Buideldassen (Peramelemorphia) zijn een orde van buideldieren die voorkomt in Australië en Nieuw-Guinea, inclusief een aantal nabijgelegen eilanden, zoals Ceram en Kiriwina.
Deze orde omvat ruim twintig soorten.
In Australië worden deze dieren (met uitzondering van de langoorbuideldassen) aangeduid als "bandicoot", een term uit het Telugu die oorspronkelijk voor het knaagdierengeslacht Bandicota werd gebruikt.
Engels : Peramelemorphia, bandicoot, bilbies Duits : Nasenbeutler, Beuteldachse Frans : Les péramélémorphes, bandicoots, bilbies
Buideldassen zijn kleine tot middelgrote, op de bodem levende dieren.
Ze hebben over het algemeen een lange, spitse snuit.
Doordat de achterbenen langer zijn dan de voorbenen, hebben de dieren een huppelende gang.
Ze gebruiken de klauwen aan de voorbenen om naar eten te graven.
Ze hebben 46 tot 48 hoogkronige tanden.
Net als bij de klimbuideldieren zijn de tweede en derde teen aan de achtervoet vergroeid, waardoor het lijkt alsof er uit één teen twee klauwen komen.
Hoewel alle buideldassen op de grond leven, zijn ze te vinden in habitats zo verschillend als woestijnen en tropische regenwouden.
langoorbuideldas (Macrotis)
foto : Blue Bear op www.acuteaday.com
Meer dan andere buideldiergroepen zijn de buideldassen in gevaar gebracht door de Europese kolonisatie van Australië.
Door de jacht door vossen en katten, door concurrentie van schapen en hazen en door vernietiging van het leefgebied zijn al drie soorten uitgestorven (de varkenspootbuideldas, de kleine langoorbuideldas en de woestijnbuideldas); veel andere soorten zijn bedreigd.
Buideldassen zijn alleseters; ze eten insecten en kleine gewervelden als hagedissen en muizen, maar ook vruchten, zaden en ander plantaardig materiaal.
Ze gebruiken hun lange snuit om voedsel te vinden in zelfgegraven gaten of op de bodem.
Gewone kortneusbuideldas (Isoodon obesulus)
foto Ian McCann op www.biodiversitysnapshots.net.au
Behalve in de paartijd zijn buideldassen strikt solitair; ze reageren agressief op soortgenoten.
Vele soorten markeren hun territoria met geursporen.
Naast hun reukzin is ook hun gehoor belangrijk.
Buideldassen zijn voornamelijk 's nachts actief; overdag slapen ze in zelfgegraven holen, legers of grasnesten.
Ook holle boomstammen en verlaten konijnennesten worden wel gebruikt.
Als ze in hun nest door een vijand worden verrast, proberen ze op een onberekenbare en woeste wijze te ontkomen.
Doordat de aanvaller verward wordt, lukt het hen meestal te ontkomen.
Grote kortneusbuideldassen (Isoodon macrourus)
foto : ozwildlife CC 3.0
Buideldassen hebben over het algemeen een zeer korte draagtijd, vaak niet meer dan twee weken.
Anders dan bij andere buideldieren is er een primitieve placenta aanwezig.
De goed ontwikkelde buidel heeft een naar achteren gerichte opening.
Vaak hebben de jongen klauwen om de buidel te bereiken die later weer uitvallen.
Hoewel vrouwtjes zes tot tien mammae hebben, worden er meestal maar twee tot vijf jongen geboren.
Er worden tegenwoordig vier families van buideldassen erkend, waarvan een fossiel, een recent uitgestorven en twee nog levend.
Thylacotinga bartholomaii, een Eoceen fossiel, vormt mogelijk een vijfde familie.
De fossiele familie Yaralidae wordt als een aparte superfamilie, Yaraloidea, tegenover de recente Perameloidea geplaatst.
De indeling van de recente buideldassen is enkele malen veranderd; de huidige indeling is voornamelijk op genetische gegevens gebaseerd.
Een schrijfmachine (in de volksmond ook typemachine genoemd en vroeger ook wel tikmachine) is een mechanisch schrijfinstrument, meestal voorzien van druktoetsen waarmee schrifttekens op papier gezet kunnen worden.
