Engels : Bulwer's Petrel Duits : Bulwersturmvogel Frans : Le Pétrel de Bulwer
Bulwers stormvogel
auteur : SPNM foto op www.lifeportosanto.com
Deze vrij kleine, sierlijke, donker stormvogel kan een lengte bereiken van 25 tot 29 cm.
De korte, zware snavel heeft een scherpe snede.
Zijn relatief lange vleugels (spanwijdte 67 tot 73 cm) zijn uitermate geschikt voor zeilvluchten.
Hij kan verward worden met de grauwe pijlstormvogel, maar hij is veel kleiner en hij heeft een relatief lange staart die afgerond is.
Zijn voedsel bestaat voornamelijk uit inktvissen en kleine vissen.
Hij broedt in kolonies op eilanden in het noorden van de Atlantische Oceaan, meer bepaald in Kaapverdië, de Azoren, Madeira en de Canarische Eilanden onder beschutting van rotsen en struiken.
Het is een zeldzame dwaalgast in West-Europa.
Bulwers stormvogel heeft een groot verspreidingsgebied en daardoor alleen al is de kans op de status kwetsbaar (voor uitsterven) uiterst gering.
De grootte van de populatie wordt geschat op 500.000 tot 1 miljoen individuen.
De soort blijft in aantal stabiel. Om deze redenen staat deze stormvogel als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.
The Walt Disney Company (Disney en Disney Associates) is een van de grootste mediaconglomeraten ter wereld, de grootste wereldwijde exploitant van themaparken en een marktleidende producent en distributeur van animatiefilms.
Het concern heeft sinds 2 januari 1962 een beursnotering aan de New York Stock Exchange en maakt deel uit van een van de belangrijkste beursindices ter wereld, de Dow Jones Industrial Average-index.
Het hoofdkantoor is gelegen in de Walt Disney Studios in Burbank, Californië.
Disney is opgericht op 16 oktober 1923 door Walt Disney en zijn broer Roy Oliver Disney als de Disney Brothers Cartoon Studio en heeft de meeste jaren van zijn bestaan Walt Disney Productions geheten.
Pas op 6 februari 1986 kreeg het bedrijf de huidige bedrijfsnaam, die een neutraler beeld van het concern moest geven.
Disney heeft alle activiteiten ondergebracht onder vijf bedrijfsonderdelen: Walt Disney Studio Entertainment, dat voornamelijk films en muziek produceert; Walt Disney Parks and Resorts, dat de themaparken beheert; Media Networks, waarbinnen radio en televisie ontwikkeld worden, Consumer Products, dat de consumentenproducten van Disney overziet en Interactive Media, dat zich bezighoudt met het internet, games etc.
Disney wordt ook wel gezien als de grootste, onafhankelijke filmproducent ter wereld, aangezien het bedrijf nog nooit overgenomen is en geen onderdeel is (geweest) van een groter moederbedrijf.
Tot begin 2006 stond DreamWorks SKG echter officieel bekend als het enige, onafhankelijke top tien filmproductiebedrijf, omdat Disney door de jaren heen uitgegroeid is tot een mediaconglomeraat.
In het begin van 2006 werd DreamWorks overgenomen door Viacom (moederbedrijf van Paramount Pictures), waardoor Disney nog de enige is die de titel kan claimen.
Bron : - wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
Bulwers fazant (Lophura bulweri) is een vogel uit de familie fazantachtigen (Phasianidae).
De Bulwers fazant is endemisch op Borneo.
Ze zijn terug te vinden in de hogere gebieden en hoger gelegen tropische bossen, ze worden zelden gevonden in de regenwouden onder de 300m.
De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1874 door Sharpe, een Engels zoöloog en ornitoloog.
Engels : Bulwer's Pheasant, Bulwer's Wattled Pheasant, Wattled Pheasant, White-tailed wattled pheasant Duits : Bulwerfasan, Weißschwanzfasan Frans : Le Faisan de Bulwer
De Bulwers fazant is seksueel dimorf, dwz een fenotypisch verschil tussen mannetjes en vrouwtjes van dezelfde soort, waardoor er duidelijke verschillen zijn tussen de mannelijke en vrouwelijke van de soort.
