Boerenkaas is door de Europese Unie beschermd als Gegarandeerde traditionele specialiteit.
Alleen Nederlandse kaas die volgens traditionele en gecontroleerde bereidingswijze op de boerderij bereid is, mag als boerenkaas worden verkocht.
Boerenkaas
♠ Het belangrijkste verschil tussen de boerenkaas en fabriekskaas is de grondstof, de melk. Op de boerderij gaat men uit van rauwe melk, gekoelde melk van de avond tevoren en nog warme melk van dezelfde ochtend.
Bij de kaasfabriek wordt de melk eerst gepasteuriseerd, dat wil zeggen vijftien seconden lang verhit tot een temperatuur van circa 65 °C. Daardoor wordt een aantal bacteriesoorten gedood. ♠ Een tweede verschil is dat men in de fabriek uitgaat van gestandaardiseerde melk. Dat wil zeggen dat het vetgehalte van de melk op een bepaald niveau is gebracht. Op de boerderij kan het vetgehalte variëren. ♠ Een derde verschil is dat op de boerderij de kaas grotendeels met de hand wordt gemaakt. Het productieproces van deze Hollandse delicatesse gebeurt volledig op de kaasboerderij.
Door zijn bereiding heeft dit product een erg streekgebonden smaak, want bij de ontwikkeling van zijn typische smaak spelen vooral de natuurlijke factoren zoals klimaat, hoedanigheid van de plaatselijke grondsoort, het daarop groeiende gras en de daarop geteelde gewassen voor de voedering van het vee een grote rol.
Goudse boerenkaas heeft dus zijn typische "goût du terroir". Na deze productie is een korter of langer durende rijping van belang. Omdat hierbij de omstandigheden (temperatuur, vochtigheid, hygiëne) goed beheerst moeten worden, wordt er doorgaans gerijpt in gespecialiseerde kaaspakhuizen.
Deze kaasspecialiteit heeft een volle en romige smaak en een heerlijk aroma. Deze kaas is verkrijgbaar in diverse leeftijdssoorten.
Een goed gemaakte en gerijpte Goudse kaas blijft smeuïg en goed snijdbaar, ook bij het ouder worden. Pas na extreem lange rijping ontstaat de zg. brokkelkaas.
Boerenkaas staat onder grote commerciële druk van minder smakende, maar goedkopere fabriekskaas.
Er zijn meerdere initiatieven om "echte" rauwmelkse Goudse boerenkaas onder de aandacht van het publiek te krijgen, o.a. wildeweydenkaas, Zoeterwoudse kaas, Boeren-Goudse oplegkaas.
Overjaarse Goudse boerenkaas (brokkelkaas)
Het vervaardigen van de kaas gebeurt vrijwel altijd door de boerin. Zij heeft daarvoor een gedeelte van de bedrijfsruimten tot haar beschikking met tegenwoordig moderne hulpmiddelen. Waar in vroeger tijden alles met handkracht moest worden bewogen, is er nu de elektrische aandrijving. Voor bijvoorbeeld de snijmessen, om de wei te scheiden van de wrongel en andere handelingen. Ondanks deze hulpmiddelen is haar werk nog hoofdzakelijk handwerk waarvoor een grote ervaring vereist is. Deze kennis gaat vaak van moeder op dochter over, met het eigen geheime familierecept.
In Gouda staat een standbeeld van een kaasboerin op een plein achter De Waag. Deze boerin in brons staat stevig in haar klompen en houdt een Goudse kaas tegen haar schort geklemd. Met dit beeld van de beeldhouwster Ineke van Dijk, werd in 1988 eer betoond aan de vrouwen die nog steeds een rol in de Nederlandse kaasgeschiedenis vervullen. Want in West-Nederland is de ambachtelijke kaasbereiding op de boerderij gebleven. En dat ambacht is vooral van moeder op dochter doorgegeven.