Vóór de uitvinding van de schrijfmachine in de 19e eeuw werden brieven en ook officiële documenten met de hand geschreven, vaak door klerken.
Aanvankelijk gold het niet als beleefd om een schrijfmachine te gebruiken voor een brief.
Tot in de tweede helft van de twintigste eeuw schreef men sollicitatiebrieven, brieven aan het Koninklijk Huis en brieven aan vrienden met de hand.
Men kan dat paradoxaal noemen, aangezien menig handschrift slecht leesbaar is.
Een uitgever van boeken, daarentegen, accepteerde van de auteur uitsluitend machineschrift.
Sinds de opkomst van de pc, en vooral van de tekstverwerker, is de schrijfmachine vrijwel volledig in onbruik geraakt.
Voordelen van de tekstverwerker zijn dat er ingebouwde foutcorrectie is, dat fouten gemakkelijk onzichtbaar verbeterd kunnen worden en dat men gemakkelijk meerdere vrijwel identieke brieven kan schrijven.
Verschillende landen in de wereld eisen de eer op dat hun landgenoot de uitvinder was van de schrijfmachine.
De Engelsen menen dat Henry Mill reeds in 1714 een octrooi kreeg voor een apparaat dat op een schrijfmachine lijkt.
De Italianen zijn van mening dat het Pellegrino Turri was.
Hij vervaardigde zijn machine, die helaas verloren is gegaan, in 1808.
Ook de Italiaan Giuseppe Ravizza maakte tussen 1837 en 1855 al enkele verschillende modellen.
De Fransen beschouwen Xavier Progin als de uitvinder, omdat hij in 1837 zijn 'Plume Typografique' presenteerde.
De Oostenrijkers menen dat de eer is weggelegd voor Peter Mitterhofer (1864) en de Russen noemen M. Alissoff als uitvinder.
De Verenigde Staten blijven niet achter in deze rij van uitvinders en menen dat William Austin Burt zijn houten schrijfmachine gebruikte voor een eerste (en bewaarde) brief aan zijn vrouw.
De enige echte, als eerste in meervoudige productie genomen schrijfmachine werd in 1867 uitgevonden door Christopher Latham Sholes, Carlos Glidden en Samuel W. Soule.
Ze verkregen het patent op hun machine op 23 juni 1868.
Zij werkten als team nauw samen in een werkplaats in Milwaukee.
Het patent uit 1868 werd verkocht en kwam terecht bij E. Remington and Sons (die oorspronkelijk naaimachines en wapens fabriceerden).
Deze eerste commerciële schrijfmachine werd door Remington gemaakt op 1 maart 1873 in Ilion, New York.
Naast de kantoorschrijfmachines, die zwaar en degelijk waren, kwamen op den duur ook draagbare schrijfmachines in de handel, bedoeld voor bijvoorbeeld vertegenwoordigers, journalisten en in het leger.
Deze waren licht, minder degelijk en de typekwaliteit was een stuk slechter.
Ook was het werken op deze draagbare machines weinig comfortabel.
Charon is de grootste natuurlijke satelliet van de dwergplaneet Pluto.
Charon is ontdekt in 1978 bij het United States Naval Observatory Flagstaff Station.
Sinds de ontdekking van de twee andere manen van Pluto in 2005 (Nix en Hydra), kan Charon ook (134340) Pluto I worden genoemd.
In juli 2015 zal de New Horizons Pluto en Charon bereiken.
Charon moet niet worden verward met de centaur 2060 Chiron.
Charon is ontdekt door de astronoom James Christy op 22 juni 1978 toen hij de foto's van Pluto van een aantal maanden daarvoor, inspecteerde.
Christy zag dat een kleine uitrekking soms te zien is.
Op 7 juli 1978 werd de ontdekking bekendgemaakt.
Later werd de uitrekking bevestigd op foto's uit 1965.
Erop volgende observaties van Pluto stelden vast dat de uitrekking wordt veroorzaakt door een kleinere maan die om Pluto draait.
De periodiciteit van de uitrekking kwam overeen met de rotatietijd van Pluto.
Dit betekende dat de maan synchroon is met Pluto.
