General Motors Corporation of GM is een van de grootste automobielbedrijven ter wereld.
In 2005 verkocht het concern wereldwijd 9,17 miljoen voertuigen, het hoogste aantal sinds 1978, toen 9,55 miljoen voertuigen verkocht werden.
Het Amerikaanse concern telt 266.000 werknemers (2008) en heeft fabrieken in 30 Amerikaanse staten en 33 landen.
GM verkoopt zijn voertuigen in zo'n 200 landen en heeft wereldwijd een marktaandeel van 15,1%.
Het bedrijf heeft vier grote afzetgebieden: Noord-Amerika, Europa, Oost-Azië en Latijns-Amerika/Afrika/Midden-Oosten.
Het bedrijf heeft allianties of belangen in AvtoVAZ, Daewoo, Fiat, Fuji Heavy Industries, Isuzu en Suzuki.
Het bedrijf onderzocht ook een alliantie met Renault-Nissan.
Op technologisch vlak wordt samengewerkt met BMW, Daimler, Toyota en PSA Peugeot Citroën.
In 1897 richtte Ransom Olds de Olds Motor Vehicle Company op die auto's begon te bouwen onder de merknaam Oldsmobile.
Op 8 mei 1899 fuseerde dat bedrijf met Olds Gasoline Engine Works tot Olds Motor Works.
Dat bedrijf bouwde de eerste echte autofabriek van de Verenigde Staten in Detroit.
Oldsmobile is het oudste merk waarvan General Motors eigenaar is.
In 1899 begon het Duitse bedrijf Opel eveneens met de bouw van auto's.
Opel werd later GM's tweede overname in Europa. In 1902 werd Cadillac gevormd.
Ook dit merk zou later in handen van GM komen. In 1903 werd Buick opgericht.
Boven Buick zou later de General Motors-holding gevormd worden. In 1907, tenslotte, werd de Oakland Motor Car Company opgericht.
Dit was de voorloper van het latere Pontiac.
Op 16 september 1908 werd General Motors Company opgericht in Flint, Michigan onder leiding van William Durant.
General Motors begon als een holding boven het merk Buick.
Op 12 november 1908 werd Oldsmobile het tweede merk van GM.
Op 20 januari 1909 werd GM via een aandelenruil voor de helft eigenaar van Oakland Motor Car Company.
Enkele maanden later kwam ook de resterende helft in handen van GM.
Op 29 juli datzelfde jaar werd Cadillac overgenomen voor $5,5 miljoen.
Ook al dat jaar werd de Rapid Motor Vehicle Company overgenomen.
Deze vrachtwagenbouwer was de voorloper van GMC.
General Motors wilde ook Ford Motor Company overnemen voor $9,5 miljoen, maar de lening hiervoor werd geweigerd.
Na al die overnames had GM forse schulden en in 1910 verloor Willian Durant de controle over GM aan de schuldeisers.
In 1911 richtte hij samen met Louis Chevrolet de Chevrolet Motor Company op.
Met de winsten van Chevrolet kon Durant in 1916 meerderheidsaandeelhouder van General Motors worden.
Zo kwam hij opnieuw bij GM aan het roer.
Chevrolet werd daarbij een aparte divisie van het concern.
Op 13 oktober 1916 werd vanuit de General Motors Company de General Motors Corporation opgericht.
United Motors Corporation, een holding die Durant in 1916 stichtte, werd in 1918 opgenomen in GM en daar in 1919 opgelost.
In 1919 werd ook General Motors of Canada gevormd met McLaughlin Motor Car Company' en Chevrolet Motor Company of Canada.
GM nam dat jaar ook de Dayton Wright Company over, een vliegtuigbouwer die in 1929 werd verkocht aan Fokker.
Wish You Were Here is een album van Pink Floyd, dat op 15 september 1975 werd uitgebracht.
Het is één van de meest succesvolle albums van de groep.
Na het enorme succes van het voorgaande album The Dark Side of the Moon moest de band met een vervolg komen.
Het basismateriaal voor dit nieuwe album kreeg door middel van live-optredens vorm.
De volgende nummers zouden op het album komen: "Shine On You Crazy Diamond," "You Gotta Be Crazy" en "Raving and Drooling".
Echter tijdens het creatieproces werd "Shine On" te lang voor een enkele zijde van een langspeelplaat (lp) en moest in twee delen gesplitst worden.
Roger Waters overtuigde de rest van de band dat ze de andere twee nummers moesten schrappen.
Deze twee zouden twee jaar later op het album Animals alsnog uitgebracht worden, onder de titels "Dogs" en "Sheep".
Tussen de twee "Shine On"-delen werden door Waters drie nieuwe composities gemaakt.
Deze verwijzen naar de omstandigheden van en rondom de band in die tijd.
"Wish You Were Here" gaat over de verveeldheid en frustratie van muziek, en "Welcome to the Machine" en "Have a Cigar" zijn karikaturen van de negatieve aspecten van de muziekindustrie.
Omdat Roger Waters zijn eigen zangkunsten niet vertrouwde, werd Roy Harper gevraagd om Have A Cigar in te zingen.
Harper was een labelgenoot (Harvest) van de Floyd en was twee deuren verder bezig zijn album H.Q. op te nemen.
Tijdens de opname van Wish You Were Here begonnen de spanningen tussen de bandleden op te lopen.
Dit album is ook voorlopig het laatste album waarop Richard Wright credits kreeg voor het meeschrijven aan het resultaat.
Roger Waters zou bij de volgende albums steeds meer de output van de band gaan bepalen.
Het album is opgedragen aan Syd Barrett, die eerder wegens overmatig drugsgebruik uit de band was gezet.
De naam van Syd Barrett komt ook terug in de titel van de langste track van dit album: (S)hine on (y)ou crazy (d)iamond.
Tijdens de eindmix van Shine on... kwam een dikke kale man binnen die een verwarde indruk maakte en in eerste instantie door niemand herkend werd vanwege zijn Hare Krishna-uiterlijk.
Het was Syd Barrett, aan wie de plaat nota bene was opgedragen.
De bandleden hadden Barrett ruim ongeveer vier jaar niet gezien en zagen hem hierna ook niet meer.
Alle tracks lopen in elkaar over.
De elpee was aanvankelijk verpakt in een kartonnen hoes die op zijn beurt was verpakt in zwarte krimpfolie.
Pas bij het verwijderen van de krimpfolie werd de eigenlijke hoes zichtbaar, met daarop een foto van twee mannen die handen schudden terwijl de rechterman in brand staat.
De krimpfolie werd later weggelaten.
In de laatste seconden van het album speelt Wright het refrein van hun oude nummer "See Emily Play".
De vier noten gespeeld aan het begin van "Shine On" komen in alle nummers terug.
De zinsnede "By the way, which one is Pink?" uit "Have a cigar" is niet verzonnen. De vraag werd ooit eens gesteld door een Amerikaanse platenbons.
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
Windows ME (ook wel Windows Millennium Edition of Windows Millennium) is een besturingssysteem van Microsoft voor de pc.
Het versienummer is 4.90.3000.
Het is de laatste in de Windows 9x-serie.
Het besturingssysteem wordt door Microsoft zowel met twee hoofdletters (ME) als met een tweede kleine letter geschreven (Me).
Het verscheen op 14 september 2000, maar werd reeds in oktober 2001 opgevolgd door Windows XP.
In april 2009 is het marktaandeel voor desktopcomputers van Windows ME nog rond de 0,11 procent.
Ten opzichte van Windows 98 heeft het meerdere uitbreidingen, zoals systeemherstel, internetspelletjes, een andere manier om de versies van systeembestanden bij te houden, verscheidene nieuwe mediatoepassingen, zoals de vernieuwde Windows Media Player en Windows Movie Maker, enzovoorts.
De basis van Windows ME is MS-DOS 8.0, de allerlaatste, sterk uitgeklede versie van MS-DOS.
Toch wordt het over het algemeen afgeraden om Windows ME te gebruiken, omdat het besturingssysteem vrij instabiel is.
Zelfs de vorige versie, Windows 98, is een stuk stabieler.
Windows 2000 en Windows XP zijn een heel stuk stabieler door een betere kernel.
Microsoft was aanvankelijk van plan een servicepack uit te brengen van Windows ME, maar dat is uiteindelijk niet doorgegaan.
De instabiliteit kwam meestal door incompatibele drivers, omdat fabrikanten hun drivers niet testten op ME en/of geen nieuwe drivers uitbrachten.
Door de beruchte instabiliteit werden er al snel andere betekenissen voor het ME deel bedacht (bijvoorbeeld "Windows Meer Ellende", "Windows Mislukte Editie", "Windows Moron Edition", "Windows Mistake Edition", "Windows Miserable Edition", "Windows Multiple Error" of Windows Malfunctioning Environment).
Soms wordt het besturingssysteem ook wel Windows 98 Third Edition genoemd, naar analogie met Windows 98SE (Second Edition).
Tijdens het installeren kan aan het installatieprogramma de optie /nr meegegeven worden, waardoor systeemherstel wel wordt geïnstalleerd maar niet gebruikt kan worden.
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
Vrijdag de dertiende wordt door veel mensen als een ongeluksdag beschouwd, wegens de combinatie van vrijdag en dertien.
Daarentegen wordt in Griekenland, Spanje en Latijns-Amerikaanse landen dinsdag de dertiende als ongeluksdag gezien.
In Italië is vrijdag de zeventiende juist weer de ongeluksdag.
Een van de verklaringen voor vrijdag de dertiende als ongeluksdag is dat vrijdag de dag is waarop Jezus werd gekruisigd, een ongeluksdag dus.
Als die dag dan ook nog samenvalt met het ongeluksgetal 13, moet deze dag dus wel extra ongeluk veroorzaken.
De vrijdagen kunnen ook een kwade naam gekregen hebben omdat op die dag door de Romeinen doodvonnissen werden voltrokken.
Ook in Engeland werd de doodstraf op een vrijdag voltrokken.
Dat 'dertien' een negatieve klank had in de christelijke wereld is mogelijk terug te brengen tot het laatste avondmaal van Christus, waar dertien personen aanzaten.
Een andere mogelijke verklaring is dat op vrijdag de dertiende oktober 1307 in Frankrijk alle Tempeliers op bevel van Philips de Schone werden gearresteerd, op grond van valse beschuldigingen.
