De bulterriër is een hondenras dat een kruising is tussen de buldog en verschillende andere hondenrassen, zoals de inmiddels uitgestorven white English terrier.
Hoewel het uiterlijk anders doet vermoeden heeft de bulterriër een zeer zacht karakter.
Dit dier staat bekend als een allemansvriend en gaat over het algemeen goed samen met kinderen.
Kenmerkend is de zogeheten bullrun, het in volle vaart door huis of tuin rennen.
De hond heeft een waakzaam karakter en is zeer gehecht aan de omgeving.
Engels : Bull Terrier Duits : Bullterrier, Bull Terrier Frans : Le Bull Terrier
De bulterriër, zoals die tegenwoordig bekend is, is omstreeks 1860 in Engeland ontstaan.
Door 'doggen' (buldoggen of bulmastiffs) met terriërs te kruisen ontstond een kleine, snelle, behendige, maar toch sterke vechthond, die 'Bull-and-Terrier' werd genoemd.
De hondenfokker James Hinks heeft dit type hond verder ontwikkeld naar het rastype.
Hinks richtte zich met name op het fokken van de witte bulterriërs; dit type is ook heden nog bekend.
De bulterriër werd van het begin af aan in verschillende maten gefokt.
Zo bestaat nog steeds de mini(atuur)-bulterriër.
Hinks kwam in 1862 met zijn eerste witte Bulterriër, 'n teef genaamd Puss.
Andere (vecht-)hondenfokkers betwijfelden openlijk de kracht en raszuiverheid van zijn "Dameshondje": Puss woog 40 pound (hooguit 20 kilo).
Hinks wedde met zijn tegenstanders om 5 Engelse ponden en 'n krat champagne, dat Puss 'n oud-type bull-and-terrier verslaan kon.
De tegenstander was 'n teef van 60 pound (de helft zwaarder!) en Puss won het gevecht in 'n half uur, met zó weinig verwondingen, dat zij de dag erna, op de Hondententoonstelling in Birmingham, ook nog een prijs won voor conditie en schoonheid.
Vanaf dat moment was de reputatie van de Bulterriër gevestigd.
De bulterriër is een gespierde, krachtig gebouwde hond, die ook wel 'de gladiator onder de honden' wordt genoemd.
Het dier heeft een sterk uiterlijk en een diepe, brede borst.
Kenmerkend voor het ras is de eivormige kop zonder stop.
Vanaf de achterhoofdsknobbel tot de neuspunt loopt de schedel afbollend naar beneden; typisch en voor de fok gewenst is de 'roman finish', de extra sterke, neerwaartse welving van de voorste helft van de snuit.
De oren zijn klein, staan rechtop en zijn dun.
De ogen liggen diep en zijn amandelvormig.
Ze zijn diepbruin of zwart van kleur; lichte ogen zijn niet gewenst.
De vacht is kort en glad en heeft weinig 'losse' huid.
De bulterriër komt in verschillende kleuren voor.
Bij witte honden zijn gekleurde vlekken niet gewenst behalve aan de kop.
Bij gekleurde honden moet de hoofdkleur de grootste oppervlakte van de vacht uitmaken; dat kan zwart, brindle (gestroomd), roodbruin, fawn (ree-kleurig) of 'black-and-tan' zijn.
Blauw en leverkleur zijn niet toegestaan.
De bullmastiff wordt sinds de 19de eeuw in Groot-Brittannië gefokt.
Hij ontstond uit een kruising tussen een mastiff en de Engelse buldog en werd als beschermhond van de jachtopziener gefokt.
Hij is iets kleiner dan de mastiff en ontwikkelde later door inkruising van bloodhounds een goede reukwaarneming.
Hij werd erkend als een rashond door de English Kennel Club in 1924.
Engels : Bullmastiff Duits : Bullmastiff Frans : Le Bullmastiff
De oren van de bullmastiff zijn V-vormig en hangend.
Zijn vacht is kort en glad.
Elke schakering van de vacht tussen roodbruin of rood met een zwart masker is toegestaan.
Afhankelijk van het geslacht bereikt de bullmastiff een schofthoogte van 61 - 71 cm en een gewicht van 45 - 70 kg.
Afwijken van deze specificaties wordt ontmoedigd door de fokkers.
Bullmastiff puppies
auteur : teddybear64 op www.fanpop.com
Het is een zeer rustige hond die ook zelden blaft.
De gemiddelde leeftijd van de bullmastiff bedraagd slechts 7 à 8 jaar.
Deze hond blijft groeien tot de leeftijd van 3,5 jaar.
Bullmastiffs zijn gevoelig voor een aantal ziektes zoals heupdysplasie(24,5%), elleboogontwrichting en kanker.
Dit ras heeft ook last van entropion, een afwijking aan het ooglid.
Ook arthritis komt veel voor.
De bullmastiff wordt in Groot-Brittannië als politiehond ingezet.
De bullenbeisser (ook Duitse buldog genaamd) is een uitgestorven hondenras van Duitse oorsprong.
De bullenbeisser was een Molosser type.
Ze stonden bekend als goede jagers en waren zeer sterk en wendbaar.
In de Middeleeuwen werden ze gebruikt om op beren, herten en zwijnen te jagen.
Het waren mastiff-achtige honden, kortharig, met een effen gestroomde kleur.
De bullenbeisser had grote en brede kaken met krachtige kaakspieren.
Engels : Bullenbeisser, German Bulldog Duits : Bullenbeißer, Bärenbeißer Frans : Le Bullenbeißer, Bullenbeisser ("mordeur de taureaux" in duits), bulldog allemand
Danziger bullenbeisser
auteur : Johann Elias Ridinger - vrije foto
Tot halfweg de 19e eeuw werd de Brabanter bullenbeisser ook aangewend in gevechten met stieren.
Zijn korte neus met ondervoorbeet en zijn kleinere, wendbare gestalte, waren zeer geschikt om de stier in de neus te grijpen.
Toen deze praktijken in Engeland en Europa rond 1835 werd verboden, was de Brabantse bullenbijter nog sporadisch terug te vinden bij slagers om later, begin 20e eeuw helemaal te verdwijnen.
De Brabanter bullenbeisser stierf uit door kruisingen met andere rassen.
Brabanter bullenbeiser
auteur : Johann Elias Ridinger - vrije foto
Er waren twee varianten: de grote en zware Danziger bullenbeisser met een schofthoogte van 70 cm en de kleine Brabanter bullenbeiser (Brabantse bullenbijter) met een schofthoogte van 40 cm.
Laatstgenoemde is de directe voorouder van de boxer.
De Brabanter bullenbeisser leefde in de provincie Brabant in België en Nederland.
De grotere Danziger bullenbeisser vertoefde in de regio Duitsland en Polen, in de buurt van Gdansk.
