De spaceshuttle Discovery (NASA-aanduiding: OV-103) was de derde van de vijf operationele spaceshuttles die werden gebouwd.
Doordat de Challenger en de Columbia zijn verongelukt zijn er nu nog drie spaceshuttles over.
Laatste vlucht STS-133 van 24 februari 2011 - 9 maart 2011
De Discovery is genoemd naar een van de twee schepen van de Britse ontdekkingsreiziger James Cook die rond 1770 werden gebruikt voor reizen over de Grote Oceaan die hebben geleid tot de ontdekking van Hawaï.
Naar het zusterschip van Cooks Discovery is de spaceshuttle Endeavour vernoemd.
Omdat er veel ervaring was opgedaan met de bouw van de Enterprise, de Columbia en de Challenger was de Discovery een stuk lichter dan de Columbia.
De eerste vlucht van de Discovery vond plaats op 30 augustus 1984.
Sindsdien heeft de Discovery onder meer de ruimtetelescoop Hubble en de ruimtesonde Ulysses in de ruimte gebracht.
In 1997 en 1999 heeft de Discovery nog onderhoudsbezoeken gebracht aan de ruimtetelescoop Hubble.
In 2000 en 2001 zijn met deze shuttle 3 missies naar het Internationaal ruimtestation ISS uitgevoerd voor het leveren van compartimenten voor het station, het afwisselen van de bemanning en het leveren van voorraden.
. . .
Op 17 april 2012 maakte de Discovery zijn laatste vlucht.
Op een Shuttle Carrier Aircraft werd hij vervoerd naar het Steven F. Udvar-Hazy-centrum van het National Air and Space Museum in Chantilly (Virginia).
Jan van Os (Middelharnis, 23 februari 1744 Den Haag, 7 februari 1808) was een Nederlands kunstschilder.
Hij schreef ook gedichten en toneelstukken.
Jan van Os was de 'stamvader' van een Nederlandse kunstenaarsfamilie.
Hiertoe behoorden zijn zoons, de kunstschilders Pieter Gerardus van Os (1776 1839) en Georgius Jacobus Johannes van Os (1782 1861), zijn dochter Maria Margaretha van Os (1780-1862) en zijn kleinzoon Pieter Frederik van Os (1808-1892).
Jan van Os trok op jeugdige leeftijd naar Den Haag, waar hij in de leer ging bij Aart Schouman.
In 1773 werd hij ingeschreven als lid van het kunstenaarsgenootschap Confrerie Pictura in Den Haag.
Zijn portret is geschilderd door Hendrik Pothoven.
Op 17 september 1775 trad hij in het huwelijk met de (naar verluidt) doofstomme portretschilderes Susanna de la Croix, een dochter van de eveneens doofstomme schilder Pieter Frederik de la Croix.
Zij kregen zeven kinderen van wie 3 zoons en 1 dochter de volwassen leeftijd bereikten.
Jan van Os schilderde aanvankelijk voornamelijk zeegezichten, maar vermaardheid verwierf hij met zijn stillevens met bloemen en fruit, waarmee hij een internationale reputatie opbouwde.
Zijn werk werd tentoongesteld in Engeland, Frankrijk en Duitsland.
artikel gedeeltelijk overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
Robert Stephenson Smyth Baden-Powell (Londen, 22 februari 1857 Nyeri, 8 januari 1941) was een luitenant-generaal in het Britse leger, schrijver en de grondlegger van scouting.
. . .
In 1904 wordt Baden-Powell benoemd tot luitenant-generaal.
Zijn baan bevalt hem niet erg, want hij heeft er niet de opleiding voor en het betreft vooral kantoorwerk.
Als scouting onverwachts een nieuwe vereniging wordt, ziet hij hier een grote uitdaging.
Koning Edward VII vraagt Baden-Powell om zijn militaire loopbaan af te sluiten, omdat hij met scouting meer voor zijn land kan betekenen.
. . .
Tussen 1911 en 1913 maakt Robert Baden-Powell een wereldreis om de start van scouting te stimuleren op alle vijf de werelddelen.
Tijdens de reis, met het schip Arcadian, ontmoet hij begin 1912 Olave St. Clair Soames, met wie hij in oktober van dat jaar huwt.
"Hij was over de vijftig toen de verkennersbeweging goed en wel op gang was en de meeste mensen moeten gedacht hebben dat hij een verstokt vrijgezel zou blijven. Het was daarom een prettige verrassing, toen men hoorde dat hij ging trouwen met miss Olave St. Claire Soames, in 1912.
