De Bourbonhervormingen waren een serie maatregelen genemen door de Spaanse kroon in de 18e eeuw (onder het Huis Bourbon) om de politieke en economische controle over Spanje en haar koloniën te vergroten.
Filip V van Spanje
kunstenaar : Hyacinthe Rigaud - vrije foto
Na de overname van de Spaanse kroon door de Bourbons in 1700 en de Spaanse Successieoorlog in 1713 moest Spanje het grootste deel van haar Europese bezittingen overdragen aan Oostenrijk en het Groot-Brittannië toestaan op Spaans-Amerika te handelen.
Filips V nam maatregelen om de afname van de Spaanse macht tegen te gaan, het leger te vergroten en de nationale economie te beschermen.
Het belangrijkste doel was de macht terug te winnen die de koningen van het Huis Habsburg hadden gedelegeerd naar organisaties als de Rooms-katholieke Kerk en de gilden.
Met de Bourbonhervormingen poogden de Spaanse koningen dus de entititeiten die andere belangen dan die van de kroon verdedigden te elimineren.
Men slaagde er echter niet in dehervormingen succesvol door te voeren in de koloniën, die slechts als bron van edelmetaal werden gezien.
Karel III van Spanje
kunstenaar : Anton Raphael Mengs - vrije foto
Het mislukken van de hervormingen werd duidelijk toen Spanje onder Karel III de Zevenjarige oorlog tegen Groot-Brittannië (1756-1763) verloor.
De adviseurs van de koningen stelden hierna gedetaillerdere verslagen over de koloniën op, en maakten duidelijk hier meer op te letten.
De nieuwe golf van hervormingen omvatte grotere exploitatie van de hulpbronnen in de koloniën, verhoogde belastingen, het aanleggen van wegen en havens en het vestigen van enkele staatsmonopolies.
De koloniale zaken werden geconcentreerd bij één ministerie en de macht in de koloniën werd nog meer bij Spaanse in plaats van Spaans-Amerikaanse bestuurders gelegd.
Het enorme Onderkoninkrijk Peru werd gesplitst in drie stukken, waardoor de onderkoninkrijken Nieuw-Granada en Río de la Plata ontstonden.
Een van de meest zichtbare effecten was het verjagen van de jezuïeten uit de koloniën.
De Amerikaanse Bourbon-whiskey onderscheidt zich niet alleen door de schrijfwijze van zijn Europese voorouders, de (Scotch) whisky.
Terwijl de laatstgenoemde traditioneel uit mout gestookt wordt, gebruikten de immigranten in de nieuwe wereld hoofdzakelijk rogge en maïs voor de bereiding van hun "vuurwater".
De naam is afkomstig van de streek Old Bourbon, het huidige Bourbon County in de staat Kentucky (wat op zich weer afkomstig is van het Franse vorstenhuis Bourbon).
In de tweede helft van de negentiende eeuw waren hier talrijke ook nu nog bekende destilleerderijen gevestigd werden.
Engels : Bourbon whiskey Duits : Bourbon Frans : Le bourbon
Wit eikehouten vaten in één van de 27 "rack houses" van Jim Bean bourbon whiskey in Clermont, Kentucky
auteur : Bbadgett CC 3.0
Bourbon wordt puur geserveerd, of verdund met water, met ijsblokjes, gemixt met soda of in verschillende cocktails zoals de Manhattan, de Old Fashioned of de mint julep.
Bourbon wordt ook gebruikt in de keuken.
Een selectie bourbon's in een Amerikaanse liquor store
auteur : Decatur Wine & Spirits CC 3.0
Het aandeel maïs bedraagt bij de huidige bourbon-whiskeys in navolging van de Amerikaanse wet minstens 51%.
Pas na het tweejarige bewaren in van binnen gebrande eikenhouten vaten wordt het destillaat gebotteld.
Er zijn natuurlijk ook veel oudere bourbon's.
Afhankelijk van hoe de bourbon is gerijpt kan deze verscillende smaken hebben, waaronder vanille, droge vruchten smaken
Op 4 mei 1964, erkende het Congres van de Verenigde Staten bourbon whisky als een "onderscheidend product van de Verenigde Staten".