Danziger bullenbeisser en de kleinere Brabanter bullenbeiser
auteur : Ludwig Beckmann - vrije foto
Aan het eind van de jaren 1870 kruisten de Duitse fokkers Roberth, König en Hopner de Brabanter bullenbeisser met de Engelse buldog om het nieuwe ras boxer te creëren rond 1890.
De Brabanter bullenbeisser vertoonde uiterlijk de meeste gelijkenissen met recentere rassen zoals de Dogo argentino en Spaanse buldog.
De buldog, ook wel bullenbijter, is een type hond dat oorspronkelijk werd gefokt voor de strijd tegen stieren (bullen).
Gevechten tussen honden en stieren waren vanaf de 16e eeuw tot in de eerste helft van de 19e eeuw populair in verschillende Europese landen, maar vooral in Engeland.
In Engeland werden eerst molossers gebruikt in het stierengevecht, maar in de loop van de 17e en 18e eeuw werd hiervoor de wat lichtere buldog gefokt.
Engels : Bulldog breeds, Bull breeds Duits : Bulldogge Frans : Le bouledogue, molosses
Bij het gevecht werd een groepje honden ingezet tegen één stier, die doorgaans met een lijn vastzat aan een paal.
De honden moesten zich vastbijten in de flanken, de oren en vooral de neus van de stier, om zo het grotere dier tegen de grond te dwingen.
De stier werd vervolgens, al dan niet met menselijke hulp, afgemaakt.
Uitgangspunt bij het fokken van de buldog was dat de dieren krachtige, brede kaken moesten hebben, waarbij voor een goede greep de onderkaak verder vooruit stak dan de bovenkaak (ondervoorbijter).
Het neusbeen moest kort zijn om een terugliggende neus te krijgen, wat een vrije ademhaling tijdens de beet mogelijk maakte.
Verder moest de hond laag zijn, om de stier makkelijk te kunnen ontwijken.
En licht, om een vaste greep makkerlijker te maken als de hond in de lucht getild werd. Kortom, een muil op pootjes.
Overigens werd niet alleen tegen stieren, maar ook tegen beren en een enkele keer zelfs apen gevochten.
En natuurlijk tussen honden onderling.
In Engeland betekende het verbod op het vechten met honden in 1835 het einde van het bullenbijten, maar de veel moeilijker te controleren gevechten tussen honden onderling gingen door.
Dat betekende dat in de 19e eeuw andere eisen aan de vechthonden gesteld werden, wat zou resulteren in de bulterriër.
De buldog zelf werd in de tweede helft van de 19e eeuw een showras, de Engelse buldog.
Omdat praktische eisen geen rol meer speelden, gingen fokkers de kenmerken van het ras tot in het absurde overdrijven.
Daarnaast zijn er nieuwe rassen van het buldog type ontwikkeld, waarvan het niet de bedoeling was ze ooit tegen stieren in te zetten.
De boxer (hond) is ongetwijfeld de meest bekende van deze nieuwe bullenbijters.
Sinds jaren '90 lijkt het fokken van varianten op de buldog opnieuw in de mode te zijn.
Soms in een poging het oude type te herstellen, in andere gevallen volgt de fokker zijn eigen smaak.
Een van deze creaties is de Banter dog, een Amerikaanse herschepping van de oude Brabantse bullenbijter.
Ondanks zijn enigszins schrikwekkend uiterlijk heeft de Bulldog een handelbaar karakter en is hij gewoonlijk dol op kinderen.
Hij leert snel en doet graag aan spelletjes mee.
Door zijn bouw kan hij echter niet hard rennen, terwijl men ook bij warm weer voor te grote inspanning moet oppassen, daar zijn neus hem dan niet van voldoende zuurstof kan voorzien.
De Bulldog mag nooit in een auto of een andere kleine ruimte worden opgesloten, tenzij hij over veel frisse lucht kan beschikken.
Dit ras staat niet bekend om zijn lang leven, maar kan als trouwe waakhond en prettig huisdier warm worden aanbevolen.
Gewicht; reu circa 25 kg, teef circa 22,5 kg.
Franse buldog
vrije foto
Een flinke dagelijkse wandeling aan een losse lijn is goed voor de Bulldog.
In een ruistige buurt of in een park kan men de hond los laten lopen, zodat hij zijn eigen tempo kan volgen.
Trek hem echter niet voort en ook de pup mag men niet te veel vermoeien.
De ervaring zal u leren hoe ver u met uw Bulldog kan wandelen zonder dat het dier oververmoeid raakt.
Het ras is belist ongeschikt voor mensen die hele dagtochten met hun hond willen maken.
Met een dagelijkse borstebeurt en afwrijven met de glanshandschoen houdt men de Bulldog in een goede conditie.
Kies een warme, zomerse dag uit voor zijn jaarlijkse bad!
De Bulldog heeft dagelijks 375 gram bikvlees of 450 gram rauw vlees nodig, aangevuld met hondebrood.
Voor deze krachtpatser wordt een dagelijks theelepetjelevertraan in de winter aanbevolen.
Het beste geeft men hem zijn maaltijd na het uitlaten, zodat deze verteert als de hond slaapt.
De briquet griffon vendéen is een hondenras dat afkomstig is uit Frankrijk.
Het is een kleinere versie van de Grand griffon vendéen.
Briquet griffon vendéen
Classificatie FCI: Groep 6 Sectie 1 #19
auteur : Nicaise op wamiz.com
Tijdens WO 1 en WO 2 is het ras vrijwel verdwenen, maar sinds 1946 wordt het ras weer gefokt.
Het is een jachthond die geschikt is voor zowel groot (de Grand griffon vendéen) als klein wild.
Briquet griffon vendéen
auteur : Alephalpha CC 3.0
Een volwassen reu is ongeveer 53 cm hoog, een volwassen teef ongeveer 51 cm.
Hun gewicht is ongeveer 24kg.
De vacht is effen of meerkleurig: rossig, haaskleurig, wit en oranje, wit en haaskleur en een driekleur in de genoemde kleuren.
De Briquet Griffon Vendéen heeft ruig zwaar halflang haar dat ruw aanvoelt.
De Briquet Griffon Vendéen heeft eveneens zware wenkbrouwen die de ogen net niet bedekken.
Het is een drijvende jachthond, die veel beweging nodig heeft en is niet echt geschikt als 'huishond'.
'Griffon' betekent 'ruwharig' en 'Vendéen' slaat op de streek in Frankrijk.
Over de afstamming zijn verschillende theorieën in omloop.
Waarschijnlijk hebben zowel de 'Chien de Fauve de Bretagne' (de hoogbenige vader van de Basset Fauve de Bretagne) als de 'Chien Blanc de Roi' (de witte gladharige jachthonden die koning Frans I in Evreux hield) bijgedragen aan het ontstaan van het ras.
Tot in de tweede helft van de negentiende eeuw kwamen er sporadisch kleinere en kortbenige honden voor in de meutes.
