Het buskruitverraad (Engels: Gunpowder Plot) van 5 november 1605 is een samenzwering in de Engelse geschiedenis.
Een groep rooms-katholieken probeerde onder leiding van Robert Catesby in één klap de protestantse koning Jacobus I van Engeland, zijn familie en een groot deel van de aristocratie te doden door een bom te plaatsen in het paleis van Westminster.
De aanslag zou worden uitgevoerd door Guy Fawkes.
Men beweerde dat de Spaanse troon en de jezuïeten bij het complot betrokken waren.
Het complot werd ontdekt door een katholieke Lord, een vriend van Guy Fawkes, die op 26 oktober een waarschuwingsbrief had ontvangen om niet naar het parlement te komen.
De kelders werden doorzocht en men vond er het buskruit dat bestemd was voor de aanslag.
De samenzweerders en hun leider werden gevonnist op 27 januari 1606 en vier dagen later, op 31 januari, in Westminster opgehangen en gevierendeeld.
De verijdeling van het buskruitverraad wordt in Engeland nog altijd op 5 november (Guy Fawkes Night) gevierd.
In South West England wordt dit sindsdien uitbundig gevierd in het carnavaleske festival West Country Carnival, met optochten uitbundig verlichte carnavalswagens.
De film V for Vendetta, is losjes gebaseerd op deze gebeurtenis.
Tegenwoordig wordt het Guy Fawkesmasker bij protesten gedragen als teken van verzet tegen de autoriteiten.
Bron : - wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
De Spaanse Furie of in Spanje bekend als de plundering van Antwerpen duidt op het plunderen en in brand steken van de stad Antwerpen door muitende Spaanse troepen op 4 november 1576, tijdens de Tachtigjarige Oorlog.
Het woord 'furie' heeft waarschijnlijk betrekking op de mythologische furiën.
Achtergrond
In Spanje werd 1 september 1575 het staatsbankroet uitgeroepen; door de vele oorlogen die het Spaanse Rijk over de hele wereld voerde had de regering van koning Filips II enorme schulden opgelopen, en konden de troepen niet meer voldoende betaald worden. Sommige soldaten in de Nederlanden hadden al 2,5 jaar geen soldij ontvangen.
Hierdoor sloegen zij aan het muiten, als eerste in maart 1576 die onder Cristóbal de Mondragón te Zierikzee, later ook die onder Francisco de Valdez te Aalst.
De Raad van State reageerde daarop door de muiters vogelvrij te verklaren.
Begin oktober beraamden enkele Spaanse officieren onder leiding van Sancho d'Avila (commandant van de citadel van Antwerpen) in het diepste geheim een plan om de rijke stad Antwerpen te plunderen.
Binnen Antwerpen lag Sancho d'Avila gelegerd met enkele vendels Spanjaarden. Jerónimo de Roda had op de citadel een schuilplaats gevonden om niet in handen de vallen van de andere Staatsraden.
In Antwerpen gingen geruchten rond door de komst van de Roda; de jezuïeten zouden buskruit en wapens in hun studentenhuis bewaren, dan weer ging het verhaal dat alle burgers door toedoen van de katholieken op een nacht vermoord zouden worden, hetgeen tot opstootjes leidde.
Een bezorgde Raad van State stuurden Filips van Egmont en Jan van Croÿ naar Antwerpen met een regiment Walen, twintig vendels voetvolk en veertien kornetten ruiterij om daar het regiment te versterken dat er al lag.
Het regiment dat er al lag bestond uit Duitsers onder bevel van Otto van Everstein. D'Avila moest eerst afrekenen met graaf Eberstein, de bevelhebber van het Duitse garnizoen dat in Antwerpen gelegerd was.
Op 29 oktober overtuigde hij hem na hem dronken te hebben gevoerd om de stad aan de Spaanse soldaten over te leveren.
Eberstein besefte echter de volgende ochtend wat hij gedaan had en stelde de Antwerpse gouverneur Champagney gauw op de hoogte van het dreigende gevaar.
Intussen deed hij een verzoek aan de muitende regimenten uit Lier, Breda, Aalst en Maastricht om naar de citadel komen.
Stadhouder Fréderic Perrenot (Champagney) had geen hoge dunk van de nieuwe versterkingen.
Dat bleek ook duidelijk op 3 november, toen de versterkingen binnen de stad kwamen zochten veel soldaten meteen de beste kroegen en herbergen op, daar zongen en dronken zij alsof er geen dreiging was.
Anderen misdroegen zich, waardoor Champagney persoonlijk moest komen opdraven om ze uit de herbergen te jagen.
Zowel van de Waalse als Duitse soldaten vreesde men dat zij zich op het beslissende moment van de aanval bij de muiters zouden aansluiten.
Ondanks deze slechte voortekenen - met name de Walen verrichtten niets opbouwends
- togen meer dan tienduizend burgers aan het werk om provisorische grachten en noodschansen op te werpen.
Antwerpen moest het voor haar verdediging vooral hebben van haar burgerleger dat uit twaalfduizend mannen en vrouwen bestond. Zij hadden in een etmaal een wal opgeworpen van ongeveer vijf meter hoog.
Champagney had met hulp van burgers een batterij laten opwerpen in het Schermershof.
Tijdens de aanleg van de citadel was de stad uitgebreid langs de zuidkant, de nieuwe vestingwerken waren nog niet aangesloten op de oude, delen van het oude waren reeds gesloopt, waardoor Antwerpen de facto een open stad was.
D'Avila maakte zich eveneens klaar voor de strijd; terwijl de Antwerpenaren hun verdediging opbouwden namen zijn soldaten ze onder vuur om hen te hinderen. Onder kapitein Ortiz werd met een vendel vanuit de citadel een uitval gedaan op de stad waarbij enkele huizen en een molen afbrandden. Verder zouden er geen pogingen ondernomen worden de bouw van vestingwerken te voorkomen of te hinderen. Wel kreeg het vier- tot vijfduizend koppen tellende garnizoen op de citadel versterking. De regimenten uit Lier, Breda, Aalst en Maastricht waren aangekomen. Waardoor de totale sterkte op ongeveer tienduizend man werd gebracht.
De volgende dag vielen de Spaanse troepen Antwerpen aan.
Stadsgevecht
Vroeg in de morgen arriveerden ook de muiters uit Aalst. Deze sloegen de aangeboden maaltijd af, zij zouden 's middags in de hemel eten, of 's avonds in de stad.
Zesduizend bleven achter op de citadel, zij zouden de citadel verdedigen, daarnaast de stad beschieten tijdens de uitval.
Op de zondag in de namiddag werd aanvalssein gegeven en zag men Julian Romero, Francisco Baldez, Alonso de Vargas, Camillo del Monte uit de citadel komen met ongeveer vijfduizend man voetvolk, achthonderd ruiters, waarvan vele trossen stro en fakkels meedroegen.
Ze knielden en baden een Ave Maria voordat zij overgingen tot de bestorming.
De aangelegde wal verdedigd door zesduizend mannen en vrouwen werd hevig beschoten, voorafgaande. Verder is niet veel bekend over de stellingen en slagordes die moeten hebben plaatsgevonden.
De eerste weerstand was in elk geval niet hardnekkig ook niet langdurig. Het waren de muiters uit Aalst die de pas aangelegde wal tussen de citadel en het kasteel vanuit drie richtingen aanvielen.
De Walen wisten een eerste bestorming nog af te slaan, maar bleken niet bestand tegen de tweede aanvalsgolf.
Ze waren gedwongen geweest zich terug te trekken naar de Sint-Michielsabdij, waar hun kolonel gevangen werd genomen.
De verschansing op twee andere punten (tegenover de Blijdenhoek en Begijnenstraat) werd snel ingenomen.
De ruiters van Vargas trokken langs het Sint Jorisplein, dreef vluchtenden voor hun uit, sabelden en beschoten iedereen die weerstand bood.
De burgers op de Grote Markt en in het Raadhuis, probeerden het Raadhuis te beschermen. Zij boden een fel verzet, vanuit de ramen van het raadhuis schoten ze op de ruiters.
De ruiters leden opmerkelijke verliezen tijdens de schermutselingen totdat het enkelen lukte binnen te dringen en brand te stichten met de meegenomen bundels stro.
Door de brand was het niet langer mogelijk het raadhuis te verdedigen, iedereen die het raadhuis ontvluchtte werd op het plein doodgeslagen.
De brand sloeg over op andere huizen, er ontstond een algemene stadsbrand, ongeveer zeshonderd huizen (de meeste achter en naast het stadhuis gelegen) brandden af.
De overgebleven Duitse militairen en burgers streden wanhopig dag en nacht door maar konden de Spanjaarden niet tegenhouden.
Driedaagse plundering
De muiters drongen allerlei woningen binnen, doodden de bewoners en stalen geld en sieraden. Vrouwen werden verkracht, mannen het hoofd ingeslagen. De honden dronken het bloed van de doden.
Onder andere het stadhuis werd in brand gestoken. Veel mensen kwamen in het vuur om het leven, stikten in de rook, of werden verpletterd door instortende huizen.
Intussen was het plunderen begonnen, zelfs de Walen en Duitsers, die aanvankelijk de stad nog hadden verdedigd, namen er deel aan.
Volgens een andere bron sloten de Walen zich niet bij de muiters aan, maar sloegen zij al snel op de vlucht. De Duitsers wedijverden zelfs met de muitende soldaten in roofzucht en wreedheid.
Veel burgers kwamen om het leven door de om buit twistende soldaten. Drie dagen lang werd de stad geplunderd, arm noch rijk werd gespaard, kleine huizen, stadskastelen werden leeggehaald.
Graaf Eberstein kwam om toen hij trachtte te vluchten. Hij wilde aan boord van een boot springen, maar viel in de Schelde en verdronk.
Petrus Taxis op de vlucht sprong met zijn paard van de stadswal in de gracht, zwom met zijn paard naar de overkant en wist te ontkomen. Er werd voor een bedrag van twintig miljoen gouden kronen geroofd.
Er waren soldaten die hun geroofde goud lieten verwerken in hun harnassen, rapier en stormhoeden, deze daarna zwart schilderden om te verhullen dat het van goud gemaakt was.
Nasleep
Het aantal slachtoffers is niet exact bekend, maar men spreekt van vele duizenden doden (ooggetuigen schatten zevenduizend doden). Onder hen waren er ook enkele schepenen.
De furie hield een tijd aan, waarbij de muiters veel rijke burgers gijzelden om hen geld af te persen.
Grote aantallen burgers uit de Zuidelijke Nederlanden namen de wijk naar aanleiding van het geweld naar de Noordelijke Nederlanden, waarvan sinds 1572 delen zich aan het Spaans gezag onttrokken hadden.
Volgens Strada moeten er onder de muiters tweehonderd doden gevallen zijn, hoewel zij zelf beweerden dat het er veertien waren. Onder burgers en haar verdedigers worden getallen van zesduizend genoemd.
Drieduizend tijdens gevechten, vijftienhonderd in de stadsbrand en instortende huizen, vijftienhonderd tijdens hun vlucht, verdronken of vermoord.
Voor de Spaanse kroon was deze gebeurtenis een verlies van tien jaar aan inspanningen om de zeggenschap over de opstandige provincies te behouden.
De gebeurtenissen verontwaardigden zelfs koningsgezinden.
Strada schreef: "...en dat zij (de Spanjaarden), voorwaar tot grote schande de Spanjaarden (tenzij dat de haat gelijk in andere dingen, zoals ook in deze, de roep vermeerderd heeft) de stad die zij rijk en machtig aantroffen, arm en slecht achterliet."
Volgens Strada hadden naast Spanjaarden ook Italianen, Nederlanders en Duitsers deelgenomen aan de plunderingen, waarvan de laatsten volgens hem, zelfs de Spanjaarden verre te boven gingen.
Rijke burgers werden (onder andere) door soldaten onder Cornelius van den Eynde uit pure haat onmenselijk vermoord.
Cornelius van den Eynde had zich met duizend Duitse soldaten bij de muiters aangesloten.
Pacificatie van Gent
De gebeurtenissen brachten een enorme schok teweeg door de Nederlanden en stimuleerden in grote mate het tot stand komen van de Pacificatie van Gent op 8 november 1576.
Alle muiters kregen amnestie, velen traden daarna weer in dienst van het leger van Vlaanderen. Alle Spaanse troepen moesten de Nederlanden verlaten.
Daarvoor al joegen de Antwerpenaren in samenwerking met de watergeuzen onder Filips de Zoete tijdens de inname van de citadel de Duitse vendels van onder anderen Karl Fugger de stad uit.