Bourbon kan worden geproduceerd waar dan ook in de Verenigde Staten, waar het distileren van sterke drank legaal is.
Maar de meeste merken worden geproduceerd in Kentucky, waar de Bourbon de productie een sterke historische associatie aanwezig is.
Het ijzer-vrij water dat is gefilterd door hoge concentraties van kalksteen, uniek voor deze streek, wordt vaak aangeprezen door bourbon distillateurs in Kentucky als een eerste stap in het bourbon-vormingsproces.
Één van de vele niet Kentucky bourbon's
Hoewel Jack Daniel's vaak als een bourbon beschouwd wordt, is dit een Tennessee whiskey, een Tennessee Sour Mash, omdat het nog gefilterd is door houtskool van esdoorn.
97% van alle bourbon wordt gedistileerd in de omgeving van Bardstown, Kentucky.
Hier heeft ook het jaarlijkse bourbon festival plaats en wordt het beschouwd als de "wereld bourbon hoofdstad".
De bourbon kent een groeiende export, nieuwe exportlanden zijn o.a. China, Vietnam, Brazilië, Chili, Roemenië en Bulgarije.
Het bouleuterion (Oud-Grieks: βουλευτήριον) was het raadsgebouw in een Oudgriekse stad.
Hier kwam de Boulè (de raad), de belangrijkste instelling in een polis, bestaande uit volksvertegenwoordigers om de dagelijkse zaken te regelen, bijeen.
Het woord is samengesteld met het woord bouleuoo (beraadslagen) en het suffix -terion (plaats om iets te doen).
Omdat de functie van de instelling van polis tot polis kon verschillen, kon het een andere naam dragen: bijvoorbeeld, synedrion te Messene en Mytilene of gérontikon te Nysa.
Het oudste bouleuterion in Athene was het Metroön.
Engels : Bouleuterion Duits : Buleuterion, Bouleuterion Frans : Le bouleutérion
In Athene kwam de Raad, die 400 en vanaf 507 v.Chr. 500 leden telde, bijeen in een raadsgebouw aan de westkant van de Agora.
Het oudste bouleuterion bevond zich op de plaats van het Metroön.
Dit was waarschijnlijk een vierkant gebouw van 23,3 x 23,8 m.
Het plafond werd door vijf zuilen gedragen en de raadsleden zaten op houten banken.
In de vijfde eeuw v.Chr. werd het vervangen door een meer westelijk gelegen, nieuw bouleuterion met een afmeting van ca. 16 x 22 m.
Hierin waren de zitplaatsen aangebracht in een halfronde theatervorm met 12 rijen boven elkaar.
Bouleuterion van Nysa
auteur : Musti - vrije foto
Het bouleuterion in Olympia was het gebouw waar de Olympische Raad zijn vergaderingen hield.
Het bestond uit drie delen: een vierkante ruimte in het midden (waarvan niet bekend is of hij overdekt was of een open hof) met aan weerszijden twee langwerpige ruimtes met halfronde achterkant.
In de halfronde gedeeltes bevonden zich waarschijnlijk de archieven.
Een rechthoekig gebouw nabij het theater van Akrai (huidig Palazzolo Acreide).
De fundamenten dateren uit de tweede helft van de 2e eeuw v.Chr.
Het auditorium bestaat uit rijen van stenen zitplaatsen, amfitheatrisch opgesteld en verdeeld in drie rijen voor elk 100 personen.
Door een ondergrondse passage stond het auditorium in verbinding met het aanpalende theater waar de volksvergadering bijeenkwam.
De architecturele verbinding tussen de twee bouwwerken en hun locatie dicht bij de Agora, suggereren een identificatie als administratief centrum van de stad.
Het bouwplan van het bouleuterion volgt nauwgezet het patroon van het bouleuterion in Milete.
De overblijfselen van de rijen zitplaatsen, de fundamenten en delen van de binnenmuur zijn nog steeds zichtbaar.
De boulette d'Avesnes (bijnaam "Dauphin du pauvre") is een Franse kaas geproduceerd van origine in de omgeving van Avesnes-sur-Helpe in de regio Noord-Nauw van Calais.
De wortels van de boulette d'Avesnes gaan ver terug.
Al in 1760 wordt de kaas genoemd in de geschriften van de abdij van Maroilles.