Maar pas tegen het einde van de negentiende eeuw werd bewust geprobeerd een kleinere en een kortbenige variant te fokken.
Zij waren namelijk meer geschikt voor het kreupelhout, de struiken en de jacht op het kleinere wild zoals hazen en konijnen.
De Braziliaanse Terriër is ontstaan in de 19e eeuw door kruisingen van de Europese Jack Russell en Fox Terriërs met Braziliaanse Terriërs.
Aan het begin van de 19e eeuw kwamen jonge Brazilianen naar Frankrijk of Groot-Brittannië om te studeren aan Universiteiten.
Vaak raakten de studenten tijdens de langdurige studies verliefd, verloofd en getrouwd.
Zo is de theorie ontstaan dat deze Braziliaanse studenten na hun studie terugkeerden naar hun eigen land met hun nieuwe geliefde die haar kleine Jack Russell of Fox Terriër meenam naar het thuisland van haar echtgenoot.
In Brazilië is door diverse kruisingen met plaatselijk gehouden honden de Braziliaanse Terriër ontstaan.
Engels : Brazilian Terrier, Fox Paulistinha Duits : Terrier Brasileiro Frans : Terrier Brésilien
Braziliaanse terriër
Classificatie FCI: Groep 3 Sectie 1 #341
De Braziliaanse terriër heeft de voor terriërs specifieke knikoren.
Zijn vacht is kort en glad aanliggend.
De kleur van de vacht is wit met zwarte, roodbruine of blauwe aftekeningen.
Een volwassen reu wordt ongeveer 35 tot 40 centimeter hoog, een teef 33 tot 38 centimeter.
Met een gewicht van ongeveer 10 kilogram.
Braziliaanse terriër
auteur : Juliana Lopes CC 2.0
De Braziliaanse Terriër is een energiek en temperamentvol ras.
Het is een echt gezelschapsdier en een ondernemende speelkameraad.
De Braziliaanse Terriër is ook als waakhond erg geschikt.
Hij heeft de specifieke Terriëreigenschap om zijn lengte te vergeten in bijzijn van grotere honden of vreemden en net te doen alsof hij dezelfde lengte heeft.
De Braziliaanse Terriër is in tegenstelling tot wat zijn formaat doet vermoeden geen schoothond, en gek op lange wandelingen.
Gemiddelde leeftijdsverwachting is 12 - 14 jaar.
Braziliaanse terriër
Het karakter van de Braziliaanse terriër is over het algemeen zeer herkenbaar.
Het is een intelligente, waakse, dominante en zeer speelse hond.
Door de combinatie van deze karaktereigenschappen is het zeer belangrijk de hond goed op te voeden.
Wanneer dit niet gebeurt, kan de hond de eigenaar de baas worden en problemen veroorzaken.
Als een intelligente hond geen duidelijke regels kent, is een logische gevolg dat deze denkt de baas te zijn.
De Braziliaanse terriër zal lange wandelingen en veel afleiding in de vorm van moderne hondensport, zoals gehoorzaamheid, obedience, flyball en behendigheid zeer waarderen.
Zo kan men ook zijn intelligente en heldere geest bezighouden en daardoor zijn temperamentvolle karakter stroomlijnen.
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- www.hondencentrum.com
- tinternet
De Braque Français kent twee types, de grote of type Gascogne en de kleine of type Pyrénées.
Ze hebben dezelfde oorsprong en geschiedenis.
De honden komen uit de streek van de Pyrénéeën en uit de streek Gascogne, waar ze al vele jaren bekend zijn als jachthond.
De Pyrénée is nauw verwant aan de Spaanse pointer of Perdiguero de Burgos.
Het is een uitstekende jachthond die met de neus hoog in de lucht jaagt.
Hij is wat verfijnder van bouw dan zijn grote broer de Gascogne.
Engels : Braque français type Pyrénées Dogs Duits : Braque français typ Pyrénées Frans : Braque Français type Pyrénées(petite taille)
Braque Français type Pyrénées
Classificatie FCI: Groep 7 Sectie 1.1 #134
Een volwassen Pyrénée wordt ongeveer 47 tot 58 centimeter hoog.
De vacht is effen bruin, wit met bruine vlekken, bruinschimmel, al dan niet met tanaftekening boven de ogen, aan de lippen en op de benen.
Braque Français type Pyrénées - bruinschimmel
De Braque Français is een intelligente hond, makkelijk trainbaar mits hij voelt dat hij de waardering krijgt die hem toekomt.
Het is een gevoelige hond die zeer op zijn baas gesteld is en veel voor hem zal willen doen.
De Braque Français is een jachthond en gezelschapshond.
De Braque Français type Pyrénées zijn zachtmoedig, zijn erg gehoorzaam en hebben een rustige aard.
De honden kunnen goed met kinderen en zijn gehoorzaam aan de mensen.
Ze leren veel.
Braque Français type Pyrénées - met buit
De Braque Français type Pyrénées is een uitstekende jachthond met een opvallend goede neus.
Hij is waardig en vriendelijk en een bevlogen jager, maar ook in huis is hij uiterst aangenaam gezelschap: rustig en aanhankelijk.
Braque Français type Pyrénées heeft voldoende ruimte en lichaamsbeweging nodig, maar ze kunnen zich ook goed aanpassen binnen in huis.
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- www.hondencentrum.com
- www.hondenrassen.nl
- tinternet
De Braque Français kent twee types, de grote of type Gascogne en de kleine of type Pyrénées.
Ze hebben dezelfde oorsprong en geschiedenis.
De honden komen uit de streek van de Pyrénéeën en uit de streek Gascogne, waar ze al vele jaren bekend zijn als jachthond.
De Gascogne is nauw verwant aan de Spaanse pointer of Perdiguero de Burgos maar ook invloeden van de Italiaanse pointer of Bracco Italiano worden gesuggereerd.
Het is een uitstekende jachthond die met de neus hoog in de lucht jaagt.
Hij is wat grover van bouw dan zijn kleinere broer de Pyrénée.
Engels : Braque français type Gascogne Dogs Duits : Braque français typ Gascogne Frans : Braque Français type Gascogne(grande taille)
Braque Français type Gascogne
Classificatie FCI: Groep 7 Sectie 1.1 #133
Een volwassen reu wordt ongeveer 56 tot 65 centimeter hoog.
De vacht is effen bruin, wit met bruine vlekken, bruinschimmel, al dan niet met tanaftekening boven de ogen, aan de lippen en op de benen.
Braque Français type Gascogne - bruinschimmel
De Braque Français is een intelligente hond, makkelijk trainbaar mits hij voelt dat hij de waardering krijgt die hem toekomt.
Het is een gevoelige hond die zeer op zijn baas gesteld is en veel voor hem zal willen doen.
De Braque Français is een jachthond en gezelschapshond.