Dit was de opmaat voor de uiteindelijke vernietiging van de Orde van de Arme Ridders van Christus en de Tempel van Salomo, beter bekend als de Tempeliers.
Sindsdien is men vrijdag de dertiende blijven zien als ongeluksdag.
Er wordt ook wel gesteld dat vrijdag de 13e is afgeleid van een Noorse sage over de kwaadaardige god Loki die als niet-uitgenodigde, dertiende gast, op het feest komt en de aarde in rouw dompelt.
Marianne Williamson geeft de verklaring in het boek In vrouwelijkheid dat vrijdag de 13e zou afstammen van de dag dat de heksen bij elkaar zouden komen.
Recenter onderzoek heeft aangetoond dat het bijgeloof rond vrijdag de dertiende pas van veel recentere datum is.
Voor het eerst in de zeventiende eeuw werd schriftelijk gezegd dat een vrijdag een ongeluksdag zou zijn.
De koppeling met een speciale datum is van veel later.
Zo werd in een Nederlandse krant pas voor het eerst op 3 april 1896 melding gemaakt van 'vrijdag de dertiende'.
De aandacht voor de specifieke datum kwam overgewaaid uit de VS.
De Amerikaanse journalist Nathaniel Lachenmeyer schreef in 2004 het boek '13' over de geschiedenis van het ongeluksgetal.
Volgens hem gaat de geschiedenis van het ongeluksgetal terug tot 1881.
Een Amerikaanse officier besluit dan om elke dertiende van de maand een diner te geven voor dertien personen.
Dit tegen het volksgeloof dat dertien personen aan een tafel ongeluk brengt.
De eerste bijeenkomst was op een vrijdag.
Volgens Lachenmeyer vindt het begrip 'vrijdag de dertiende' als ongeluksdag pas breed bekendheid na 1907.
In dat jaar verscheen het boek Friday the thirteenth van de schrijver Thomas Lawson.
Dit bijgeloof van miljoenen mensen heeft invloed op de economie: in de Verenigde Staten verzuimen opvallend veel mensen hun werk en worden zakelijke transacties uitgesteld.
Onder de vele verhalen over dit bijgeloof wordt ook gezegd dat de meeste vliegtuigen geen 13e rij zouden hebben, dat gebouwen geen 13e verdieping zouden hebben, althans niet bij nummering in de liften, en dat er in ziekenhuizen geen operatiekamers met het nummer 13 te vinden zijn.
In Nederland klopt het niet dat vrijdag de dertiende meer ongelukken brengt.
Integendeel: er komen op vrijdag de dertiende juist minder ongevalmeldingen binnen dan op andere dagen bij de verzekeraars, volgens het Centrum voor Verzekeringsstatistiek.
Dit zou veroorzaakt kunnen worden omdat mensen op die dag extra voorzichtig zijn, of zelfs thuis blijven.
In de psychologie wordt ook gesproken over paraskevidekatriafobie: de angst voor vrijdag de dertiende.
In de meest zware gevallen van deze irrationele angst durven mensen op die dag hun huis niet uit te komen.
De volgende tabel laat wat beter zien wanneer in de jaren van 2001 t/m 2028 de dertiende op een vrijdag valt.
Dit herhaalt om de 28 jaar tussen 1901 en 2099.
2001
2007
2018
april, juli
2002
2013
2019
2024
september, december
2003
2008
2014
2025
juni
2020
maart, november
2009
2015
2026
februari, maart, november
2004
februari, augustus
2010
2021
2027
augustus
2005
2011
2016
2022
mei
2028
oktober
2006
2017
2023
januari, oktober
2012
januari, april, juli
Iedere maand die begint met een zondag heeft een vrijdag de dertiende.
Doordat de gregoriaanse kalender een 400-jarige cyclus heeft met een geheel aantal weken, is het niet mogelijk dat precies 1 op de 7 maanden een vrijdag de dertiende heeft.
Het is zelfs waarschijnlijker dat de dertiende vaker een vrijdag is dan welke andere dag van de week ook.
Een 400-jarige cyclus bestaat uit 4800 maanden.
De verdeling van de weekdagen voor de 13e van een maand is als volgt:
maandag
685
14,27%
dinsdag
685
14,27%
woensdag
687
14,31%
donderdag
684
14,25%
vrijdag
688
14,34%
zaterdag
684
14,25%
zondag
687
14.31%
Dit betekent dat de 13e van een maand iets vaker voorkomt op een vrijdag.
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
De Zweefbrug van Newport (Newport Transporter Bridge) is een bewegende brug, over de Usk vlak bij de monding van de rivier in het Kanaal van Bristol.
De brug bestaat uit een groot portaal over de rivier waar alle schepen makkelijk onderdoor kunnen varen.
Aan het portaal is met kabels een gondel verbonden die heen en weer gaat en op die manier voertuigen en personen van de ene oever naar de andere oever brengt.
De keuze voor de bouw van dit type brug, ter vervanging van de bestaande veerpont, werd ingegeven door de behoefte om voldoende doorvaarhoogte te bekomen voor het scheepvaartverkeer zonder enorme op- en afritten aan te moeten leggen nodig voor een vaste brugverbinding, en om de invloed van eb en vloed te omzeilen.
De bouw van de zweefbrug, werd begonnen in 1902 onder de gezamenlijke leiding van de Franse ingenieur Ferdinand Arnodin die ook instond voor het ontwerp en de plaatselijke ingenieur Robert Haynes.
De werken werden uitgevoerd door de firma Alfred Thorne uit Westminster.
De brug werd na een bouwtijd van vier jaar, ingehuldigd door Godfrey Charles Morgan, 1e Burggraaf Tredegar op 12 september 1906.
De kostprijs bedroeg 98.000 Pond.
Op de openingsdag werden 8000 personen overgezet die er elk een halve penny tolgeld voor betaalden.
Elke overtocht duurt anderhalve minuut.
In 1985 werd de brug om veiligheidsredenen buiten gebruik gesteld, omdat vooral de kabels danig aangetast waren.
Ondanks het feit dat reeds in 1964 een vaste brugverbinding werd gebouwd, omdat de zweefbrug het sterk toegenomen verkeer niet meer aankon werd gezocht naar fondsen om de brug te restaureren.
Met hulp van o.a. het Europees ontwikkelingsfonds voor de regio's werd drie miljoen pond samengebracht en in 1992 werd er gestart met de renovatiewerken.
Op 15 december 1995 werd de brug heropend.
De gondel heeft een capaciteit van zes wagens, de overtocht voor een wagen kost nu 50 pence, voetgangers, fietsers en motorfietsers worden gratis overgezet.
Ondanks het tolgeld heeft de brug steeds met verlies gewerkt, actueel bedragen de werkingskosten zowat 160.000 pond per jaar.
In uitzonderlijke gevallen wordt het gangpad bovenop de brug opengesteld voor gebruik, doch enkel onder toezicht.
Bij de brug, die ondertussen is erkend en beschermd als monument, is na de renovatie een bezoekerscentrum geopend.
In september 2006 is de 100e verjaardag van de opening gevierd.
Vanaf zomer 2008 was de brug tijdelijk gesloten als gevolg van technische gebreken.
In de zomer van 2009 werd begonnen met reparatie.
Technische gegevens :
Totale lengte van de brug tussen de verankeringspunten: 471m
Totale lengte van de brug tussen de pijlers: 180m
Hoogte van de pylonen: 73,7m
Hoogte van de draagtafel boven de rivier: 54m
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
Het Pentagon is het gebouw van het Amerikaanse Ministerie van Defensie in Arlington, Virginia nabij Washington D.C., dat in de vorm van een regelmatige vijfhoek (Engels: pentagon) is gebouwd.
Het is het hoofdkwartier van de Amerikaanse strijdkrachten.
Het Pentagon wordt door velen gezien als één van de efficiëntst ontworpen kantoorgebouwen.
Hoewel het gangenstelsel ruim 28 kilometer meet en de totale oppervlakte ruim 11 hectare is, is het mogelijk lopend binnen zeven minuten elke plaats binnen het gebouw te bereiken.
In het gebouw werken ruim 26 000 mensen.
Het Pentagon werd ten tijde van de Tweede Wereldoorlog gebouwd.
Op 11 september 1941 werd begonnen met de bouw, die 83 miljoen dollar zou kosten.
Op 15 januari 1943, na ongeveer 16 maanden van bouwwerkzaamheden, werd het gebouw geopend.
President Roosevelt dacht dat het een tijdelijk gebouw zou zijn, dat na de Tweede Wereldoorlog dienst zou gaan doen als Nationaal Archief.
Dit is er echter nooit van gekomen.
De president adviseerde de ontwerpers het gebouw zonder ramen te ontwerpen, om het veiliger te maken voor explosies van buitenaf.
Dat idee werd verworpen, omdat ramen na tests juist efficiënt bleken te zijn bij het opvangen van de explosie.
De bouw werd geleid door Leslie Groves, een kolonel die later het Manhattanproject ging leiden.
De voor het gebouw benodigde 680 000 ton zand en grind werden gebaggerd uit de nabij gelegen rivier de Potomac.
Dit werd omgezet in 435 000 kubieke meter beton.
In verband met schaarste aan grondstoffen door de oorlog is zo min mogelijk staal gebruikt in de constructie.
Het Pentagon voldeed tegen het einde van de 20e eeuw al lang niet meer aan de gestelde eisen.
Daarom is men in 1998 begonnen met een grote renovatie.
In de oorspronkelijke opzet waren de meeste kantoorruimten open en gelegen langs de gehele ring.
Voor ventilatie werd gebruikgemaakt van openslaande ramen.
Langzaam werden de open kantoren afgeschermd en voldeed de ventilatie niet meer.
Deze kantoren kregen losse airconditioners in de raamopeningen.
Voor de renovatie werd steeds een van de vijf vakken van het gebouw geheel leeggesloopt.
Hierna is het asbest verwijderd, zijn kabels en leidingen vervangen en werd de beveiliging verbeterd.
Een belangrijk onderdeel van de renovatie bestond uit de versterking van de gevel en de vensters.
Opmerkelijk is dat de gevels verder versterkt moesten worden omdat anders de vensters sterker zouden zijn dan de gevel, waardoor de gevel een explosie niet zou kunnen weerstaan.