De diameter van Charon is ongeveer 1207 kilometer.
Dat is iets meer dan de helft van die van Pluto.
In tegenstelling tot Pluto, die bedekt is met bevroren stikstof en methaan, is Charon vooral bedekt met waterijs.
Ook heeft Charon geen atmosfeer.
In 2007 vond het Gemini-observatorium ook ammoniak en waterkristallen op het oppervlak van Charon.
Dit suggereert de aanwezigheid van actieve cryovulkanen of cryogeisers.
Met het volume en de massa van Charon kan de dichtheid worden berekend.
Daarmee kon worden vastgesteld dat Charon vooral uit waterijs bestaat.
Ook heeft Charon minder gesteente dan Pluto.
Dit ondersteunt de theorie dat Charon is ontstaan door een gigantisch botsing op Pluto.
Er zijn twee theorieën over de interne structuur van Charon: de eerste is dat Charon bestaat uit verschillende lagen, zoals Pluto: een rotsachtige kern met daaromheen een mantel die vooral bestaat uit ijs.
Anderen denken dat Charon niet uit lagen bestaat.
Elke 6,387 dagen draaien Pluto en Charon om elkaar heen.
Door 'gesynchroniseerde rotatie' (Engels: 'tidal locking') tonen Charon en Pluto altijd dezelfde kant naar elkaar (door ditzelfde fenomeen zien wij ook altijd maar een kant van de maan).
De gemiddelde afstand tussen Charon en Pluto is 19.570 kilometer.
Door de ontdekking van de maan kon de gezamenlijke massa van Pluto en Charon berekend, maar de massa van de twee objecten apart kon alleen worden geschat.
Door de bedekking van een ster kon ook de grootte worden berekend.
De massa van de objecten kon pas worden berekend toen in 2005 twee manen, Nix en Hydra werden ontdekt.
Hierdoor werd berekend dat Charon ongeveer 11,65% de massa van Pluto en een dichtheid van 1,65 ± 0,06 g/cm3 heeft.
Dit suggereert een compositie van 55 ± 5% gesteente en 45% ijs.
Pluto is iets dichter en bestaat voor ongeveer 70% uit gesteente.
Volgens simulaties van 2005 door Robin Canup kan Charon zijn ontstaan door een gigantische botsing, ongeveer 4,5 miljard jaar geleden.
Ook de maan is op deze manier ontstaan.
Waarschijnlijk botste een groot object uit de Kuipergordel tegen Pluto met een hoge snelheid, waardoor het object zelf werd vernietigd en een deel van de mantel van Pluto werd weggeslagen.
Wat werd weggeslagen vormde uiteindelijk de maan om Pluto.
Maar volgens de simulaties zou Charon ijsachtiger en Pluto rotsachtiger moeten zijn dan in werkelijkheid.
Nu wordt er gedacht dat Pluto en Charon twee objecten in het Zonnestelsel waren en dat deze in botsing kwamen.
Die botsing was niet krachtig genoeg om één van de twee objecten te vernietigen.
Later begonnen de twee objecten om elkaar heen te draaien.
Het massamiddelpunt van Pluto en Charon ligt buiten beide objecten.
En omdat geen van de objecten duidelijk om de andere draait en Charon 11,65% de massa van Pluto heeft, wordt Charon gezien als meer dan een gewone maan van Pluto.
Een draft proposal van de term planeet voor de definitie vanaf 2006 was 'een object dat om de Zon draait en groot genoeg is voor hydrostatisch evenwicht'.
Hierdoor zou Charon als planeet kunnen worden gezien, omdat een natuurlijke satelliet een object is waarbij het massamiddelpunt in het grootste object ligt.
Nu wordt Pluto een dwergplaneet genoemd, maar de formele betekenis van 'natuurlijke satelliet' kwam er niet.
Charon was eerst bekend onder de naam S/1978 P 1.
Op 24 juni 1978 noemde Christy, de ontdekker van de maan, haar Charon, naar de bijnaam van zijn vrouw, "Char".
Hoewel collega's de naam Persephone voorstelden, bleef Christy bij de naam Charon, omdat Charon bij toeval ook een Griekse mythologische figuur is.
