De brede lathyrus (Lathyrus latifolius) is een overblijvende klimplant met breedgevleugelde, 0,63 m lange stengels die over de grond kruipen of klimmen als ze een steun hebben gevonden.
De brede lathyrus komt voor in Midden- en Zuid-Europa tot in Noord-Frankrijk en het Middellandse Zeegebied.
In België, Duitsland en Engeland is de soort ingeburgerd.
Hij komt voor in graslanden, wegbermen en struikgewas.
Engels : Perennial sweet pea, Perennial Pea, Broad-Leaf Peavine, Broad-Leaved Everlasting Pea, Everlasting Pea, Everlasting Peavine, Everlasting-Pea, Perennial Peavine, Sweet Pea Duits : Breitblättrige Platterbse Frans : Le pois vivace, Gesse à larges feuilles, pois de Chine
De steunbladeren zijn 36 cm lang, lancet- tot eivormig of halfspietsvormig en meer dan half zo breed als de stengel.
De bladeren hebben een gevleugelde bladsteel en bestaan uit twee lint- tot eivormige of elliptisch-ronde, 415 cm lange, vijfnervige, blauwgroene deelblaadjes.
De plant bloeit van mei tot augustus.
De bloemen groeien met vijf tot vijftien stuks in trossen.
De bloemkroon is karmijnrood en 23 cm lang.
De kelktanden zijn ongelijk van lengte.
De vruchten zijn 511 cm lange, gladde, bruine peulvruchten.
Lathyrus latifolius
Deze soort is ook als sierplant in cultuur.
Hij kan temperaturen tot -25 °C weerstaan.
Als snijbloem is hij niet geschikt, omdat de bloemen in een vaas te snel verwelken.
Daarvoor is de welriekende lathyrus (Lathyrus odoratus) beter geschikt.
De kever lijkt qua bouw en levenswijze sterk op de bekendere en in België en Nederland algemeen voorkomende geelgerande watertor (Dytiscus marginalis), maar wordt duidelijk groter en met name breder.
De soort heeft duidelijke verbredingen aan weerszijden van de dekschilden en is hieraan meestal eenvoudig te herkennen.
Mannetjes zijn duidelijk van vrouwtjes te onderscheiden aan de verbredingen aan het voorste potenpaar.
Deze bevatten aan de onderzijde twee grotere en vele tientallen zeer kleinere zuignapjes waarmee het mannetje zich aan het vrouwtje ankert tijdens de paring.
Dytiscus latissimus
auteur : Rune Sø Neergaard
De brede geelgerande watertor werd al bijna veertig jaar beschouwd als uitgestorven in Nederland.
Sinds 2005 zijn er echter waarnemingen van verschillende locaties bekend.
In België kwam de soort vroeger ook voor maar hier zijn geen nieuwe waarnemingen bekend.
Het is één van de grootste vertegenwoordigers van de geelgerande waterroofkevers uit het geslacht Dytiscus.
De brede ereprijs (Veronica austriaca subsp. teucrium) is een plant van vrij droge, vrij arme, kalkhoudende grond en komt voor op vergraste rivierduinen en hellingen in heel Europa.
Engels : Large speedwell, Austrian Speedwell, Broadleaf Speedwell, Fringed Speedwell Duits : Österreichische Ehrenpreis, Polsterehrenpreis Frans : La Véronique germandrée
De plant heeft rechtopgaande stengels en wordt tussen de 10 en 50 centimeter hoog.
De wintergroene bladeren zijn grof gezaagd en eirond tot langwerpig.
Ze hebben een afgeronde tot zwak hartvormige voet en geen steel.
De brede ereprijs is een overblijvende plant die bloeit van mei tot juli met blauwe, tweeslachtige bloempjes.
De bloemen groeien in lange, vrij dichte, rijkbloemige en langgsteelde trossen in de bladoksels.
Ze zijn helderblauw en 1 tot 1,7 cm groot.
De behaarde kelk heeft een korte bovenste slip.
Veronica austriaca "Crater Lake Blue"
Groeit op zonnige plaatsen op matig droge, matig voedselarme, kalkhoudende grond (zand, leem, zavel, klei en mergel).
Te vinden van West-Azië, Midden- en Oost-Europa en in sommige delen van Zuid-Europa.
Westelijk tot in Nederland en België.
Ingeburgerd in Noord-Amerika.
De plant wordt ook als sierplant gebruikt en staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als zeer zeldzaam en sterk afgenomen.
De brede eikvaren (Polypodium interjectum) is een vrij zeldzame varen uit de eikvarenfamilie (Polypodiaceae).
De soort lijkt zowel in uiterlijk als in habitat sterk op de veel algemenere gewone eikvaren (Polypodium vulgare), maar beperkt zijn verspreiding vooral tot rivierkleigebieden.
De brede eikvaren is een soort met een wijde verspreiding over Europa, van Ierland, Groot-Brittannië en Scandinavië tot het Middellands Zeegebied.
Engels : Western polypody, Intermediate polypody Duits : Mittlerer Tüpfelfarn Gesägter Tüpfelfarn Frans : Le Polypode intermédiaire
De botanische naam Polypodium is afgeleid van het Oudgriekse 'polys' (veel) en 'podion' (voet), naar de vorm van de wortelstok.
De soortaanduiding interjectum komt van het Latijnse 'intericio' (tussen, middenin) en moet hier begrepen worden als 'gemiddeld in vorm'.
De brede eikvaren is een middelgrote overblijvende, hemikryptofiete varen met korte, dikke, vertakte, kruipende rizomen bezet met spiesvormige schubben, en in losse bundels geplaatste, tot 70 cm lange en 8 cm brede éénvormige bladen.
De bladsteel is meestal korter dan de bladschijf, scharnierend aan de basis, geel tot lichtgroen, met roodbruine schubben en aan de basis drie vaatbundels die naar de top tot één V-vormige bundel samensmelten.
De bladen zijn winterhard, de jonge bladen verschijnen in de zomer.
De bladen zijn ovaal van vorm, afgeknot aan de basis, lichtgroen gekleurd, onbehaard, soms lederachtig aanvoelend, en diep gelobd, niet volledig gedeeld.
De 18 tot 22 paar blaadjes van tweede orde staan verspreid langs de bladsteel, de langste in het midden, de bladranden ondiep getand, de zijnerven twee of drie maal gevorkt.
De onderste deelblaadjes staan naar voren gericht en in een horizontale stand gedraaid.
De bovenste blaadjes zijn puntig.
brede eikvaren - blad met sporen
auteur : Jirí Kamenícek
De sporenhoopjes zijn in het begin eivormig, later rond en liggen tussen de middennerf en de bladrand op de bovenste helft van de blaadjes aan de onderzijde.
Er is geen dekvliesje.
De sporen zijn rijp in de zomer.
Het sporangium (sporendoosje) heeft een annulus (een verticale lijn van bijzondere, verdikte cellen van de sporangiumsteel tot de top, die een rol speelt bij het openen van het sporendoosje) met onderaan twee of drie onverdikte cellen en daarboven 7 tot 12 verdikte cellen.
De brede eikvaren komt net als de gewone eikvaren voor op droge, voedselarme, vooral kalkhoudende grond, op zonnige tot halfbeschaduwde plaatsen, zoals in houtwallen, lichte loofbossen, op duinhellingen, oude muren en kaden, in knotwilgen en op boomstronken.
In tegenstelling tot de gewone verkiest hij voornamelijk rivierkleigronden.
brede eikvaren
foto : A. Mrkvicka
Over het algemeen heeft hij een zuidelijker verspreidingsgebied dan de gewone eikvaren.
Hij is in België zeldzaam in Vlaanderen (vooral in de kuststreek) en in de Ardennen.
In Nederland is de soort vrij algemeen in de Hollandse en Zeeuwse duinen van het Renodunaal District en vrij zeldzaam in het rivierengebied en in Zuid-Limburg.
De brede eikvaren heeft in Europa twee nauwe verwanten, de gewone eikvaren (Polypodium vulgare), en de zuidelijke eikvaren (Polypodium cambricum).
Uit DNA-onderzoek is gebleken dat de brede eikvaren een oude hybride van deze twee soorten is, met intermediare kenmerken in zowel vorm als habitat.
Dat maakt het onderscheid tussen de drie soorten, vooral waar ze samen voorkomen, zeer moeilijk.