Van toen af genoot hij bovendien de vreugde van het gezinsleven" schrijft iemand in een levensbeschrijving van Baden Powel.
. . .
Baden-Powell was een uitstekend illustrator en een goed schrijver.
In het leger verkocht hij verhalen en illustraties aan kranten. Hij schreef een groot aantal boeken, zowel over het leger als over scouting.
Baden-Powell was zowel links- als rechtshandig, waardoor hij naar eigen zeggen twee keer zo snel werkte omdat hij met beide handen tegelijk tekende.
Van Baden-Powell zijn later in zijn leven ook boeken uitgekomen met aquarellen uit Afrika.
Alle tekeningen in Scouting for Boys zijn van zijn hand en het succes van het boek is voor een belangrijk deel te danken aan zijn directe schrijfstijl.
. . .
Baden-Powell had vooruitstrevende ideeën voor zijn tijd (deels ook voor tegenwoordig).
De onderwijsmethode die hij in scouting bouwde, is verwant aan onderwijsmethoden waar zelf- en groepsleren centraal staan zoals Freinetonderwijs, Daltononderwijs, Jenaplan, Montessorionderwijs en Iederwijs. Maria Montessori beschouwde scouting als de voortzetting van haar onderwijsmethode voor oudere kinderen. Jonge mensen kunnen kennis en vaardigheden opdoen door samenwerking in natuurlijke groepen van vrienden die verantwoordelijkheid voor elkaar nemen. Ze leren door te doen en worden zo zelfstandig. Het ging Baden-Powell om leren buiten het klaslokaal door avontuur en zonder vastgesteld leerplan; zo had hij zelf in zijn jeugd het meeste geleerd.
In zijn geschriften verdedigde hij de toen opkomende Labour Party (socialistische partij) al was hij het niet eens met hun radicale oplossingen. Staken vond hij geoorloofd. Zijn politieke opvattingen waren sociaal-christelijk maar hij heeft zich nooit aan een partij gebonden.
Baden-Powell was een voorstander van vrouwenemancipatie die na de Eerste Wereldoorlog opkwam - bij scouting werden meisjes gelijk behandeld als jongens, met een even stevig programma.
Baden-Powell verafschuwde de preutsheid van zijn tijd en was een groot voorstander van seksuele voorlichting, desnoods door scouting als ouders hun taak verzaakten. In zijn boeken gaf hij ook voorlichting zover als hij in zijn tijd kon gaan.
In 1804 bouwde Trevithick's werelds eerste functionerende stoomlocomotief.
Deze locomotief, die geen naam kreeg, werd gebruikt in de Pen-y-Darren ijzermijn bij Merthyr Tydfil in Wales.
Daar beschikte men over rails waar met paardenkracht wagens over werden vervoerd.
De stoomlocomotief kon tien wagens trekken met een snelheid van ongeveer 8 km/h.
De eerste rit vond plaats op 21 februari 1804.
Maar de locomotief was eigenlijk te zwaar voor de gietijzeren rails, die dan ook regelmatig braken.
Praktisch was hij ook niet wan men moest meelopen met de trein.
Trevithick had al eerder, in Coalbrookdale in Engeland, een experimentele locomotief gebouwd maar daar is verder weinig over bekend.
De Paricutín is een vulkaan in Mexico.
De Paricutín bevindt zich bij het gelijknamige dorp in de staat Michoacán en is 3170 meter hoog.
De topografische prominentie is 424 meter.
De vulkaan is pas in 1943 ontstaan en is daarmee de jongste van het westelijk halfrond.
Begin 1943 werden in het dorp Paricutín aardschokken gevoeld en gerommel gehoord.
Op 20 februari zag boer Dioniso Pulido de grond van zijn graanveld opensplijten.
De dorpsbewoners probeerden de spleet te vullen met stenen en aarde, totdat er lava en pyroclastisch materiaal begon uit te spuiten.
De bewoners van Paricutín en omringende dorpen sloegen op de vlucht.
Aan het eind van de dag was de vulkaan al 10 meter hoog.
De vulkaan bleef materiaal uitstoten.
De volgende dag was de vulkaan tot 50 meter hoogte gegroeid, en na een week was hij al 100 meter hoog.
In maart begon de vulkaan kilometers hoge aswolken uit te stoten.
Op 12 juni begon de lava te stromen.
De dorpen Paricutín en San Juan ondergingen hetzelfde lot als Pompeii en Herculaneum, maar de bevolking kon op tijd geëvacueerd worden.
Er zijn slechts 3 doden gevallen, allen als gevolg van bliksem die gepaard ging met de uitbarsting.