De Braque Français type Gascogne kan goed overweg met kinderen, zeker als zij er mee opgroeien.
Braque Français type Gascogne - pup
De Braque Français is een uitstekende jachthond met een opvallend goede neus.
Hij is waardig en vriendelijk en een bevlogen jager, maar ook in huis is hij uiterst aangenaam gezelschap: rustig en aanhankelijk.
Braque Français type Gascogne heeft voldoende ruimte en lichaamsbeweging nodig.
Het jagen zit echt in het ras en deze energie moeten zij kwijt.
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- www.hondencentrum.com
- tinternet
De Braque du Bourbonnais is een hondenras dat afkomstig is uit Frankrijk.
Het is een jachthond, die vooral wordt gebruikt in het water en voor de jacht op vogels.
Het is een oud ras, dat al in de 16e eeuw bekend was.
In 1925 is de eerste Braque du Bourbonnais Club opgericht door een aantal toegewijde fokkers.
In 1930 kwamen zij met de eerste rasstandaard.
Door de tweede wereldoorlog werd al het werk van de club tenietgedaan en door de Franse kennelclub (FCI) van de lijst geschrapt.
Engels : Bourbonnais Pointing Dog, Bourbonnais Pointer, Braque du Bourbonnais Duits : Braque du Bourbonnais Frans : Braque du Bourbonnais
Braque du Bourbonnais
Classificatie FCI: Groep 7 Sectie 1 #179
Een volwassen reu wordt ongeveer 51 tot 57 centimeter hoog.
De teef blijft iets kleiner met een hoogte van 48 tot 55 centimeter.
Het gewicht van een volwassen reu ligt tussen de 18 en 25 kilogram, die van de teef tussen de 16 en 22 kilogram.
De vacht is lichtbruin en wit of enigszins reekleurig.
Grote aftekeningen zijn er bijna niet, maar over het hele lichaam zijn wel kleine vlekken te zien.
De hond heeft verder een korte en dichte beharing.
Hoewel de vacht vet dient te zijn, mag deze niet glanzen volgens fokkers.
Braque du Bourbonnais
De Braque du Bourbonnais is een zeer ontspannen ras.
Hij is intelligent en de meest evenwichtige van de Franse Brakken.
Hij heeft veel uithoudingsvermogen en apporteert graag.
Van vroeger uit is het dan ook een echte jachthond.
Tegenwoordig gebruikt men hem hier nog steeds voor.
Wat veel mensen echter niet weten, is dat dit dier ook een uitstekende gezinshond is.
De omgang met kinderen en soortgenoten verloopt meestal prima bij deze Brakken.
Als het ras al op jonge leeftijd in aanraking komt met katten en andere huisdieren verloopt het contact hiermee vrijwel altijd goed.
Braque du Bourbonnais
Tussen 1963 en 1973 is er niet één Braque du Bourbonnais geregistreerd door de strikte regels die het staartloze ras moet hebben.
Door deze strikte regels verloren de fokkers ook hun interesse.
In 1970 Heeft Michel Comte en een aantal fokkers de koppen bij elkaar gestoken om het ras te redden.
Dit leidde in 1982 tot de tweede oprichting van de Braque du Bourbonnais Club.
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- www.hondenencyclopedie.be
- tinternet
In tegenstelling tot de meeste andere Franse Pointers die naar hun omgeving werden vernoemd, stamt deze Braque d' Ariège niet af van de inheemse Hounds van zijn omgeving.
Dit weten we zeker, omdat de Hound van Ariège een zuivere ontwikkeling is uit de 20ste eeuw.
De meest aannemelijke theorie aangaande hun creatie is dat zij een oude kruising vertegenwoordigen tussen de Spaanse Pointer en de Bracco Italiano.
De Ariège ontving nieuw bloed tijdens de 20ste eeuw, voornamelijk van de Braque Saint-Germain, maar ook van de Braque Français.
De kruisingen resulteerden in een gladdere en snellere hond.
De Braque de Toulouse et de l' Ariège, die groot en levendig is, was eens een langzame en rustige jager, maar is nu lichtvoetiger en eleganter.
Hij blijft echter één van de grootste en krachtigste van de Franse Pointers.
Het is een grote, zeer waardige hond van edel ras en toch elegant ondanks zijn groot formaat en stoerheid.
Engels : Ariege Pointing Dog, Ariege Pointer, Braque de l'Ariège Duits : Braque de l'Ariège Frans : Braque de l'Ariège
Braque de l'Ariège
Classificatie FCI: Groep 7 Sectie 1 #177
Hoogte van de Braque de l'Ariège is 60-70 cm.
Het gewicht van de Braque de l'Ariège is 40-45 kg.
De kleur van de Braque de l'Ariège is overwegend wit met oranje of bruine platen.
Spikkels zijn toegestaan.
Braque de l'Ariège
De Braque de l'Ariège is buitengewoon breed inzetbaar in de jacht.
Dit ras leert snel en is gemakkelijk in de omgang en zeer vriendelijk.
Ze zijn gehecht aan hun baas en zacht van aard.
Het zijn uitstekende honden op veerwild, en ook voor haarwild worden ze gebruikt.
Ze zijn zeer gedreven in hun werk.
Braque de l'Ariège
Ze hebben veel beweging nodig, het zijn schatten van honden, maar ze moeten hun energie kwijt kunnen, ze zijn ook erg groot dus om ze de hele dag binnen te hebben is geen optie want ze hebben vrijheid nodig om zich te kunnen bewegen.
De beweging is daarom bij hen van groot belang in de zin van een grote tuin waar zij lekker de hele dag kunnen spelen.
De honden hebben niet veel verzorging nodig, ze hebben een korte vacht en deze is erg fijn waardoor de verzorging maar minimaal is.
Het gaat om een fijne beharing en deze zorgt voor een goede bescherming tegen de kou.
Ze kunnen met kinderen overweg maar ze zijn erg groot, laat ze daarom van jongs af aan aan de kinderen wennen zodat zij er ook rustig naar toe kunnen lopen.
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- www.hondencentrum.com
- www.hondenrassen.nl
- tinternet
De Braque d' Auvergne (of Bleu d' Auvergne, Auvergne Pointer) behoort tot de rassengroep van de Staande Honden van het Brak-type.
Al jaren bestaat het idee dat de Braque Français veranderd is onder invloed van zijn omgeving of door behendige selectie.
Een andere, eveneens interessante suggestie is, dat hij van Malta kwam.
Dit volgens een hypothese die gebaseerd is op het eenvoudige idee dat leden van de Orde der Maltezers, waar ook Franse ridders eens deel van uitmaakten, deze honden terug meenamen naar Frankrijk, toen de Orde in 1798 werd opgeheven.
Helaas ontbreekt voor beide mogelijkheden van oorsprong overtuigend bewijsmateriaal.