het GTS-kaasmerk het EU-kaasmerk
Productieproces
De ongepasteuriseerde melk wordt verwarmd tot 29 graden Celsius. Dan gaat er eerst zuursel bij, daarna stremsel om de melk in vaste stof om te zetten. Als de melk gestremd is na ongeveer een half uur wordt de wrongel fijngesneden (stukjes ter grootte van flinke erwten). Nu wordt er een deel van de wei afgeschept. Er gaat heet water bij (bij koeienmelk twee keer, waarbij de wrongel eerst tot 33 en een kwartier later tot 36 graden wordt opgewarmd), Bij geitenmelk en Baby-Goudse wordt meestal in een keer naar 36 graden opgewarmd. Na een half uur heel langzaam roeren van de wrongel wordt deze na een kwartiertje in rust narijpen in kaasvormen gedaan en goed aangeduwd. Daarna laat men de nog zeer jonge kaas in de vorm, maar omgekeerd en rustend op het deksel (de volger) een poosje uitlekken. Dan wordt de kaas uit de vorm gehaald en ondersteboven er weer in gedaan en voorzien van een kaasmerk. Daarna gaat de kaas in de pers.
Eerst met half gewicht; na enkele uren wordt hij weer gekeerd en zwaarder geperst. De kaas wordt uit de pers gehaald, nogmaals gekeerd en meestal 10 tot 12 uur na het begin van het kaasmaken, soms echter pas de volgende ochtend uit de vorm genomen en in een pekelbad gelegd, vaak bestrooid met wat zout om uitdroging te voorkomen. Afhankelijk van het gewicht van de kaas 1 tot 6 dagen.
Ook tijdens het pekelen wordt de kaas af en toe gekeerd. Tot slot gaat hij de rijpingsruimte van boerderij in, en wordt in de eerste week dagelijks gekeerd, later minder vaak.
De klimaatbeheersing in deze ruimte is handmatig geregeld en is afhankelijk van natuurlijke atmosfeer. De kaas krijgt een beschermlaag om schimmel te voorkomen(kaascoating) . Na een week of zes is de kaas goed, zij het jong. Voor oudere kaas: jong belegen, belegen, extra belegen, oud, overjarig of brokkelkaas gewoon wachten, en blijven keren.
Boerenjongens zijn rozijnen op brandewijn, dat wil zeggen in alcohol ingelegde rozijnen.
Ook op alcohol ingelegde krieken worden wel boerenjongens genoemd.
Boerenjongens
Dit recept is een met name door oudere mensen geliefd "drankje".
Het werd vroeger vooral op feestdagen, zoals verjaardagen, 'gedronken'.
Boerenjongens
♠ In de stad Groningen en meer steden op het platteland zoals Enschede wordt ook boerenjongensijs verkocht, ijs met rozijnen. ♠ Abrikozen op brandewijn worden boerenmeisjes genoemd. ♠ Boerenjongens met Advocaat en Slagroom worden ook wel BAS-jes genoemd.
De boerenfox (ook wel: Boerenfoks) is een kleine, hoogbenige terriër die qua verschijning veel lijkt op de gladharige Foxterriër en Jackrussellterriër, iets dat niet vreemd is: onder het niet-erkende ras Boerenfox, wordt een hond verstaan, die vermoedelijk afkomstig is uit een kruising tussen de Foxterriër en de (hoogbenige) Jackrussellterriër (de Parson Russel-terriër).
De term Boerenfox wordt in de volksmond echter gebruikt voor allerhande kruisingen, tussen kleine terriërsoorten. Een kruising tussen een Jackrussellterriër en een Boerenfox, zal in de regel resulteren in een Boerenfox, terwijl in essentie een Boerenfox, afkomstig is uit boerenfox-ouders. Zelfs uit de oorspronkelijke kruising van een Foxterriër met een Jackrussellterriër komt geen boerenfox voort, maar een bastaard.