Mannetjes worden tot 80cm lang, zijn zwart gepluimd met een kastanjebruine borst, karmozijnrode poten en een zuiver witte staart van lange gebogen veren.
Ze hebben een helderblauwe gezichtskleur met twee lellen aan de zijkant van de kop.
De vrouwtjes worden maximaal 55cm lang en hebben een een vuilbruine kleur met rode poten en een blauwe gezichtskleur.
Deze soort is zeer zelden in dierentuinen terug te vinden.
De enige westerse dierentuin die momenteel een paar van deze vogels huisvest is San Diego Zoo.
Vogelpark Walsrode in Duitsland heeft de vogels nog gehouden tot 2003, en de Zoo van Antwerpen, België, heeft de vogels gefokt.
De Antwerpse Zoo is zeer succesvol geweest met het fokken van veel dieren van het Lophura geslacht.
Bulwer's Fazant wordt vermeld als kwetsbaar op de IUCN Rode Lijst van bedreigde soorten als gevolg van een snel afnemende populatie.
De belangrijkste redenen voor deze daling zijn habitatverlies en versnippering als gevolg van commerciële houtkap en bosbranden.
Lokale jacht door de bevolking is ook een vermoedelijke oorzaak.
Kweekprogramma's die gericht zijn op het behoud van de soort hebben weinig succes gehad.
Bulwer's Fazant behoort tot de orde Galliformes, in de Phasianidae familie.
De geslachtsnaam Lophura is afgeleid van het Griekse woord lophos voor nok, kam of bosje.
De soortnaam bulweri is genoemd naar Sir Henry Ernest Gascoyne Bulwer, gouverneur van Labuan 1871-1875, die een type-exemplaar schonk aan het British Museum.
Station Amsterdam Centraal is het centraal station van de Nederlandse hoofdstad Amsterdam.
Het is gebouwd tussen 1881 en 1889 naar ontwerp van architect P.J.H. Cuypers, ingenieur/architect A.L. van Gendt (stationsgebouw) en ingenieur L.J. Eijmer (stationskap).
Het station telt zes perrons die via drie dwarsgangen onder de vijftien sporen (waarvan 11 reizigerssporen) bereikbaar zijn.
Dagelijks telt Amsterdam Centraal ongeveer 186.000 in- en uitstappers en overstappers, waarmee het na Station Utrecht Centraal het drukste station van Nederland is.
Passagiers kunnen gebruikmaken van bussen, trams, treinen, veren en metro's.
Het station is gelegen op het aangeplempte stationseiland in het IJ.
Het station (tot mei 2000 Amsterdam CS geheten) verving het in 1878 gesloten Station Amsterdam Willemspoort en het van 1878 tot 1889 gebruikte tijdelijke station Westerdok.
Het is gebouwd op drie aangeplempte eilanden in het IJ.
Hiervoor werd zand gebruikt uit de duinen bij Velsen, dat vrijkwam bij het graven van het Noordzeekanaal.
Net als veel andere gebouwen in Amsterdam werd het gebouwd op houten palen (8687 stuks).
Bij de bouw traden verzakkingen op, waardoor het werk enige jaren werd vertraagd.
Op 15 oktober 1889 werd het station onder enorme publieke belangstelling geopend.
Bron : - wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
Bulvleermuizen (Molossidae) zijn een familie van vleermuizen die in de hele wereld voorkomt, maar vooral in de tropen.
Ze zijn nauw verwant aan de gladneusvleermuizen (Vespertilionidae).
Deze soort werd voor het eerst wetenschappelijke beschreven door Paul Gervais, een Frans paleontoloog en entomoloog, in 1856.
Engels : Molossidae, free-tailed bats Duits : Bulldoggfledermäuse Frans : Les Molossidae
Bulvleermuizen hebben een korte, brede snuit, met brede, vlezige lippen.
De oren zijn kort, breed en vaak naar voren gebogen.
De ogen zijn ook klein. De vleugels zijn lang en smal, zodat ze zeer wendbaar zijn.
Ze hebben een korte dichte vacht die meestal rood, bruin of zwart van kleur is.
De leden van het geslacht Cheiromeles zijn echter nauwelijks behaard.