De kaas werd van origine gemaakt uit gekarnde melk.
Uit economische noodzaak bewerkten de boeren het vocht dat rest na het karnen en het verwijderen van de boter, om daar nog weer voedingswaarde uit te krijgen.
Het was een mager product en uitsluitend bedoeld voor consumptie binnen het gezin zelf.
Tegenwoordig wordt de kaas vrijwel geheel gemaakt uit verse maroilles die afgekeurd is (vanwege vormdefecten en dergelijke).
Aan de kaasmassa worden peper, peterselie, dragon en kruidnagel toegevoegd.
De kaas wordt nog handmatig gemaakt, krijgt meestal een min of meer piramidale vorm.
De kaas kan gelijk vers verkocht worden.
Er kan ook voor gekozen worden om de kaas verder te laten rijpen.
Tijdens het rijpingsproces van ongeveer 10 weken wordt de kaas regelmatig gekeerd en gewassen met bier.
Het resultaat is een steenrode, ongewoon sterk geurende kaas, maar de smaak is niet zo sterk als dat de geur doet vermoeden.
Verse en gerijpte boulettes d'Avesnes
Deze kaas heeft een vetgehalte van minder dan 45%.
Gemaakt in de vorm van een piramide met een hoogte van 10cm.
Het gewicht is 180 à 250gr.
Deze kaas heeft een gewassen korst.
De rijpingstijd is ongeveer 10 weken.
Boulette de la Pierre-qui-Vire is een Franse kaas die uit de Bourgogne afkomstig is.
Het is een ongerijpte verse kaas met een laag vetgehalte.
Boulette de la Pierre-qui-Vire
De kaas is een verse kaas, een kaas die ongerijpt verkocht wordt, een kaas die geen korst heeft.
In de kaas worden kruiden gemengd, die de kruidenkaas een heel eigen karakter geven.
Het is geen courante kaas.
De monniken van het klooster van l'Abbaye de la Pierre qui vire maken de kaas, maar slechts van juni tot november en in een vrij kleine hoeveelheid (max. 40 ton per jaar).
Boulette de la Pierre-qui-Vire
Deze kaas heeft een vetgehalte van 28%.
Gemaakt in de vorm van een bolletje of een schijf van ongeveer 8cmØ.
Het gewicht is 150 à 200gr.
De Boulette de Cambrai is een Franse kaas, afkomstig uit Frans Vlaanderen, uit Cambrai (historische naam Kamerijk)
Boulette de Cambrai
De Boulette de Cambrai is een verse kaas, dat wil zeggen dat de gezouten wrongel direct op smaak gebracht wordt door toevoeging van peper, van dragon en van bieslook, waarna de kaas geconsumeerd kan worden.
De kaas kent geen rijpingstijd en heeft geen herkenbare korst.
Boulette de Cambrai in kegelvorm
Deze kaas heeft een vetgehalte van 45%.
Gemaakt in de vorm van een handballetje of een kegeltje.
Het gewicht is 200 à 300gr.
In de 19e eeuw begonnen enkele klimmers in te zien dat het ook leuk was om zo moeilijk mogelijke rotsblokken te beklimmen zonder te trainen voor het bergbeklimmen.
Het ging hierbij puur om de bewegingen. Het boulderen ontwikkelde zich in selecte groepjes al tot een aparte discipline.
Toch werd het boulderen en het beklimmen van korte rots routes met touwzekering door velen nog tot in de jaren 80 als oefening voor het grotere werk gezien.
Pas in de jaren 90 ontwikkelde het routeklimmen en boulderen zich als de sportklimdisciplines zoals wij ze nu kennen.
De eerste wereldbekerwedstrijd in de discipline boulderen werd pas in 1999 gehouden, het eerste NK boulderen was in 2000.
Boulderen was voor het eerst onderdeel van het WK sportklimmen 2001.
Engels : Bouldering Duits : Bouldern Frans : Le bloc (escalade)
Boulderen in Engeland omstreeks 1890
foto : johngill.net
In de klimsport is een boulder een korte, vaak erg moeilijke, route op een relatief kleine rots, steen of kunstmatig gebouwde muur.
Het bouldergebied bij uitstek is Fontainebleau in Frankrijk ten zuidoosten van Parijs.