Bandit, de boerenfox
In de regel wordt de term Boerenfox, al dan niet abusievelijk, gebruikt voor :
♠ een hond waarvan beide ouders Boerenfoxen zijn (het niet-erkende ras Boerenfox) ; ♠ een hond waarvan één ouder een Boerenfox is en de andere ouder tot een ander (hoogbenige) terriërsoort behoort, zoals de Foxterriër of de Russellterriër waar de Boerenfox oorspronkelijk uit voortkomt ; ♠ een hond, waarvan de ouders beide tot een ander terriërsoort behoren, bijvoorbeeld een Russellterriër, gekruist met een Fox Terriër.
Boerenfox pups
De boerenfox is niet officieel erkend als hondenras, maar toch onderscheiden ze zich duidelijk van andere rassen en kruisingen.
De vacht van de boerenfox is meestal wit, zwart, bruin gekleurd en gladharig. Boerenfoxen hebben een schofthoogte van rond de 40 cm. De dieren staan bekend om hun felle karakter, hun doorzettingsvermogen en hun waaksheid.
Naast het feit dat ze vaak erg intelligent zijn, hebben ze ook een dominant karakter, waardoor een consequente opvoeding vereist is.
ze kunnen ook vliegen
Van oorsprong zijn boerenfoxen boerderijhonden. Het zijn dan ook perfecte muizen- en mollenvangers.
Vanwege hun grote uithoudingsvermogen, behendigheid, speelsheid en leergierigheid zijn boerenfoxen ook uitstekend geschikt voor de hondensport (agility, flyball, frisbee).
Je ziet het vaak, in winkels, op rommelmarkten of bij mensen thuis: aardewerk met in een paar heldere kleuren geschilderde bloemen en blaadjes. Dat wordt boerenbont genoemd, omdat het een sfeer oproept van echt ambachtelijk werk, dat vroeger in de boerderijen te vinden zou zijn geweest. Het is lekker nostalgisch en gezellig.
Boerenbont in diverse patronen, De Sphinx, Société Céramique, Maastricht Bonnefantenmuseum, Collectie Polling Foto : Peter Cox
Waar komt dat aardewerk vandaan?
De snelste manier op dat te ontdekken is het voorwerp om te draaien en te kijken naar het stempel en het merk op de onderzijde. Meestal zul je daar de naam van een fabriek vinden, bijvoorbeeld Société Céramique, Sphinx of Boch Frères, soms alleen de vermelding van het gebied van herkomst als Bavaria (=Beieren) of Bohemia. Soms staat er bij: 'handpainted'. Dat geeft je een dubbele clue: boerenbont is handgeschilderd in de fabriek en aan het 'patroon' zelf kun je niet direct zien waar het is gemaakt. In de vorige twee eeuwen was dit versierd aardewerk zo gewild, dat het in heel Europa werd gemaakt en daarbij was het helemaal niet nodig om origineel te zijn. De productie was enorm. Alleen al bij de Maastrichtse aardewerkfabrieken zijn miljoenen stuks gemaakt.
Wandbord Boerenbont, P. Regout & Co, Maastricht Bonnefantenmuseum, collectie Polling foto : Peter Cox
Op de schildersafdeling werkten honderden vrouwen (de mannen werkten meestal op andere afdelingen) in lange rijen. Ieder schilderde één deeltje van het patroon, zoals de groene blaadjes, de blauwe bloemen of de bruine stengels, en dan ging de stapel weer naar de volgende. Door deze manier van werken kon men ook gemakkelijk omschakelen naar een ander patroon. In de loop van de jaren zijn er honderden verschillende patroons gebruikt, wat leuk is voor de verzamelaars, maar meestal kom je toch maar de drie of vier populairste decoraties tegen.