Charon was de veerman uit de onderwereld die de doden over de rivier de Styx leidde.
Charon was verwant aan Hades.
De Romeinse naam van Hades is Pluto.
Op 3 januari 1986 werd de uiteindelijke naam bekendgemaakt.
artikel gedeeltelijk overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
De zomer is een van de vier seizoenen, door de meteorologie gedefinieerd als de maanden juni, juli en augustus op het noordelijk halfrond, en december, januari en februari op het zuidelijk halfrond.
Het astronomisch bepaalde begin van de zomer is de zomerzonnewende (rond 21 juni op het noordelijk halfrond en rond 21 december op het zuidelijk halfrond).
De zon gaat dan door het zomerpunt, de zon bereikt die dag de hoogste stand boven de horizon en de dag duurt het langst.
De zomer eindigt met de herfst-equinox (rond 23 september op het noordelijk halfrond en 20 maart op het zuidelijk halfrond).
De oorsprong van de naam is niet bekend.
Wel is hij afgeleid van het Middelnederlands somer en verwant aan het Oudsaksisch, Oudhoogduits en Oudnoors sumar.
Om praktische redenen begint de meteorologische zomer eerder, op 1 juni op het noordelijk halfrond en op 1 december op het zuidelijk halfrond.
Deze duurt dan tot 1 september respectievelijk 1 maart.
De zomer kenmerkt zich op het noordelijk halfrond door relatief hoge temperaturen, langer daglicht en het zo nu en dan voorkomen van onweer.
Verder is er in het eerste deel van de zomer veel bloeiende natuur.
De zomer is ook het seizoen met de voor de meeste mensen langste vakantie van het jaar: de zomervakantie.
Op het zuidelijk halfrond valt op hetzelfde moment een tegenovergesteld beeld waar te nemen.
artikel gedeeltelijk overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
De foutmelding Error 404 of Pagina niet gevonden is een foutmelding die je tegenkomt als een pagina niet meer bestaat.
Microsoft schat in dat 2-10% van het totale verkeer van een site op een foutpagina komt.
Zonde! Dit hoeft niet nodig te zijn.
Vergeet je 404 pagina niet en gebruik de 5 ingrediënten in dit artikel om deze verloren pagina te optimaliseren.
Het is belangrijk dat een bezoeker met een positief gevoel door je site navigeert.
Je wilt geen geïrriteerde bezoeker, die wordt afgeschrikt door een lege pagina.
Deze heeft namelijk geen idee wat er is gebeurd.
Zonder pardon, verlaat deze bezoeker je site direct als dit gebeurt.
Probeer daarom sympathie op te wekken, zodat een bezoeker denkt kan gebeuren en voorkom hiermee dat iemand geïrriteerd raakt.
Je kan dit doen door bijvoorbeeld humor te gebruiken.
Houd hierbij wel duidelijk je doelgroep voor ogen.
De doelgroep moet de humor niet verkeerd kunnen interpreteren.
Sympathie opwekken is stap één.
Stap twee is de bezoeker verder helpen.
Dit doe je door ook deze verloren pagina zo gebruiksvriendelijk mogelijk te maken.
De bezoeker moet het idee hebben dat hij op de juiste site is beland.
De 404 pagina moeten daarom lijken op de rest van de website, zodat bezoekers weten dat ze nog steeds op een deel van je site zijn.
Laat de huisstijl en bedrijfsnaam terugkomen.
Laat het logo zien en zorg natuurlijk dat het logo ook een link naar de homepage is.
Bezoekers moeten begrijpen wat er gebeurt en niet worden afgeschrikt met grote rode letters: STOP u heeft een fout gemaakt.
Geef de gebruikers niet het idee dat zijzelf een fout hebben gemaakt. Een 404 fout komt namelijk zelden door een typfout in de URL. De meeste fouten ontstaan doordat een pagina (of website) niet meer bestaat of doordat de pagina waar je vandaan komt een gebroken link bevat. Geef de foutmelding netjes weer en schrik gebruikers niet af.
Bied bijvoorbeeld zelf eerst excuses aan voor het ongemak.