Het gebied ligt vol rotsblokken met duizenden routes.
Indoorboulders zijn terug te vinden in de meeste klimzalen.
Bij boulderen wordt, net als bij routeklimmen, de Franse gradatie aangehouden.
Een bouldergradatie is echter anders dan die van een lange route.
Vaak wordt gezegd dat de waardering van een boulder (bv 6a) even moeilijk is als de crux (een korte overhangende passage) uit een route die drie gradaties hoger ligt (dus 7a).
Het spotten bij het boulderen bestaat uit het opvolgen van de klimmer om hem bij een mogelijke val zo te leiden dat hij veilig neer komt.
Het aantal ongevallen die zich bij het boulderen voordoen, toont aan dat dit een niet te onderschatten veiligheidsvoorzorg is bij het boulderen.
indoor boulderen
Een boulderwedstrijd bestaat uit een reeks boulders die klimmers moeten klimmen.
Per geklommen boulder krijgt de klimmer van de scheidsrechter punten toegekend.
De ranking wordt bepaald door volgende criteria (in dalende volgorde van belang):
Het aantal keren dat een klimmer een boulder voltooide
Het aantal pogingen dat een klimmer ondernam om deze boulders te voltooien
Het aantal zonegrepen dat de klimmer behaalde
Het aantal pogingen dat de klimmer nodig had om deze zonegrepen te behalen
Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten boulderwedstrijden:
Après-travail: Klimmers krijgen een bepaalde periode (doorgaans meerdere uren) om zoveel mogelijk boulders te voltooien. Deze officiële tijd wordt soms voorafgegaan door een kleinere periode waarin de klimmers in de routes mogen werken. Dit houdt in dat ze met de boulders mogen kennismaken door ze te proberen zonder dat dit meetelt voor de ranking.
A vue of On sight: De klimmers worden tussen de verschillende boulders in isolatie gehouden. Zij krijgen slechts een korte tijdsperiode (meestal 6 minuten) om de route te klimmen. Deze vorm verlangt van de klimmer meer creativiteit en verhoogt het wedstrijdelement.
Opbouw van een wedstrijdboulder:
De IFSC (International Federation for Sport Climbing) stelde voor wedstrijdboulders volgende richtlijnen:
Een boulder bevat maximaal twaalf handgrepen
De begingrepen voor de handen (soms ook voor voeten) zijn aangeduid met plakband in dezelfde kleur als die waarmee de eindgreep aangeduid wordt
Iedere route bevat een zonegreep (gemarkeerd met plakband in een andere kleur dan de begin- en eindgrepen)
Eventueel geldende grenzen voor de klimmer zijn aangeduid met rode of zwarte plakband
Een boulder is voltooid wanneer de klimmer de eindgreep met beide handen stabiel kan vasthouden en de scheidsrechter dit heeft erkend door "oké" te zeggen.
Een zonegreep (ook wel bonus) wordt toegekend wanneer de klimmer deze stabiel kan vasthouden.
Een voltooide boulder impliceert altijd het behalen van de zonegreep, ook wanneer deze niet gebruikt werd.
Bouillabaisse is een Provençaals gerecht, typisch voor de stad Marseille.
Het bestaat uit verschillende soorten gekookte vis en de oorsprong ervan gaat mogelijk zelfs terug tot in de Griekse Oudheid.
De naam zou naar de algemeen geldende opvattingen komen uit het Occitaans (Provençaals): bolhabaissa, een samenstelling van twee werkwoorden: bolhir (bouillir: koken) en abaissar (abaisser: temperen).
Hierin ligt dan de bereidingswijze besloten: aan de kook brengen en dan garen op getemperd vuur.
Een afwijkende - en evenzeer geloofwaardige - etymologie en receptuur wordt echter gevonden in de studie van de Duitse cultuurhistorica Petra Foede die onder meer de beroemde Franse kok Raymond Oliver citeert, waar die stelt dat het gerecht juist kort en op hoog vuur gekookt moet worden.
Omdat het koken historisch met een boven een houtvuur hangende kookpot plaatsvond zou het woorddeel "baisse" er dan juist op duiden dat de pot laag - en dus dicht op de hittebron - moest hangen.