In de ochtend van 11 september, op de dag af 60 jaar na het begin van bouwwerkzaamheden, boorde American Airlines-vlucht 77 - een groot passagiersvliegtuig - zich in een van de buitengevels van het Pentagon als onderdeel van de terroristische aanslagen van 11 september 2001.
Door de crash stortte een deel van het gebouw in.
Het vliegtuig raakte een net gerenoveerd, en daardoor sterker, deel van het bouwwerk waardoor het aantal doden beperkt bleef tot 184.
De renovatiewerkzaamheden werden na 11 september 2001 hervat en waren eind 2010 gereed.
Omvang :
Totale oppervlakte: 2,4 km²
Oppervlakte van het gebouw: 116.000 m²
Parkeerplaatsen: 8.770
Bruto vloeroppervlak: 620.000 m²
Inhoud: 2.000.000 m³
Lengte van één buitengevel: 280 m
Hoogte: 24 m
Aantal verdiepingen: 7 (5 bovengronds, 2 ondergronds)
Totale lengte van de gangen: 28 km
Aantallen :
Aantal mensen, zowel militairen als burgers, dat per dag aanwezig is: 25.000
Trappen: 131
Roltrappen: 19
Liften: 13
Vensters: 7.754
Brandslangen: 672
Er zijn meer dan 20 fastfood locaties zoals, Subway, McDonald's, Dunkin' Donuts, Panda Express, Starbucks en Sbarro. Ook Pizza Hut en Taco Bell restaurant is aanwezig.
Het Pentagon Athletic Center (PAC), een fitness center voor de militaire- en burgerstaf, werd geopend in 2004, ter vervanging van de Pentagon Officers Athletic Club (POAC) die 55jaar bestond.
Een meditatie en gebedsruimte zijn voorzien.
Het Pentagon heeft zes eigen postnummers.
Klokken: 4.200
Verlichtingsarmaturen: 16.250, dagelijks worden er 250 lampen vervangen
Telefoonkabel: 160.000 kilometer
Aantal telefoongesprekken per dag: 200 000
Aantal poststukken dat per maand door het postkantoor verwerkt wordt: 1.200.000
Aantal e-mailstukken dat per dag verzonden wordt: 1.000.000
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
De Large Hadron Collider, 'grote hadronen-botser' (afgekort tot LHC), is een ondergrondse deeltjesversneller gebouwd op de Frans-Zwitserse grens in de buurt van Genève.
De LHC, die zich op een diepte van 50 tot 175 meter bevindt, is het grootste door mensen gemaakte apparaat en wordt gebruikt om natuurkundig onderzoek aan elementaire deeltjes te doen.
De LHC is gebouwd door CERN en is op 10 september 2008 voor het eerst in gebruik genomen.
De LHC is voorlopig de krachtigste versneller, maar er liggen nog zwaardere en krachtiger machines op de tekentafel, zoals de ILC (International Linear Collider), waarvan de bouw ergens tussen 2015 en 2020 van start moet gaan.
Met de LHC worden protonen versneld tot 99,999 996 4% van de lichtsnelheid, waarna een botsing volgt.
Uit die botsing proberen wetenschappers allerlei informatie te halen door middel van verschillende soorten detectors die om de buis aangebracht zijn.
Aanvankelijk zullen protonen worden versneld en tegen elkaar in op elkaar gebotst worden, vanuit beide richtingen met een energie van 3,5 TeV (3,5 biljoen elektronvolt), samen dus 7 TeV.
Later hoopt men ook zwaardere deeltjes zoals loodkernen te kunnen laten botsen, met energieën van meer dan 2 TeV (2 biljoen eV).
Het belangrijkste deeltje dat men zoekt is het Higgs-deeltje.
Dit boson moet de verklaring geven voor de massa van deeltjes en het fundament van het standaardmodel van de deeltjesfysica vormen.
Het standaardmodel voorspelt dat er bij de energieën die de LHC kan bereiken een mechanisme moet bestaan dat ervoor zorgt dat de energie van bepaalde deeltjes niet naar oneindig zal gaan.
Het standaardmodel zelf heeft hiervoor het Higgs-mechanisme.
De LHC zal moeten uitmaken of dit daadwerkelijk het mechanisme is of dat andere theorieën hun gelijk gaan krijgen.
Welke andere resultaten de LHC zal opleveren, valt moeilijk te voorspellen.
Mogelijk leidt de LHC tot (nu nog onverwachte) ontdekkingen, met name met betrekking tot de werking van de zwaartekracht en het bestaan van mogelijke onzichtbare dimensies.
Misschien kunnen er zelfs minuscule zwarte gaten mee gemaakt worden, die volgens de theorie van Stephen Hawking onmiddellijk weer zouden verdampen.
Dan zouden verschillende andere kosmologische theorieën, zoals diverse varianten van de snaartheorie, getest kunnen worden.
De LHC is de opvolger van de Large Electron-Positron Collider (LEP) en werd geconstrueerd in de tunnel waarin de LEP eerst stond, met een omtrek van 27 km.
De bouw heeft ongeveer 8 jaar geduurd en kostte 6 miljard euro.
Nederland is een van de lidstaten van het CERN en doet ook mee aan het project.
Het verzorgt 4,5% of 27.8 miljoen euro van het jaarlijkse inkomen van CERN.
Voor de detectie van de deeltjes die ontstaan en vervolgens vervallen bij de zeer energierijke botsingen van de versnelde protonen worden vijf grote detectoren gebouwd, twee voor algemene doeleinden (ATLAS en CMS) en drie voor meer specifieke experimenten.
De technologische eisen aan de nauwkeurigheid en de veiligheid van de apparatuur tijdens de experimenten zijn zeer hoog: de supergeleidende magneten bevatten als ze in werking zijn een grote hoeveelheid energie (10 gigajoule bij een magneetveld van 6,33 Tesla), evenals de bundel van de versnelde deeltjes (725 megajoule) - een enkel versneld proton zou een kinetische energie hebben vergelijkbaar met die van een vliegende mug, wat voor een sub-atomair deeltje haast onvoorstelbaar is.
De energie die vrijkomt bij het verlies van een tienmiljoenste van de energie van de bundel is voldoende om een magneet uit het supergeleidende temperatuurtraject te tillen waardoor de in de magneet opgeslagen energie explosief zou worden omgezet in warmte.
De kolossale, tonnenzware magneten worden dan ook met een precisie van om en nabij een millimeter geplaatst.
In de loop van 2008 werden er uitgebreide testen gedaan, terwijl het systeem geleidelijk werd afgekoeld naar 1,9 K (-271,4 °C).
Uiteindelijk werd de LHC op 10 september 2008 in gebruik genomen, met een protonstraal die de gehele ring rondging.
In oktober 2008 zouden de eerste proeven met botsingen van deeltjes aanvangen.
Door een fout in een tweetal lassen van de elektrische verbindingen ontstond er een lek in de met vloeibaar helium gekoelde magneten.
Hierdoor moesten 53 magneten worden vervangen.
De start van de LHC liep hierdoor een vertraging op van ongeveer een jaar.
Eind september 2008 ontstond er door een ondeugdelijke elektrische verbinding tussen twee magneten een storing, waarbij een elektrische vlamboog ontstond die een heliumleiding doorboorde.
Hierbij gingen duizenden liters vloeibaar helium verloren.
Om reparaties uit te kunnen voeren en de defecte magneten te kunnen vervangen, moesten alle magneten langzaam worden opgewarmd, en daarna, om de machine weer in gebruik te kunnen nemen, langzaam worden afgekoeld.
Om niet te zeer achter te raken op schema, overwoog men de testfase bij 5 TeV over te slaan, en begin 2009 direct op 7 TeV te gaan draaien.
In juli 2009 ontstond echter opnieuw vertraging doordat twee lekken werden ontdekt.
De herstart werd opnieuw uitgesteld, nu tot medio november 2009.
Op 20 november 2009 werd de LHC opnieuw opgestart en werden er deeltjes geïnjecteerd die tot een energieniveau van 3,5 tera-elektronvolt zullen worden versneld.
Op dinsdag 30 maart 2010 om 13:06 uur onze tijd zijn de eerste testen uitgevoerd door de protonen op elkaar te laten botsen.
Twee protonenbundels werden versneld tot elk 3,5 tera-elektronenvolt, en botsten met elkaar.
Nog niet eerder zijn protonen met zo'n hoge energie opgewekt.
Een nieuw record dus. "We gaan een nieuw natuurkundig tijdperk binnen", zo luidde het commentaar binnen CERN.
De Large Hadron Collider functioneert sinds 2010 optimaal.
Via een zeer snel netwerk worden de peta bits aan data die de detectors iedere dag genereren gedistribueerd naar de diverse researchgroepen verspreid over de wereld.
De verwachte operatietijd van de LHC wordt geschat op 20 jaar maar er zullen in die tijd ook periodieke 'upgrades' plaatsvinden.
Op 30 maart 2010 is het voor het eerst gelukt om twee stralen protonen op elkaar te laten botsen met een totale energie van 7 TeV (7 biljoen elektronvolt).
Later dat jaar, op 8 november, werden loodionen met elkaar in botsing gebracht.
Daarbij ontstonden temperaturen boven de 10.000 miljard graden.
De dichtheid en de temperatuur waren de hoogste die ooit met een experiment bereikt werden.
Op 22 september 2011 maakte het CERN bekend dat meerdere hoog-energetische muon-neutrino's, die vanuit Genève op een 730 kilometer verder gelegen laboratorium in Gran Sasso Italië werden afgevuurd, volgens de metingen 60 nanoseconden sneller gereisd zouden hebben dan massaloze deeltjes zouden hebben gedaan, die zich met de lichtsnelheid voortbewegen.
Wetenschappers wilden in andere deeltjesversnellers, zoals in Amerika en Japan, het experiment herhalen om te zien of hoog-energetische muon-neutrino's zich inderdaad een fractie sneller dan de lichtsnelheid voortbewegen.
Wanneer dat het geval zou zijn, moesten enkele belangrijke natuurkundige theorieën, waaronder Einsteins relativiteitstheorie, deels tegen het licht worden gehouden.
In het voorjaar van 2012 kwam er bewijs dat een defecte glasvezelkabel verantwoordelijk was voor de, achteraf gezien foute, meetgegevens.
Een lichte controverse deed zich voor toen beweerd werd dat het - in theorie - mogelijk is dat de enorme energieën van de LHC subatomaire zwarte gaten, en ook wel "vreemde materie" zou kunnen scheppen, die theoretisch grote schade zouden kunnen aanrichten.