Leg de oorzaak van de fout uit. Geef aan waarom de bezoeker op de foutpagina belandt en wat er is gebeurd. Maak duidelijk hoe dit kan worden opgelost.
Houd het wel kort en krachtig. Voorkom een saaie lap tekst.
De bezoeker moet zo snel mogelijk kunnen vinden wat hij zoekt.
Zorg dat ook op de 404 je hoofdnavigatie zichtbaar is, zodat de gebruiker mogelijkheden heeft om verder te navigeren.
Laat de footer zien, zodat de bezoeker ook daar kan scannen waar hij eigenlijk wil zijn.
Geef een lijst van meest bezochte paginas op de website of geef linkjes naar de belangrijkste onderdelen van je site die het renavigatieproces voor gebruikers eenvoudiger maakt.
Geef een zoekfunctie, zodat gebruikers alsnog gemakkelijk kunnen verder zoeken
Maak het mogelijk om contact op te nemen, bijvoorbeeld door contactgegevens te tonen of live chat aan te bieden op de pagina.
Overweeg de 404 foutpagina te redirecten naar de homepage. Dit kan handig zijn, maar afhankelijk van het type site kan een bezoeker ook in de war raken, omdat hij iets anders verwacht.
Gebruik je 404 pagina als unieke sales kans en verras je bezoeker positief.
Beloon je bezoekers voor het doorgeven van een melding.
Je (potentiële) klanten zijn, net als jij, drukke mensen die niet snel de moeite nemen om een fout door te geven aan de klantenservice.
Maar krijg je een beloning voor het doorgeven, dan zou dit een stimulans kunnen zijn om het wel te doen.
Geef bijvoorbeeld 5% korting of een kortingscode. Je kan door een 404-kortingsactie een twijfelaar (iemand die producten gaat vergelijken) om zetten in een koper. Deze persoon zal deze korting gebruiken in zijn zoektocht naar een product. De kans op retentie is dus groter. De korting die je weggeeft weegt vaak niet op tegen de klant die je anders kwijt zou zijn.
Wil je geen korting geven, kondig dan bijvoorbeeld nieuwe producten aan die binnenkort verkrijgbaar zijn op je site.
Kortom, ga aan de slag en neem je eigen 404 kritisch onder de loep, want dat het een conversie verhogend effect heeft, bewijst Mountain-equipment.
Door de 404 te optimaliseren is de conversie met 3,56% gestegen. (www.getelastic.com)
Garfield is een strip gecreëerd door Jim Davis met in de hoofdrol de gelijknamige kat Garfield, zijn baasje Jon Arbuckle en de hond Odie.
In Nederland verschijnt de strip dagelijks in de Telegraaf en in Vlaanderen in De Standaard en Het Nieuwsblad.
De strip bestaat uit 3 plaatjes en de zondagstrip is meestal 6 7 plaatjes.
Garfield is een wereldwijd bekende strip.
De strip staat zelfs in het Guinness Book of Records als meest verspreide strip ter wereld.
Het succes leidde tot de creatie van een televisieserie, verschillende animatiespecials, een reeks videospellen, twee live-action films en een hoop merchandising.
De strip verscheen voor het eerst op 19 juni 1978.
Om deze reden wordt 19 juni ook beschouwd als Garfields verjaardag.
De strips op 19 juni gaan altijd over Garfield die zijn verjaardag viert.
Destijds verscheen de strip in 41 Amerikaanse kranten in onder andere Boston, Dallas en Chicago.
Garfields populariteit steeg snel, zelfs voorbij de grenzen van de Verenigde Staten.
Tegenwoordig is Garfield wereldwijd bekend en verschijnt de strip in meer dan 2000 kranten.
Toen striptekenaar Jim Davis graag een strip wilde verkopen aan een landelijke stripmagnaat probeerde hij eerst uit te zoeken wat voor soort strips aansloegen bij het grote publiek.
Dit omdat zijn vorige strip, Gnorm Gnat, niet goed genoeg was voor landelijke verspreiding.
Het viel Jim Davis op dat er geen strips waren met katten in de hoofdrol.
Jim begon hierop met het maken van schetsen van katten gebaseerd op herinneringen aan zijn jeugd op de boerderij.