Er werden daarna acht kolonels in het stadsbestuur aangesteld, het miltaire gezag vervangen door burgermilities, alle weerbare mannen tussen 20 en 60 moesten deelnemen, burgers moesten werken aan de vestingwerken, op straffe van een boete van vier stuivers bij verzuim.
Op 18 september was de intocht van de prins van Oranje in Antwerpen.
Willem van Oranje trok met een open wagen door de Rodepoort de stad binnen.
Antwerpen zou vanaf dat moment een bolwerk van de Staatsen zijn tot 1584. Alexander Farnese zou Antwerpen belegeren tot 17 augustus 1585.
Veel Duitse, Spaanse en Italiaanse kooplieden verlieten de stad.
Tijdens het beleg door Parma acht jaar later, waren er niet meer dan hondervijftig buitenlandse kooplieden in Antwerpen, tegenover zestienhonderd inheemse kooplieden.
De laatsten waren vooral Vlaamse en Brabantse vluchtelingen die zich in de stad waren vestigen.
Los van enige religieuze bekommering zochten mensen hun geluk in veiliger oorden.
Het noorden profiteerde van de Migratiestroom in de Nederlanden, van tienduizenden vaak rijke of hoog opgeleide vluchtelingen, die uiteindelijk de Gouden Eeuw brachten in de Republiek.
Bron : - wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
Chevrolet, ook wel Chevy genoemd, is een Amerikaans automerk dat in 1911 werd opgericht in de Verenigde Staten.
Het is eigendom van General Motors en is het meest verkochte merk van dat concern.
In 1908 had William Durant het autoconcern General Motors opgericht.
In 1910 verloor Durant de controle daarvan aan zijn schuldeisers.
Met behulp van de ontwerpen van Louis Chevrolet, een bekende racewagenpiloot van Zwitserse origine, wilde hij zijn reputatie in de automobielindustrie opnieuw vestigen.
Op 3 november 1911 richtten Louis Chevrolet, William Little en Edwin Cambell, William Durants schoonzoon, de Chevrolet Motor Company op.
Het hoofdkantoor werd gevestigd in Detroit, Michigan.
In 1912 lanceerde het merk de Classis Six, een sedan met 4,9 l-6-cilindermotor die 104 km/u haalde.
Het kenmerkende vlinderdas-logo werd in 1913 ingevoerd.
Naar verluidt was het logo gebaseerd op het patroon op een behangpapier dat Durant had gezien in een Frans hotel.
In 1950 introduceerde Chevrolet de Powerglide versnellingsbak, de eerste volautomatische overbrenging in de goedkopere autoklassen.
1953 zag dan de introductie van de Corvette.
Deze sportwagen met polyester koetswerk was de eerste Amerikaanse sportauto die met een grote oplage werd gebouwd.
Een jaar later verscheen de bekende small block V8-motor voor het eerst. In 1958 werd de Chevrolet El Camino gelanceerd.
Deze combineert het comfort van een grote sedan met het gemak van een pick-up.
Voor 1962 introduceerde het merk met de Chevy II of Nova een lijn van kleinere auto's.
In 1975 werd de Chevrolet Chevette geïntroduceerd.
Het ontwerp van deze compacte wagen kwam oorspronkelijk van Opel.
Het jaar daarop werden de modellen van alle merken van GM verkleind; een gevolg van de oliecrisis en het volgende toenemende succes van kleine buitenlandse, vooral Japanse, auto's.
In 1979 worden compacte voorwielaangedreven auto's gelanceerd voor verschillende GM-merken, waaronder Chevrolet met de Citation.
In 1983 gaat GM een joint venture aan met Toyota.
Het ontstane New United Motor Manufacturing (NUMM) produceerde een kleine Chevrolet in een GM-fabriek in Californië.
In 1993 gaan diezelfde partners een overeenkomst aan waarbij GM rechtshandige Chevrolet Cavaliers zal bouwen en verkopen aan Toyota die ze in Japan zal verkopen.
In 2003 kondigde GM aan dat een aantal van zijn pick-ups, waaronder de Chevrolet TrailBlazer EXT, vanaf modeljaar 2005 te verkrijgen zullen zijn met General Motors' Displacement on Demand (nu Active Fuel Management)-technologie.
Hiermee zou het brandstofverbruik met 8% dalen door in lichtere omstandigheden een aantal cilinders uit te schakelen.
In 2004 bracht GM met de Chevrolet Silverado zijn eerste hybride pick-up op de markt.
Deze is 12% zuiniger dan vergelijkbare niet-hybrides.
In Europa wordt sinds 2004 Daewoo-modellen als Chevrolet verkocht.
Chevrolet Europe heeft zijn hoofdkantoor in Zürich, Zwitserland en verkoopt Daewoo-modellen onder het Chevrolet-embleem.
Tot 2005 werden enkele aangepaste Amerikaanse modellen verkocht in Europa.
In de rest van de wereld, Vietnam, Zuid-Korea en bepaalde modellen in sommige landen uitgezonderd, worden Daewoos al sinds 2003 als Chevrolet verkocht.
Ook in 2005 werd de Chevrolet Corvette een apart merk.
Daarnaast was in 2007 de Chevrolet Captiva de eerste Chevrolet, die exclusief voor de Europese markt was voorbestemd.
In het verleden heeft GM op 3 andere locaties Amerikaanse modellen gebouwd, namelijk in: Kopenhagen (Denemarken) van 1924 tot en met 1951, Antwerpen (België) van 1925 tot en met 1968, Stockholm (Zweden) van 1928 tot en met 1955, Berlijn (Duitsland) van 1927 tot en met 1931.
Bron : - wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
Op 2 november 1889 werden North Dakota en South Dakota formeel, als 39ste en 40e, staten van de Verenigde Staten.
Het gebied dat nu North- en South Dakota heet werd oorspronkelijk bevolkt door Indianenstammen als de Lakota, die ook bekendstaan als de Dakota of de Sioux.
Lakota betekent "vriend". Daarna was de regio lang in Franse handen.
Een gedeelte van de staat werd door de Verenigde Staten verworven in een transactie die de Louisiana Purchase is gaan heten.
De rest volgde in 1818, toen hierover een verdrag werd gesloten met de Engelsen.
De standaardafkorting voor de "Peace Garden State", zoals de bijnaam luidt, is ND.
De hoofdstad is Bismarck.
De staat North Dakota behoort tot de Great Plains-regio en beslaat 183.272 km², waarvan 178.839 km² land is.
De staat behoort tot de Central tijdzone, afgezien van het zuidwesten, dat in de Mountain-tijdzone ligt.
De standaardafkorting voor de "Mount Rushmore State", zoals de bijnaam luidt, is SD.
De hoofdstad is Pierre.
De staat South Dakota behoort tot de Great Plains-regio en beslaat 199.905 km², waarvan 196.735 km² land is.
Het westen behoort tot de Mountain-tijdzone, het oosten tot de Central tijdzone.
South Dakota grenst in het noorden aan North Dakota, in het westen aan Montana en Wyoming, in het oosten aan Minnesota en Iowa en in het zuiden aan Nebraska.
North Dakota grenst in het noorden aan Canada, in het westen aan de staat Montana, in het oosten aan Minnesota en in het zuiden aan South Dakota.
De belangrijkste rivier is de Missouri.
Het hoogste punt in het vlakke North Dakota is de top van White Butte (1069 m).
De belangrijkste rivier is de Missouri.
Het grootste gedeelte van de staat is vrij vlak, maar in het westen bevinden zich de Black Hills en de Badlands.
Het hoogste punt is Harney Peak (2207 m).
In de Black Hills bevindt zich het wereldberoemde Mount Rushmore-monument.
De Badlands zijn rijk aan fossielen.
In 2000 telde North Dakota 642.200 inwoners (3.5 per km²).
De grootste stad is Fargo, dat vlakbij de grens met Minnesota ligt en samen met Moorhead (Minnesota) de agglomeratie Fargo-Moorhead vormt.
5 % van de bewoners is van Indiaanse afkomst.
In de staat liggen uitgestrekte reservaten.
Het bruto product van de staat bedroeg in 2001 19.0 miljard dollar, het minste van alle staten.
Landbouw en daaraan gerelateerde activiteiten zijn het belangrijkst.
North Dakota is onderverdeeld in 53 county's.
In 2000 telde South Dakota 754.890 inwoners (3.8 per km²) waarvan ongeveer 50% van de bevolking in een stedelijk gebied woont.
De grootste stad is Sioux Falls, in het zuidoosten.
In de staat liggen uitgestrekte Indianenreservaten.
Het bruto product van de staat bedroeg in 2006 100 miljard dollar.
South Dakota is onderverdeeld in 66 county's.
Aan het hoofd van de uitvoerende macht van de staat staat een gouverneur, die direct gekozen wordt door de kiesgerechtigden in de staat.
De wetgevende macht bestaat uit het Huis van Afgevaardigden van North Dakota (North Dakota House of Representatives) met 94 leden en de Senaat van North Dakota (North Dakota Senate) met 47 leden.
Aan het hoofd van de uitvoerende macht van de staat staat een gouverneur, die direct gekozen wordt door de kiesgerechtigden in de staat.
De wetgevende macht bestaat uit het Huis van Afgevaardigden van South Dakota (South Dakota House of Representatives) met 70 leden en de Senaat van South Dakota (South Dakota Senate) met 35 leden.
Bron : - wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
Ivy Mike is de bijnaam van de allereerste waterstofbom die ooit tot ontploffing werd gebracht.
Deze test werd uitgevoerd op de Marshalleilanden op 1 november 1952 (lokale tijd, in Europa was het nog 31 oktober).
De test had de codenaam Operation Ivy.
Mike was de eerste in het testprogramma.
Het was de eerste volledige test van een Teller-Ulamontwerp, een getrapte kernfusiebom.
Op 1 november 1952 om 7.15 uur werd de bom tot ontploffing gebracht.
Bij de explosie kwam er een kracht vrij van 10 tot 12 megaton.
77% van de kracht kwam echter van de straling van het uraniumomhulsel, wat automatisch betekende dat de bom een grote hoeveelheid fall-out zou produceren.
De vuurbal mat ongeveer 5 kilometer in diameter en de paddenstoelwolk bereikte een hoogte van 7 kilometer in minder dan 90 seconden.
Nog een minuut later zat de wolk al op 33 kilometer hoogte, waar hij tot stilstand kwam.
De kop van de wolk breidde zich uit tot een diameter van zo'n 161 kilometer terwijl de stam een diameter van ongeveer 32 kilometer had.
De John woog 62 ton. In wezen was het een gebouw dat eruit zag als een fabriek in plaats van als een superwapen.
Ivy Mike werd door Russische technici gezien als een thermonucleaire installatie.
In het midden zat een grote cilindervormige thermosfles, die de fusiebrandstof bevatte.
De bom was cryogeen en moest worden gekoeld.
De eerste trap was er om gunstige omstandigheden te scheppen voor de tweede trap.
Dit apparaat was ontworpen door Richard Garwin, een student bij Enrico Fermi, de Italiaanse natuurkundige.
Dit deed hij op advies van Edward Teller.
Er was besloten dat niets anders dan een één-op-één test de enige betrouwbare methode was om het Teller-Ulamontwerp te testen.
Garwin kreeg de instructie om conservatieve schattingen te gebruiken bij de test, en dat het wapen niet inzetbaar moest zijn.
De eerste trap was een TX-5 aangedreven splitsingsbom.
Die werd bewaard in een aparte ruimte in de bom om bevriezing tegen te gaan.
De tweede trap was een fusiebom, die vloeibaar deuterium gebruikte als aandrijving.
Dit werd gebruikt ondanks dat de stof moeilijk te hanteren was, maar het zou het experiment een flink stuk eenvoudiger maken en de resultaten makkelijker te analyseren.
In het midden van de fles zat een staaf plutonium (de bougie) om de fusie te starten.
Die werd omringd door een 4,5 ton wegend uranium omhulsel.
De binnenkant van dit omhulsel was bekleed met lagen lood en polyetheen, die een stralingskanaal vormden om de röntgenstraling van de eerste naar de tweede trap te leiden.
De functie van de stralen was om met hydrodynamica de tweede trap samen te drukken, zodat de dichtheid en temperatuur van het deuterium verhoogden tot het punt was bereikt waarop er een thermonucleaire reactie begon en vastgehouden kon worden.
De buitenste laag was een 25-30 centimeter dikke stalen laag.
De hele assemblage (bijgenaamd Sausage) met daarin de bom (die op het moment van aflevering een diameter van 2,03 meter had), was van neus tot staart 6,19 meter lang en woog 54 ton.
Het hele apparaat werd in een aluminium omhulsel gedaan om naar Enewetan verscheept te worden.