De risico's van deze niet eerder gedane experimenten zijn echter door meerdere partijen onderzocht, waaronder een groep van onafhankelijke wetenschappers en een onderzoek in opdracht van CERN zelf.
Men heeft geconcludeerd dat de kans op feitelijke incidenten van dit soort als verwaarloosbaar beschouwd kan worden en dat de botsingen van de deeltjes geen aannemelijk gevaar opleveren.
Elk doemscenario in de LHC is uitgesloten omdat de natuurkundige voorwaarden en gebeurtenissen die in de LHC worden geschapen ook op natuurlijke wijze voorkomen in het universum, en dan meestal met astronomisch grote energie onbereikbaar voor elk menselijk instrument, zonder gevaarlijke gevolgen.
Zo heeft de kosmische straling, die meestal een grotere energie heeft dan met de LHC kan worden opgewekt, die dagelijks de buitenste lagen van de atmosfeer treft in het hele bestaan van de aarde nog niet tot een ramp geleid.
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
Californië is als 31ste staat op 9 september 1850 toegetreden tot de Verenigde Staten van Amerika.
Californië (Engels: California) is een van de vijftig staten van de Verenigde Staten van Amerika.
Het ligt van noord naar zuid uitgestrekt langs de westkust van het land, aan de Stille Oceaan.
De hoofdstad is Sacramento, terwijl Los Angeles, San Diego, San Jose, San Francisco, Fresno, Sacramento, Long Beach en Oakland de grootste steden zijn.
Californië omvat twee van 's lands grootste stedelijke gebieden, de Greater Los Angeles Area en de San Francisco Bay Area.
Met een bevolking van ruim 37 miljoen mensen heeft Californië meer inwoners dan enige andere staat in de VS.
De oppervlakte van de staat Californië bedraagt 411 049 km².
Hiermee is Californië iets groter dan Duitsland en iets kleiner dan Frankrijk.
Californië is op twee na de grootste staat van de VS, na Alaska en Texas.
Californië grenst in het zuiden aan de Mexicaanse staat Baja California, in het oosten aan de Amerikaanse staten Arizona en Nevada en in het noorden aan de staat Oregon.
In het westen en zuidwesten wordt de staat begrensd door de Grote Oceaan.
De Californische kustlijn is ongeveer 1400 km lang.
Californië kent veel natuurschoon, een rijke vegetatie en een diverse fauna.
Het hoogste en het laagste punt van de 48 continentale staten van de VS liggen in deze staat en het kent de omvangrijkste en hoogste bomen ter wereld.
Er zijn bergketens met skigebieden, maar ook woestijnen, gletsjers, wouden, heuvelgebieden, meren en stranden.
Het klimaat en de begroeiing variëren van droge woestijngebieden tot alpiene hooggebergtes.
Het symbool van de staat is de Californische grizzlybeer, die ook op de vlag staat afgebeeld.
De bijnaam van Californië is "the Golden State" (de gouden staat).
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
Star Trek (Engelse titel; Ned.: Sterrentocht) was oorspronkelijk een door Gene Roddenberry bedachte Amerikaanse sciencefiction-televisieserie die tussen 1966 tot 1969 werd uitgezonden.
Uiteindelijk groeide het Star Trekuniversum uit tot een succesvolle media-franchise met vijf televisieseries, een animatieserie, twaalf speelfilms, tientallen computerspellen en honderden boeken, stripboeken, technische handleidingen en encyclopedieën.
Verder bestond er tussen 1998 en 2008 in Las Vegas een Star Trekattractiepark, genaamd Star Trek: The Experience en worden er over de hele wereld regelmatig Star Trekconventions georganiseerd: grote bijeenkomsten voor fans (de 'trekkies' of 'trekkers'), waar vaak acteurs uit de series te gast zijn.
De eerste aflevering - The Man Trap - van Star Trek werd voor het eerst uitgezonden op 8 september 1966 door de NBC.
Sindsdien zijn er zes series gemaakt door Gene Roddenberry en zijn opvolgers.
Sommige daarvan waren een groot succes, andere wat minder.
The Original Series
De oorspronkelijke serie - Dit is de door Gene Roddenberry geschreven serie, met de naam Star Trek.
Het is het verhaal van het ruimteschip USS Enterprise NCC-1701 (kortweg: Enterprise), dat driehonderd jaar in de toekomst, vanaf het jaar 2265, op een vijfjarige missie is om het heelal te verkennen.
De oorspronkelijke proefaflevering - The Cage (werd voor het eerst uitgezonden op 24 december 1988) - voor de serie werd niet acceptabel geacht, maar uitzonderlijk genoeg werd Roddenberry toegestaan een tweede proefaflevering te maken, waarop de serie toch geaccepteerd werd.
De serie sprak oorspronkelijk maar een kleine groep kijkers aan en stond naar verluidt jaarlijks op de nominatie om geschrapt te worden.
Toen bleek dat deze kleine groep kijkers behoorde tot een erg selecte doelgroep (hoger opgeleiden), werd de serie interessant voor adverteerders.
Uiteindelijk werden er met moeite drie seizoenen gedraaid, met in totaal 80 afleveringen die allemaal werden uitgezonden in de seizoenen 1966-1969, met uitzondering van de oorspronkelijke proefaflevering.
Nadat de serie was stopgezet werden de uitzendrechten voor de herhalingen verkocht aan verschillende kleinere televisiestations.
Deze herhalingen "in syndication" werden almaar beter bekeken, waardoor de serie in de jaren 70 steeds populairder werd.
The Original Series wordt vaak afgekort als TOS.
De ATP World Tour Finals is een tennistoernooi voor mannen aan het eind van het seizoen.
Alleen de acht beste tennissers uit het enkelspel en teams uit het dubbelspel van het betreffende seizoen mogen deelnemen, en het toernooi staat dan ook bekend als het officieuze wereldkampioenschap van het tennis.
Recordhouder is de Zwitser Roger Federer met in totaal zes overwinningen.
De Amerikaan Pete Sampras en de Tsjechoslowaak Ivan Lendl wonnen allebei het enkelspeltoernooi vijf maal.
Daarna volgt de Roemeen Ilie Nastase met vier zeges.
In 1973 bereikte de Nederlander Tom Okker de finale, maar die verloor hij vervolgens van laatstgenoemde.
In het dubbelspel is het Amerikaanse duo Peter Fleming en John McEnroe recordhouder met zeven titels, nota bene op een rij.
In 1978 en 1979 klopten ze in de finale onder anderen voornoemde Tom Okker.
Zijn landgenoten Jacco Eltingh en Paul Haarhuis wonnen het toernooi in 1993 en 1998.
Het toernooi begon in 1970 onder de naam "The Masters".
Met de totstandkoming van de ATP werd de naam in 1990 veranderd in "ATP Tour World Championship".
Van 2000 tot en met 2008 heette het de "Tennis Masters Cup" en vanaf 2009 is de nieuwe naam "ATP World Tour Finals".
Vanaf 2009 is Londen de nieuwe toernooilocatie.
De tegenhanger bij de vrouwen is de WTA Tour Championships.
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
George Eastman (12 juli 1854 14 maart 1932) was de oprichter van het bedrijf Eastman Kodak en de uitvinder van de fotorol.
Eastman werd geboren in Waterville (New York) op 12 juli 1854 als zoon van George Washington Eastman and Maria Kilbourn.
Op zijn 5e verhuisde hij naar Rochester, waar zijn vader het Eastman Commercial College stichtte.
Toen vader Eastman stierf was het ook afgelopen met het college.
De financiële situatie van het gezin was zo slecht dat George op zijn 14e al moest gaan werken.
Hij werkte als kantoorhulpje en studeerde 's avonds boekhouden om een beter betaalde baan te krijgen.
Op 4 september 1888 registreerde Eastman het handelsmerk Kodak (een combinatie van een aantal van zijn favoriete letters) en vroeg een patent op zijn camera met fotorol aan.
Zijn lichtgewicht camera kon 100 opnames maken met een filmrol.
De eigenaar kon de rol naar Kodak sturen en de foto's tegen betaling laten afdrukken.
Kodak stuurde de foto's met een nieuwe filmrol terug.
Eastman stichtte de Eastman muziekschool aan de Universiteit van Rochester en koos als eerste directeur Alfred Klingenberg om op te laten volgen.
Hij werd opgevolgd door de Amerikaanse componist en dirigent Howard Hanson.
Hij maakte van de Eastman muziekschool een van de meest bekende muziekscholen in Amerika.
Eastman was lid van de nationale muziekgenootschap Phi Mu Alpha Sinfonia.
In 1925 gaf Eastman de leiding van Kodak uit handen en werd voorzitter van de raad van bestuur.
Hij richtte zich op liefdadige activiteiten.
In zijn laatste twee levensjaren leed Eastman veel pijn.
Hij had moeite met staan en kon alleen nog maar langzaam schuifelen.
Hij werd depressief van de gedachte dat hij de rest van zijn leven in een rolstoel zou moeten doorbrengen, iets wat zijn moeder de laatste twee jaren van haar leven had moeten doen.
In 1932 maakte Eastman een einde aan zijn leven met een schot door zijn hart.
In zijn afscheidsbrief schreef hij: "Mijn werk is gedaan. Waarom nog wachten?" .
Eastman is begraven in Kodak Park in Rochester (New York).
In zijn huis van George aan de East Avenue in Rochester is tegenwoordig het "George Eastman House International Museum of Photography and Film" gevestigd.
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
Ferdinand Porsche (Maffersdorf, 3 september 1875 Stuttgart, 30 januari 1951) was een Oostenrijkse autobouwer.
Porsche werd geboren in Maffersdorf in het toenmalig Oostenrijk-Hongaarse Bohemen (tegenwoordig Vratislavice nad Nisou in Tsjechië).
Hij was een pientere veelbelovende jongen en werd erfgenaam van de metaalsmederijen van zijn familie.
Tot grote teleurstelling van zijn vader gaf Ferdinand weinig om het smeden van metaal.
Zijn talent lag meer op het gebied van de mechanica.
De ouders van Ferdinand stuurden hem naar de Keizerlijke Technische School in Reichenberg.
Daar maakte hij kennis met elektriciteit en rond 1893 had hij een compleet elektrisch systeem ontworpen en in zijn ouderlijk huis geïnstalleerd.