Boerenbont, decor France Rusticana, Sarreguemines (F), ca. 1850-1890 Bonnefantenmuseum Collectie Polling Foto : Peter Cox
Waar het 'boerenbont' precies vandaan komt weet niemand. Waarschijnlijk is het in de 18de eeuw door een Engelse fabrikant overgenomen van ouder volksaardewerk. Duidelijk is in ieder geval wel dat in de eerste helft van de 19de eeuw, toen er veel nieuwe fabrieken begonnen, de handgeschilderde patronen naast de mechanische drukdecors snel verspreid raakten. Ook de twee grote Maastrichtse fabrieken, Petrus Regout (later Sphinx) en de Société Céramique, leverden hun aandeel. Alleen al in Maastricht zijn meer dan 200 verschillende patronen in omloop geweest, al moet daarbij worden gezegd dat maar een tiental patronen in grote aantallen zijn gemaakt, dat wil zeggen in de miljoenen. Het bekendst is wel het patroon dat men in Nederland na de tweede Wereldoorlog Boerenbont is gaan noemen, dat bij Sphinx het nummer 15 en bij Société Céramique het nummer 483a had.
arbeidster aan het schilderwerk
Het 'slimme' van de handgeschilderde en gestempelde patronen lag in de productievariëteit. De patronen waren opgebouwd uit een beperkt aantal motiefjes en kleuren, die zonder veel techniek op basis van een enkel voorbeeld- gevarieerd kunnen worden.
In de variatie ligt ook de visuele aardigheid van het 'boerenbont'; wie er oog voor heeft krijgt plezier in het vernuft waarmee een op zich beperkt gegeven tot schier eindeloze variaties kan leiden.
De boerde is een met name in de 14e eeuw in het Middelnederlands voorkomende vertelvorm, bedoeld als voordracht door rondreizende minstreels.
De boerde is verwant met het uit Frankrijk stammende fabliau, en heeft een komisch-erotische inhoud. De teksten, van meestal anonieme schrijvers, waren geschreven in versvorm en waren over het algemeen niet langer dan ongeveer 200 regels, met uitschieters naar boven en naar beneden.
Enkele boerdes zijn bewaard gebleven in het Hulthemse handschrift.
Juni (ook wel: zomermaand) is de zesde maand van het jaar in de gregoriaanse kalender en heeft 30 dagen.
Juni is genoemd naar de Romeinse godin, Juno, de vrouw van Jupiter.
Juni wordt ook wel de maand van het Heilig Hart genoemd, omdat de derde vrijdag na Pinksteren meestal in juni valt. Die dag wordt het hoogfeest van het Heilig Hart van Jezus gevierd.
21 juni: zomerzonnewende of midzomerfeest. In Zweden, Noorwegen, Denemarken, Finland en IJsland wordt dan nog altijd het Luciafeest (een lichtfeest) gevierd, dezelfde dag als ook World Music Day of het Fête de la Musique wordt georganiseerd.
Weerspreuken
♥ Juniregen is Gods zegen. Komt zonneschijn daarbij, dan maakt hij boer en stadslui blij. ♥ Een boon in juni geplant, geeft vijftig in een hand. ♥ De eerste juni kil en wak, brengt veel koren in de zak. ♥ Juni met veel donder, brengt de oogst ten onder. ♥ Waait in juni de noordenwind over het land, dan krijgt de boer veel koren in z`n hand. ♥ Is de juniavond mistig, dan het weer met gaven kwistig. ♥ Juni vochtig en warm, dan maakt ze de boeren niet arm. ♥ Is er in juni pas zonneschijn, dan wordt de zomer klein maar fijn. ♥ Niet te koel, niet zwoel, niet te nat, en niet te droog, juni vult de schuren hoog. ♥ In juni weinig regen, voorspeld een grote zegen. ♥ Zo heet het is in juni, zo koud het is in december. ♥ St. Antonius (13 juni) schoon en helder, vult vat en ook de kelder.
♣ Oudnederlandse/puristische naam: zomermaand of weidemaand ♣ Romeinse naam: Junius ♣ Joodse naam: Tammoez ♣ De sterrenbeelden van deze maand zijn Tweelingen en Kreeft. ♣ De zomerzonnewende valt in deze maand, rond de 21ste. ♣ Er zijn geen andere maanden die op dezelfde dag van de week beginnen als juni. ♣ Een koude periode in juni wordt Schaapscheerderskou genoemd. ♣ Om verwarring met juli te vermijden wordt de maand in de reiswereld als juno uitgesproken.