Maar de Braque d' Auvergne laat deze onwetendheid niet aan zijn hart komen, het is en blijft een verfijnd ras met uitstekende mogelijkheden.
Braque d'Auvergne
Classificatie FCI: Groep 7 Sectie 1 #180
Deze 'Bleu' heeft een relatief mager uiterlijk, hoewel het een middelgrote en zeer krachtige hond is.
Het is een taaie hond met behoorlijk lange benen.
Een gelijkenis met de Pointer valt niet te ontkennen.
Het is een sterke en actieve hond, met een fantastisch reukvermogen.
Deze Braque d' Auvergne is een echte jachthond : met zijn neus in de lucht zoekt hij systematisch het veld af.
Hij blijft dicht bij de jager, dringt door in het kreupelhout en gaat te water.
De eerste rasstandaard van deze hond werd gepubliceerd in 1965.
Braque d'Auvergne
De Braque d'Auvergne reu is 57-63 cm en de teef 55-60 cm.
Het gewicht van de Braque d'Auvergne is 25-35 kg.
De kleur van de Braque d'Auvergne wordt omschreven als blauw gespikkeld.
Dit wil zeggen een hond met een witte ondergrond die opvallend veel schimmeltekening heeft, kleine spikkels dus.
De kleurvariant zwartschimmel komt ook voor.
Soms heeft de Braque d'Auvergne kleine zwarte platen, zwarte aftekening aan het hoofd is gewenst en heeft de voorkeur.
Braque d'Auvergne
Het is een sterke en actieve hond met een uitstekende neus.
De Braque d'Auvergne is een jachthond in alle opzichten.
Hij is baasgericht en gaat niet ver weg, is hard voor zichzelf en zwemt graag.
Hij is temperamentvol en heeft een groot uithoudingsvermogen.
De Braque d'Auvergne is een intelligente hond, wat de opvoeding vergemakkelijkt.
Een strenge en harde aanpak doet dit dier geen goed.
Een consequente en vriendelijke opvoeding is hier het alternatief.
De Braque Bleu d'Auvergne moet veel rennen en apporteren.
Een baas die niet van plan is te gaan jagen met deze hond, moet er voor zorgen dat dit dier voldoende beweging krijgt.
Op die manier is de hond rustig wanneer hij in huis is.
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- www.hondencentrum.com
- www.hondenplaza.nl
- tinternet
De Braque Saint-Germain behoort tot de hondenrassengroep van de Continentale Staande Honden van het Brak-type.
Net als de Engelse Pointers, stammen de Franse Pointers af van de Spaanse Pointer.
De geschiedenis van de Braque Saint-Germain kan worden teruggevoerd naar de donkere dagen van Louis XV, of zelfs vroeger.
Schilderijen die vandaag de dag in het Louvre hangen, geven een indruk van de oudheid en zuiverheid van het ras.
In de 18de eeuw werden deze eerste Brakken beschouwd als één ras.
Engels : St. Germain Pointing Dog, Saint Germain Pointer, Compiège Pointer Duits : Braque Saint-Germain Frans : Braque Saint-Germain
Braque Saint-Germain
Classificatie FCI: Groep 7 Sectie 1 #115
De Saint-Germain, erkend als apart ras, verscheen voor het eerst tijdens het bewind van Charles X.
Reeds in de eerste helft van de 19de eeuw werd hij zeer gewaardeerd, hoewel hij toen minder 'verfijnd' was dan tegenwoordig.
Hun elegantie viel erg in de smaak bij de toenmalige jagers uit Parijs.
Hij is waarschijnlijk de mooiste onder de bruikbare Franse Pointers.
Deze Braque Saint-Germain is elegant en goed geproportioneerd.
Het is een soepel gebouwde hond, met niet minder zware botten dan zijn collega Pointers.
Braque Saint-Germain
De Braque St. Germain reu is 50-62 cm, de teef 54-59 cm.
Het gewicht van de Braque St. Germain is 25-30 kg.
Kleur: Wit met oranje spikkels.
Enkele kleine vlekken zijn toegestaan.
De Braque St. Germain is een energieke hond die veel beweging nodig heeft.
Het is een hond die graag en veel wil werken.
Braque Saint-Germain honden
Hij is kalm en rustig van aard, leert vlot en is onvermoeibaar.
Hij is een zeer enthousiast jager en kan zijn eigenzinnigheid behoorlijk tentoonspreiden als hij zijn energie niet kwijt kan.
Het is een vriendelijke, zachtaardige en gewillige hond die zeer op zijn baas gesteld is.
Hij verdraagt warmte uitstekend, kou wat minder.
De Braque St. Germain heeft behoefte aan voldoende ruimte en lichaamsbeweging.
Door zijn korte vacht heeft deze hond maar weinig verzorging nodig.
Hij hoeft maar een aantal keren per seizoen geborsteld te worden.
Verder is het belangrijk dat zijn oren vaak worden nagekeken.
Houdt de gehoorgangen goed schoon om infecties te voorkomen.
De Braque Dupuy behoort tot de rassengroep van de Continentale Staande Honden van het Brak-type.
Hij is de grootste van de Franse Brakken en staat hoog op zijn poten.
Zijn exacte oorsprong is onbekend, maar men veronderstelt dat hij in het begin van de 19de eeuw reeds aanwezig was in Poitou.
Hij is ook één van de oudste Brakken en heeft zodoende een meer 'hound-achtig' uiterlijk dan zijn verwanten, de Braque d'Auvergne, de Braque d'Ariege, de Braque du Bourbonnais en de Braque Saint-Germain.
De Dupuy is niet alleen groot, maar ook elegant en relatief snel.
Sommigen geloven zelfs in een inmenging van de Greyhound of de Sloughi.
Deze Braque Dupuy is een uitstekende jachthond op grote terreinen of in open veld.
Engels : Dupuy Pointer, Pointing Dog Duits : Dupuy-Vorstehhund Frans : Braque Dupuy
Braque Dupuy
Classificatie FCI: Groep 7 Sectie 1 #178
De Franse Revolutie liet echter ook bij dit ras zijn sporen na en halveerde de Dupuy populatie.
Slechts enkele exemplaren konden gered worden in de abdij van Argensols.
Hoewel deze Brak wel in het water wil werken, doet hij dit eigenlijk liever niet.
De officiële rasstandaard van deze hond werd in 1963 door de FCI gepubliceerd.
Braque Dupuy
De schofthoogte gaat voor reuen tot 68 cm en voor teven tot 66 cm.
Het gewicht bedraagt 22 tot 28 kg.
De Braque Dupuy is een combinatie van soepelheid, lichtheid en sterkte.
Hij bezit een schitterende kastanjebruin met witte vacht.
Het hoofd is lang, verfijnd en droog.
De oren zijn hoog op de schedel geplaatst.
De snuit lijkt op die van een ram, en heeft een geringe stop.
De borst is groot en de buik licht opgetrokken.
De staart zit laag.