De staart is lang; hij steekt ver uit het uropatagium, de vlieghuid tussen de benen.
De staart wordt door vele soorten als tastoorgaan gebruikt.
Zoals de meeste vleermuizen zijn bulvleermuizen 's nachts actief; als slaapplaatsen gebruiken ze holen, gebouwen of grotten.
Vaak slapen ze in grote groepen met honderdduizenden dieren, veel soorten leven echter ook alleen.
Soorten in koudere gebieden houden geen winterslaap, maar trekken naar warmere gebieden.
Alle soorten zijn insecteneters.
Ze vliegen vaak op grote hoogte.
Hun ecologische equivalenten overdag zijn zwaluwen (Hirundinidae) en gierzwaluwen (Apodidae).
Op 14 oktober 1947 vloog kapitein Charles 'Chuck' Yeager van de US Air Force vliegtuig #46-062.
Het raketaangedreven vliegtuig werd gelanceerd vanaf de buik van een speciaal aangepaste B-29 en gleed naar een landing op een landingsbaan.
Tijdens de vlucht werd een snelheid van 1.078 km/h bereikt (dit is gelijk aan Mach 1,015 op 12.800 meter hoogte).
De Bell X-1, oorspronkelijk XS-1 was het eerste vliegtuig dat de geluidsbarrière doorbrak in een gecontroleerde horizontale vlucht.
Het was het eerste van de zogenaamde X-vliegtuigen of X-planes, een serie vliegtuigen voor het testen van nieuwe technologieën die vaak geheimgehouden werden.
Chalmers Goodlin was de oorspronkelijke testpiloot voor het tweede vliegtuig in het X-1 programma.
Hij maakte zesentwintig succesvolle vluchten in beide X-1 vliegtuigen vanaf september 1946 tot juni 1947.
Het contract van Bell Aircraft liep af en werd overgenomen door de Amerikaanse luchtmacht.
Met dit type toestel werden uiteindelijk 231 vluchten uitgevoerd, de eerste op 9 december 1946.
Op 12 december 1953 werd Mach 2,435 bereikt met de X-1A; datzelfde toestel bereikte in juni 1954 een hoogte van 27.430 meter.
Bron : - wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
De Draaikolknevel (ook bekend als Messier 51a, M51a en NGC 5194) is een interagerend spiraalvormig sterrenstelsel op een afstand van ongeveer 31 miljoen lichtjaar van de Melkweg in het sterrenbeeld Jachthonden (Canes Venatici).
Het is een mooi voorbeeld van een sterrenstelsel dat recht van boven gezien wordt en geeft een goed beeld van de spiraalstructuur in dergelijke stelsels.
Deze draaikolknevel werd ontdekt door Charles Messier (een Frans astronoom) op 13 oktober 1773 en kreeg de naam M51.
Het begeleidende stelsel bevindt zich net achter het eind van een van de spiraalarmen en heeft de aanduiding NGC 5195.
NGC 5195 werd ontdekt door Pierre Méchain, een Frans astronoom, in 1781.
Het stelsel is vanaf een donkere omgeving met een kleine telescoop te zien als een zwak lichtend wolkje.
Pas met een telescoop van 10 cm (diameter) of groter kan er een suggestie van de spiraalstructuur gezien worden.
Het stelsel is ongeveer 11 x 7 boogminuten groot, ofwel ongeveer een derde van de diameter van de volle maan.
In 1994 en 2005 werden supernovae (SN 1994I resp. SN 2005cs) in dit stelsel waargenomen.
De bultrug (Megaptera novaeangliae) is een walvis die behoort tot de onderorde van baleinwalvissen.
De bultrug komt in alle wereldzeeën voor.
In Europa wordt hij regelmatig gezien in de Golf van Biskaje.
De populaties op het noordelijk halfrond leven gescheiden van die op het zuidelijk halfrond.
Naar schatting leven er 33.000 tot 35.000 bultruggen.
In het noorden zijn er volgens de schatting tussen 16.000 en 20.000 exemplaren, vooral in het noordwesten van de Atlantische Oceaan en het noordoosten van de Stille Oceaan.
In het zuiden gaat het om minstens 17.000 exemplaren, waarvan 2.500 in de Zuidelijke IJszee.