In totaal hebben er ongeveer 9.350 militairen en 2.300 burgers meegewerkt aan de ontwikkeling van Ivy Mike.
De explosie creëerde een krater met een diameter van 1,9 kilometer en een diepte van ongeveer 50 meter.
Deze verscheen op de plaats waar een paar minuten eerder het atol Elugelab was.
Hij veroorzaakte ook grote golven van soms wel 18 meter hoog.
De andere drie eilanden werden door deze golven en de drukgolf volledig schoongeveegd van vegetatie.
Dit werd waargenomen door een helikopter die een uur na de test over het gebied heen vloog.
De paddenstoelwolk was toen al opgelost.
Koraal dat op het eiland groeide, werd tot wel 48 kilometer verderop op schepen in de buurt neer gegooid.
De dichtstbijzijnde gebieden werden flink vervuild door de fall-out.
Dit was na enige tijd wel weer opgelost.
Het hele verhaal werd verfilmd door Lookout Mountain Studios.
Ook werd president Dwight D. Eisenhower geïnterviewd.
Dit werd gecensureerd op de radio en televisie en werd dagenlang herhaald.
Edward Teller, misschien wel de man die het meest achter het hele project had gestaan, was op het moment van de ontploffing in Californië.
Hij kreeg meteen na de explosie bericht dat de test een succes was, op basis van seismologisch onderzoek.
De trillingen waren over de hele wereld voelbaar.
In zijn memoires schrijft Teller dat hij een telegram stuurde naar zijn vrienden met uit veiligheidsoverwegingen uitsluitend de tekst: 'It's a boy.'
Bron : - wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
Bohemian Rhapsody (bij fans ook wel bekend als BoRhap of BoRap) is een stuk in rapsodische vorm van de Britse groep Queen.
De eerste keer uitgebracht op 31 oktober 1975.
Het verscheen op het album A night at the opera uit 1975 (21/11/1975).
Het was een wereldwijde hit voor de groep in 1975/1976, en de heruitgave in 1991 werd ook een groot hitsucces.
Het wordt algemeen beschouwd als één van de succesrijkste popnummers aller tijden.
Over de precieze betekenis van de tekst is weinig bekend; zanger en schrijver Freddie Mercury hield er niet van om in interviews zijn tekst uit te leggen.
Het 'operakoor' in het midden is ingezongen door drie leden van Queen (John Deacon zong niet mee).
Dit inzingen gebeurde zo vaak dat er uiteindelijk ca. 180 stemmen te horen waren.
De opnames van dit gedeelte van het nummer namen zo'n drie weken in beslag.
De platenmaatschappij zag het helemaal niet zitten dat dit nummer - ruim langer dan de gangbare drie minuten - zou worden uitgebracht op single.
Freddie Mercury gaf een kopie aan zijn goede vriend, radio DJ Kenny Everett, en zei (met een knipoog) dat hij het nooit in zijn show mocht afspelen.
Everett deed, naar Mercury's verwachting, precies het tegenovergestelde, en draaide uiteindelijk het nummer veertien keer op een dag.
Andere radiostations begonnen toen ook het nummer uit te zenden.
Er werd een videoclip bij opgenomen zodat de single tijdens hun tour alsnog op Top Of The Pops van de BBC kon verschijnen.
De clip was een van de eerste echte videoclips, maar artiesten als Elvis Presley, Bob Dylan, The Beatles, Roger Glover en zelfs Queen zelf hadden al eerder promotiefilmpjes gemaakt bij hun singles.
De clip van Bohemian Rhapsody is voor 100% op video gedraaid waarbij enkele eenvoudige technieken (zoals een facetlens) gebruikt werden voor de special effects.
Zo werd het videofeedbackeffect verkregen door de camera op een monitor te richten.
Deze clip werd in iets meer dan vier uur opgenomen en kostte slechts £4500.
Eind 1991 kende het nummer voor een tweede keer een groot succes.
Dit kwam enerzijds door het overlijden van Mercury en, met name in de Verenigde Staten, ook dankzij de film Wayne's World, waarin het nummer een prominente rol speelt.
Bohemian Rhapsody stond vanaf de eerste editie (1999) van de Top 2000 op nummer 1 tót de 2005-editie.
Het nummer werd toen van haar troon verstoten door Avond van Boudewijn de Groot na een actie van Radio 2 dj's om eens op een ander nummer te stemmen.
Erg succesvol was de actie echter niet: vanaf 2006 stond de hit terug op 1.
In de lijst van 2010 werd het nummer weer verstoten naar nummer 2, dit keer door het nummer Hotel California van de Eagles, maar ook deze keer was het eenmalig, in 2011 en 2012 stond Bohemian Rhapsody weer op nummer 1.
Trivia
In het Verenigd Koninkrijk staat Bohemian Rhapsody bekend als het enige nummer, waarin de naam werd genoemd van een heel ander nummer (Mamma Mia van ABBA), dat later Bohemian Rhapsody van de nummer 1-positie verdrong in de hitparade.
In 1987 nam de nep-rockband Bad News een versie van Bohemian Rhapsody op. De groep bestond uit vier leden van het comedy-gezelschap Comic Strip: Rik Mayall, Adrian Edmondson, Nigel Planer en Peter Richardson. De parodie werd geproduceerd door Queen-gitarist Brian May die hiervoor onder andere een uitzonderlijk valse variant op zijn eigen klassiek geworden gitaarsolo inspeelde.
De band kon het operagedeelte niet live spelen. Na Brian Mays gitaarsolo gingen de lichten uit, gingen de bandleden van het podium af, en werd het operagedeelte vanaf band gespeeld. Als Roger Taylor zijn beroemde hoge noot haalde aan het einde van het operagedeelte, kwam de band het podium weer op, begeleid door vuurwerk en een lichtshow, voor het hardrockgedeelte.
Op het Freddie Mercury Tribute Concert werd het nummer vertolkt als duet tussen Elton John en Axl Rose
Bij de tour met Paul Rodgers begint dit nummer met een opname van Freddie, die in Wembley Stadium zingt en piano speelt. Brian May en Roger Taylor spelen live mee. Na het operadeel zingt Paul Rodgers een deel, maar wisselt Freddie hem soms af. Het nummer eindigt met een opname van Freddie die een buiging naar het publiek maakt.
Er is ook een Muppet versie van Bohemian Rhapsody gemaakt waarin allerlei Muppets het hele nummer op een luidruchtige en drukke manier zingen.Het is geïntroduceerd op televisie op het kanaal Disney XD
De YouTube-persoon MysteryGuitarMan (Joe Penna) heeft een slide-whistleversie van dit lied gemaakt.
Het Gronings duo Rooie Rinus en Pé Daalemmer hebben op dit nummer een Groningse parodie gemaakt.
Bron : - wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
Jommeke is een personage bedacht door tekenaar Jef Nys, en tevens hoofdrolspeler uit de gelijknamige Vlaamse stripreeks.
Hij heeft een sprekende papegaai, Flip, als huisdier.
Jommeke is jarig op 30 oktober.
Jommeke is een slim en avontuurlijk jongetje van 10 jaar en 4 maanden, zoals tekenaar Jef Nys zelf ooit definieerde.
Hij is makkelijk herkenbaar aan zijn apart blond kapsel (het strooien dakje).
In de allereerste aparte Jommekesalbums (album nr. 1, nr. 2 en nr. 3) had Jommeke echter ongeveer de leeftijd van een vijfjarig jongetje.
Deze albums bevatten alleen maar losse grappen, en zijn later opgenomen in de huidige stripreeks.
Hij draagt al sinds het eerste verhaal (De jacht op een voetbal) een korte, zwarte broek, een blauwe trui zonder mouwen met daaronder een wit hemd waarvan de mouwen opgerold zijn. Intussen kunnen we, door zijn taalgebruik, kennis en omgang met technische apparatuur, veronderstellen dat hij wat opgroeide. Zo zegt Jommeke in album De grasmobiel dat hij elf jaar is. Hij beschikt vanaf album 214 ook over een gsm.
Hij woont met zijn ouders, vader Theofiel en moeder Marie, in de Hemelstraat in Zonnedorp. Het huisnummer is sinds album 78 bekend: nummer 12. Doch in het album De vergeten mijn is het huisnummer, en in het album De geest van Anakwaboe dan plots 10. Men houdt zich echter toch meestal wel aan het eerste huisnummer.
De meeste avonturen beleeft Jommeke tezamen met vriendje Filiberke en de tweelingmeisjes de Miekes: Annemieke en Rozemieke. Doorheen de reeks is er zelfs sprake geweest van een mogelijk huwelijk met Annemieke: zie albums De muzikale Bella en Filiberke gaat trouwen.
Jommeke wordt als braaf figuurtje gezien, maar wel af en toe toch ondeugend. Zo steelt hij eens brandstof uit een auto. Als vergoeding schrijft hij een briefje waarmee de eigenaar gratis een Jommekesalbum mag krijgen (zie album 21). Of hij maakt in album 26 een vrouwonvriendelijke opmerking na een auto-ongeluk met de woorden "Natuurlijk, een vrouw aan het stuur".
Zijn "strooien dakje" is in album 2, De zingende aap, uit overweldigende ontroering van moeder Marie eens volledig kaal geknipt. In album 200 wordt Jommekes kapsel in model geknipt door het plaatsen van een soepkom op zijn hoofd. In album 35, een verzameling losse grappen, loopt Jommeke eens rond met een Beatles-kapsel.
Zijn naam kreeg Jommeke van een volksfiguur van rond de tachtig jaar uit Wilrijk, het dorp waar Jef Nys woonde, en die graag een pint dronk en Jomme werd genoemd, wat op zijn beurt een verbastering is van de Franse voornaam Guillaume (Willem).
Onderscheidingen
Doorheen de reeks ontvangt Jommeke tal van onderscheidingen en beloningen voor zijn weldaden.
Heel wat landen en overheden kennen hem titels en medailles toe.
Jommeke en zijn vrienden vinden doorheen de reeks heel wat schatten.
Veel van die schatten geven ze terug aan de rechtmatige eigenaars. Soms is dit zelfs een heel volk.
Andere keren geven ze de schat aan de zwakken in de samenleving.
In sommige verhalen mogen ze er een stukje van houden.
In 1997 werd in Middelkerke van Jommeke, samen met Flip, op het Epernayplein een standbeeld gemaakt.
Het is tevens het oudste stripfigurenstandbeeld in Middelkerke.
Door vandalen werd het standbeeld wel beschadigd.
Ook aan de gemeentelijke bibliotheek van Temse werd een standbeeld van Jommeke gemaakt, en dat in 1998.
Op 1 juli 2011 opende in Koksijde in het IJslandvaardershuisje Nys-Vermoote een klein museum waarin Jommeke de bezoeker gidst doorheen de geschiedenis van Koksijde als badplaats.
In dit huisje waar zijn grootvader en oom woonden, kwam de geestelijke vader van Jommeke, Jef Nys, vaak logeren.
Bron : - wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
Burger King (vaak afgekort tot BK) is een internationale fastfoodketen, die voornamelijk hamburgers, friet, verschillende snacks en frisdrank verkoopt.
Het hoofdkantoor is gevestigd te Miami in de Verenigde Staten.
In Nederland zijn er 56 Burger King-vestigingen.
Burger King verkoopt voornamelijk hamburgers, meerdere soorten kipsandwiches, friet, snacks, ontbijt gerechten, frisdrank en desserts.
Logo 1957 - 1969
afbeelding op logos.wikia.com CC 3.0
Geschiedenis
De eerste Burger King werd geopend op 4 december 1954 in Miami, Florida, Verenigde Staten door twee studenten (Jim McLamore en David Edgerton) van de Cornell University School of Hotel Administration.
McLamore had een hamburgerverkooppunt van Dick en Mac McDonald bezocht in San Bernardino te Californië, en het potentieel ingezien van een productie-achtige hamburger outlet.
1954: James McLamore en David Edgerton richten de Burger King Corporation op.
1957: De Whopper werd gelanceerd.
1959: Het bedrijf groeit door middel van franchising.
1963: De eerste buitenlandse vestiging wordt geopend (in Puerto Rico).
1967: Burger King wordt verkocht aan de Pillsbury Company.
1975: De eerste Europese vestiging wordt geopend, in Madrid te Spanje.
1977: Donald Smith wordt aangenomen om het franchise-systeem te herstructureren.
1981: De eerste vestiging in Nederland wordt geopend aan de Lijnbaan in Rotterdam.
1989: Grand Metropolitan neemt Pillsbury Company over.
1997: Grand Metropolitan vormt samen met Guinness Diageo plc.
1999: Een nieuw logo wordt geïntroduceerd en de inrichting van de restaurants wordt vernieuwd.