Braque Dupuy
De Braque Dupuy heeft een 'gehaast' karakter.
Hij is intelligent en altijd actief tijdens de jacht.
In open terrein heeft de Dupuy een benijdenswaardige snelheid.
De Brandlbracke is een hondenras dat afkomstig is uit Oostenrijk.
Het is een jachthond die zowel in de bergen als op de vlakte bruikbaar is.
De Oostenrijkse Gladharige Brak stamt af van de oude Keltische braktypen, gecombineerd met soortgelijke rassen uit Centraal-Europa, bijvoorbeeld de Belgische Sint Hubertushond en de Juralaufhund uit Zwitserland.
Engels : Austrian Black and Tan Hound Duits : Brandlbracke, Vieräugl, Wildbodenhund Frans : Brandlbracke
Het ras werd reeds in 1884 erkend.
Het is in de eerste plaats een jachthond, een blaffende drijfhond zowel als een stille spoorvolger, en hij is zeer populair bij de Oostenrijkse jagers.
Hij is levendig, heeft een groot uithoudingsvermogen, is spoorzeker en heeft een fijne reukzin.
Buiten zijn vaderland komt hij nauwelijks voor.
De Oostenrijkse Gladharige Brak is een middelgrote, licht gebouwde en sierlijke hond met een welluidende blaf.
De Brandlbracke wordt vooral in bergachtig landschap gebruikt.
Deze kortharige Oostenrijkse Brak wordt in Duitsland en Oostenrijk gebruikt en is ook in Zwitserland bekend.
Hij is tevens een goede zweethond en heeft ten opzichte van de klassieke zweethonden het voordeel dat hij ook op zweet van reeën bruikbaar is.
Brandlbracke - puppy
Schofthoogte: 40-48 cm.
Kleur: zwarte, rode of roodgele grondkleur met witte aftekening, of driekleurig.
De Brandlbracke heeft een gevoelige neus, blaft luid en is een jachthond met passie.
Is een gewillige werker met een redelijk temperament.
De Brandlbracke heeft een consequente opvoeding nodig.
De Brandlbracke heeft nood aan voldoende beweging.
Hij is kind- en hondvriendelijk, maar toch is voorzichtigheid geboden.
De boxer, FCI-standaard nr.144, is een hond die behoort tot de dogachtigen.
Hoewel de boxer nog een betrekkelijk jong ras is (ontstaan rond de jaren achtienhonderdtachtig) zijn zijn voorouders rechtstreekse afstammelingen van de Tibetdog, een hond van zwaar formaat die al reeds duizenden jaren bestond.
Engels : Boxer Duits : Boxer, Deutsche Boxer Frans : le boxer
papa en zoon boxer
auteur : Jakcievillarroel - vrije foto
De boxer is verwant met de vele rassen die zich ontwikkelden uit de Molossian Hound, een oud-griekse waak-, vecht- en herdershond.
Van Griekenland naar Rome en zo verder in Europa.
In Duitsland werd deze Molossian Hond, de Bullenbeisser, een zeer moedige dog die ingezet werd voor de jacht op everzwijn en beren.
En tevens tijdens stierengevechten.
De Bullenbeisser evolueerde naar twee types van ras, bekend als Danzigers en Brabantse bullebijter genaamd naar de regio van afkomst.
De Brabantse bullebijters waren de kleinste van de twee, en de boxer komt uit deze tak van de familiestamboom.
Zo rond 1890 is men in Zuid-Duitsland (München) begonnen met een uitgewerkt plan voor het fokken van de boxer.
Het doel daarbij was een hond te fokken die goed kon springen, zeer snel was, een groot uithoudingsvermogen had en zowel moest kunnen verdedigen als aanvallen zoals een Mastiff.
In 1895 werd in München de eerste Boxer Club opgericht en in 1904 hielden zij hun eerste tentoonstelling.
Men begon steeds meer te fokken en de karakters werden meer en meer verbeterd waardoor we nu een lieve, aanhankelijke en zeer speelse Boxer hebben gekregen.
Elizabeth Sommerfield, schrijfster van het boek The Boxer zei in haar boek dat de Boxer gekomen is uit een kruising van een witte Engelse Bulldog Tim en een Bullenbijter Alts.
De hond die daaruit voortkwam noemde Flocki en is daardoor de eerste boxer in het boxerstamboek.
Een jaar later konden ze al zo'n 20 boxers bij elkaar brengen.
Flocki de eerste boxer (1900)
auteur : Friedrerich Roberth - vrije foto
Het is tijdens de hondententoonstelling in Munchen in 1895 dat de eigenaars van Flocki en enkele vrienden met hun honden Flocki als ras Boxer wilden laten erkennen.
Ze verschilden heel wat van de Bulldog en werden daarom toegelaten en zo werd ook een nieuwe klasse ingesteld.
In 1905 werd eindelijk een Duitse rasstandaard opgesteld voor de boxer.
De Bouvier des Flandres (Vlaamse koehond) is een vrij nieuw hondenras dat zijn oorsprong in België vindt.
Het ras is een kruising van de Ierse wolfshond, de Mâtin Belge (trekhond) en de Lakense herder.
Van oorsprong werd dit ras gebruikt als waakhond of veedrijver.
Pas in 1922 werd men het eens over de naam Bouvier Belge des Flandres of Vlaamse koehond waarna het ras officieel erkend werd bij de FCI.
Pas in 1965 was er overeenstemming over de nu officiële naam Bouvier des Flandres.
Engels : Bouvier des Flandres Duits : Bouvier des Flandres Frans : Bouvier des Flandres, le Vlaamse koehond
Bouvier des Flandres, compleet met staart en oren
auteur : Basco CC 3.0
Ruwharig met een typische kop, borstelige wenkbrauwen, baard en snor.
Zijn ruwe uitzicht boezemt ontzag in.
De kleuren van de vacht zijn : van vrij donker tot zeer donker grijs, al of niet gestroomd.
Kan ook zwart zijn, maar in geen geval een te lichte of verbleekte kleur.
Ideale schofthoogte : 65 cm voor de reuen; voor de teven ongeveer 3 cm minder.
Gewicht ongeveer 38 kg.
Ook genaamd Vlaamse Koehond, Vlaamse Boever of populair: de Bouvier.
Bouvier des Flandres
auteur : Roswitha Casimir CC 3.0
Rustieke, machtige waak- en verdedigingshond.
Een stille kracht.
Afkomstig van de Leie-streek, meest voorkomend in onze West-vlaamse provincie, maar ook in Oost- en Frans Vlaanderen.
Was een typische hoevehond, voor vele taken geschikt: het drijven van het vee en het trekken van de melkkar.
Karakter
Onvoorwaardelijk trouw, moedig en gehoorzaam en zeer gehecht aan zijn meester.
Uitstekende waakhond.
Ook is de bouvier een lieve vriend in huiselijke kring.