Weerextremen in België sinds begin van de metingen in Ukkel - vanaf 1833voor gemiddelde temperatuur en neerslaghoeveelheid - vanaf 1887 voor zonneschijnduur in Ukkel. 1839 - Tijdens deze maand valt er 173,3 mm regen. Dit is de natste junimaand tot op heden. 1887 - Er zijn maar 4 regendagen, normaal 15 dagen. 1916 - Met 26 regendagen is het een kletsnatte maand. 1923 - Met slechts 11,5°C (normaal 15,5°C) is het een bijzonder frisse maand. 1976 - Met 12,1 mm neerslag is het een bijzonder droge maand (normaal 67,4 mm). 1976 - Het is ook de zonnigste maand, met 349 uur zonneschijn. 1987 - Deze maand juni daarentegen is met slechts 111 uur de somberste. 2003 - De gemiddelde temperatuur van de maand juni bedraagt voor Ukkel 19,3 °C, bijna 4°C boven het gemiddelde.
Weerextremen in Nederland gemeten op het KNMI-station in De Bilt vanaf 1901
1917 - De warmste maand juni tot nu toe, met een gemiddelde van 18,3 °C. 1923 - Een koude junimaand met slechts 11,6 °C. 1939 - Een uitzonderlijk droge maand juni met slechts 14,9 mm neerslag. 1959 - Tijdens de maand juni schijnt de zon 300,7 uur in De Bilt. 1987 - Een somberre maand juni, slechts 92,7 uur zonneschijn. 1998 - Een kletsnatte maand met 181,4 mm neerslag.
Bron : - Wikipedia CC 3.0 - www.meteo.be - www.knmi.nl
De Boerboel komt voort uit de voormalige werk en gevechtshonden namelijk de Mastiff (ten tijde van het Romeinse rijk gebruikt als aanvals- en verdedigingshond.
Toen in de jaren 1600 ten tijde van de immigratie in Zuid Afrika de nieuwe bewoners toekwamen hadden verscheidene hun Europese grote honden mee, veel van deze honden waren van het Mastiff-achtige type en bekend als Bullebijter.
Bij het verder landinwaarts trekken van de boeren werden deze honden enerzijds meer en meer ter bescherming gebruikt van henzelf, maar eveneens voor het vee ter bescherming tegen de wilde dieren. Zodoende werden deze honden meer en meer op hun werk en verdedigingstaken geselecteerd, wat resulteerde in een min of meer specifiek ras, namelijk de Boerboel .
Gedurende de Grote trek overleefden enkel de sterkste honden (deze die zelf voor hun voedsel konden zorgen) en werd er door de boeren zodanig gekweekt dat ze steeds het gezin en alles wat erop en erbij hoort beschermt, maar daarenboven moesten deze honden te allen tijde en in alle omstandigheden luisteren, sociaal zijn, werklustig, verdedigend tegen elke indringer (mens of dier) en vooral gezond. Hieruit werd het min of meer bestaande ras verbeterd en ontstond de actueel gekende Boerboel. De uiterlijke kenmerken van deze honden waren min of meer nog verschillend van streek tot streek maar het karakter kwam grotendeels overeen.
Zoals het dan meestal gaat verloederde tijdens de urbanisatie een groot deel van dit ras, maar dankzij de inspanning van enkele particulieren werd de South African Boerboel Breeders Association opgericht met tot doel dit geweldige ras voor de toekomst veilig te stellen.
De Boerboel lijkt op het eerste gezicht een ruwe waakhond, maar is een goede verdediger met een groot hart voor zijn familie en kinderen, maar ook andere dieren op het terrein.