De schets die hem het meest aansprak was die van een enorm dikke kat die hij bij het tekenen de naam Garfield had gegeven (vernoemd naar zijn opa James Garfield Davis die op zijn beurt weer is vernoemd naar James Garfield, de 20e president van de V.S).
Garfields uiterlijk en gedrag zijn flink veranderd sinds de eerste strip.
Oorspronkelijk was hij zeer dik met blubberige wangen en smalle ronde ogen.
Later werd hij magerder in omvang en zijn ogen vergroot.
In 1981 begon Garfield rechtop te lopen, maar zijn achterpoten waren toen nog niet buitengewoon groot zoals nu.
In 1983 verscheen Garfield voor het eerst zoals we hem nu nog kennen : met grote ovale ogen en rechtop lopend op relatief grote achterpoten.
De strip maakt vooral grappen over huisdieren, hun eigenaren en hoe huisdieren eigenlijk de baas zijn in huis.
Garfield worstelt verder ook met menselijke problemen zoals diëten, een hekel aan maandagen en verveling.
Toen Garfield begon te veranderen qua uiterlijk veranderde ook de humor in de strips.
Garfield begon nu bijvoorbeeld grappen te maken over Jons stompzinnigheid en het feit dat hij nooit een afspraakje kan krijgen.
Hierdoor kreeg de strip meer een sitcomachtig uiterlijk.
Sommige fans vonden dat de kwaliteit van de grappen hierdoor wat achteruit ging.
Jim Davis nam zich sinds de mislukking van zijn vorige strip, Gnorm Gnat, voor om alle lezers te betrekken bij Garfield door de grappen wijd en de humor algemeen en voor iedereen begrijpelijk te houden.
Als gevolg hiervan vermijdt de strip sociale of politieke grappen.
In de beginjaren van de strip kwamen nog wel een paar grappen voor over onderwerpen als inflatie en vakbonden.
Ook rookte Jon in deze eerste strips nog regelmatig pijp en las een vrijgezellenblad.
De karakters en situaties in Garfieldstrips zijn onveranderd gebleven gedurende de laatste paar jaar.
Hoewel Garfield elk jaar zijn verjaardag viert, worden de personages lichamelijk niet ouder.
Garfield begrijpt alles wat mensen zoals zijn baasje Jon zeggen, maar kan zelf niet praten.
Zijn tekst, en die van andere dieren, staat altijd in denkballonnetjes.
Hoewel Jon Garfield niet kan verstaan heeft hij (naar zijn gezichtsuitdrukkingen te oordelen) wel in de gaten wanneer Garfield kritiek op hem heeft.
Odie begrijpt ook wat Jon zegt en kan ook Garfield verstaan, maar hij kan niet terugpraten behalve dan door te blaffen.
Met andere dieren (zoals Nermal, Arlene, spinnen en muizen) kan Garfield wel een gesprek voeren.
Garfield is blijkbaar ook in staat te schrijven aangezien hij al een aantal maal brieven heeft getypt die Jon ook kon lezen en begreep (zoals zijn verlanglijstje voor de Kerstman).
Dit gebeurt echter maar zelden.
Zoals vele strips wordt Garfield niet specifiek getekend en geschreven door zijn bedenker Jim Davis.
Jim Davis' bedrijf, Paws Inc., heeft een aantal striptekenaars en schrijvers in dienst die het meeste werk doen wat betreft het maken van de strip, terwijl Jim Davis zelf de eindversie keurt en ondertekent.
Op 7 juni 1999 begonnen kranten de Garfieldstrips in kleur af te drukken.
Voor zijn werk in de strips kreeg Jim Davis in 1981 en 1985 de "National Cartoonist Society Humor Strip Award".
In 1989 kreeg hij de "Reuben Award".
artikel gedeeltelijk overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
De Leeuw van Waterloo (Frans: Butte du Lion) is een herdenkingsmonument voor de Slag bij Waterloo (1815) en werd op bevel van koning Willem I van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden opgericht ter ere van zijn zoon, de prins van Oranje.
Een reusachtige leeuw troont op een kunstmatige heuvel 45 meter boven de omringende vlakte uit.