Bouvier des Flandres
auteur : Vyperx1 - vrije foto
De bouvier wordt nu vooral gebruikt als waakhond, maar is door zijn goede reflexen en sterke neus ook een prima hond voor reddingswerkzaamheden.
Een ander kenmerkend onderdeel van het karakter van de bouvier is dat hij aangeleerde acties zelfstandig kan blijven uitvoeren.
Na het coupeerverbod van de oren (in 1989) en later de staart (1 september 2001) hebben we weer de originele bouvier gekregen zoals hij van oorsprong is.
De meest voorkomende kleuren zijn peper en zout gestroomd, zwart, grijs en blond.
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- www.srsh.be
- tinternet
De Bouvier des Ardennes is een hondenras dat afkomstig is uit België.
Het ras wordt gebruikt als veehoeder en als waakhond.
Een volwassen reu is ongeveer 59 centimeter hoog, een teef ongeveer 54 centimeter.
Het gewicht varieert tussen de 23 en 25 kilogram.
Engels : Bouvier des Ardennes Duits : Bouvier des Ardennes Frans : Bouvier des Ardennes
Raszuiver is deze hond zo goed als verdwenen.
In 1994 doken weer enkele exemplaren op een show op.
De georganiseerde fok staat nog in haar kinderschoenen.
Men moet weten dat dit soort veedrijver sterk verschilt van onze Bouvier des Flandres.
Hij heeft eerder het uitzicht en de lichaamsbouw van een herdershond, is minder geblokt, heeft een langere rug en natuurlijk rechtopstaande oren.
De Bouvier des Ardennes is een hond van middelmatige gestalte; 60 cm schofthoogte voor de reuen, met stroef haar van ongeveer 4 cm lengte.
De schedel is tamelijk breed en van boven eerder plat met hoog aangezette maar iets van elkaar gedragen oren.
Het is een rustieke sterke, flink geknookte hond die vaak staartloos wordt geboren.
Wantrouwig van aard zoekt hij geen contact met vreemden.
Goede waker en moedig zal hij iedere indringer van zijn territorium wegjagen, zijn meester verdedigen en zijn bezittingen beschermen.
Hij is erg aanhankelijk en gehoorzaam aan zijn baas.
Beweging
De Bouvier des ardennes vereist veel lichaamsbeweging om in conditie te blijven.
Omdat Bouviers goed te trainen zijn, moet zeker aandacht worden besteed aan de "mentale" training.
Op het eerste zicht heeft de Bouvier des Ardennes wel enige gelijkenis met de Lakense herder, maar bij nader toezien merkt men dat zijn snoet korter is en verder bemerkt men andere verschillen.
De vacht kan praktisch alle kleuren hebben, behalve volledig wit; de kop is kortbehaard, uitgezonderd de stugge, stekelige snor en baardje die de hond een stuurs uitzicht geven.
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- www.srsh.be
- tinternet
De Bostonterrier is het nationale ras van de Verenigde Staten, maar het ras vindt zijn oorsprong in Engeland, waar men al vroeg geinteresseerd was in het ophitsen van honden.
In de tweede helft van 19de eeuw kruiste een fokker in Engeland een Engels Buldog met een ondertussen uitgestorven engelse terriër.
Het resultaat was een donker gestroomde hond met witte aftekening die 14.5kg woog en die eruit zag als een vertegenwoordiger van het Bull-ras.
Engels : Boston Terrier, Boston Bull Duits : Boston Terrier Frans : Le Terrier de Boston
In 1865 werd deze hond gekocht door Mr. Robert C. Hooper uit Amerika en Hoopers Judge genoemd.
In Amerika aangekomen dekte Hooperss Judge een teefje van Mr. Burnett: Gyp, witgekleurd met korte kaken en gedrongen schedel.
Het resultaat van deze kruising betekende het ontstaan van een nieuw ras.
Natuurlijk leken deze pups niet op onze Bostonterriërs die wij nu kennen, maar vele decennia en generaties later ontstond, na nog enkele kruisingen met Franse Buldoggen, de huidige Bostonterriër.
In 1891 werd een eerste poging ondernomen om het ras te laten registreren bij de American Kennel Club.
Het was echter pas twee jaar later, in 1893, toen er ongeveer 75 honden van drie generaties beschreven waren in een stamboek, dat de Boston Terriër als ras erkend werd.
Deze hond is van oudsher een gezelschapshond en is als gezinshond uitstekend op zijn plaats.
Deze kleine , intelligente honden zijn speels en levendig, maar niet druk.
Ze zijn steeds optimistisch en barsten van het zelfvertrouwen.
Ze zijn niet snel ergens van onder de indruk, en hun aanpassingsvermogen is groot.
Ze zijn heel aanhankelijk naar de eigenaar, maar niet overdreven afhankelijk.
De Boston Terrier is alert en waaks, maar laten hun stem enkel horen als dat nodig is
Het zijn geen blaffers. Ze kunnen normaal gezien goed om met soortgenoten en kinderen.
Ondanks hun waakse karakter zijn ze vriendelijk ten opzichte van vreemden.
Bostonterriers
De Boston Terrier behoeft nagenoeg geen vachtverzorging.
Af en toe eens borstelen met een rubberborstel is voldoende.
Het controleren van de huidplooien en deze droog en proper houden is voor deze honden prioritair.
Natuurlijk moet de eigenaar wel af en toe de oortjes en nageltjes controleren.
De Boston Terrier is een brachycefale hond, ademhalingsproblemen doen zich dan ook al eens voor.
De Boston Terrier kan al eens aan Cherry-eyes lijden, dit is een oogafwijking waarbij de derde ooglidklier gaat uitpuilen.
De uitpuilende klier is rood, gezwollen en zichtbaar aan de vrije rand van het derde ooglid.
Omwille van de gelijkenis met een kriek spreekt men van een cherry-eye.
Meestal is er wat meer slijmerige uitvloei aan dat oog.
Deze hondjes hebben soms last van losse knieschijven, en lopen dan op 3 pootjes.
De borderterriër is een klein, ruigharig ras in de terriërfamilie.
Het ras is gefokt voor de vossenjacht op de grens tussen Engeland en Schotland.
Vroeger leefde het dier op de boerderij, en kreeg hierbij geen eten, maar moest zijn eigen eten vangen.
Zo ruimde hij de muizen en andere kleine beesten op.
De hond is niet al te groot en kan zo makkelijk een vossenhol in komen.
Dat is ook de reden waarom het dier zo'n dikke, stevige staart heeft, om hem weer uit het hol te kunnen trekken als het vast zit.
De borderterriër is een vrij rustige hond en vriendelijk tegenover mensen, maar tegenover andere honden kan hij zich heel dominant gedragen.
Borderterriër en pup
auteur : DaisyField vrije foto
De borderterriër is een werkhond, geen showhond.