Het werd echter door zijn vader vernield en weggegooid.
Daarna zou Porsche voor verschillende autobedrijven werken, zoals Lohnerwerke, Austro-Daimler, NSU, Zündapp en Daimler-Benz.
Hierna richtte hij zijn eigen ontwerpstudio op.
Porsche was de uitvinder van de hybride auto.
Ferdinand Porsche stond aan de wieg van Volkswagen en het automerk Porsche en behoorde tot de Oostenrijkse school van auto-ontwerpers.
In de Tweede Wereldoorlog ontwierp Porsche een aantal tanks die geen van alle een succes waren, waaronder de enorme Maus.
Daarnaast ontwierp hij ook militaire voertuigen die wél een succes waren, zoals de Kübelwagen, de Schwimmwagen e.d.
Paleis Huis ten Bosch in Den Haag is het woonverblijf van prinses Beatrix.
Het paleis ligt in het Haagse Bos in Den Haag tussen de Bezuidenhoutseweg en de Benoordenhoutseweg.
De hoofdentree bevindt zich aan de Leidsestraatweg, aan de noordwestkant van het paleis.
Aan de Bezuidenhoutseweg bevindt zich ook een entree.
Paleis Huis ten Bosch is eigendom van de Staat (Rijksgebouwendienst) en behoort tot de Top 100 van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg.
Aan het einde van 2013 zal koning Willem-Alexander samen met zijn gezin verhuizen naar Paleis Huis ten Bosch, nadat het paleis is gerenoveerd.
Paleis Huis ten Bosch is gebouwd in de 17e eeuw.
Op 2 september 1645 legde de voormalige koningin Elizabeth Stuart, aangehuwde nicht van stadhouder Frederik Hendrik, die asiel had in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, de eerste steen voor wat de Sael van Oranje moest gaan heten; een zomerverblijf voor Frederik Hendrik en zijn vrouw Amalia van Solms.
De architect Pieter Post maakte het ontwerp voor het verblijf.
Toen Frederik Hendrik in 1647 overleed, maakte Amalia van Solms een mausoleum van het paleis ter nagedachtenis aan haar man.
De centrale koepelzaal (de "Oranjezaal") werd geheel gedecoreerd met schilderingen die het leven en glorie van Frederik Hendrik afbeelden, met onder meer werk van Thomas Willeboirts Bosschaert.
Na het overlijden van Amalia van Solms kwam het paleis in handen van haar dochters.
Albertine Agnes, die als enige in de republiek woonde, kreeg het vruchtgebruik.
Dit vruchtgebruik verkocht ze een paar jaar later aan haar neef Willem III van Oranje.
Toen deze in 1702 kinderloos overleed, kwam het paleis in handen van koning Frederik Willem I de koning van Pruisen, die afstamde van Frederik Hendrik.
Deze gaf in 1732 het paleis terug aan de Oranjes.
Alle andere paleizen hield hij zelf als gevolg van het Traktaat van Partage.
Stadhouder Willem IV was genoodzaakt het paleis grondig te renoveren en uit te breiden.
Zo werden naar ontwerp van Daniël Marot onder andere twee vleugels aan het paleis gebouwd (deze zouden later de Haagse vleugel en de Wassenaarse vleugel gaan heten) en werd het voorhuis vergroot en van een verdieping voorzien.
Zowel Willem IV als Willem V verbleven regelmatig in het paleis.
Onder de bewoning van de laatste stadhouder en zijn vrouw kwam de inrichting van de Japanse zaal tot stand.
Na de Franse inval van de Republiek in 1795 werd paleis Huis ten Bosch in beslag genomen als oorlogsbuit en overgedragen aan de Staat.
Het meubilair werd grotendeels verkocht.
Het gebouw deed dienst als gevangenis tijdens de omwenteling in 1795 en drie jaar later onder het Uitvoerend Bewind.
Vervolgens werd het bestemd als museum, de "Nationale Konst-Galerij" was toegankelijk voor zes stuivers op initiatief van Alexander Gogel.
In dezelfde periode werd een deel van het paleis verhuurd aan een bordeel.
In 1805 was het paleis woonhuis voor raadpensionaris Rutger Jan Schimmelpenninck en vervolgens voor Lodewijk Napoleon, die in 1806 tot koning van Holland werd benoemd.
Hij stond het paleis in 1807 tijdelijk af als noodopvang voor de slachtoffers van de Leidse buskruitramp.
Hoewel Lodewijk Napoleon slechts kort in Huis ten Bosch woonde, had hij een grote invloed op de inrichting van het paleis.
Veel van de meubelen die hij invoerde, bevinden zich tot op de dag van vandaag in het paleis.
De volgende gebruiker was de Franse gouverneur prins Lebrun.
Toen in 1815 Nederland een monarchie werd met koning Willem I aan het hoofd, werd Huis ten Bosch weer woonhuis van de Oranjes.
Bij de scheiding van tafel en bed tussen koning Willem III en koningin Sophie in 1855 kreeg de laatste Huis Ten Bosch toegewezen als verblijf.
Na haar overlijden in 1877 stond het lange tijd leeg.
Koningin Wilhelmina stelde het paleis in 1899 en 1907 beschikbaar voor de Haagse vredesconferenties.
Zelf verbleef ze 's winters op Paleis Noordeinde en 's zomers op Het Loo.
Maar toen ze van 1914 tot 1918 vanwege de oorlog aan de landsgrenzen Den Haag niet kon verlaten, werd Huis Ten Bosch haar tijdelijke zomerresidentie.
Bijna was Paleis Huis ten Bosch in de Tweede Wereldoorlog afgebroken door de Duitse bezetters, omdat er een tankgracht voor de verdediging van Den Haag moest worden aangelegd.
Afbraak kon voorkomen worden, maar wel raakte het paleis tijdens de oorlog zwaar beschadigd.
Na de oorlog werd het gerestaureerd en weer bewoonbaar gemaakt.
Koningin Juliana en prins Bernhard ontvingen van het Nederlandse volk de tuinbeplanting als cadeau voor hun 12½-jarig huwelijk.
In 1981 (een jaar na haar aantreden) betrok koningin Beatrix met haar gezin het paleis.
Zij is er sindsdien blijven wonen, maar het hof heeft begin 2013 bekendgemaakt dat Beatrix op termijn zal verhuizen naar kasteel Drakensteyn, terwijl de nieuwe koning, Willem-Alexander, met zijn gezin zal verhuizen naar Huis ten Bosch.
De privévertrekken van Beatrix bevinden zich in de Wassenaarse vleugel.
De Haagse vleugel wordt gebruikt als gastenverblijf en voor ondersteunende doeleinden.
Het hoofdgebouw heeft een representatieve functie.
Naast Huis ten Bosch gebruikt het staatshoofd Paleis Noordeinde als 'werkpaleis'.
De schilderstukken in de centrale "Oranjezaal" vormen de kern van de nagedachtenis aan stadhouder Frederik Hendrik.
Ze werden van 1648 en 1651 uitgevoerd door een aantal schilders die daartoe waren geselecteerd door Jacob van Campen en Constantijn Huygens in samenwerking met de weduwe van Frederik Hendrik, Amalia van Solms.
De gekozen schilders waren leerlingen van of werkten in de stijl van Rubens en werden beschouwd als de voornaamste destijds levende schilders van historiestukken in de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden.
De opdracht voor het decoreren van deze zaal was een van de belangrijkste uit de Nederlandse Gouden Eeuw en heeft daarom een groot historisch en artistiek belang.
De ontstane 31 werken op groot formaat ,vormen een lof- en lijkrede op haar echtgenoot en zijn een staalkaart van de contemporaire schilderkunst.
Naast Jacob van Campen zelf, zijn de schilders Theodoor van Thulden, Caesar van Everdingen, Salomon de Bray, Thomas Willeboirts Bosschaert, Jan Lievens, Christiaen van Couwenbergh, Pieter Soutman, Gonzales Coques, Jacob Jordaens, Pieter de Grebber, Adriaen Hanneman en Gerard van Honthorst vertegenwoordigd.
Een Japanse replica van dit paleis staat in het attractiepark Huis ten Bosch bij Nagasaki.
De replica huisvest een museum voor Japanse en internationale kunstenaars.
Omdat Koningin Beatrix niet toestond dat het interieur werd gekopieerd, is de replica verfraaid door een team schilders onder leiding van Rob Scholte.
Voorts is de indeling anders, met het oog op de veiligheid.
De locatie wordt regelmatig gebruikt voor huwelijksplechtigheden.
Ongeveer 11 jaar lang was er een kleine dependance van de Universiteit Leiden in het gebouw gevestigd, waar op uitnodiging van het themapark Nederlandse studenten Japanologie onderwijs kregen.
Dit project is vanwege financiële problemen stopgezet.
De tuin van de Japanse replica is gebaseerd op een afgekeurd plan dat eigenlijk voor het origineel bedoeld was.
De tuin bevat een groot aantal beelden van goden uit de Griekse mythologie.
Ook in het Holland-dorp van de Nederlands-Chinese zakenman Yang Bin bij Shenyang bevindt zich een replica van Paleis Huis ten Bosch.
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
Scheren is het verwijderen van haar op de huid door het af te snijden ter hoogte van de huid.
Manieren van scheren
Met een scheermes. Dit wordt "nat scheren" genoemd, omdat er water en scheerzeep bij gebruikt wordt. Vroeger was een scheermes een scherp mes, tegenwoordig bestaat het meestal uit een houder met kleine scheermesjes. In plaats van scheerzeep wordt tegenwoordig vaak scheerschuim, gel uit een spuitbus of scheerolie gebruikt.
Met een elektrisch scheerapparaat. Dit wordt "droog scheren" genoemd, ook al zijn er scheerapparaten die nat gebruikt kunnen worden.
Met een elektrische tondeuse.
Indien een gezicht zeer gladgeschoren is, zal het niet schuren.
Echter, voor mannen die krullend haar hebben is het belangrijk om niet te glad te scheren.
Het risico bestaat dat het haar naar binnen gaat groeien.
Dit leidt dan tot een aseptische ontsteking en tot littekens.
Voor hen is het nat scheren met moderne dubbele en drievoudige mesjes niet altijd een uitkomst.
Elektrisch scheren kan dan een oplossing zijn.