Het monument staat op het grondgebied van de gemeente Eigenbrakel in de Belgische provincie Waals-Brabant.
De Slag bij Waterloo was een veldslag bij Waterloo (gelegen in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden sinds 13 februari 1815, vandaag in België).
Napoleon Bonaparte werd hier op 18 juni 1815 definitief verslagen door een combinatie van Britse/Nederlandse, Hannoveraanse en Pruisische legers, onder leiding van respectievelijk de hertog van Wellington en Blücher.
Waterloo, 1815. Een sleuteldatum in de geschiedenis van Europa.
Op 16 juni van dat jaar kwam het in Ligny tot een eerste treffen tussen het Franse leger van Napoleon en de troepen van de Europese coalitie gevormd door Engeland, Nederland en Pruisen.
De troepen van Napoleon hadden in eerste instantie de overhand.
Maar Wellington, de bevelhebber van de geallieerde troepen, hergroepeerde zijn manschappen en installeerde zijn hoofdkwartier in Sint-Jansberg, vlakbij Waterloo.
Op 18 juni formeerden de soldaten zich voor de slag.
Aan het eind van de dag won de coalitie het pleit dankzij een ultieme aanval van de Pruisische troepen op de flank van het Franse leger.
Napoleon en zijn troepen werden tot de terugtocht gedwongen.
De verslagen keizer werd gevangengenomen en verbannen naar het eiland Sint-Helena.
Trots op de Nederlandse bijdrage aan de overwinning besloot de nieuwe koning Willem I tot de oprichting van een monument op de vlakte van Waterloo, op de vermoedelijke plek waar de prins van Oranje tijdens de slag gewond raakte.
De constructie vond plaats tussen 1823 en 1826.
Er was 290.486 m³ zand nodig om een 40 meter hoge heuvel op te richten.
Op de top daarvan werd een 28 ton zware leeuw uit gietijzer geplaatst op een sokkel van 4,5 meter.
De leeuw zelf is een ontwerp van de Mechelse beeldhouwer Jean-Louis van Geel.
Een ondergrondse ring van bakstenen ondersteunt het monument.
De ontwerper van het geheel was architect Charles Vander Straeten, particulier architect van de Prins van Oranje en uiteindelijk (Rijks-)Architect der Koninklijke Paleizen en Landsgebouwen (eerst enkel in de Zuidelijke Provinciën, later in het gehele Verenigde Koninkrijk der Nederlanden).
Vander Straeten was onder meer ook verantwoordelijk voor de bouw van het kroonprinselijk Paviljoen van Tervuren (later verwoest), de verbouwing van het Koninklijk Paleis te Brussel (later weer verbouwd), het paleis van Prins Frederik in Den Haag (Korte Voorhout, verwoest) en de verbouwing van het Mauritshuis in dezelfde stad.
Na het beklimmen van een trap met 226 treden hebben de bezoekers een mooi uitzicht op de plaats van de veldslag en de omringende gemeenten Eigenbrakel, Genepiën, Plancenoit en Waterloo.
Elk jaar wordt aan de voet van de heuvel de slag bij Waterloo door reënactors in historisch correcte uniformen opnieuw opgevoerd.
artikel gedeeltelijk overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Consumptie-ijs (meestal gewoon ijs genoemd) is een gerecht of lekkernij dat in bevroren toestand wordt gegeten, vaak als dessert.
Anders dan vaak wordt gedacht is de consumptie van ijs per hoofd van de bevolking in Europa niet het hoogst in warme mediterrane landen, maar juist in noordelijk gelegen landen als Zweden en Finland.
IJs is volgens de Belgische wetgeving onder vier categorieën weergegeven: roomijs, melkijs, waterijs en slagroomijs.
Roomijs is een substantie die door bevriezing een vaste of vastachtige substantie wordt, die in bevroren toestand voor consumptie is bestemd en in hoofdzaak is samengesteld uit room, melk en suiker en als bijkomend ingrediënt slechts een of meer van de volgende voedingswaren mogen zijn toegevoegd: koffie, chocolade (en dergelijke), vruchten (inclusief: confituren, jams, noten, notenpasta's vruchtensiropen), karamelsaus, honing, vanille (stokjes, essence), keukenzout, alcoholische dranken, voedingscaseïne/weipoeder, aromaten (behalve kunstmatige aromaten) en ethylvanilline.
Roomijs moet ten minste 5% melkvet bevatten.
Het mag geen melkvreemde vetten bevatten.
Melkijs is roomijs, maar met een lager melkvetgehalte.
Vaak wordt melkijs gewoon ingedeeld bij roomijs.
Waterijs is een massa die door bevriezing een vaste of pasta-achtige substantie wordt, welke in bevroren toestand voor consumptie is bestemd en in hoofdzaak is samengesteld uit vetvrije melk, droge stof, melkvet, suikers en drinkwater, en als bijkomende ingrediënten slechts een of meerdere van volgende voedingswaren:
een van de meest gekende waterijsjes zijn rakketen.
Slagroomijs lijkt erg op roomijs, maar heeft een iets hoger vetgehalte.
Dit komt doordat er slagroom aan toegevoegd is, in plaats van de minder vethoudende room.
Vroege vormen van consumptie-ijs waren vierduizend jaar geleden al bij de Chinezen bekend.
Ook in het Perzische Rijk werd ijs geserveerd.
De Romeinen zouden voor het eerst hebben gesproken van een sorbet.
Ze waren er verzot op en serveerden hun gasten diverse ijsgerechten bereid met sneeuw, gemengd met honing, rozenwater en fruit.
Tijdens de overgang van de Romeinen naar de middeleeuwen ging veel van de kennis inzake de ijsbereiding verloren.
De Arabieren namen de geheimen over en verfijnden ze.
Het is ook geen toeval dat Sicilië, dat aan de grens van het Arabische rijk lag, de traditie van ijs overnam.
Marco Polo zou de eerste Europeaan zijn geweest die naar het westen recepten meebracht van ijs dat werd gemaakt door middel van kunstmatige bevriezing.
Hij nam deze techniek over van de Chinezen, die een mengsel van water en salpeter gebruikten om het water kunstmatig te bevriezen.
Al gauw verspreidde de lekkernij zich over Italië.
Voor de geschiedenis van het roomijs moeten we terugkeren naar het begin van de Renaissance (vroege 15e eeuw).
De techniek van koelen bestond al, maar werd steeds verder verfijnd.
Steeds meer grondstoffen kwamen voorhanden door handel met de kolonies.
De Siciliaanse poelier Ruggeri won met een creatie van "een bevroren zoetigheidje" op een roemrijke wedstrijd van de Catharina de' Medici.
Hij was op slag beroemd en gevraagd door alle grote vorstenhoven.
Hij was het zo beu dat hij het recept naar Catharina de' Medici opstuurde, verborgen in een beeldje, met de mededeling dat hij liever terugkeerde naar zijn beroep als poelier.
Roomijs werd zo populair in Italië, dat het vroeg om een grootschalige bereiding.
In 1686 vestigde de Siciliaan Procopio Coltelli zich in Parijs en begon er een semi-industriële ijsfabriek.
Al gauw was zijn salon internationaal bekend.
Een kleine honderd jaar na de oprichting verkocht de ijssalon maar liefst tachtig verschillende smaken ijs.
Napoleon, Chopin, Balzac en Voltaire kwamen er over de vloer.
Room- en melkijs raakte erg geliefd.
Weldra bestond het in een hele waaier van smaken en kleuren, gecombineerd met allerlei sauzen en toppings.
Consumptie-ijs viel ook bij de Amerikanen in de smaak, en zij vonden als eerste een ijsmachine uit.
De eerste fabriek voor consumptie-ijs werd gebouwd in Baltimore.
De populaire hoorntjes zijn waarschijnlijk in de loop van de 19e eeuw ontstaan.
De commercialisatie in Europa moest wachten tot na de Tweede Wereldoorlog, toen de eerste diepvriezers verschenen en de eerste grote ijsfabrieken werden opgericht.
IJs kan op diverse manieren worden opgediend.
Bijvoorbeeld in een kom of op een bord.
Daarnaast wordt ijs ook in bakjes, hoorntjes en wafeltjes gestopt of aan ijsstokjes geregen.
artikel gedeeltelijk overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0