2002: Een groep investeerders geleid door Texas Pacific Group neemt Burger King over.
2010: Aankondiging dat 3G Capital Burger King overneemt voor een bedrag van 3.26 miljard dollar (3.12 miljard euro).
2012: Burger King kondigt aan vestigingen te willen openen in België.
Burger King restaurant in Kamen, Duitsland
auteur : Rainer Knäpper copyleftCC 2.0
Burger King verkoopt voornamelijk hamburgers, meerdere soorten kipsandwiches, friet, snacks, ontbijt gerechten, frisdrank en desserts.
Hamburgers
Burger Kings belangrijkste product is de Whopper. De Whopper is een sandwich bestaande uit een Whopperpatty (rundvlees), mayonaise, sla, tomaat, ketchup, ui en augurk op een broodje met sesamzaad. Dit product is over de hele wereld te koop.
De Angus Burger is een groter broodje met Angus-rundvlees. Het wordt verkocht met mayonaise, sla, tomaat, ui en steaksaus op een maisbroodje. Dit product is verkrijgbaar in Noord-Amerika, Portugal, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. In Italië wordt dit broodje de 'Big Boss Burger' genoemd.
De Big King XXL bestaat uit 2 Whopperpatties, 3 plakjes kaas, Big King-saus, sla, ui en augurk, op een broodje van sesamzaad. De kleinere Big King is hetzelfde als de Big King XXL, maar bestaat dan uit 2 kleinere hamburgerpatties en 2 plakjes kaas. Deze producten worden alleen in Europa verkocht.
Ook worden er kleinere broodjes verkocht zoals de 'Hamburger' (hamburgerpatty, augurk, ketchup en mosterd) en de 'Cheeseburger' (hetzelfde als de Hamburger maar dan met een plakje kaas).
Don Giovanni (KV527) is een opera van Wolfgang Amadeus Mozart in twee bedrijven naar een libretto van Lorenzo da Ponte.
De opera is op 14 oktober 1787 voor het eerst opgevoerd in Praag ter gelegenheid van het huwelijk van een nicht van keizer Jozef II, maar de officiële première was op 29 oktober in datzelfde jaar.
De opera werd na een jaar opgevoerd in Wenen op uitdrukkelijk verzoek van Jozef II die de opera uiteindelijk nooit te zien kreeg.
De opera sloeg niet aan bij het publiek in Wenen en werd maar een paar keer opgevoerd, ondanks pogingen van Mozart en Da Ponte om de opera aan te passen.
'Don Giovanni' wordt nog steeds regelmatig opgevoerd in de grotere operahuizen.
De opera behoort, samen met Così fan tutte en Le Nozze di Figaro, tot de 'grote Italiaanse drie' van Mozart.
Een van de opmerkelijkste uitvoeringen van de opera, is de verfilming ervan door Joseph Losey, die op diverse locaties in Venetië en Vicenza ( waaronder het Teatro Olimpico van Palladio) is opgenomen.
De villa "La Rotonda" (ook van de architect Palladio) speelt een prominente rol in deze sfeervolle verfilming.
Rolverdeling
Don Giovanni, jonge edelman, vrouwenversierder - bariton
Donna Anna, verloofde van Don Ottavio - sopraan
Donna Elvira, verlaten door Don Giovanni - sopraan
Leporello, knecht van Don Giovanni - bas
Don Ottavio, verloofde van Donna Anna - tenor
Zerlina, een boerenmeisje, bruid van Masetto - sopraan
Masetto, een boerenjongen, de bruidegom van Zerlina - bas
Il Commendatore, commandeur en vader van Donna Anna - bas
Het verhaal is gebaseerd op de mythe van Don Juan.
Eerste bedrijf
Don Giovanni verleidt Donna Anna, maar neemt te grote stappen naar haar smaak en wordt het huis uitgejaagd waar hij stiekem binnengeslopen was. De vader van Anna, Il Commendatore, achtervolgt Don Giovanni en de twee raken in een zwaardgevecht verwikkeld. De Commendatore stort dodelijk gewond ter aarde en Don Giovanni vlucht, samen met zijn knecht Leporello. Donna Anna eist van haar verloofde Don Ottavio dat hij de dood van haar vader wreekt.
Don Giovanni heeft een oogje op alle vrouwen dus ook op het boerenmeisje Zerlina. Maar hij vergeet nog wel eens dat hij sommige dames al een keer verlaten heeft en dat dit niet op prijs gesteld wordt. Zo ontmoet hij Donna Elvira, met wie hij al een relatie gehad heeft, die uiteraard boos is op hem en Zerlina snel in bescherming neemt. Masetto, die inmiddels gehoord heeft van de verleidingspogingen van Don Giovanni richting zijn vriendin, is woedend maar wordt gekalmeerd door Zerlina en ziet af van verdere stappen.
Op één van de feestjes van Don Giovanni, is het de taak van Leporello om Masetto af te leiden zodat Giovanni nog eenmaal kan proberen Zerlina te verleiden. Elvira, Anna en Ottavio komen ook op het feest, gemaskerd, omdat zij Don Giovanni willen confronteren met zijn misdaad en zijn schandelijke manier van leven. Na een harde schreeuw van Zerlina die buiten beeld waarschijnlijk wordt aangerand, verklaart Giovanni aan de toegesnelde aanwezigen, waaronder de gemaskerde gasten, dat hij niets gedaan heeft, maar dat hij zijn knecht Leporello zal straffen voor zijn wandaden. Niemand gelooft hem natuurlijk en Elvira, Anna en Ottavio en nu ook Masetto beloven elkaar nu echt wraak te zullen nemen.
Tweede bedrijf
Leporello, de knecht, voelt zich eigenlijk niet meer veilig bij zijn meester en wil hem verlaten, maar hij wordt snel weer omgekocht door Don Giovanni met een extra salaris. Omdat Giovanni denkt dat hij meer kans maakt bij de dienstmeid van Donna Elvira als hij zich als knecht kleedt, wisselen Leporello en Giovanni van kleren. Giovanni ontmoet op straat Masetto en een groep gewapende dorpelingen die van plan zijn om Don Giovanni te pakken. Ze herkennen hem niet, en Giovanni, als Leporello verkleed, belooft hen te helpen om zijn 'meester' om het leven te brengen. Als de dorpelingen alle kanten op gestuurd zijn om te zoeken en Giovanni alleen is met Masetto, geeft hij hem een harde klap en vlucht.
Leporello, verkleed als Giovanni, heeft zijn taak om Elvira af te leiden erg serieus genomen en Elvira is weer helemaal in de wolken. Als hij eindelijk kans ziet om weg te sluipen van Elvira, komen Anna, Ottavio en later Zerlina en Masetto eraan. Die denken allemaal dat hij Don Giovanni is en Leporello ziet nog net kans om zijn ware identiteit te onthullen en te ontkomen.
Giovanni en Leporello ontmoeten elkaar weer op een begraafplaats vlakbij het graf van de Commendatore en Don Giovanni roept tegen een manshoog beeld op het graf dat de Commendatore is uitgenodigd voor het eten. Het beeld accepteert de uitnodiging met een knik van het hoofd.
Tijdens het avondeten van Giovanni, die bediend wordt door Leporello, stormt Elvira binnen en smeekt hem om zijn levenswijze aan te passen, maar hij weigert zelfs ook maar om te luisteren. Als ze weggaat, slaat ze een harde schreeuw en Leporello gaat op onderzoek uit. Hij vindt het standbeeld bij de deur en het beeld eist herhaaldelijk van Don Giovanni dat hij zijn leven betert, en nodigt hem uit mee te gaan om nu eens bij hem te dineren. Don Giovanni weigert keer op keer zijn leven te beteren, maar zegt toe te komen dineren. Hij wordt daarop door vlammen vanuit de hel verzwolgen.
Als de rook is verdwenen komen Anna, Elvira, Ottavio, Zerlina en Masetto samen met een aantal politieagenten binnen om Don Giovanni te arresteren. Leporello beschrijft wat er gebeurd is; Don Giovanni is gewroken voor zijn daden. Anna en Ottavio trouwen na een jaar, Elvira gaat het klooster in, Zerlina en Masetto gaan samen naar huis en Leporello gaat in de kroeg op zoek naar een betere meester.
Bron : - wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
De burgemeester is in België het hoofd van het gemeentebestuur en wordt door de gewestregering benoemd uit de leden van de gemeenteraad voor een periode van zes jaar. De gemeenteraadsleden kunnen daarvoor kandidaten voordragen bij de provinciegouverneur. In uitzonderlijke gevallen kan de burgemeester ook worden benoemd buiten de verkozenen voor de gemeenteraad.
De burgemeester staat aan het hoofd van de gemeentelijke administratie en is meestal voorzitter van de gemeenteraad (sinds 2007 kan in Vlaanderen een gemeenteraad zijn eigen voorzitter kiezen) en het college van burgemeester en schepenen. Daarnaast staat hij ook aan het hoofd van de lokale politie op bestuurlijk vlak of zetelt hij in de politieraad indien het lokale politiekorps verschillende gemeenten bedient. Hij moet ervoor zorgen dat de wetten en de besluiten van hogere overheden uitgevoerd worden.
Belgische burgemeesters dragen een sjerp in de kleuren van de Belgische vlag. Franstalige burgemeesters heten in België "bourgmestre"; opmerkelijk want in Frankrijk heet de functie "le maire".
Bij de staatshervorming van 2001 (Lambermontakkoord) werd de bevoegdheid inzake de organisatie van de lokale besturen overgedragen aan de drie Gewesten, zodat er geleidelijk aan verschillende regelingen ontstaan voor het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het Vlaams Parlement keurde op 6 juli 2005 een nieuw gemeentedecreet goed waarin de rol en bevoegdheden van alle actoren in de lokale besturen grondig werden geherdefinieerd.
In Wallonië wordt sinds 2006 de burgemeester zo goed als rechtstreeks verkozen: de verkozene met de meeste voorkeurstemmen op de lijst met de meeste stemmen binnen de gevormde meerderheidscoalitie, wordt automatisch voorgedragen als burgemeester.
In Wallonië luidt de eed die burgemeesters moeten afleggen "Je jure fidélité au Roi, obéissance à la Constitution et aux lois du peuple belge." terwijl dit in Vlaanderen slechts "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen." is.
Praktijk
In België werd - in het verleden - het burgemeesterschap dikwijls gekenmerkt door lange bestuursperiodes door één en dezelfde persoon of familie.
Alfred Amelot was 68 jaar burgemeester in de gemeente Zingem, zijn grootvader Jacobus Christiaens Amelot was het 46 jaar.
August Lippens was 47 jaar burgemeester van Moerbeke en ook de volgende 73 jaar werd de sjerp door iemand van de familie Lippens gedragen.
Jules Maenhaut van Lemberge, 52 jaar burgemeester van Lemberge.
Joseph Matthys stond 60 jaar aan het hoofd van de gemeente Herzele.
Carlos van Crombrugghe werd in 1956 gevierd voor 50 jaar burgemeesterschap, 7 leden van zijn familie bestuurden er de voormalige gemeente Sint-Martens-Leerne. Samen waren ze goed voor 148 jaar bestuur.
Tot op heden (2013) is Joseph Browaeys burgemeester - sinds 1965 - van Horebeke.
De burgemeesters kwamen meestal uit de families van regenten, adel, grootgrondbezitters, hereboeren of industriëlen. Die namen dan zelf de taak op of lieten het over aan anderen. In België waren de burgemeesters vroeger vaak bierbrouwers, zoals in de gemeenten Merchtem, Laarne, Opwijk, Steenhuffel, Wieze, Landegem en Ulbeek.
Pas na de Tweede Wereldoorlog kwam er een democratisering van het ambt.
België kent het fenomeen van de "verhinderd burgemeester": ambtsdragers die de uitvoering van hun bevoegdheden overlaten aan een waarnemer omdat zij een conflicterende dubbelfunctie hebben aanvaard, bijvoorbeeld die van minister of eurocommissaris. Zo is federaal premier Elio Di Rupo nog steeds burgemeester van Bergen en eurocommissaris Karel De Gucht burgemeester van Berlare. Er wordt ook wel gesproken van "titelvoerend burgemeester".
Districtsburgemeester
Sinds de decentralisatie in 2001 hebben de Antwerpse districten ook een uitvoerend districtscollege met "districtsschepenen" en een "districtsvoorzitter" of ook wel "districtsburgemeester" genoemd.
De Dassault-Bréguet Super-Étendard is een aanvalsjager van Dassault Aviation.
Oorspronkelijk wertd hij ontwikkeld ter vervanging van zijn voorganger de Dassault Étendard IV.
Ook dit type is geschikt voor operaties vanaf vliegdekschepen van de Franse marine-luchtvaartdienst (Aéronavale).