Hij hecht zich niet aan één baas, maar beschouwt zijn familie als één geheel. Een onverschrokken hond die als het moet zijn mensen met zijn eigen leven verdedigt, maar die tevens rustig en gedwee alles toelaat wat de kinderen des huizes met hem aanvangen.
boerboel een struise baas
De boerboel zal aanvoelen wie een gast is en wie een indringer. Hij zal weten wanneer zijn familie bang is of zich bedreigd voelt en hij zal met een grom duidelijk maken dat hij er is om hen te beschermen. De boerboel wordt gekenmerkt door een natuurlijke gereserveerdheid ten opzichte van vreemden en onverschrokkenheid op volwassen leeftijd.
De opvoeding vraagt veel inzet, doorzettingsvermogen en aandacht; de boerboel is een redelijk koppige hond. Een boerboel heeft een tuin nodig en een sportief gezin. Het onderhoud valt nogal mee, een wekelijkse borstelbeurt en een regelmatige controle van oren en ogen vormen de basisverzorging.
boerboel met pups
De boerboel voelt zich het best thuis in een gezin waar hij deel uitmaakt van de familie. Hij is zelfredzaam en bijzonder intelligent, wat hij dan ook uitspeelt wanneer je een fout begaat. Een consequente opvoeding zorgt ervoor dat er tussen de baas en de hond een wederzijds respect ontstaat, waarin echter steeds de familie hoger in rang blijft dan de boerboel. Zo zal de boerboel het meesterschap van de baas respecteren, maar als de familie in gevaar komt neemt hij het heft in eigen handen.
Een mooie karakterbeschrijving luidt als volgt: "Hij moet een goed temperament hebben, intelligent en standvastig zijn met een hoge prikkeldrempel en zijn baas gehoorzamen tot aan zijn dood."
Een Boerboel is een hond die niet geschikt is voor iedereen, ervaring met grote honden is toch minimaal vereist.
Een boerboel heeft een ervaren en zeer consequente baas nodig. Regelmatig moeten boerboels op latere leeftijd herplaatst worden, omdat de hond te krachtig is voor zijn baas.
De Boeran (Russisch voor "sneeuwstorm") was de Russische tegenhanger van het Amerikaanse Spaceshuttleprogramma. Het project was het duurste Sovjet-ruimtevaartprogramma ooit. Het ruimteveer was bedoeld om de Sojoez- en Progress-missies naar ruimtestation Mir te vervangen.
Engels : Buran Duits : Buran Frans : Bourane
landing van de Buran na zijn enige ruimtevlucht
De Boeran lijkt uiterlijk sterk op het Amerikaanse ruimteveer en daarom werd aanvankelijk gedacht dat deze met behulp van spionage compleet was gekopieerd, maar dit bleek niet het geval. Het inwendige is sterk verschillend.
De Boeran heeft een groter laadvermogen en terwijl de spaceshuttle zijn eigen hoofdmotoren heeft die gevoed worden door de externe brandstoftank, is de Boeran volledig afhankelijk van zijn draagraket.
De Buran op een Antonov An-225 Mriya auteur : MASTER SGT. Dave Casey
Met het ontwikkelen van de Boeran werd in het begin van de jaren zeventig begonnen. De eerste en enige vlucht van de Boeran was een onbemande vlucht. Deze vond plaats op 15 november 1988.
De Boeran werd gelanceerd met een aangepaste Energia-draagraket, voltooide twee banen om de aarde en keerde volautomatisch terug op Baikonoer Kosmodroom. Wegens geldgebrek werd het project vervolgens opgeschort. Op 30 juni 1993 besloot president Boris Jeltsin dat het Russische Spaceshuttle-project geheel zou worden gestaakt.
In 2002 werd de Boeran vernietigd tijdens het instorten van een hangar. Acht mensen kwamen hierbij om.
Een testmodel van de Boeran is op dit moment te bezichtigen in het Gorki Park in Moskou.
De Buran op het lanceerplatform
In april 2008 werd een testmodel van de Boeran, de OK-GLI, via de Rotterdamse haven naar Duitsland getransporteerd. De OK-GLI was uitgevoerd met conventionele straalmotoren en maakte 25 testvluchten.
Hij heeft echter nooit in de ruimte gevlogen.
vergelijking in startconfiguratie tussen de Space Shuttle en de Boeran