Er vindt slechts weinig uitwisseling van genen plaats tussen noordelijke en zuidelijke exemplaren.
Deze soort werd voor het eerst wetenschappelijke beschreven door John Edward Gray een Brits zoöloog, in 1846.
Engels : Humpback Whale, Hump Whale, Hunchbacked Whale, Bunch Duits : Buckelwal Frans : Rorqual Du Cap, Baleine À Bosse, Baleine À Taquet, Jubarte, Mégaptère, Rorqual À Bosse
Bultrug
auteur : Wanetta Ayers - vrije foto
De bultrug is gemakkelijk herkenbaar. Hij heeft een gedrongen lichaamsbouw en is deels zwart van boven.
De kop en de onderkaak zijn bedekt met knobbels (haarzakjes).
De borstvinnen, met een lengte van een derde van de lichaamslengte, zijn zwart-wit.
De staartvinnen, die hoog worden opgetild tijdens het onderduiken, hebben golfvormige uiteinden, en een uniek patroon op de onderzijde waaraan een individuele bultrug kan worden herkend.
Het is een van de grotere walvissoorten met een maximale lengte die kan variëren van 12 tot 15 meter.
Het wijfje wordt groter dan het mannetje. Een volwassen exemplaar weegt 25 tot 30 ton.
Als een bultrug onderduikt wordt de rug sterk gekromd en komt de kleine rugvin als een soort bult boven water. Vandaar de naam bultrug.
Bultruggen leven meestal solitair, maar vrouwtjes komen elke zomer samen in vaste sociale groepen tussen leeftijdsgenoten.
De groepen blijven enkele jaren dezelfde.
Megaptera novaeangliae
auteur : U.S. National Oceanic and Atmospheric Administrations - vrije foto
Bultruggen leven van vis en krill.
Ze jagen op vis door deze aan te vallen of door met hun vinnen op het water te slaan.
Een groep bultruggen legt een cirkel van luchtbellen om een school vis en slaat dan toe.
Om vrouwtjes te verleiden brengt het mannetje van de bultrug een complex lied voort dat wel drie kwartier kan duren en kilometers ver te horen is.
De zang is afhankelijk van de regio waarin het mannetje leeft, en hij kan het jarenlang onthouden.
Geschat wordt dat tijdens de walvisjacht ongeveer 250.000 bultruggen zijn gedood.
Naar schatting leefden er in 1966, toen de jacht werd verboden, nog slechts 1400 dieren.
In 2008 werd bekendgemaakt dat hun aantal in de noordelijke Stille Oceaan weer was aangegroeid tot bijna 20.000 dieren.
Bultruggen onder water
auteur : Dr. Louis M. Herman van het U.S. National Oceanic and Atmospheric Administrations - vrije foto
De meeste bultruggen trekken in de winter meer richting evenaar.
Ze voeden zich in de lente en zomer in kouder water.
In de zomer trekken ze naar tropische gebieden om te paren en te kalven; ze eten er niet.
Per seizoen migreert een bultrug tot 16.000 km, met als verst gemeten afstand een tocht van minstens 9.800 km, van Brazilië tot Madagaskar.
Deze afstand is ook de grootste migratieafstand ooit gemeten voor een zoogdier.
Op het noordelijk halfrond volgen de populaties de volgende patronen:
Bultruggen uit de noordelijke Atlantische Oceaan paren in de Caraïben. In de lente trekken ze naar het westen van de oceaan, in de zomer naar de voedselrijke gebieden van de Golf van Maine en IJsland.
Een kleinere populatie trekt tussen Noorwegen, West-Afrika en de Kaapverdische Eilanden.
Populaties uit het noorden van de Stille Oceaan kalven rond Hawaï, Zuid-Japan en de kust van Mexico. Hun voedsel zoeken ze aan de noordelijke kusten van de oceaan.
Op het zuidelijk halfrond:
Paren gebeurt van juni tot oktober nabij tropische kusten en rond eilandjes in de Stille Oceaan. In de zomer trekken ze richting Antarctica.
In de Arabische Zee leeft een populatie die niet trekt. Daar is heel het jaar rond voldoende voedsel beschikbaar.