Er werden 75 stuks besteld om dienst te doen bij de Aéronavale; hiervan gingen in de loop der tijd 7 verloren ten gevolge van ongevallen en werd er 1 afgeschoten tijdens operaties boven Bosnië.
Het toestel is eveneens operationeel bij de Argentijnse marine.
Deze bestelde er 14 stuks (samen met de speciaal voor dit toestel ontwikkelde antischeepsraket van het type Exocet), nadat de Verenigde Staten weigerden om hun verouderde A-4 Skyhawks aan Argentinië te verkopen.
Een klein aantal heeft voor de Iraakse luchtmacht gevlogen tijdens de Irak-Iranoorlog.
De Super-Étendard is gebaseerd op de Dassault Étendard IV.
Toen de Franse marine in de jaren 1960 naar een geschikte opvolger zocht voor de verouderde Dassault Étendard IV en de Vought F-8 Crusader, ontwierp de Franse ontwerper Dassault de Super-Étendard, een sterkere en geperfectioneerde doorontwikkeling van de Étendard IV, met een speciaal voor dit toestel ontwikkeld wapensysteem, de AM-39 Exocet-antischeepsraket.
Ook is de Franse versie van de Super-Étendard in staat tot het afwerpen van de nucleaire Air Sol Moyenne Portee (ASMP)-raket; de Argentijnse toestellen hebben deze techniek niet.
Het prototype vloog voor het eerst op 28 oktober 1974.
De Franse Aéronavale bestelde 80 stuks die vanaf 1978 geleidelijk werden ingevoerd.
Toestellen uit de eerste productieseries vlogen voor het eerst in november 1977.
De eerste Super-Étendard-marine-eenheden werden operationeel in juni 1979.
De Super-Étendards werden vanaf 2006 geleidelijk vervangen en zullen vanaf 2012 zijn uitgefaseerd bij de Franse Aéronavale.
Vanaf 2007 werden de ASMP-missies met dit toestel daarom overgedragen aan een extra Dassault Mirage 2000N-squadron van de Franse Armée de l'Air.
In 2012 gaat de ASMP-taak weer terug naar de Aéronavale bij de activering van een nieuw Dassault Rafale M-squadron.
Bron : - wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
Een burgemeester wordt in Nederland door de Kroon benoemd, nadat het kabinet met de benoeming heeft ingestemd op grond van een voordracht door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gebaseerd op een aanbeveling van de gemeenteraad van de bewuste gemeente. In een aantal gemeenten (Delfzijl, Best, Vlaardingen, Boxmeer, Leiden, Zoetermeer, Utrecht en Eindhoven) is een burgemeestersreferendum gehouden, waarin de bevolking kon kiezen tussen twee kandidaten. Dit referendum had een raadplegend karakter en was niet bindend. Aangezien de ervaringen niet positief waren (lage opkomst bij referenda en beperkte keuze voor de kiezer) wordt het burgemeestersreferendum niet meer toegepast.
Nederlandse burgemeesters dragen (in bepaalde omstandigheden) een ambtsketen en worden benoemd voor een ambtsperiode van zes jaar. Na afloop van die termijn van zes jaar zijn zij telkens weer voor zes jaar herbenoembaar. Bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd kan een burgemeester zijn ontslag indienen. In oktober 2006 heeft het Kabinet aangekondigd te zullen bevorderen dat burgemeesters niet langer na het bereiken van de leeftijd van 65 jaar "automatisch" zouden worden ontslagen. Sinds 11 mei 2007 kan een burgemeester nu desgewenst zijn ambt blijven bekleden tot hij de leeftijd van 70 jaar heeft bereikt. Na het bereiken van de 70-jarige leeftijd wordt hem ontslag verleend. Een burgemeester verzoekt om ontslag bij het bereiken van deze leeftijd, zodat hem "op zijn verzoek" eervol ontslag kan worden verleend. In 2009 kondigde PvdA-minister Guusje ter Horst aan dat zij voornemens was om het burgemeesters niet toe te staan langer dan 3 termijnen (18 jaar) in het ambt te zijn van 1 gemeente. Na kritiek van haar coalitiegenoten VVD en CDA trok zij dit voorstel weer in.
In het verleden zijn er burgemeesters geweest die ook nog na hun 70e burgemeester waren. De burgemeesters met de langste ambtstermijn in de Nederlandse geschiedenis bij 1 gemeente zijn Nicolaas Stephanus van Meurs, die tussen 1802 en 1863 61 jaar burgemeester van Heerde was en Jan Dirk Preuijt die tussen 1825 en 1886 eveneens 61 jaar burgemeester van Geervliet was.
In de Grondwet staat een bepaling dat de burgemeester bij Koninklijk Besluit wordt benoemd. In 2002 is een wetsvoorstel aanvaard om deze bepaling uit de Grondwet te schrappen. Het wetsvoorstel is door beide Kamers der Staten-Generaal aanvaard in eerste lezing. De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel in 2002 zonder debat bij acclamatie aangenomen (in de eerste aanleg).
Op 22 maart 2005 heeft de Eerste Kamer dit wetsvoorstel in tweede lezing met 42 tegen 31 verworpen, waardoor de Grondwet ongewijzigd bleef. Dit heeft tot gevolg dat er vooralsnog geen gekozen burgemeester in Nederland komt.
De burgemeester vormt samen met de wethouders het dagelijks bestuur van de gemeente, het college van burgemeester en wethouders geheten (of vaak ook wel kortweg het college van B en W genoemd).
De burgemeester is voorzitter van het college van burgemeester en wethouders en heeft stemrecht. Als de stemmen staken is die van de burgemeester doorslaggevend.
ambtsketting van de gemeente Bernisse
foto Aletta Van Starrenburg op www.ad.nl
De burgemeester is voorzitter van de gemeenteraad maar kan niet tevens raadslid zijn. In de gemeenteraad heeft hij geen stemrecht. In 2008 is een eerste stap gezet om het voorzitterschap van de gemeenteraad niet meer verplicht bij de burgemeester te leggen door deze bepaling uit de Grondwet te schrappen, maar de Gemeentewet blijft deze verplichting vooralsnog voorschrijven.
Iemand kan gelijktijdig burgemeester zijn van meer dan één gemeente. Op het moment van de benoeming van de burgemeester mogen die gemeenten samen niet meer dan 10.000 inwoners hebben. Vanwege de samenvoeging van gemeenten (gemeentelijke herindeling), zijn er steeds minder kleine gemeenten die een burgemeester delen met een andere.
De burgemeester moet wonen in de gemeente - of in één van de gemeenten - waarvan hij burgemeester is. Een van buiten de gemeente benoemde burgemeester moet uiterlijk binnen één jaar nadat hij is benoemd zijn verhuisd. Gemeenteraden kunnen een ontheffing verlenen van deze verplichting, bijvoorbeeld als de gemeente op de nominatie staat om heringedeeld te worden binnen de ambtstermijn van de burgemeester.
ambtsketting van de gemeente Schiermonnikoog
foto op www.dorpsbode.nl
Bevoegdheden en taken
De burgemeester is in Nederland NIET het hoofd van de gemeente. Hoofd van de gemeente is de gemeenteraad.
Als voorzitter van het college en de raad heeft de burgemeester mede tot taak om de kwaliteit van het bestuur in de gemeente te bewaken en de interne afstemming binnen de gemeente te bevorderen.
De burgemeester is niet alleen voorzitter van de raad en voorzitter van het college. Hij is ook zelf een bestuursorgaan en heeft zijn eigen bevoegdheden. Deze hebben vooral betrekking op openbare orde en veiligheid. De burgemeester heeft het toezicht op openbare bijeenkomsten en op voor het publiek openstaande gebouwen, zoals horecagelegenheden. In geval van nood is hij bevoegd noodbevelen te geven en noodverordeningen vast te stellen. De burgemeester heeft het opperbevel bij brand en ongevallen, waarbij de brandweer is ingeroepen. Ook heeft de burgemeester representatieve taken. Hij vertegenwoordigt de gemeente "in en buiten rechte", dus als de gemeente partij is in een rechtszaak maar ook als namens de gemeente stukken moeten worden ondertekend.
De burgemeesters van Alkmaar, Amsterdam, Almere, Apeldoorn, Arnhem, Assen, Den Haag, Dordrecht, Eindhoven, Enschede, Groningen, Haarlem, 's-Hertogenbosch, Hilversum, Leeuwarden, Leiden, Maastricht, Middelburg, Nijmegen, Rotterdam, Tilburg, Utrecht, Venlo, Zaanstad en Zwolle zijn ook korpsbeheerder van de politie.
Elk jaar brengt de burgemeester het burgerjaarverslag uit. Daarin wordt verslag uitgebracht onder andere over de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening richting de burger, inspraak en burgerparticipatie.
De metro van New York (Amerikaans-Engels: New York City Subway) is met een netlengte van 368 kilometer één van de grootste metronetwerken ter wereld en bedient vier van de vijf boroughs van New York City: Manhattan, The Bronx, Brooklyn en Queens.
Het netwerk wordt geëxploiteerd door MTA New York City Transit, onderdeel van de Metropolitan Transportation Authority (MTA).
De geschiedenis van de metro gaat terug tot het einde van de 19e eeuw, toen de eerste stadsspoorlijn op een viaduct (een zogenaamde 'elevated') werd geopend.
Meer bovengrondse metro's volgden in de decennia daarop en liepen via Second, Third, Sixth en Ninth Avenue.
Geen van deze bovengrondse lijnen bestaat vandaag de dag nog op Manhattan; de Third Avenue Elevated sloot in 1953.
De eerste ondergrondse lijn werd geopend op 27 oktober 1904.
De 'slagaders' van het netwerk zijn de noord-zuidtunnels door Manhattan.
Deze tunnels liggen elk onder een van de 'avenues'.
Door de tunnels loopt meestal een aantal verschillende lijnen, die zich in de andere stadsdelen (zoals Brooklyn) opsplitsen in verschillende richtingen.
Op het hoofdtraject wordt meestal zowel een stop- als een sneldienst aangeboden, een uniek kenmerk van de metro in New York.
Om deze reden zijn de tunnels in Manhattan meestal viersporig uitgevoerd.
De lijnen van de voormalige BMT en IND worden met letters aangeduid (A, B, C, D, E, F, G, J, L, M, N, Q, R en Z); die van de voormalige IRT met nummers (1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7).
Daarnaast is er een aantal shuttlediensten die alle met de letter S worden aangeduid.
De diensten die samen één bundel door Manhattan vormen krijgen elk gezamenlijk een kleur; zo kent de bundel onder Broadway/7th Avenue (lijnen 1, 2 en 3) de kleur rood.
De metro rijdt 24 uur per dag. 's Nachts is de dienst wel sterk uitgedund, waarbij de meestal korte 'local'-diensten vervallen en de langere 'express'-diensten om die reden op alle stations stoppen.
In tegenstelling tot de metro in bijvoorbeeld Londen of Moskou, liggen de tunnels in New York niet diep onder de grond.
In plaats van lange roltrappen of liften zijn één of twee korte trappen meestal voldoende om het perron te bereiken.
Vanwege de ouderdom van de metro voldoen de stations in omvang, kwaliteit en uitstraling vaak niet aan de eisen die vandaag aan dergelijke netwerken gesteld worden.
In de buitenwijken loopt de metro vaak boven de grond, in veel gevallen op een typisch Amerikaans 'elevated'-viaduct van gietijzer boven de straat.
De New York City Subway heeft 468 stations. De meeste stations in Manhattan liggen ondergronds, in de buitenwijken ook bovengronds.
De stations zijn vanaf het begin voorzien van sierlijke keramische tegels of architectonische elementen waarmee men een bepaalde stijl wilde bereiken.
Het gebruik van het tegelwerk wordt tot op de dag van vandaag toegepast.
Ook bestaat er het Arts for Transit programma waarbij kunstenaars hun werk permanent of tijdelijk tentoon kunnen stellen in de stations.
Sinds 1987 heeft de MTA het Music Under New York waarbij muzikanten in een wedstrijd een plaats kunnen winnen om te mogen spelen in een metrostation.
Zonder toestemming is het verder verboden om muziek te maken of op een andere manier geld te verdienen in de metro.
Toiletten zijn vrij zeldzaam.
In het verleden gebouwde faciliteiten zijn gesloten in verband met vandalisme, drugsgebruik en ruimtegebrek.
Slechts een klein aantal grote stations heeft wel toiletten.
Bron : - wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
De burgemeester is een bestuursfunctionaris op gemeentelijk niveau.
Internationaal is er een verscheidenheid aan functies en macht die een burgemeester heeft.