Na zes maanden begon de vulkaan te kalmeren; er was toen al 25 vierkante kilometer door lava verwoest.
Pas in 1952 kwam de Paricutín helemaal tot rust.
Hij was toen gegroeid tot 424 meter boven het graanveld waar hij was ontstaan.
De Paricutín is een zogenaamde monogenetische vulkaan, wat betekent dat hij na de eerste uitbarsting nooit meer actief zal worden.
De schilder Dr. Atl maakte het ontstaan van de Paricutín mee.
Hij schreef er het boek Cómo nace y crece un volcán, el Paricutín ("Hoe een vulkaan geboren wordt en ontstaat, de Paricutín") over.
Tijdens zijn waarnemingen liep hij een ziekte op, waardoor een van zijn benen geamputeerd moest worden.
artikel gedeeltelijk overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0
De vlag van Nederland is de vlag van het land Nederland.
Zij staat daarnaast symbool voor de eenheid en de onafhankelijkheid van het gehele Koninkrijk der Nederlanden.
Het rood-wit-blauw is zowel te land als ter zee in gebruik als civiele vlag, dienstvlag en oorlogsvlag.
Op 19 februari 1937 tekende Koningin Wilhelmina op haar vakantieverblijf in Zell am See het kortste Koninklijk Besluit ooit, luidend:
"De kleuren van de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden zijn rood, wit en blauw.
De Nederlandse vlag is een horizontale driekleur in rood, wit en blauw.
In de vlaginstructie van het Ministerie van Algemene Zaken worden de kleuren benoemd als helder vermiljoen, helder wit en kobaltblauw.
In normblad 3055 zijn deze kleuren vastgesteld in Éclairage-coördinaten.
Deze kleuren zijn niet direct in Pantone-codering om te zetten, zodat voor de laatste uiteenlopende waarden gebruikt worden.
Over de afmetingen van de vlag zijn geen voorschriften.
In de niet-bekrachtigde Vlaggenwet van 1937 werd de verhouding tussen hoogte en lengte vastgesteld als 2:3, en over het algemeen wordt die verhouding nog steeds nagevolgd.
De drie banen zijn even hoog.
. . .
De juiste wijze voor het vouwen van de vlag is als volgt:
Twee vlaggendragers pakken de vlag vast in de lengterichting met één hand op de scheiding van rood en wit, en met de andere hand aan het einde van het blauw;
de vlag wordt nu overlangs dichtgevouwen, zodanig dat wit opgesloten wordt tussen rood en blauw (er ontstaat dus een Z-vorm);
met rood boven, wordt de vlag vervolgens tweemaal dubbelgeslagen, zodanig dat het blauw boven komt te liggen (lus en touw aan de broekingszijde bovenop).
Pluto werd op 18 februari 1930 ontdekt door de astronoom Clyde Tombaugh tijdens het vergelijken van fotografische platen met behulp van een blinkcomparator op het Lowell Observatory in Arizona.
Tombaugh was op zoek naar een onbekende Planeet X in een baan buiten Neptunus, die was voorspeld door Percival Lowell.
De naam Pluto is niet geheel willekeurig gekozen: hij begint met de initialen van voornoemde Percival Lowell, de astronoom die lange tijd heeft gezocht naar een negende planeet, maar dit hemellichaam nooit heeft kunnen ontdekken.
Een combinatie van de letters P en L werd gekozen als het symbool van Pluto.
Pluto is een in 1930 ontdekt hemellichaam in ons zonnestelsel dat tot 24 augustus 2006 werd geclassificeerd als planeet en sindsdien als dwergplaneet.
Op 13 september 2006 kreeg Pluto ook een nummer in de catalogus van planetoïden, namelijk 134340.
De dwergplaneet is vernoemd naar de gelijknamige Romeinse god van de onderwereld, Pluto.
Gemiddelde baansnelheid: 4,7 km/s
Helling van het baanvlak tegen over het baanvlak van de aarde: 17,14°
Soortelijke massa (dichtheid): 2,1g/cm²
Ontsnappingssnelheid: 1,2 km/s
De baan van Pluto is zo excentrisch dat dit hemellichaam gedurende 20 jaar van zijn 248 jaar durende omlooptijd dichter bij de zon staat dan de planeet Neptunus.
De laatste keer dat dit gebeurde was van 7 februari 1979 tot 11 februari 1999.
Behalve Pluto en Charon bewegen er andere Kuipergordel-objecten in een vergelijkbare baan, met een 2:3 baanresonantie met Neptunus: de Plutino's.
Enkele bekende objecten in deze klasse zijn (90482) Orcus en (28978) Ixion.