Daarom zal het dier bij hondenshows minder worden beoordeeld op hoe goed hij is in het showen, maar meer op hoe het dier als werkhond is.
Het werk van Engelands laatst overgebleven werkende terriërras bestond uit het jagen op vos, das, marter en kleiner wild.
Hoewel de jacht op vos en marter tegenwoordig verboden is, wordt de Border Terriër tot op heden nog steeds gebruikt bij de vossenjacht.
Dit geeft de Borderterrier een heel aparte plaats in de terriergroep.
Borderterriër op een oefenterrein
auteur : Jirí Dobrý vrije foto
Dit ras heeft een stevige omheining nodig en ook mogelijk een versteviging langs de onderrand van het hek, omdat deze hond een neiging tot graven heeft.
Hoewel de Border Terrier zijn hoofd in allerlei gaten steekt, weet hij er altijd weer uit te komen.
Wegens zijn persoonlijkheid, aanpassingsvermogen en vriendelijkheid wordt dit ras zeer gewaardeerd als gezelschapshond en tevens is hij nog steeds zeer geschikt als boerderijhond.
De Border Collie is een middelgroot hondenras uit de groep herdershonden.
Het is een populaire hond die ingezet wordt bij verschillende sporten waaronder nog steeds schapendrijven, de taak waarvoor hij oorspronkelijk werd gefokt.
De Border Collie is afkomstig uit het gebied dat men "the Border" noemt, tussen Engeland en Schotland, daar werden ze gebruikt voor het drijven en hoeden van schapen.
Hoe de naam Border Collie is ontstaan is erg onduidelijk, er bestaan namelijk vele verklaringen voor deze naam.
Het zou een verwijzing kunnen zijn naar hun witte kraag "collar".
Ook "coaly" een afleiding van "coal" wat steenkool betekent in het Engels.
Het kan ook verwijzen naar het type schaap waarmee er veel werd gewerkt "coalies".
Of een woord dat de Kelten gebruikten voor bruikbaar "colley".
De reuen kunnen een schofthoogte bereiken van 53 cm.
De teefjes blijven meestal iets kleiner.
Algemeen geldt dat Border Collies harmonieus gebouwd moeten zijn.
Het silhouet moet sierlijk zijn, echter zonder fijnheid.
De collie moet tonen dat hij gemakkelijk in staat is om lang achter elkaar actief te zijn.
De Border Collie dient uithoudingsvermogen te hebben en snel en schrander te zijn.
Het lichaam moet matig lang zijn met goed gebogen ribben, een diepe en tamelijk brede borstkas.
Brede en sterke rug en goed gespierde en licht gebogen lendenen.
De achterhand breed en gespierd, waarbij het kruis vloeiend verloopt richting staartwortel.
Een krachtige sprong, en tamelijk laag geplaatst.
Krachtige hals, iets breder wordend naar de schouders toe.
Volgens de rasstandaard hoort de oogkleur bij alle vachtkleuren bruin te zijn.
Behalve bij de merle kleuren zijn blauwe ogen toegestaan.
bruin: dit komt bij de meeste kleuren voor, de kleur kan echter donker-bruin tot okerkleurig variëren.
blauw: blauwe ogen komen meestal voor bij merles.
odd eye: de hond heeft een blauw en bruin oog
Er zijn drie verschillende oordrachten:
staand: wordt ook wel pricked ears genoemd, bij deze oordracht staan de oren volledig recht.
half staand: De oren staan een stukje recht en plooien om naar beneden.
tippend: of tipped ears, deze staan helemaal recht, behalve de top, die is iets omgeplooid.
Border Collies zijn van nature heel goede veehoeders (die worden opgeleid tot veedrijvers) en dus werkhonden. Men ziet ze meestal bij schaapkuddes lopen.
Als ze met kuddes werken, kunnen ze wel 100 km per dag lopen.
Ze zijn dan onvermoeibaar. De afstand die ze lopen tijdens het drijven is heel wat anders dan het lopen naast een fiets.
Ten eerste is het schapendrijven "werken" voor hen, zowel mentaal als fysiek.
Ze moeten immers constant de schapen in het oog houden zodat er geen afdwalen en tergelijkertijd op aangeleerde commando's reageren van de herder.
Er worden wel regelmatig rustpauzes ingelast zodat zowel herder, honden als schapen wat kunnen rusten.
Border Collies zijn erg wendbaar en kunnen al rennend bijna in één keer 180 graden draaien en terugrennen.
Ze hebben veel beweging en werk nodig, maar met veel aandacht buitenshuis is het een fantastische hond.
Degene die zo'n hond aanschaft, moet hem de ruimte geven en veel tijd aan hem besteden om hem te trainen en te laten werken, dan is hij in zijn element.
De Border Collie is heel waaks en verdedigt zijn baas en diens eigendommen met volle overgave, maar is niet agressief !
Border Collie (Roy) aan het werk
auteur : Jean-Michel Castelan/Design Madeleine CC 3.0
De Border Collie behoort tot de meest intelligente hondenrassen. Hij is snel van begrip.
Bij gebrek aan werk of leiding zoekt hij voor zichzelf werk door andere dieren, zoals een troep ganzen, of zelfs een groepje wandelende mensen bij elkaar te drijven.
De Border Collie heeft een grote will-to-please, dat maakt hem zeer gewild als competitiehond.
Door hun grote intelligentie en die sterke wil zijn ze dus ideaal om verschillende sporten te beoefenen.
Gehoorzaamheid, agilty, flyball, frisbee, e.d..
In de hogere wedstrijdklasses komen een groot aantal Border Collies voor.
Een Border Collie die dagelijks kan werken kan men probleemloos overal houden.
Ook binnenshuis als gezelschapshond.
Border Collie met de frisbee
auteur : P vrije foto
De Border Collie wordt gemiddeld 14 jaar oud, bij uitzondering enkele jaren ouder.
De snelheid bij het werken met schapen neemt af met het ouder worden.
Een oudere hond kan vanaf zijn tiende levensjaar gehoor- en of oogproblemen krijgen.
Reutjes kunnen last van hun prostaat krijgen.
Ook het gebit en het beendergestel kunnen langzaam slijten, en de spiertonus neemt af.
Maar dat is op zich normaal voor een ouder wordende hond.
Omdat de bereidheid om te werken echter tot op hoge leeftijd aanwezig blijft, moet de eigenaar er rekening mee houden dat hij een oudere hond ondanks diens enthousiasme niet te zwaar belast.
De BBC zendt eenmaal per jaar, rond Kerst, het televisieprogramma "One man and his dog" uit.
Dit programma geeft een beeld van de echte wedstrijden schapendrijven met deze honden.
De Border Collies zijn getraind in het reageren op specifieke fluitsignalen.
De richtprijs voor een Border Collie bedraagd 600 - 650euro+125 euro max. registratiekost voor Border Collies met een witte stamboom.