Engels : Mayor Duits : Bürgermeister Frans : Le maire
De burgemeester (Walter De Donder) in Samson en Gert
foto op www.studio100fan.eu
Landen gebruiken verschillende titels om de functie van burgemeester van een grote stad aan te duiden.
Verenigd Koninkrijk
In Engeland, Wales en Noord-Ierland is het een ceremoniële functie. Een Lord-Mayor heeft reguliere mayors onder zich, met uitvoerende bevoegdheden. De volgende steden hebben een Lord-Mayor:
In Engeland: Birmingham, Bradford, Bristol, Canterbury, Chester, Coventry, Exeter, Kingston upon Hull, Leeds, Leicester, Liverpool, City of London, Manchester, Newcastle upon Tyne, Norwich, Nottingham, Oxford, Plymouth, Portsmouth, Sheffield, Stoke-on-Trent, City of Westminster en York
In Noord-Ierland: Belfast
In Wales: Cardiff en Swansea
Schotland gebruikt in plaats van de titel Lord Mayor de titel Lord Provost. Steden met een Lord Provost zijn: Aberdeen, Dundee, Edinburgh en Glasgow.
Lord Mayor of Londen Fiona Woolf (2013)
foto op www.facebook.com
Gemenebest
In Australië is Lord Mayor een politieke functie en bestaat in de volgende steden:
Adelaide, Brisbane, Darwin, Hobart, Melbourne, Newcastle, Parramatta, Perth, Sydney en Wollongong.
In Canada is de enige plaats met een Lord Mayor Niagara-on-the-Lake, de eerste hoofdstad van de Britse kolonie Opper-Canada.
In Ierland is Lord Mayor ook een ceremoniële functie die bestaat in Dublin en Cork.
De Maleisische stad Kuala Lumpur heeft sinds 1972 een Lord Mayor.
Lord Mayor, Councillor John Chedid van Parramatta (2013)
foto op www.uws.edu.au
Europa
In Denemarken bestaat de titel Overborgmester, een functie die alleen in de hoofdstad Kopenhagen voorkomt.
In Duitsland wordt de titel Oberbürgermeister in enkele grote steden gebruikt. Een Oberbürgermeister heeft Bürgermeister onder zich. De invulling verschilt van deelstaat tot deelstaat. In de steden Bremen, Hamburg en Berlijn, die zelf een deelstaat vormen, bestaat de titel niet. Bremen heeft de titel Bürgermeister und Präsident des Senats, Hamburg de titel Erster Bürgermeister en Berlijn de titel Regierender Bürgermeister.
In Finland bestaat de titel ylipormestari voor de burgemeester van de hoofdstad Helsinki.
In Tsjechië bestaat de titel Primátor, waarmee de burgemeester wordt aangeduid van een van de 23 statutaire steden (Tsjechisch: statutární mesto), de grotere Tsjechische steden.
Oberbürgermeister van München Christian Ude (2011)
foto: picture alliance / dpa op www.sueddeutsche.de
Etymologie
De wijze waarop burgemeester in het Nederlands gespeld wordt, gaat terug op de etymologische oorsprong.
Burgemeester is van oudsher namelijk de samenstelling van de woorden burg en meester.
Burg heeft met andere woorden die eindigen op een fricatief, in de loop van de ontwikkeling van het Middelnederlands een slot-t gekregen, vergelijkbaar met rijst.
Hierdoor werd de /g/ stemloos, en dus geschreven als ch, waardoor het woord burcht ontstond.
De burgemeester is van oudsher de eindverantwoordelijke voor de burcht en verleende mensen het recht zich hierin terug te trekken tijdens noodtoestanden, waarbij de rechthebbenden burgers werden genoemd.
Burger en burgemeester zijn afgeleid van burg.
In plaatsnamen als Middelburg en Domburg is het verschijnsel van de slot-t niet opgetreden en blijft het oorspronkelijke burg herkenbaar.
Zodoende schrijft men ook in het hedendaags Nederlands burgemeester, terwijl burgervader een r krijgt aan het einde van het eerste lid van de samenstelling, omdat dit woord etymologisch gezien een samenstelling is van burger en vader.
De P-51 Mustang was een Amerikaans langeafstandsjachtvliegtuig en jachtbommenwerper uit de Tweede Wereldoorlog, ontworpen door North American Aviation.
Het toestel kwam in het midden van de oorlog in dienst als langeafstands-escortejager en deed ook dienst in het begin van de Koreaanse Oorlog en diverse andere oorlogen.
laatste oorlog waarin de P51 gebruikt werd is de Voetbaloorlog van 1969 tussen El Salvador en Honduras.
De P51 Mustang werd bedacht, ontworpen en gebouwd door North American Aviation (NAA), onder leiding van hoofdontwerper Edgar Schmued, in antwoord op een door de Britse Inkoopcommissie rechtstreeks aan NAA toegezonden specificatie.
Het prototype NA-73x-casco werd, zonder motor, gepresenteerd op 9 september 1940, 102 dagen nadat het contract werd ondertekend en vloog voor het eerst op 26 oktober 1940.
Luftwaffecommandant Hermann Göring zou volgens Adolf Galland, een Luftwaffegeneraal, hebben gezegd dat hij wist dat de oorlog weldra voorbij zou zijn toen hij Mustangs boven Berlijn zag.
In de Koreaanse Oorlog werd, naast de P51 (in 1948 omgedoopt in F51), de F-82 ingezet.
Er werd onder andere voor gronddoelen uitvoerig gebruikgemaakt van de F-82E.
Als nachtjager werd in Korea onder andere de F82-F en -G ingezet.
Dit was een uit twee rompen bestaande dubbele uitvoering: de "Twin Mustang".
De P51 Mustang is tot 1984 gebruikt door de luchtmacht van de Dominicaanse Republiek.
Vele honderden worden in 2013 luchtwaardig gehouden door 'Warbird'-verzamelaars.
De Mustang werd oorspronkelijk ontworpen om de Allison V-1710-motor, die slechts beperkte prestaties op grote hoogte leverde.
Het werd voor het eerst operationeel gevlogen door de Royal Air Force (RAF) als een tactisch verkenningsvliegtuig en jachtbommenwerper.
De toevoeging van de Rolls-Royce Merlin bij het P-51B / C model veranderde prestaties van de Mustang op hoogten boven 15000 feet (5000 m), zodat de het jachtvliegtuigen van de Luftwaffe evenaarde of overtrof.
De definitieve versie, de P-51D, werd aangedreven door de Packard V-1650-7, een in licentie gebouwde versie van de Rolls-Royce Merlin 60, een tweetraps compressormotor met twee snelheden.
Deze motor was de ideale combinatie met het laminaire vleugelprofiel.
Het toestel verbruikte in vergelijking met andere vliegtuigen relatief weinig brandstof en beschikte over een grote brandstofcapaciteit.
Dit maakte het toestel tot een ideale escortejager.
Niet alleen de RAF was afnemer; het Amerikaanse leger had behoefte aan een nieuw verkenningsvliegtuig dat ook dienst kon doen als jacht- en grondaanvalsvliegtuig.
De Mustang kreeg bij het Amerikaanse leger eerst een grondaanvalstaak, als duikbommenwerper.
Zo werd het onder andere ingezet voor het escorteren van langeafstandsbommenwerpers, zoals de B-17 Flying Fortress en B24 Liberator, boven Duitsland tot voorbij Berlijn en de B-29 Superfortress boven Japan.
In 1944 kreeg de P-51D 6 machinegeweren in plaats van 4 waardoor hij een verbeterde vuurkracht had.
Bij de Mustang werd een zogeheten 'laminar flow'-profiel toegepast.
De grootste dikte van het profiel ligt verder naar achter op de koorden dan bij de tot dan toe gebruikelijke profielen waardoor de stroming langer het profiel blijft volgen, later omslaat van laminair naar turbulent en daardoor minder weerstand oplevert.
Het nadeel van de Mustang was dat zijn bijzonder grote brandstofvoorraad ten koste ging van de stabiliteit.
Hierdoor werden Amerikaanse vliegers gedwongen om op grote hoogte te blijven en ervoor te zorgen hoe dan ook boven de vijand te blijven.
Veelal later in de oorlog lukte dit ook wel wanneer ze bijvoorbeeld ingezet werden om B-17's richting Berlijn te escorteren.
Deze bommenwerpers vlogen op grote hoogte (7 à 8 km) en deze hoogte was voor de P-51 jager genoeg om met hoogtevoordeel een klimmende Duitse onderscheppingsjager aan te kunnen vallen.
Wanneer echter de Mustang in een een-op-een luchtgevecht terechtkwam op dezelfde hoogte met een Messerschmitt Bf 109 of Focke-Wulf Fw 190 was elk voordeel weg.
Het was bovendien behoorlijk moeilijk om een luchtgevecht te voeren als de centrale brandstoftank vol was.
Had een Mustang zijn droptanks afgeworpen en ongeveer 25% van de interne voorraad verbruikt, dan was de stabiliteit voldoende om elk gevecht aan te kunnen gaan.
Bij grondaanvallen was de Mustang, met zijn vloeistofgekoelde motor in het nadeel ten opzichte van vliegtuigen met een luchtgekoelde motor zoals bijvoorbeeld de P47 Thunderbolt.
Eén welgemikt schot of toevalstreffer kon het toestel uitschakelen; een klein gat in een koelleiding volstond om alle koelvloeistof weg te laten lekken.
Doordat de motor dan snel warmliep, waren piloten gedwongen een noodlanding of parachutesprong te riskeren boven vijandelijk gebied.
De Britse testpiloot Eric Brown testte de Mustang op Farnborough in maart 1944 en merkte op: "De Mustang was het beste Amerikaanse jachtvliegtuig en de beste escortjager van de oorlog vanwege zijn ongelooflijke bereik, vergis je daar niet in.
Maar de laminaire stromingsvleugel gemonteerd op de Mustang kan een beetje lastig zijn.
Het kon op geen enkele wijze een Spitfire uitschakelen. Geen denken aan."
Gebruik door Nederland
Nederland kreeg na de Tweede Wereldoorlog 40 P-51Ds.
Deze werden door de Militaire Luchtvaart van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) gevlogen tijdens de twee 'Politionele Acties', Operatie Product in 1947 en Operatie Kraai in 1948.
Na het conflict ontving Indonesie een aantal van de ML-KNIL Mustangs.
Bewaard gebleven vliegtuigen
Er zijn nog vele honderden exemplaren van de P51 bewaard gebleven, waaronder drie in Nederland. Een is tentoongesteld in het Militaire Luchtvaart Museum in Soesterberg.
Een luchtwaardig vliegtuig is gestationeerd op Lelystad Airport.
Deze P51 is eigendom van de stichting Vroege Vogels.
Een tweede luchtwaardig toestel heeft vliegveld Oostwold als basis.
Bron : - wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
De bunzing wordt ook wel gewone- of Europese bunzing genoemd.
Daarnaast wordt de oudere naam fis soms gebruikt.
In de Achterhoek staat het dier bekend als ulk en in Zuid-Nederland ook wel als ulling.
Vooral in het water waar het beestje voorkomt, wordt een bunzing vaak een ulling genoemd.
Het woord ulling wordt lokaal ook wel gebruikt als vriendelijke scheldnaam.
Dan refereert het aan het stinkdier.
In het Wijchense boek: Wanne Proat en Allenig op een benkske, staat de ulling verder vernoemd als oud Wijchens woord.
In het oud Vlaams vindt men het woord fissauw of fiesjow terug als benaming voor de bunzing.
De bunzing werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Carolus Linnaeus in 1758.
Later werd de soort in het ondergeslacht Putorius geplaatst.
De verwante steppebunzing (Mustela eversmanii) werd door sommigen als een variatie beschouwd waaruit de gedomesticeerde fret is ontstaan.
De verouderde naam van de fret is dan ook Mustela eversmanii furo.
Dit wordt echter beschouwd als achterhaald en de steppebunzing wordt niet meer als oudersoort gezien.
De fret wordt soms wel als een aparte soort beschouwd, dan wordt de naam Mustela furo gebruikt.
Mustela putorius
auteur : foto op www.natuurenbos.be
De bunzing behoort tot de orde van de roofdieren (Carnivora) en de familie marterachtigen (Mustelidae).
Het is een van de soorten kleine marters uit het geslacht Mustela.
De bunzing en met name de ondersoort fret wordt al eeuwenlang gebruikt bij de jacht op konijnen.
De bunzing wordt gezien als een nuttige soort vanwege het dieet van knaagdieren.
In vroeger tijden echter werden ze als ongedierte beschouwd en genadeloos afgeslacht.