De meeste verschillen tussen brede en gewone eikvaren zijn slechts relatief: de bladen van de eerste zijn meestal groter en breder, de bladslipjes puntiger, de langste bladslipjes in het midden.
De sporenhoopjes zijn meer elliptisch van vorm.
Het enige zekere determinatiekenmerk is de vorm van het sporendoosje en het aantal cellen in de annulus, maar dit is enkel door microscopisch onderzoek vast te stellen.
De Brebis du Pays de Grasse is een Franse kaas uit Provence, uit het gebied aan de zuidkant van de Alpen (Zee-Alpen (departement), Alpes-de-Haute-Provence)
De kaas wordt gemaakt van rauwe schapenmelk.
De kaasmassa is na de rijping van ongeveer twee maanden half hard, de korst van de kaas is natuurlijk.
De kaas wordt uitsluitend op een aantal boerderijen gemaakt.
De Brebis du Lochois is een Franse kaas uit de Touraine-regio (Centre) in de Indre-vallei, uit de omgeving van Loches.
De kaas is dus afkomstig uit de regio van de geitenkazen.
Brebis du Lochois
auteur : - vrije foto
De Brebis du Lochois is een klein kaasje, maar zon 120 gram zwaar.
De kaas wordt gemaakt op dezelfde wijze als veel geitenkazen geproduceerd worden, na stremming wordt het kaasje te drogen gelegd en rijpt het voor zon 2-3 weken.
De kaas ontwikkelt een grijs-blauwige natuurlijke korst en een verrassende smaak.
De Brebis de Bersend is een kaas uit de Savoie, uit de Rhône-Alpes.
De kaas dankt haar naam aan het dorpje Bersend, waar de kaas vandaan komt.
De Brebis de Bersend werd vroeger (tot de 19e eeuw) veel vaker gemaakt, toen er in die tijd nog veel meer schapen gehouden werden.
De schapen zijn in de tussentijd grotendeels verdreven, maar komen nu toch langzaam weer terug in beeld.
De kaas wordt gemaakt van rauwe schapenmelk.
De kaas wordt niet geperst en heeft na een rijping van zon twee maanden een natuurlijke korst.
De kaasmassa is dan halfhard, voor het type kaas nog vrij soepel.
Een breadboard is een bordje, vaak van wit of geel plastic of pertinax, dat gebruikt wordt om elektrische schakelingen tijdelijk op te bouwen.
Engels : solderless breadboard (plugboard) Duits : Steckplatine, Steckboard, Protoboard Frans : Une platine Labdec
Breadboard
auteur : - vrije foto
Het bestaat uit rijen gaatjes waarin de verschillende elektronisch componenten geprikt kunnen worden.
In het bordje zitten per rij gaatjes metalen stripjes die die rijen gaatjes verbinden.
Aan de zijkanten zijn vaak lange rijen voor de voeding (de voedingsrails) geplaatst.
Haaks hierop staan korte rijen van 5 gaatjes die met elkaar verbonden zijn.
De rijen zijn genummerd en ertussen is een ruimte overgelaten waar DIP IC's geplaatst kunnen worden.
Aan de onderzijde is soms voor de stevigheid en om alles te aarden een metalen plaatje bevestigd.
complex Breadboard
auteur : amr - vrije foto
Het voordeel van een breadboard is dat een component gemakkelijk en zonder solderen kan worden vervangen door een met een andere waarde of van een ander type.
De nadelen van een breadboard zijn dat het slecht met hoge frequenties om kan gaan en dat de contactpunten overgangsweerstanden hebben of dat draadjes net even geen contact maken terwijl men het niet ziet doordat ze er niet goed genoeg inzitten of als de contacten moe geworden zijn.
Brazzeïne' is een sterke zoetstof.
Het is een eiwit dat geïsoleerd kan worden uit de West-Afrikaanse plant Pentadiplandra brazzeana.
De plant groeit in Gabon en Kameroen.
De bessen van de plant smaken zeer zoet en wordt zowel door apen als de lokale bewoners gegeten.
Het wordt door de lokale bevolking "oubli" genoemd.
In 1994 werd de zoetstof geïsoleerd uit de vrucht door medewerkers van de universiteit van Wisconsin-Madison.
Engels : Brazzein Duits : Brazzein Frans : La brazzéine
structuur van het Brazzeïne proteïne
auteur : Ayacop CC 3.0
Brazzeïne is 500 tot 2000 maal zoeter dan suiker en is daarmee vergelijkbaar met kunstmatige zoetstoffen als aspartaam en sucralose.
Brazzeïne is niet de enige sterke natuurlijke zoetstof, andere sterke natuurlijke zoetstoffen zijn monelline en thaumatine.
bladeren van de oubli (Pentadiplandra brazzeana)
auteur : Scamperdale CC 2.0
Omdat de stof in de natuur voorkomt, het goed bestand is tegen verwarming in tegenstelling tot aspartaam, een smaak heeft die zeer dicht bij die van sacharose komt, zijn goede oplosbaarheid in water en zijn lage caloriegehalte is deze zoetstof interessant voor toepassing in de voedingsmiddelenindustrie.
vrucht van de oubli (Pentadiplandra brazzeana)
auteur : Scamperdale CC 2.0
Het Californische bedrijf Natur Research heeft het alleenrecht om deze zoetstof te produceren en zal het product waarschijnlijk in 2009 op de markt brengen met de naam Cweet.
Toestemming van de FDA op basis van een zelf gedeclareerde algemene veiligheidsverklaring is nog niet verkregen.
Zijn vacht is grijsgespikkeld, hij heeft een witte baard en een kastanjekleurige streep op het hoofd.
Anders dan bij de meeste meerkatten houden de jongen van de Brazzameerkat hun afwijkende vachtkleur tot aan de volwassenheid.
Het is de enige soort van de neglectus-groep binnen het geslacht Cercopithecus.
Er zijn geen ondersoorten.
Cercopithecus neglectus
auteur : J. Patrick Fischer CC 3.0
Levend in groepen van hooguit 35 individuen zoekt de Brazza meerkat zijn partner voor het leven uit.
Dit is de enige meerkattensoort die monogaam is, met een vaste relatie tussen een mannetje en een vrouwtje.
Toch zijn er enkele mannetjes die er meerdere vrouwtjes op nahouden.
De grenzen van hun leefgebied verdedigen Brazza meerkatten niet.
Ze zijn vredelievend tegen soortgenoten die een kijkje komen nemen.
Brazzameerkat met jong
auteur : Lea Maimone CC 2.5
De Brazza meerkat houdt van een groene omgeving, hij leeft in bossen, moerasbossen, droge bergwouden en tussen het bamboe.
Deze meerkattensoort is een alleseter maar heeft voorkeur voor fruit, zaden, bladeren, bloemen en paddenstoelen.
Daarnaast voedt hij zich met mieren en rupsen, ook kleine reptielen vindt hij de moeite waard.
Het grootste deel van de dag brengt de Brazza meerkat door in de onderste lagen van het bos, maar ook op de grond kun je hem vinden.
Hoewel het goed zoeken is, want Brazza meerkatten staat bekend om een gave waarmee ze een attractie op de Dam zouden zijn, ze kunnen zo'n vijf uur stilzitten als een standbeeld om zich vervolgens geruisloos uit de voeten te maken.
Brazilië, officieel de Federale Republiek Brazilië (Portugees: República Federativa do Brasil), is een uitgestrekt land in Zuid-Amerika, het beslaat bijna de helft van dat continent.
Het is 205 keer zo groot als Nederland of bijna 279 keer zo groot als België en heeft bijna 200 miljoen inwoners.
De grootste afstand van zowel noord naar zuid als van oost naar west bedraagt zon 4300 kilometer.
Het land grenst in het noorden en oosten aan de Atlantische Oceaan.
De kustlijn is ongeveer 8000 kilometer lang.
Brazilië grenst aan alle landen in Zuid-Amerika met uitzondering van Chili en Ecuador.
In het noorden grenst het land aan Frans-Guyana, Suriname, Guyana en Venezuela, in het westen aan Colombia en Peru, in het zuidwesten aan Bolivia, Paraguay en Argentinië, en in het uiterste zuiden aan Uruguay.
Engels : Brazil, Federative Republic of Brazil Duits : Brasilien, Föderative Republik Brasilien Frans : Le Brésil, République fédérative du Brésil
kaart van Brazilië
auteur : - vrije afbeelding
Geografisch kun je Brazilië grofweg in twee hoofdregios verdelen: de noordelijke laagvlakte (het stroomgebied van de Amazone-rivier), en een hoogvlakte in het zuidelijk deel van het land: de Planalto de Mato Grosso, in het oosten begrensd door het Braziliaanse Hoogland.
Het hele noordelijke laagland wordt bedekt door tropisch regenwoud, al wordt dat steeds meer aangetast door houtkap, mijnbouw, veeteelt en landbouw.
Daar komt bij dat er in het hart van het regenwoud olie is gevonden.
De hoogvlakte in het zuiden bestaat voornamelijk uit tafelbergen van niet meer dan 300 meter hoog.
Rivieren hebben diepe kloven uitgesleten in deze bergen van zandsteen.
De bergketens aan de oostkant lopen stijl af naar de kust.
De bergen daar zijn tussen de 400 en 1000 meter hoog, maar er zijn uitzonderingen.
Het hoogste punt is de Pico de Bandeira (2890 m) ten noordoosten van Rio de Janeiro.
zicht op São Paolo
auteur : Tatiana Sapateiro CC 2.0
Langs de Atlantische kust ligt een hooguit 80 km brede strook laagland.
De kust van Brazilië is beroemd om haar brede zandstranden met strandwallen en duinen, die begroeid zijn met kokospalmen.
Voor de kust liggen op verscheidene plaatsen riffen van zandsteen en koraal.
Die vormen de scheiding tussen de oceaan en een groot aantal lagunes, begroeid met mangrovebossen.
In die kuststrook vind je de meeste grote steden, hoewel niet altijd pal aan het strand.
De grootste stad van Brazilië, São Paulo, ligt bijvoorbeeld op 70 kilometer van de kust op een hoogte van 800 m.
De Braziliaanse steden hebben vaak een enorme omvang.
São Paulo heeft 10 miljoen inwoners, maar dubbel zo veel als je de voorsteden meerekent.
Oppervlakte : 8.514.877km²
Bevolking : ± 199.000.000 (2009)
Religie : Christelijk (74%), protestant (15%)
Officiële taal : Portugees
Hoofdstad : Brazilia (sinds 1960)
Nationale feestdag : 7 september, carnaval
Volkslied : Hino Nacional Brasileiro
Munteenheid : Real (BRL)
Web TLD : .br
Tel : +55
ISO 3166 code : BR
Het monokliene mineraal heeft een gemiddelde dichtheid van 2,98 kg/dm3, een hardheid van 5,5 en een witte streep.
Het mineraal is niet radioactief noch magnetisch.
Het wordt het vaakst gevonden in fosfaatrijke pegmatieten.
Het komt in pegmatieten voor in de vorm van perfecte kristallen.
De enige gekende vindplaats van brazilianiet is in de omgeving van Conselheiro Pena, in de deelstaat Minas Gerais in Brazilië.
De voorbije jaren heeft deze plaats mineralen van grote kwaliteit opgeleverd, met perfect gevormde kristallen van een ongewone grootte.
Brazilianiet
auteur : Aram Dulyan - vrije foto
Sommige van deze mineralen zijn gevonden op muscoviet (met sterke zilverglans), ingegroeid in het moedergesteente.
Dergelijke specimina worden niet vermalen tot grondstof, maar vinden hun weg naar musea en privécollecties.
De meest exquisiete kristallen, donker groenachtig-geel tot olijfgroen, zijn soms tot 12 cm lang en 8 cm breed.
Kristallen met gelijkwaardige vorm en grootte zijn ontdekt op een andere plaats in Minas Gerais, nabij Mantena, maar deze hebben geen perfect gevormde kristallen.
Brazilianiet versterkt je vaardigheden en je potentieel en is dus een goede steen om te dragen tijdens studie en werk.
Het bevordert intelligentie, concentratie, het geheugen en het vermogen om informatie op te nemen, wilskracht en creativiteit.
Het versterkt liefde en geeft inzicht in andere mensen en is dus een goede steen voor (verschillende soorten) relaties en voor samenwerking in groepen.
De steen helpt bij het loslaten van negatieve emoties zoals woede, wraakgevoelens en jaloezie.