Engels : Bouillabaisse Duits : Bouillabaisse Frans : La bouillabaisse
Bouillabaisse op de grote schotel, in het bord is een voorgerecht
auteur : Slastic CC 3.0
Bouillabaisse kan bogen op een unieke status want de term heeft zich in alle denkbare talen genesteld en vrijwel onveranderlijk met een onjuiste begripsinhoud, waardoor ook een wereldwijd culinair misverstand is ontstaan.
Bouillabaisse wordt niet alleen op de menukaarten van restaurants maar zelfs in woordenboeken en internationale kookboeken benoemd als vissoep, maar dat is onjuist: het is een gerecht van gekookte vis; de soep is slechts een 'bijprodukt' ervan dat als voorgerecht wordt gegeten.
Bouillabaisse is in de oorsprong een armeluisgerecht: de door beschadiging onverkoopbare vissen werden aan het eind van de werkdag door de vissers op het strand in zeewater gekookt en dan gezamenlijk gegeten.
Het kooknat (bouillon) werd over stukjes geroosterd stokbrood (croûtons) gegoten en met rouille (een gekruide Provençaalse mayonaise) als voorgerecht gegeten.
"bouillabaisse " met rouille
Inmiddels is dit 'voedsel der armen' in de Franse restaurants die het nog correct bereiden tot de duurste gerechten op de kaart gaan behoren.
Dit is mede de oorzaak van de verloedering die er - ook in het land van oorsprong - toe leidde dat alle mogelijke vissoepen ten onrechte het predicaat 'Bouillabaisse' kregen.
Ter bestrijding daarvan is al in 1980 op initiatief van een aantal restaurateurs uit Marseille in een charter de samenstelling vastgelegd, evenals het voorschrift dat de vis in z'n geheel wordt opgediend en aan tafel wordt gefileerd, zodat men weet wat men eet.
De zes voorgeschreven vissoorten zijn: rascasse (schorpioenvis); rouget-grondin (rode poon); vive (Pieterman); lotte (zeeduivel); congre (konger- of zeepaling) en Saint-pierre (zonnevis).
De traditioneel bovenop liggende rascasse, een prachtige roofvis, is inmiddels tamelijk zeldzaam geworden.
Dat maakt deze vis - als ze al verkrijgbaar is - dus erg duur.
bouillabaisse in havenrestaurant, Le Grau du Roi, Marseille
foto : Tony Page
Om de smaak van de bouillabaisse te verfijnen kookt men de vis niet in water, maar in een vissoep waarin allerhande 'gewone' visjes (in hun geheel gekookt en daarna gezeefd) zijn verwerkt.
Deze soep, waarin de zes vissoorten van de Bouillabaisse zijn gekookt, eet men als voorgerecht.
De stukjes gedroogd stokbrood, de croûtons, worden ingewreven met verse knoflook en daarop wat rouille.
Dan wordt de hete soep uitgegoten en terwijl men wacht tot de temperatuur genoeg is gedaald om de soep te kunnen eten, zuigen de croûtons de soep op tot ze daarmee verzadigd zijn.
Dan zinken ze en staan dan als eilandjes in de soep.
Vervolgens eet men de gekookte vissen, de eigenlijke Bouillabaisse, als hoofdgerecht.
In de Marseillaanse receptuur worden ook enkele aardappels met de vissen meegekookt en gegeten.
Een bord Brazilliaanse "bouillabaisse"
auteur : Stu Spivack CC 2.0
Sommigen geven er de voorkeur aan, de vis in stukken weer in de soep te leggen en de Bouillabaisse aldus te eten.
Aangezien alles ook in dezelfde pan wordt bereid, is Bouillabaisse zelfs te beschouwen als éénpansgerecht maar omdat de verschillende vissen uiteenlopende kooktijden behoeven, is dit in werkelijkheid gecompliceerder.
Volgens het officiële charter is Bouillabaisse een uit twee gangen bestaand gerecht.
Hoe diep de verwarring gaat moge blijken uit de omstandigheid dat van alle talen waarin het lemma 'Bouillabaisse' in Wikipedia voorkomt, alleen de Franse in de omschrijving geheel correct is.
Alle andere edities benoemen het als soep, soms zelfs geïllustreerd met een foto van een Braziliaanse vissoep.