Tegenwoordig zijn belangrijke menselijke bedreigingen het onopzettelijk vangen in klemmen en vergiftiging door stoffen die bedoeld zijn om knaagdieren te doden.
De bunzing werd vroeger wel bejaagd om zijn vacht te verwerken als bont in exclusieve kleding.
De soort is echter nooit zo populair geweest als andere marterachtigen zoals bijvoorbeeld de nerts, die hierdoor bijna werd uitgeroeid.
Tegenwoordig wordt de bunzing beschermd in veel landen en is het verboden om de dieren te doden.
Vroeger leefden ze soms ook in boerderijen en boerenschuren, waar ze getolereerd worden omdat ze niet jagen in de naaste omgeving van hun nest en andere roofdieren op een afstand houden.
De bunzing staat wel bekend als een plaagsoort voor kippenfokkerijen.
Dit komt omdat ze voedselvoorraden aanleggen en veel meer kippen doden dan ze op kunnen eten en de rest van de prooien wegslepen.
Tenslotte is de bunzing een mogelijke drager van hondsdolheid, dat mensen en huisdieren kan besmetten en ziek maken.
Tenslotte kan de hondenziekte worden overgebracht op honden en kan de bunzing verkoudheid verspreiden.
De bunzing is berucht vanwege de stank die kan worden verspreidt via de anaalklieren.
Het dier duikt op in het gezegde stinken als een bunzing, wat betekent dat iemand een ergerlijke stank verspreidt.
bunzing als bandiet
foto op www.donschley.nl
De bunzing is een felle rover die naast muizen, ratten en kikkers ook een (veel groter) konijn niet uit de weg gaat.
Konijnen worden tot in hun hol achtervolgd.
Ook vogels worden gegeten zoals weidevogels en de bunzing kan met gemak een veel grotere kip aan.
De bunzing maakte vroeger voornamelijk konijnen buit, maar door de ziekte myxomatose zijn konijnen in delen van het areaal vrijwel uitgeroeid.
Tegenwoordig eet de bunzing daarom vooral andere knaagdieren en kikkers maar ook vogels, vissen, regenwormen, insecten, hagedissen en aas worden gegeten.
Ondanks het voornamelijk carnivore dieet worden soms ook wel vruchten gegeten.
De bunzing heeft een voorkeur voor knaagdieren, alleen als deze schaars zijn wordt overgeschakeld op het eten van andere dieren en fruit.
Het spijsverteringsstelsel van sommige andere roofdieren zoals beren is aangepast op een dergelijke omschakeling, maar bij de bunzing ontbreekt een dergelijk vermogen.
Het menu van de bunzing is deels afhankelijk van de geografische omstandigheden.
In graslanden worden vooral konijnen gegeten, in moerassen worden meer kikkers buitgemaakt.
De bunzing spoort zijn prooi op met behulp van het goed ontwikkelde reukvermogen, en niet zozeer op zicht.
Een prooidier wordt meestal in de nek gebeten en vervolgens heen en weer geschud om het te doden.
Jonge exemplaren oefenen hierop door elkaar tijdens het spelen zachtjes in de nek te bijten.
Bij grotere prooien zoals fazanten wordt de nek geheel afgebeten.
De bunzing legt voedselvoorraden aan.
Soms kunnen enkele tientallen dode of verlamde kikkers en padden worden aangetroffen vlakbij het hol van een bunzing.
Ook het massaal doden van kippen komt voor als het dier de kans krijgt.
Mustela putorius
auteur : Dieder Plu foto op www.natuurfotoalbum.eu
Belangrijke vijanden van de bunzing zijn honden, vossen en slangen.
Bij een confrontatie met een roofdier wordt een blazend geluid gemaakt.
De bunzing is zeer wendbaar en kan zowel voor- als achteruit lopen om aan vijanden te ontkomen.
De huid van de bunzing is voorzien van een elastisch bindweefsel dat niet makkelijk te doorboren is.
De huid biedt hierdoor enige bescherming tegen de tanden van roofdieren.
Als het dier in het nauw wordt gebracht richt het de achterzijde op de vijand en spuit het een melkachtig vocht uit de erwtgrote geurklieren aan de staartbasis.
Deze straal kan ongeveer 50 centimeter ver reiken.
De geur ervan verspreidt zich echter veel verder en staat bekend als verschrikkelijk stinkend.
Deze afscheiding wordt ook gebruikt om het territorium te markeren.
De wetenschappelijke naam Mustela putorius verwijst hiernaar en betekent vrij vertaald stinkende wezel.
Al vroeg in het voorjaar begint voor de bunzing de paartijd, ook wel roltijd genoemd.
Deze duurt van maart tot juni. Het mannetje is geslachtsrijp tussen maart en mei, het vrouwtje eind maart, begin april.
Gedurende deze tijd zijn de mannetjes agressief tegen elkaar en achtervolgen elkaar al schreeuwend.
Dit kan ook op klaarlichte dag gebeuren, waarbij de dieren zich niets aantrekken van andere dieren.
De draagtijd varieert van 40 tot 45 dagen, deze kan oplopen tot 65 dagen.
Ook het aantal jongen verschilt, gemiddeld worden drie tot acht jongen geboren per worp en meestal zijn het er vijf tot zes.
Een vrouwtje produceert in de regel een enkel nest per jaar.
Als het nest verloren gaat kan ze nog een tweede keer jongen werpen.
De vroegste nestjes komen rond eind april, begin mei.
In het wild worden bunzings maximaal vier tot vijf jaar oud.
Veel exemplaren vinden vroegtijdig de dood door predatie of menselijke activiteiten.
In gevangenschap zou de bunzing tot 14 jaar kunnen worden, maar dit is nooit officieel vastgesteld.
Het oudste in gevangenschap gehouden exemplaar werd iets ouder dan 11 jaar.
Pablo Diego José Francisco de Paula Juan Nepomuceno María de los Remedios Cipriano de la Santísima Trinidad Ruiz y Picasso (Málaga, 25 oktober 1881 Mougins, 8 april 1973) was een Spaans kunstschilder, tekenaar, beeldhouwer, grafisch kunstenaar en keramist.
Hij was een van de bekendste Spaanse kunstschilders.
Pablo Picasso was het eerste kind van José Ruiz Blasco en María Picasso López.
Traditiegetrouw kreeg hij een aantal naar heiligen verwijzende voornamen: Pablo, Diego, José, Francisco de Paula, Juan Nepomuceno, María de los Remedios, Cipriano de la Santísima Trinidad.
Zijn twee achternamen zijn conform het Spaanse naamstelsel achtereenvolgens de eerste achternaam van zijn vader (Ruiz) en de eerste achternaam van zijn moeder (Picasso).
Merkwaardig is dat hij onder zijn tweede achternaam Picasso bekend is en niet als Ruiz.
Pablo Picasso's vader was kunstenaar, tekenleraar en conservator. Hij had twee jongere zussen, Lola en Conchita.
Picasso had gedurende zijn leven relaties met meerdere vrouwen, die hij vaak gebruikte als schildersmodel: Fernande Olivier, Éva Gouel; ook wel bekend onder de naam Marcelle Humbert, Olga Khokhlova, Marie-Thérèse Walter, Dora Maar, Françoise Gilot en Jacqueline Roque.
Telkens wanneer hij opnieuw verliefd werd, werd dit in zijn werk duidelijk door een wisseling van stijlen.
Paulo Picasso (4 februari 1921 - 5 juni 1975) was het eerste kind van Pablo Picasso en Olga Chochlowa.
Paulo was als kind onder andere model voor het schilderij Paulo als Harlekijn (1924) en Paulo op een ezel.
Maya Widmaier-Picasso (5 september 1935) komt uit een relatie met Marie-Thérèse Walter.
Picasso maakte enkele beeldhouwwerken die Maya als thema hadden, zoals Maya à la poupée (Maya met een pop), die in februari 2007 uit het huis van Picasso's kleindochter gestolen werden.
Maya Widmaier-Picasso woont in Parijs en is een expert die originelen van vervalsingen kan onderscheiden.
Claude Picasso (15 mei 1947) is het eerste kind met Françoise Gilot.
Paloma Picasso is ook een kind van Françoise Gilot.
Lees HIER om meer te weten over het leven en werk van Pablo Picasso.
Bron : - wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.
De bunzing kan een totale lichaamslengte van 45 tot 65 centimeter bereiken.
Er is een sterke seksuele dimorfie; de mannetjes worden aanzienlijk groter en zwaarder dan de vrouwtjes.
Een mannetje heeft een kop-romplengte van ongeveer 33 tot 45 cm en een staartlengte van 12 tot 18 centimeter.
Een mannetje kan een gewicht bereiken van 500 gram tot 1,8 kilo.
Het vrouwtje heeft een kop-romplengte van ongeveer 28 tot 38 cm en een staartlengte van 11 tot 15 centimeter.
Het vrouwtje kan een gewicht bereiken van 300 tot 900 gram.
Jonge bunzing
auteur : foto op www.natuurhulpcentrum.be
De bunzing heeft een dikke vacht, die bruin tot zwart van kleur is.
De zichtbare vacht aan de bovenzijde bestaat uit dikkere dekharen die een zwart uiteinde hebben of geheel zwart van kleur zijn.
De ondervacht is korter en is veel lichter tot geelbruin van kleur.
In de winter echter overgroeit de dan dikkere ondervacht de zwarte dekharen.
De bunzing heeft hierdoor in de zomer een donkerbruine kleur en in de winter een lichtbruine kleur.
Door deze wintervacht lijkt de bunzing veel dikker.
De poten en de staart zijn wel altijd zwart behaard.
De kop van de bunzing is deels wit tot witgeel of grijs behaard.
Zowel het voorhoofd, de randen van de oren en de kin hebben een afstekende lichte beharing.
Op het midden van de voorzijde van de kop loopt een donkere band tussen de ogen, die het gezicht een duidelijk masker geeft.
Bij sommige exemplaren zijn de lichtere delen aan de kop kleiner, en bestaan slechts uit twee lichte vlekken onder de ogen en een witte snuitpunt.
De keel en buikzijde zijn niet wit gekleurd, zoals bij enkele gelijkende marterachtigen voorkomt. De neus is altijd donker gekleurd.
Bunzing
foto op www.zoogdieratlas.nl
De schedel van de bunzing is in vergelijking met andere marters enigszins hondachtig van bouw.
De schedel heeft een scharnierend deel waardoor de schedel als een soort tang kan worden gesloten zonder dat hierbij veel spierkracht hoeft te worden gebruikt.
Hierdoor heeft de bunzing een zeer krachtige beet.
De bunzing is hierdoor niet alleen in staat om een prooi snel dood te bijten, maar kan deze ook stevig in de bek bergen als de prooi naar het nest wordt vervoerd.
Dit doet enigszins denken aan een apporterende hond.
Zelf uit de bek van een dode bunzing is een prooidier hierdoor zeer moeilijk te verwijderen.
De poten zijn relatief kort maar zijn zeer krachtig.
De nagels aan het uiteinde van de poten -de klauwen- zijn niet intrekbaar.
De nagels spelen een rol bij het graven van holen.
De bunzing is één van de zeven soorten marterachtigen in Nederland.
Een achtste soort, de Europese nerts is door menselijk toedoen verdwenen.
Ook de Amerikaanse nerts (Mustela vison) komt voor maar dit is een exoot.
Het is de grootste familie van rovende landzoogdieren in de Lage Landen.
In de onderstaande uitklapbare tabel zijn de belangrijkste verschillen weergegeven.
Mustela putorius
foto op www.zoogdieratlas.nl
De bunzing is een bodembewoner die zelden klimt, ook zwemmen doet het dier niet graag.
De bunzing is minder behendig dan zijn verwanten zoals de hermelijn en de wezel.
De bunzing beweegt zich door afwisselend te lopen en te springen en nu en dan stil te staan op de achterpoten.
De voortbeweging van de bunzing is opmerkelijk snel en lijkt van de zijkant bezien meer op een zwemmende beweging.
Dit komt omdat de bunzing de voor- en achterpoten beide tegelijk gebruikt bij de voortbeweging.
Het lichaam wordt dichtbij de grond gehouden en de kop en nek worden vooruit gestoken. De rennende bunzing heeft hierdoor van de bovenzijde af gezien wel iets weg van een slang.
Het dier is nachtactief, overdag wordt gescholen in holen.
De bunzing kan zelf holen graven maar gebruikt ook wel bestaande holen van andere dieren zoals vossen en konijnen.
Meestal wordt tijdens de avondschemering gejaagd.
Van vrouwtjes die hun jongen leren jagen is bekend dat ze zich overdag laten zien.
Ook in de winter is de bunzing meer overdag actief dan in de zomer.
De bunzing kent een vorm van vocale communicatie.