Droog scheren is een goede optie voor wie zich snel en gemakkelijk van zijn baard wil ontdoen.
In tegenstelling tot nat scheren pas je deze methode best toe voor het wassen.
Waterdamp maakt het haar namelijk te zacht om het goed te kunnen afscheren.
Bij acne gebruik je ook best deze methode.
Droog scheren staat synoniem voor het scheren met een scheermachine. In tegenstelling tot scheren met een scheermesje komt hierbij geen schuim of water aan te pas, vandaar de naam droog scheren.
De meeste mannen die zich droog scheren, bereiden hun huid niet voor op de scheerbeurt. Het is echter wel aangeraden om een preshave olie of lotion te gebruiken. Deze maken de baardharen wat harder en zetten ze ook rechter, hierdoor gaat het scheren zelf een stuk vlotter. Meestal kunnen de haartjes dan ook korter afgesneden worden, waardoor het resultaat beter is. Daarnaast gaat de preshave ook de baard reinigen van zweet en huidvet. Dit zorgt ervoor dat er minder kans is op ontstekingen en huidirritaties. De scheerkoppen van een elektrisch scheerapparaat snijden de haartjes immers niet weg, maar schaaft ze ruw af. Onvermijdelijk dus dat ook deeltjes van de bovenste huidlaag meegenomen worden.
Hoewel je normaal best met de groeirichting van de baardharen mee scheert, gaat het droog scheren beter als je dit niet doet.
Probeer echter zeker ook in de groeirichting te scheren, zo belast je de huid minder.
Houd het apparaat tijdens het scheren loodrecht op de huid voor een optimaal resultaat.
Hard drukken heeft geen enkel nut en gaat je huid alleen maar irriteren.
Maak dus zachte rustige op en neer gaande bewegingen.
Beweeg het apparaat vooral niet in cirkels, dit kan ingroeiende haartjes veroorzaken.
Tijdens het scheerproces worden de scheerkoppen warmer en dat kan op gevoelige plaatsen een geïrriteerde huid opleveren.
Houd daarom altijd deze volgorde aan: eerst de gevoeligste delen zoals de wangen en de hals, daarna je bovenlip, je wangen en als laatste je kin.
Types scheermachines:
Het elektrisch scheerapparaat kan je opdelen in 2 groepen.
De toestellen met een scheerblad (Braun) en de toestellen met roterende mesjes (Philips).
Braun:
Deze groep apparaten heeft mesjes die heen en weer bewegen onder een speciale metaalfolie. Deze folie heeft een speciale structuur die het haar deels uittrekt om het daarna af te snijden.
Voordeel: Je kunter goed de contouren van het gezicht mee volgen.
Aangeraden voor: Mensen met een mager gezicht, mensen die dagelijks scheren.
Philips:
Dit type scheerapparaat is met roterende mesjes, meestal 3.
Voordeel Philips: Je kunt er gerust een baard van een aantal dagen gemakkelijk mee afscheren.
Aangeraden voor: Mensen met een voller gezicht.
Na het scheren:
Na de scheerbeurt kan de huid licht geïrriteerd raken. Om te vermijden dat afgeschuurde haartjes en huidschilfers op de huid blijven liggen en daar verontreinigingen veroorzaken, kun je best de kaalgeschoren delen van je gezicht met lauw water reinigen. Daarna dep je het gezicht droog en gebruik je een aftershave olie of lotion. Als je huid na het gebruik ervan prikt, wil dit zeggen dat het product te veel alcohol bevat voor jouw huidtype en je beter overstapt op een ander product.
De roodheid kan ook opgelost worden door een zachter scheermachine te gebruiken. Het scheren verloopt dan minder snel maar de huid raakt ook minder geïrriteerd.
Voordelen van droog scheren:
Locatie: niet gebonden aan een wasbak, dus overal mogelijk
Duur: afhankelijk van de gewenste gladheid, kan al in een paar minuten
Goedkoper: slechts een eenmalige grote aankoop (scheerapparaat), mesjes zelf moeten maar zelden vervangen worden
Nadelen van droog scheren:
Gladheid: minder dan met een scheermes
Irritatie: kan mits een goede keuze van scheerapparaat beperkt worden, maar meestal toch meer dan met een scheermesje
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- www.beautyformen.be/
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
Vrij Nederland is een Nederlands opinieweekblad van linkse signatuur.
Vrij Nederland is ontstaan als verzetskrant tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog en werd opgericht door protestantse jongeren, onder wie Frans Hofker, Anne Kooistra en Wim Speelman.
De eerste uitgave verscheen op 31 augustus 1940.
Oprichters waren onder meer Anne Anton Bosschart, geboren 5-1-1897, initiatiefnemer en mede-oprichter van Vrij Nederland, in december 1940 gearresteerd, op 29 september 1941 gefusilleerd; Mr. Rudolf Pieter s'Jacob, geboren 8-9-1905 te Almelo, advocaat in Amsterdam, mede-oprichter, in december 1940 gearresteerd, op 29 september 1941 gefusilleerd; Cornelis van der Vegte, geboren 1-2-1900 te Amsterdam, directeur van het advertentiebedrijf van de N.V. De Arbeiderspers te Amsterdam (daarnaast was hij verbindingsman voor de Engelsen), eind december 1940 gearresteerd, op 29 september 1941 gefusilleerd.
Toen de oprichters door de Duitsers werden opgepakt werd aanvankelijk Édouard de Nève (pseudoniem van Jean Lenglet) aangezocht als redacteur.
De Nève, die al tot over zijn oren in het illegale werk zat, werd echter na een half jaar eveneens gearresteerd.
Hij overleefde de oorlog, doordat zijn dossier zoekraakte in de chaos van Dolle Dinsdag.
Hierop zette Henk van Randwijk hun werk voort, met onder andere Jan H. de Groot, Henk P. Hos en Wim Speelman.
Vanaf december 1941 verscheen Vrij Nederland gedrukt.
Deze eerste exemplaren werden gedrukt door Drukkerij Hoekstra in het Friese plaatsje Koudum.
De groep ontkwam tot twee maal toe ternauwernood aan arrestatie.
In 1943 verliet een groep redacteuren onder wie Wim Speelman Vrij Nederland, omdat ze de onder Van Randwijk ingezette koers te veel pro-Sovjet-Unie vonden.
Zij begonnen de verzetskrant Trouw.
Na de oorlog ging Vrij Nederland onder Van Randwijk verder als weekblad. Van Randwijk ageerde tegen de politionele acties in Indonesië.
Hierdoor daalde het aantal abonnees sterk.
In 1950 dreigde Vrij Nederland failliet te gaan.
Het werd overgenomen door De Arbeiderspers.
Van Randwijk moest aftreden als hoofdredacteur en verliet het blad in februari 1950.
In september 1952 beëindigde hij zijn medewerking aan Vrij Nederland volledig, onder meer wegens een niet geplaatst artikel van hem over de pacifistische Derde Weg-beweging.
De tijdschriftenpoot van De Arbeiderspers werd in 1965 verzelfstandigd tot Weekbladpers.
Vanaf de jaren negentig veranderde Vrij Nederland onder invloed van de concurrentiestrijd en het onverwachte overlijden van hoofdredacteur Joop van Tijn (1938-1997) geleidelijk aan van een krant in een tijdschrift.
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
Harley-Davidson is een Amerikaanse producent van motorfietsen uit de staat Wisconsin.
Het merk brak door toen tijdens de Tweede Wereldoorlog grote aantallen motorfietsen werden geleverd aan het Amerikaanse leger, onder de naam Liberator.
Harley-Davidson kent een schare van fanatieke fans - onder wie Hells Angels - die van geen kritiek op hun merk willen weten.
Volgens niet-fans zijn Harley-Davidsons matig ontwikkeld, schieten ze vermogen tekort, laten de prestaties te wensen over en is de wendbaarheid matig.
Toch ziet het bedrijf al twintig jaar op rij zijn omzet en winst stijgen.
Harley-Davidson is de enige overgebleven grote Amerikaanse motorfietsenfabrikant.
De grootste concurrent is het Japanse Kawasaki, dat twee keer zo groot is.
Pogingen om het specifieke geluid van de Harley-Davidson als merk te registreren, zijn mislukt.
Twee jonge engineers, William Harley en Arthur Davidson, vrienden sinds hun jeugd, werkten in hun vrije tijd aan hun eerste motorfiets.
Twee broers van Arthur, Walther en William, voegden zich al snel bij dit duo, maar een onbekend gebleven Duitse immigrant, die de Franse "De Dion" motor kende, gaf de doorslag aan de totstandkoming van hun bedrijf.
In 1903 verscheen een eencilindermotorfiets met een vermogen van 3 pk.
Op 30 augustus van dat jaar werd de Harley-Davidson Motor Company opgericht.
Bill (William) Harley, de ontwerper van de groep, ging verder studeren op zuigermotoren, en in 1909 verscheen de eerste "V-twin", een zuigermotor met twee cilinders onder een hoek van 45 graden.
Deze "V-twin" werd al snel een succes.
De "V-twin" werd uitgevonden door Glenn Curtiss, die in 1904 al menig race record verbrak met een tweecilinder V-twin.
In de jaren twintig stonden de HD's bekend als bijzonder robuust en betrouwbaar op de toen tamelijk ruwe racecircuits.
Aan het eind van de Eerste Wereldoorlog stond er een stenen Harley-Davidsonfabriek in Milwaukee.
In de Tweede Wereldoorlog werd de Harley-Davidson internationaal bekend als motorfiets van de bevrijders.
Ze werden per schip via Moermansk in groten getale naar Rusland verscheept als oorlogshulp, en reden zodoende ook aan het oostelijk front.
Menig verzamelaar heeft later zijn "Liberator" ergens uit een boerenschuur in het Oostblok gehaald en gerenoveerd.
Beroemde typen zijn de genoemde "Liberator", de "Knucklehead" (1936), de "Duo Glide" (het eerste model met voor- én achtervering) en de majestueuze "Electra Glide" (1965) (het eerste model met elektrische startmotor).
Na een periode van samengaan met andere firma's binnen de AMF-groep (American Machine & Foundry), waarbij ook andere motoren werden voorzien van het HD-merk (Aermacchi-HD en HD-Cagiva), kocht een groep van 13 gefortuneerde liefhebbers, waaronder Willie G. Davidson, kleinzoon van de oprichter, in 1981 de naam Harley-Davidson terug voor 75 miljoen dollar ("The Buyback").
Ze kwamen in 1983 met een nieuwe lijn HD-motorfietsen met het zogeheten Evolution-blok, bijgenaamd Blockhead, op de markt waaronder de 833cc-Sportster, een goedkoper maar kwalitatief goed instapmodel dat was bedoeld als concurrent van de vele Japanse motorfietsen.
Velen kochten daarna de grotere V-twins van 1340 cc.
Er zijn vele modificaties bedacht en men ziet HD's zowel in de meest kale, als in bijzonder opgesmukte versies rondrijden.
In de cultfilm Easy Rider speelden HD-motoren van het type "custom", ook wel chopper genoemd, een hoofdrol.
Customs met hun vele chroom en extreem hoge sturen, zijn in de jaren zestig (en lang daarna) een hype geweest.
Veel merken hebben een vergelijkbaar model uitgebracht.
Typen V-twin-blokken: Flathead (Liberator), Knucklehead, Panhead, Shovelhead, Blockhead.
Deze namen verwijzen naar de vorm van het kleppendeksel en zijn in feite bijnamen.
HD zelf heeft steeds een andere typeaanduiding (bijvoorbeeld: model J, F, ..., Evolution²).
Liefhebbers blijven de oudere modellen onderhouden en berijden.
Er zijn veel HD-clubs van enthousiaste mannen en vrouwen.
Enige bekende HD-modellen van de laatste jaren: de "Softail" waarbij de achtervering onderaan het frame is verborgen zodat de motorfiets eruit ziet als een hardtail, zoals in de jaren voor de invoering van de achtervering; de "Fat Boy" die feitelijk een apart model is in de softail-familie; en de "Heritage", een softail in retro-uitvoering; de Sportster-familie; en de Touring familie, waartoe onder meer de "Electra Glide" en de "Road King" behoren.
Meest recent is de ontwikkeling van het "Revolution"-blok in 2001.
Dit is een vloeistofgekoeld 60 graden-V-twinmotorblok dat wordt toegepast in de VRSC-familie.
Het bekendste model uit deze familie is de "V Rod".
Dit hoogtoerige motorblok is nogal een trendbreuk met de luchtgekoelde V-twins, iets waar de overwegend traditionele Harleyliefhebbers vaak aan moeten wennen.
Het blok is ontwikkeld in samenwerking met autofabrikant Porsche.
In 2008 bracht Harley-Davidson de "Rocker" en de "Rocker C(Chroom)" uit naar aanleiding van haar 105-jarig bestaan.
Deze behoren ook tot de Softail-familie.
De twee opvallendste kenmerken aan deze motoren zijn: ze kunnen zowel als mono-zitter alsook als duo-zitter worden gebruikt door een kliksysteem dat zich onder het hoofdzadel bevindt, en ze hebben een brede achterbrug voor een 240mm-achterband (in het dagelijks leven wordt dan ook wel gesproken van een dikke/vette kont).
In 2010 bracht Harley-Davidson opnieuw een retro bike uit, de Forty-eight of 48, die behoort tot de Sportster-familie met een 1200cc-motor.
De naam van deze motor verwijst naar het jaar waarin het het model van de tank, de zogenoemde Peanuttank voor het eerst het daglicht zag.
De motor ziet eruit als een Bobber (zie Chopper).
Kenmerkend is het zeer kleine benzinetankje, vet voorwiel, forward controls en lage zit, waardoor dit model (net als alle Sportsters) aantrekkelijk is voor kleinere personen.
Van 1963 tot 2012 was Willie G. Davidson hoofd van de ontwerpafdeling en hij was onder andere betrokken bij de ontwikkeling van de Super Glide, Low Rider, Heritage Softail Classic, Fat Boy, V-Rod en Street Glide.
Spot- en bijnamen
Spot- en bijnamen voor Harley-Davidson zijn er legio. Soms worden ze zelfs door het merk in stand gehouden:
Harley-Davidson (fabriek): The Company, American Iron, Hog heaven, Milwaukee Iron
Harley-Davidson-raceteam dat in 1921 werd opgeheven: The wrecking crew
Harley-Davidson (motorfietsen): American Iron, Milwaukee Iron, Hog, Help Douwen (HD), Milwaukee Vibrator
Harley-Davidson 350 cc model A, AA, B en BA 1926: Peashooter (naar het geluid)
Harley-Davidson C-serie (500 cc, ca. 1927): Baby Harley-Davidson
Harley-Davidson F-head v-twin 1909: Silent Grey Fellow (deze eerste Harley V-twin was stiller dan de eencilinder en grijs gespoten).
Harley-Davidson Heritage Softail Nostalgia: Cow Glide, Moo Glide (naar de Cowhide-cover van de buddyseat)
Harley-Davidson-kopkleppers vanaf 1966: Shovelhead, Shovel (de kleppendeksels deden aan een kolenschop denken)
Harley-Davidson-kopkleppers vanaf het Model E (1936): Knucklehead (de cilinderkoppen zaten vast met grote moeren die aan de knokkels van een vuist deden denken)
Harley-Davidson-kopkleppers vanaf het model F (1948): Panhead (naar de panvormige kleppendeksels)
Harley-Davidson-modellen met silent blocks: Rubber Glide
Op 29 augustus 1893 werden uiteindelijk de eerste twee patenten op de ritssluiting ("kramsluiter", "clasp-locker") verleend aan Whitcomb Judson.
Een ritssluiting (ook wel rits of treksluiting) is een mechaniek om de randen van twee stukken stof tijdelijk aan elkaar vast te kunnen maken en bestaat uit twee rijen metalen of kunststof plaatjes met aan de ene kant tanden en aan de andere kant inkepingen.
Deze plaatjes kunnen worden samengevoegd of gescheiden door aan een lipje te trekken aan een sluitplaatje.
Bij het sluiten van de rits worden telkens de tandjes over de bovenkant van de tegenoverliggende plaatjes gehaakt.
De inkepingen in de volgende plaatjes houden de rits dicht.
Onder aan het lusje van de glijder zit een klein pinnetje.
Dat prikt zich vast tussen de tandjes.
Dit zorgt ervoor dat de glijder niet vanzelf terugglijdt en de rits weer opengaat.
De ritssluiting werd uitgevonden door Whitcomb Judson in 1893, hoewel het ontwerp van de moderne rits van Gideon Sundback komt.
Op 28 augustus 2013 werd gevierd, dat het Vredespaleis 100 jaar eerder was geopend. Bij de bijeenkomst hiervoor waren onder andere koning Willem-Alexander, Ban Ki-moon, de huidige secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Mark Rutte, minister-president van Nederland en Jozias van Aartsen, de burgemeester van Den Haag aanwezig.
Het Vredespaleis is de zetel van het Permanent Hof van Arbitrage, het Internationaal Gerechtshof van de Verenigde Naties, de Haagsche Academie voor Internationaal Recht, de Bibliotheek van het Vredespaleis en de Carnegie Stichting. Hiernaast is het paleis ook regelmatig de gastheer van diverse evenementen op het gebied van internationaal recht en politiek. Het doel van deze organisaties is om voor geschillen tussen landen tot een vreedzame oplossing te komen.
Het ligt in het zuidoosten van de wijk Zorgvliet in Den Haag.
De grote Praagse toren, met kleine "torentjes" die er op twee niveaus aanzitten, is door de hoogte, en door de vorm van de bovenkant, met een gedeelte dat breder is dan de stam, gemakkelijk te herkennen in de skyline van Den Haag, ook als silhouet.
Het idee van het Vredespaleis kwam voort uit een discussie in 1900 tussen de Russische diplomaat Friedrich Martens en de Amerikaanse diplomaat Andrew Dickson White, over de noodzaak van passende huisvesting voor het Permanent Hof van Arbitrage, dat opgericht was tijdens de eerste Vredesconferentie van Den Haag in 1899. White nam hierover contact op met zijn vriend, de weldoener, Andrew Carnegie. Carnegie was niet meteen enthousiast en wilde in eerste instantie alleen een bijdrage leveren voor het oprichten van een bibliotheek voor internationaal recht. White wist hem echter over te halen, en in 1903 ging Carnegie akkoord met een donatie van 1,5 miljoen dollar (3,7 miljoen gulden) voor de bouw van een vredestempel, waarin het Arbitragehof gehuisvest zou worden, en waarbij ook een bibliotheek zou worden ingericht. In eerste instantie wilde Carnegie het bedrag rechtstreeks aan Koningin Wilhelmina schenken, maar wettelijke beperkingen verhinderden dit, en in november 1903 werd de Carnegie Stichting opgericht tot het bouwen, inrichten en onderhouden van een rechtsgebouw, en een boekerij ten behoeve van het Permanente Hof van Arbitrage. Deze stichting is nog steeds verantwoordelijk voor het beheer en de administratie van het Vredespaleis.
Eén jaar na de opening van het Vredespaleis brak de Eerste Wereldoorlog uit.
Om tot een goed ontwerp te komen, werd een internationale prijsvraag uitgeschreven. Het winnende ontwerp, in de Neorenaissancestijl, kwam van de hand van de Franse architect Louis M. Cordonnier. Om het gebouw binnen het budget te kunnen opleveren, diende het ontwerp echter wel aangepast te worden. Dit gebeurde door Cordonnier en zijn Nederlandse associé Van der Steur. Het paleis was ontworpen met twee grote klokkentorens en twee kleinere torens aan de achterzijde. Eén grote toren, een zogenaamde Praagse toren, en één kleine toren bleven over in het uiteindelijke gebouw. Tevens werd het aparte bibliotheekgebouw in het paleis zelf geïntegreerd. De tuinen van het paleis zijn ontworpen door de Engelse tuinarchitect Thomas Hayton Mawson, die ook enkele beelden en fonteinen uit zijn ontwerp moest nemen om aan de budgettaire eisen te kunnen voldoen.
Het paleis staat vol met geschenken van de deelnemers van de Haagsche Conventie ten teken van hun steun. Onder de geschenken zijn: een jaspisvaas van 3200 kilogram uit Rusland, gietijzeren en koperen deuren uit België, marmer uit Italië, een fontein uit Denemarken, wandtapijten uit Japan, de klok van de klokkentoren uit Zwitserland (de klok wordt draadloos vanuit Zwitserland op tijd gehouden) en hout uit Indonesië en de Verenigde Staten van Amerika. Het hek dat het hele perceel omringt, is een geschenk van Duitsland.
In het paleis staan ook beelden, bustes en portretten van diverse voorvechters van de vrede uit alle tijden.
In 1907 werd symbolisch de eerste steen geplaatst tijdens de tweede Vredesconferentie van Den Haag. De bouw begon enige tijd later en het paleis werd in 1913 opgeleverd en op 28 augustus 1913 officieel geopend door Koningin Wilhelmina, bijgewoond door, onder anderen, Andrew Carnegie.
Begin 2007 is achter het Vredespaleis de nieuwbouw geopend. Hierin zijn de Bibliotheek en de Haagsche Academie ondergebracht.
Op het Carnegieplein, gelegen voor het paleis, wordt regelmatig geprotesteerd tegen internationale misstanden op het gebied van politiek en recht.
De bewoners van het Vredespaleis zijn:
Het Permanent Hof van Arbitrage (PCA) (1913-...) De oorspronkelijke bewoner waarvoor het paleis was gebouwd. Het Hof telde in december 2006, 106 leden.
De Bibliotheek van het Vredespaleis (1913-...) Het oorspronkelijk plan van Carnegie was de financiering van een bibliotheek voor internationaal recht.
De Carnegie Stichting (1913-...)
De Haagsche Academie voor Internationaal Recht (1923-...) Opgericht in 1914, sterk gepropageerd door Tobias Asser. Fondsen voor de Academie kwamen van een ander vredesproject van Andrew Carnegie, namelijk de Carnegie Endowment for International Peace, opgericht in 1910.
Het Permanent Hof van Internationale Justitie (1922-1946) In 1922 werd dit orgaan van de Volkenbond toegevoegd aan de bewoners. Hiervoor moest de bibliotheek naar een dependance verhuizen en het PCA naar de linkerzijde van het gebouw. Dit Hof werd opgevolgd door het:
Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) (1946-...) In 1946, met de geboorte van de Verenigde Naties, werd het ICJ opgericht als het rechterlijk orgaan. Vanwege ruimtegebrek wordt voor diverse tribunalen uitgeweken naar andere locaties in Den Haag (zoals voor het Joegoslavië-tribunaal).
De hoven werken onafhankelijk van elkaar, hoewel ze gebruik kunnen maken van dezelfde internationale rechters.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft het verzet in het paleis verzetskranten gemaakt, onder meer de Je Maintiendrai die door Jos Gemmeke en Cock van Paaschen was opgericht. Het verzet had in de toren een grote antenne geplaatst.
In de kelder werden kerkbanken, de preekstoel en een groot glas-in-lood raam bewaard van de Duinoordkerk, die in 1942 moest worden afgebroken om plaats te maken voor de aanleg van de Atlantikwall. Na de oorlog ging dit naar de Kloosterkerk aan het Lange Voorhout.
Op het Carnegieplein voor het Vredespaleis bevinden zich de volgende monumenten:
Het Haags Herdenkingsmonument 1940-1945, een modern oorlogsmonument, in 1992 door Appie Drielsma gemaakt.
Naast de ingang van het Vredespaleis werd in 2002 de eeuwige vredesvlam geplaatst. Sinds 2004 is het monument omringd door het "Wereldvredespad", bestaande uit een rand van stenen en steentjes uit 196 landen.
Op het Carnegieplein, midden voor het hek van het Vredespaleis, was een bloemenperk. Daarin stond tot 2013 een paal met in meerdere talen: Pad naar de vrede.
In 2013 werd het Carnegieplein autoluw gemaakt, de parkeerplaatsen verdwenen en touringcars kregen aan de zijkant eigen parkeerplaatsen. Het plein kreeg ook veel meer ruimte doordat het grote herdenkingsmonument wat verplaatst werd naar de zijkantm waar enkele monumentale bomen nu de achtergrond van het monument vormen. Langs de oostkant van het plein, achter het herdenkingsmonument, is een lange rij banken geplaatst. Het bloemenperk werd vervangen door een groter perk dat met verschillende grassoorten is gevuld.
De Krakatau (Portugees: Krakatao) is een actieve vulkaan in Indonesië, in de straat Soenda tussen Java en Sumatra.
De vulkaan is vooral bekend door de ongekend zware uitbarsting in 1883.
Aan het hof van een Indonesische sultan zijn geschriften bewaard gebleven die vertellen hoe een uitbarsting in het jaar 535 van Sumatra en Java twee aparte eilanden maakte, ze zouden daarvoor dus één eiland geweest zijn.
De naam 'Krakatau' verscheen in het Nederlands voor het eerst in druk in Oost-Indische Voyagie van Wouter Schouten.
In oktober 1658, zo schrijft hij, "passeerden wij het hoge, beboste eiland Krakatau".
Op maandagochtend 27 augustus 1883 knalde de Krakatau uit elkaar.
De berg rees op, scheurde open en stortte in, waarna de zee in het gapende gat stroomde.
Het gevolg was een catastrofale uitbarsting; tot op heden de grootste vulkaanuitbarsting waarvan de moderne mens getuige is geweest.
Er ontstond een tsunami van 30 meter hoog.
Vloedgolven van vele tientallen meters hoogte overspoelden de kusten van Java en Sumatra.
Ruim 36.000 mensen verloren het leven en complete steden en dorpen werden weggespoeld.
Door de hoge golven werden schepen, zoals het Nederlandse marinestoomschip Berouw, vele kilometers landinwaarts geslingerd.
Zelfs op Ceylon, het huidige Sri Lanka, viel nog een dode door de golfslag.
De deining werd tot in het Kanaal tussen Engeland en Frankrijk geregistreerd.
Er rees een aswolk uit de berg die tot 50 kilometer hoogte steeg en zijn omgeving in diepe duisternis dompelde.
Door de enorm grote hoeveelheid stof die in de atmosfeer terecht kwam, daalde wereldwijd het volgende jaar de gemiddelde temperatuur met 1,2 graden Celsius.
De uitbarsting ging met zoveel geweld gepaard dat de trommelvliezen van zeelui in de buurt barstten.
Het gebrul en geknal was hoorbaar tot in Australië en zelfs op het eiland Rodriguez.
In Atjeh, in het noorden van Sumatra, bracht men troepen in paraatheid wegens vermeend vijandelijk kanongebulder.
De geluidsgolven waren zo krachtig dat ze zeven keer de aarde rond gingen voor de atmosfeer weer tot rust kwam.
De explosie had een geschatte vulkanische-explosiviteitsindex (VEI) van 6 en zou daarmee ongeveer vier keer zo zwaar geweest zijn als die van de Tsar Bomba, de zwaarste tot ontploffing gebrachte kernbom ooit.
De berg verdween voor een groot gedeelte onder het wateroppervlak.
Drie kleine stukken eiland bleven over.
In 1932 verscheen op dezelfde plek een nieuwe berg die as en zwavel spuwde: Anak Krakatau, het "kind van Krakatau".
Sinds de jaren vijftig groeit Anak Krakatau gemiddeld 13 cm per week.
Het nieuwe eiland kan - als de omstandigheden het toelaten - onder begeleiding door toeristen bezocht worden.
Sinds oktober 2007 is de vulkaan vrijwel permanent actief met kleine en grotere erupties, aswolken, aardbevingen en lavastromen.
In 2003 beweerden Amerikaanse astronomen onder leiding van Donald W. Olson, dat de buitengewoon rode hemel op het schilderij De Schreeuw (geschilderd in 1893 door de Noorse schilder Edvard Munch) geïnspireerd was door de uitbarsting van de Krakatau in 1883.
Over de uitbarsting is in 1969 een film gemaakt onder de titel Krakatoa, East of Java.
Ook hier is de naam op zijn Engels gespeld, maar een regelrechte blunder is de plaatsing van Krakatau ten oosten van Java.
De film werd daarom later hernoemd tot Volcano.
Ten oosten van Java ligt het eiland Soembawa met daarop de vulkaan Tambora, die in 1815 uitbarstte.
De ramp van 1883 is in een productie door de BBC en Discovery Channel in 2006 verbeeld als Krakatoa: The Last Days.
Charles Bourseul (Brussel, 28 april 1829 Saint-Céré, 23 november 1912) was een Frans technicus die in 1854 het basisprincipe van de telefoon formuleerde.
Hij wordt daarom soms genoemd als de uitvinder ervan hoewel hij geen werkend toestel wist te maken.
Bourseul was de zoon van een Franse legerofficier.
Hij werkte voor een telegrafiekantoor als civiel-ingenieur en werktuigbouwkundige.
Daarbij voerde hij verbeteringen door op het telegraafsysteem van Louis Breguet (een Franse fijnmechanicus) en de Amerikaan Samuel Morse.
Ondanks dat men met telegrafie nu berichten over lange afstand kon versturen, was er een nadeel: het tijdverlies tussen de telegrafische boodschap en het antwoord daarop.
Het lag dus voor de hand of het mogelijk was om de boodschap mondeling over te brengen.
Bourseul was een van de personen die begon te experimenteren met de elektrische overdracht van menselijk spraakgeluiden over telegrafielijnen.
Hij ontwikkelde zelfs een elektromagnetische "maak en verbreek" microfoon, waarbij het stemgeluid werd omgezet in een pulsvormig elektrisch signaal.
Echter het lukte hem niet om het verzonden signaal terug te veranderen in duidelijk verstaanbare spraakgeluiden.
Rond dezelfde periode dat Antonio Meucci zijn eerste telefoon maakt, schreef Bourseul een artikel over hoe spraak over een lijn verplaatst zou kunnen worden.
Dit artikel werd op 26 augustus 1854 gepubliceerd in het Franse tijdschrift L'Illustration:
"Stelt u zich een man voor die nabij een beweegbare plaat spreekt, die flexibel genoeg is om niets van de geluidsvibraties verloren te laten gaan; dat deze plaat afwisselend de verbinding met een batterij verbreekt en herstelt; dan is het mogelijk dat een soortgelijke plaat op een andere plaats die vibraties exact volgt Het is duidelijk dat, in een nabije of verre toekomst, spraak zal worden verplaatst met elektriciteit. Ik heb experimenten gemaakt in deze richting; ze zijn delicaat en eisen tijd en geduld maar de verkregen benaderingen beloven een gunstig resultaat."