Er worden verschillende geluiden gemaakt afhankelijk van de gemoedstoestand.
De zeer jonge dieren brengen een gepiep voort dat lijkt op het tjirpen van krekels.
Volwassen dieren maken zacht grommende, piepende of klok-klok achtige geluiden en als ze boos of opgewonden zijn kunnen harde geluiden worden geproduceerd.
Bij een confrontatie met een vijand of een concurrerende soortgenoot worden blazende en gillende geluiden gemaakt.
De Concorde was een supersonisch passagiersvliegtuig.
Er zijn slechts 20 toestellen van gebouwd, waaronder 4 prototypes.
Het vliegtuig vloog voor het eerst op 2 maart 1969, het maakte zijn laatste vlucht op 24 oktober 2003.
De Concorde kon tot op 18 kilometer hoogte vliegen en een snelheid bereiken van Mach 2,04; ruim tweemaal de snelheid van het geluid.
Daardoor vloog het toestel in minder dan drie uur van Londen naar New York.
De Concorde heeft op het traject New York Londen een snelheidsrecord gevestigd van 1920 km/u.
Dit gebeurde op 7 februari 1996 (bron: FAI).
De Concorde was een prestigeproject van de Britse en Franse regeringen.
De plannen voor het toestel werden al in 1955 gemaakt.
De ontwikkeling ging gepaard met allerlei samenwerkingsproblemen tussen de Britten en de Fransen, die vaak op hoog politiek niveau moesten worden beslecht.
Dat er in beide landen een productielijn werd aangehouden werkte ook niet erg mee.
Dit zou echter wel enkele jaren later leiden tot het ontstaan van het internationale consortium Airbus.
Door politieke en financiële tegenslagen maakte de Concorde zijn eerste vlucht pas op 2 maart 1969.
Om 15.50 uur steeg het eerste Franse toestel op in Toulouse.
Op 9 april volgde het eerste Britse toestel, vanaf het Britse vliegveld Filton.
Op 1 oktober 1969 brak de Concorde voor het eerst door de geluidsbarrière, waarna het toestel op 4 november van datzelfde jaar Mach-2 haalde.
Het toestel had een startsnelheid van ongeveer 400 km/u en een landingssnelheid rond 290 km/u.
De eerste trans-Atlantische vlucht werd september 1971 uitgevoerd, maar reguliere vluchten vonden pas in 1976 plaats.
Op 21 januari 1976 vertrok een British Airways Concorde van Londen naar Bahrein, en vertrok een Air France Concorde van Parijs naar Rio de Janeiro.
In feite was het toestel op dat moment al onrendabel door de gestegen brandstofprijzen.
Hoewel de Concorde het voor een reiziger mogelijk maakte op één dag naar New York te vliegen, daar zaken te doen en dezelfde dag nog terug te keren, vonden veel zakenreizigers het tarief toch te hoog; een retourtje Londen-New York kostte 11.000.
Toen de brandstofprijzen nog verder stegen werd in oktober 2003 gestopt met de dagelijkse trans-Atlantische vluchten.
Dat betekende het einde van de Concorde, die was verslagen door de tragere maar veel goedkopere widebody-vliegtuigen, zoals de Boeing 747.
Voor het in de lucht houden van vijf Concordetoestellen had Air France 200 mensen in dienst.
De Concorde was een van de zeer weinige passagiersvliegtuigen die straalmotoren met naverbranders bezaten ter vergroting van de stuwkracht.
Ook de kenmerkende deltavleugel was ongebruikelijk voor een passagiersvliegtuig.
Omdat het toestel bij de landing gebruik maakt van vortexlift (waarvoor een grote invalshoek nodig is) is de neus van het toestel neerklapbaar zodat de cockpitbemanning toch enig zicht op de landingsbaan behoudt.
Landingen van de Concorde stuitten her en der op lokaal verzet vanwege de geluidsoverlast, luchtvervuiling en mogelijke veiligheidsrisico's.
Economische belangen waren soms ook een reden om de Concorde tegen te werken.
De Concorde is slechts enkele malen op Schiphol geland.
Op 25 juli 2000 kwamen 113 mensen (100 passagiers, 9 bemanningsleden en 4 mensen op de grond) om het leven bij een ramp met een Concorde van Air France. Het toestel steeg op van luchthaven Parijs-Charles de Gaulle met een brandende brandstoftank, probeerde nog een noodlanding te maken, maar werd onbestuurbaar en stortte ruggelings neer op een bijgebouw van een hotel in het dorp Gonesse, even ten noordoosten van Parijs. De British Airways Concordes en de resterende vijf Air France Concordes werden direct na het ongeluk aan de grond gehouden. British Airways nam echter de beslissing, na het overwegen van de risico's, om een dag later alweer commerciële vluchten uit te voeren. Op 16 augustus 2000 werden ook de BA-Concordes door de luchtvaartautoriteiten aan de grond gehouden, door het intrekken van het bewijs van luchtwaardigheid.
Volgens een later gepubliceerd onderzoeksrapport was de Concorde bij de start over een metalen beugel gereden (losgekomen van een motor van een DC-10 die even daarvoor was opgestegen) die op de startbaan lag. Hierdoor klapte een band van het landingsgestel en sloegen stukken van die band tegen de linkervleugel (tevens brandstoftank). Dit veroorzaakte een schokgolf, waardoor de brandstoftank scheurde. De lekkende brandstof begon te branden door vonken van de bekabeling van het landingsgestel die eveneens bij de klapband was beschadigd. Bovendien kwamen stukken rubber via de luchtinlaat in de twee linkermotoren terecht die daardoor uitvielen. Omdat het landingsgestel niet meer kon worden ingetrokken was de luchtweerstand zo groot dat de twee resterende motoren het toestel niet meer in de lucht konden houden. De brand zelf verwoestte in korte tijd de besturingsorganen van de linkervleugel. Door het verlies van stuwkracht en bestuurbaarheid was het toestel niet meer in de lucht te houden en stortte het binnen een minuut na opstijgen neer.
Continental moest een boete ter waarde van 200.000 euro betalen, maar dit is in hoger beroep teruggedraaid. Een onderhoudsmonteur is veroordeeld tot een celstraf van vijftien maanden voorwaardelijk. Het Europese luchtvaartconsortium EADS is door de rechter civielrechtelijk aansprakelijk gesteld, deze schadevergoedingen te betalen aan nabestaanden.
De ramp leidde tot lagere aantallen passagiers en hogere onderhoudskosten, en heeft zo bijgedragen aan de versnelde beëindiging van het Concorde-programma in 2003.
Op 31 mei 2003 voerde Air France de laatste Concorde-vlucht uit. Op 24 oktober 2003 was het de beurt aan British Airways om afscheid te nemen van de Concorde. De laatste commerciële vlucht werd uitgevoerd tussen Londen en New York. Met de retourvlucht naar Londen, die uitsluitend bestemd was voor genodigden, kwam er (voorlopig) een einde aan het supersonisch tijdperk in de burgerluchtvaart, dat in totaal 28 jaar heeft geduurd.
Sinds eind 2000 staat een exemplaar van de Concorde opgesteld in het Duitse Auto & Technik Museum in Sinsheim, maar het eerste prototype (de Franse 001) dat in maart 1969 als eerste vloog, staat opgesteld in het luchtvaartmuseum op het vliegveld van Le Bourget; het tweede prototype (de Engelse 002) staat in het Fleet Air Arm Museum in Yeovilton, Somerset (UK), terwijl de British Airways-Concorde 216 (G-BFKX) sedert 26 november 2003 terug is waar hij (in 1979) is gebouwd; bij British Aerospace/Airbus in Bristol.
Een ander exemplaar, serienummer 100-010 (G-BOAD), van BA is te zien in het centrum van New York. Het is opgesteld bij het "sea air and space" museum "The Intrepid Experience".
Op het vliegveld Blagnac bij Toulouse, op het terrein van de Airbus A330 fabrieken, staat nog een Air France toestel (F-BVFC) opgesteld, dat door het publiek te bezichtigen is als deel van een rondleiding.
In juni 2005 kondigden Frankrijk en Japan aan, samen een opvolger te gaan ontwikkelen voor de Concorde. Dit supersonische passagiersvliegtuig zou 300 zitplaatsen moeten krijgen, driemaal zoveel als de Concorde.
Eind mei 2010 werd bekend dat onderzoekers van de Britse Save Concorde Group en de Franse organisatie Olympus 593 met succes de motoren van een Franse Concorde hebben getest. Bij deze testen zijn geen grote technische mankementen aangetroffen en dit zou betekenen dat de Concorde in de toekomst zonder problemen weer kan vliegen. Als vervolg op de test wordt bekeken hoe het toestel weer startklaar kan worden gemaakt, gevolgd door een proefrit en een mogelijke vlucht.
Het uiteindelijke doel was om in 2012 weer te vliegen, overigens is het de bedoeling dat het supersonische vliegtuig in de toekomst alleen zal worden ingezet bij speciale evenementen. Zo wilden de initiatiefnemers het toestel laten vliegen tijdens de opening van Olympische Spelen in Londen in 2012. Dit is overigens niet gebeurd.
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Juan Luna y Novicio (Badoc, 23 oktober 1857 Hongkong, 7 december 1899) was een Filipijnse kunstschilder.
Hij wordt beschouwd als een van de grootste kunstschilders van de Filipijnen.
Zijn meest bekende werk The Spoliarium, wordt tentoongesteld in het National Museum of the Philippines in Manilla.
Luna werd geboren op 23 oktober 1857 in Badoc in de noordelijke provincie Ilocos Norte als het derde kind uit een gezin van zeven kinderen.
Luna studeerde aan de Ateneo Municipal de Manila, waar hij door Spaanse schilder Agustin Saez werd onderwezen in de beginselen van de schilderkunst.
Na het behalen van zijn Bachelor of Arts-diploma in 1874, studeerde hij navigatie en behaalde hij zijn stuurmansdiploma.
Hij voer als zeeman op Hongkong, Amoy, Batavia, Singapore, Colombo en diverse andere Aziatische havens, maar besloot uiteindelijk dat zijn hart bij de schilderkunst lag.
Hij bleef in Manilla en studeerde daar schilderkunst aan de Academia de Dibujo y Pintura met de bekende Filipijnse schilder Lorenzo Maria Guerrero als docent.
In 1877 vertrok hij naar Spanje waar hij studeerde hij aan de Real Academia de Bellas Artes de San Fernando in Madrid.
In 1878 reisde hij met zijn docent Alejo Vera naar Rome. Daar exposeerde hij enkele van zijn werken.
Het schilderij Daphne and Cleo won er een zilveren plaquette. Luna vestigde zich na zijn studie in Parijs en trouwde met Paz Pardo de tavera, een zus van Trinidad Pardo de Tavera.
Van de stad Manilla ontving hij een inkomen, zodat hij in zijn levensonderhoud te kon voorzien.
Diverse van zijn schilderijen werden in de dagen onderscheiden tijdens kunsttentoonstellingen.
Zo won The Death of Cleopatra een tweede prijs in een expositie in Madrid in 1881 en kreeg hij voor Spoliarium en The battle of Lepanto de eerste prijs op tentoonstellingen in Spanje in respectievelijk 1884 en 1888.
Andere bekende werken die Luna in deze periode schilderde waren: Las Damas Romanas, España y Filipina, Peuple et Roi Vanidad, Inocencia en El Pacto de Sangre
Op 23 september 1892 schoot hij uit woede vanwege het vermoeden van ontrouw, zijn vrouw en haar moeder dood.
Ook verwondde hij zijn zwager Feliz. Hij werd hiervoor in 1893 veroordeeld door een Franse rechtbank.
De rechtbank veroordeelde hem slechts tot het betalen van een franc per slachtoffer, omdat het een crime passionel betrof.
In mei 1894 keerde Luna in gezelschap van zijn broer Antonio Luna en zoon Andres Luna de San Pedro, terug in de Filipijnen na een afwezigheid van bijna 20 jaar.
Twee jaar na zijn terugkeer werd Luna, wiens broer generaal Antonio Luna een actief deelnemer aan de op onafhankelijkheidsbeweging was, gearresteerd op verdenking van opruiing. Hij werd later echter weer vrijgelaten.
In 1898 werd hij door de Filipijnse republiek, die zichzelf recent onafhankelijk had verklaard, benoemd tot afgevaardigde voor de Parijse Conventie en naar Washington, D.C. in een poging om internationale erkenning te krijgen voor voor de jonge Filipijnse Republiek.
Luna overleed op 7 december 1899 in Hongkong. Hij was op dat moment op weg van Europa naar huis, nadat hij had gehoord van de moord op zijn broer door leden van de Katipunan.
Bron : - wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden.