Peter Paul Rubens (°Siegen (Duitsland), 28 juni 1577 Antwerpen, 30 mei 1640) was een Vlaamse barokschilder, tekenaar en diplomaat, werkzaam in Antwerpen.
Hij wordt ook wel Pieter Paul, Pieter Pauwel of Petrus Paulus genoemd.
De stijl van Rubens behoort tot de Antwerpse School uit de vroege 17e eeuw.
Rubens' oeuvre wordt gekenmerkt door de triomfalistische contrareformatorische barok.
Rubens is waarschijnlijk de belangrijkste vertegenwoordiger van de Vlaamse barok, alhoewel hij duidelijk een Italiaanse invloed onderging.
Sommige van zijn portretten hebben trekjes van het absolutisme, maar veel ex-voto's (Latijn: krachtens een gelofte) blijven toch trouw aan hun Vlaamse aard.
Rubens genoot een goede opleiding bij zijn leermeester en kende de knepen van het vak.
Alles werd tot in detail voorbereid, veel studies en tekeningen getuigen hiervan.
Uit de gedetailleerde schetsen die nog bewaard zijn gebleven kan worden geconcludeerd dat schilderijen in fasen werden afgewerkt.
Rubens' vader (Jan Rubens) was advocaat en schepen van Antwerpen. Zijn moeder (Maria Pypelinckx) moest jarenlang de gezinszorg alleen dragen na het vreemdgaan van haar man, begaan met Anna van Saksen waarvoor hij in Duitsland gevangen werd genomen en later verbannen.
Rubens krijgt een humanistische opvoeding in Keulen, daarna in Antwerpen. Na een artistieke opleiding bij Tobias Verhaecht (vader van Willem van Haecht), Adam Van Noort en Otto van Veen (Otto Venius) wordt hij in het Antwerpse gilde opgenomen als meester. Behalve een in 1597 gedateerd classicistisch portret, dat zich te New York bevindt, kent men alleen onzekere toeschrijvingen van jeugdwerk van voor 1600.
Op 9 mei 1600 vertrekt hij naar Italië, waar hij beïnvloed wordt door de kunst van de Oudheid. In Venetië treedt hij, op uitnodiging van een Mantuaans edelman, in dienst van de hertog van Mantua, Vincenzo I Gonzaga tot 1608. In deze periode leert hij veel van de werken van de kunstschilder Caravaggio. In 1601 reist hij naar Florence en Rome. Hij maakt er kennis met de Griekse en Romeinse kunst en kopieert er werken van de Italiaanse meesters. In Rome schildert hij zijn eerste altaarstuk voor het Santa Helena altaar in de kerk van het Heilig Kruis.
Van 1603 tot 1604 verblijft hij in Spanje. Hij gaat er op diplomatieke missie in opdracht van de hertog van Mantua. Hij levert verschillende geschenken aan het hof van koning Filips III. Hij beleeft er de confrontatie van de Spaanse kunst met de Venetiaanse werken van Titiaan in Madrid. In opdracht van de Hertog van Lerma schildert hij de 13-delige reeks der Apostelen en een Christusfiguur, alsook een schilderij van zijn opdrachtgever gezeten op zijn paard.
Vanaf oktober 1608 gaat hij terug naar de Nederlanden en wordt hij benoemd als hofschilder van de aartshertogen Albrecht van Oostenrijk en Isabella van Spanje, in 1609. Hij blijft in Antwerpen wonen en trouwt er, op 3 oktober van datzelfde jaar, met Isabella Brant. In 1611 wordt zijn eerste dochter geboren, Clara Serena, die jong overlijdt in 1623. In 1614 wordt zijn zoon Albert geboren.
Als gevolg van het Twaalfjarig Bestand in de Nederlanden tijdens de periode 1609-1621, stijgt de welvaart in Antwerpen, waardoor Rubens snel verschillende opdrachten krijgt. In 1610 richt hij het grote pand aan de Wapper, dat nu nog altijd het Rubenshuis heet, in als atelier met een aantal knapen en leerjongens. De meester zelf schilderde vaak bij portretten alleen het gezicht en de handen; de rest was na een grove schets voor de knapen, zo kon de meester aan hoog tempo vele opdrachten aanvaarden. Afbeeldingen van dieren liet hij over aan Frans Snyders die in Rubens' atelier werkte, maar ook op zelfstandige basis opdrachten mocht aanvaarden. De productiviteit van de meester is verbazingwekkend. Rubens schilderde tussen 1621 en 1625 24 schilderijen voor het Palais du Luxembourg, zijn grootste opdracht ooit, die historisch-allegorisch de levensloop van koningin Maria de' Medici uitbeelden.
In 1626 overlijdt zijn vrouw Isabella Brant. Rubens geniet het volste vertrouwen van de landvoogdes Isabella en krijgt meerdere diplomatieke opdrachten en missies te verwerken. Aldus komt hij weer in Spanje en Engeland terecht. De werken van Titiaan en de bewondering van de Hertog van Buckingham stimuleren de kunstenaar.
Hij is 53 jaar als hij, terug uit Engeland, in 1630 hertrouwt met de 16-jarige Hélène Fourment. In 1632 wordt zijn dochter Clara Johanna geboren, in 1633 zijn zoon Frans. In 1635 krijgt hij nog een dochter Isabella Helena en hij kocht in datzelfde jaar Kasteel Het Steen in Elewijt. In 1636 krijgt hij een zoon Peter Paul.
Zijn nieuw aangekochte landgoed Het Steen te Elewijt en het gelukkige gezinsleven op het platteland begunstigen zijn kunst als paysagist.
Lijdend aan jicht sterft hij, in het Rubenshuis te Antwerpen, op 30 mei 1640. Hij ligt begraven in de Sint-Jacobskerk te Antwerpen. Boven zijn graf prijkt een beeld van Maria van de hand van zijn leerling Lucas Faydherbe (Faydherbe), Mechels beeldhouwer en architect en gedurende de laatste drie jaren van Rubens leven woonachtig en werkzaam in Rubens' atelier aan de Wapper, waar hij uitgroeide tot zijn vertrouweling.
Een alter ego van Donald Duck is Superdonald.
Dit is de superman-versie van Donald Duck.
Donald is met dit alter ego een heldhaftige eend.
Superdonald komt in Nederland voor het eerst voor in 1979, in Donald Duck pocket 45, Fantomerik tegen de Dolle Fantomina (tweede pocketreeks).
Vanaf pocket 21 uit 1994, Held zonder geld (derde pocketreeks), draagt hij in Nederlandse uitgaven de naam Superdonald.
De meeste mensen kennen Donald zoals hij er nu uit ziet, maar dat is niet altijd zo geweest.
Donald zag er vroeger heel anders uit.
Zijn snavel en nek waren veel langer, en de handen waren ook anders: ze waren meer vleugelachtig.
Donald lijkt tegenwoordig minder op een 'echte' eend dan vroeger.
Zijn kwakende stem is wel altijd gebleven.
De strips van Donald Duck zijn ook niet hetzelfde gebleven.
Vroeger waren er vaak meer plaatjes en minder tekst.
De grappen zaten verstopt in de tekeningen.
Later kwamen er meer grappen in de tekst, in de "tekstwolkjes" bij de plaatjes.
Donald en de andere figuren gingen meer praten.
Woordspelingen werden belangrijker.
Donald Duck is over de hele wereld beroemd geworden.
Stapels strips zijn van hem gemaakt, in heel veel verschillende talen.
Maar er zijn ook honderden verschillende films van hem gemaakt.
In het begin zijn de boekjes en filmpjes alleen bij en door Walt Disney gemaakt.
Ze waren in die tijd alleen voor Amerika bestemd.
Maar later zijn ze ook in andere landen verschenen.
Donald was voor het eerst in Nederland te zien in 1938.
Dat was vier jaar nadat Walt Disney Donald in de Verenigde Staten had bedacht.
Men kreeg toen in Nederland slechts twee filmpjes te zien.
Vanaf 1950 verschenen er ook af en toe stripboekjes.
De strips zijn in vele landen verschenen.
Donald en zijn vrienden verschijnen in dertig landen op de buis.
Donald is een van de succesvolste stripfiguren.
Hij speelt in meer dan honderd korte filmpjes mee (dat zijn filmpjes die acht tot tien minuten duren) en, samen met andere stripfiguren als Mickey Mouse, in meer dan vijftig lange films.
Het aantal stripboeken dat over Donald Duck is verschenen, is kolossaal.
In ongeveer veertig landen zijn Donalds strips te koop.
Hij is zo beroemd dat, sinds 1984, zelfs zijn voetafdruk te vinden is in de Walk of Fame.
Op 9 augustus 2004 kreeg hij, ter ere van zijn zeventigste verjaardag, zelfs een ster in deze beroemde straat.
In Amerika heet Donald Duck gewoon Donald Duck.
Maar zijn drie kleine neefjes heten anders: Huey, Louie en Dewey.
In Nederland bestaan deze namen niet, omdat het typisch Amerikaanse namen zijn.
Donald Duck in verschillende talen:
Taal
Naam
Arabisch
Battouta
Catalaans
Ànec Donald
Chinees
Tang Lao Ya
Deens
Anders And
Duits
Donald Duck
Engels
Donald Duck
Fins
Aku Ankka
Grieks
Ntonalnt Ntak (Ντοναλντ Ντακ - Donald Dak)
Hongaars
Donald Kacsa
Indonesisch
Donal Bebek
Italiaans
Paolino Paperino
Japans
Nikano Saku
Nederlands
Donald Duck
Pools
Kaczor Donald
Russisch
Дональд Дак (Donald Dak)
Samisch
Vulle Vuoja
Servisch/Kroatisch
Paja Patak
Spaans, Portugees
Pato Donald
Turks
Donald Duck
IJslands
Andrés Önd
Zweeds
Kalle Anka
In veel talen betekent de achternaam van Donald 'eend'.
Donald Duck is (net als zijn tweelingzus Dumbella Duck) op 9 juni 1934 geboren.
Verschillende stripauteurs, zoals Keno Don Rosa, plaatsen zijn geboorte echter eerder, rond 1920.
In deel XI van De jonge jaren van Oom Dagobert komt hij al voor (als kind) in 1930.
Uit de film Donald Duck gets drafted (1942) blijkt dat zijn volledige naam Donald Fauntleroy Duck is.
Zijn tweede naam staat in een kort fragment vermeld op een oproepformulier voor het leger.
De vader van Donald is Woerd Snater Duck.
Donald is in oudere verhalen zelf ook wel eens 'Woerd Snater' genoemd.
Zijn moeder is Hortensia Duck, de zus van Dagobert Duck.
Zijn temperament heeft Donald waarschijnlijk van zijn ouders want die werden ook heel vaak boos om kleine dingen.
In deel X van 'De Jonge Jaren van Oom Dagobert' is te zien dat Hortensia boos wordt omdat Snater hun zoon Donald wil noemen, waar zij het niet mee eens is (te zien op het laatste plaatje van het verhaal).
Donald woont in Duckstad en daar woont ook zijn familie.
Vaak zijn zijn vrienden ook familieleden, zoals de schatrijke Oom Dagobert.
Donald woont samen met zijn drie neefjes Kwik, Kwek en Kwak.
De drie neefjes zijn een keer bij hem op bezoek gegaan en sinds die tijd nooit meer vertrokken.
Hun moeder is Donalds zus: Dumbella Duck.
Eigenlijk zijn de neefjes slimmer dan Donald.
Misschien wel het bekendste familielid is Oom Dagobert Duck: de eend die in het geld zwemt.
Dagobert maakt misbruik van de situatie door hem slecht betaald werk te laten verrichten of op gevaarlijke klussen te sturen, al dan niet met een toegevoegd dreigement Donald te onterven.
Dagobert neemt de neefjes en Donald wel vaak mee op de gekste avonturen.
Ze gaan samen de hele wereld rond op zoek naar schatten en nog meer geld.
Donald moet zijn oom dan weer te hulp schieten.
Donald heeft ook een neef, Guus Geluk.
Hij heeft altijd geluk en is mede daardoor behoorlijk arrogant.
Hij voelt zich een stuk beter dan Donald en denkt dat hij veel slimmer en leuker is.
Donald vindt hem maar vervelend.
Guus Geluk en Donald knokken met enige regelmaat.
Katrien en Donald zijn verliefd op elkaar en hebben een (knipperlicht)relatie.
Donald doet zijn best, maar hij verpest het vaak voor zichzelf.
Guus Geluk is ook gek op Katrien, en daarom Donalds rivaal.
Bovendien krijgt hij door zijn eeuwige geluk wel dingen voor elkaar die Donald niet lukken.
Daar wordt door Katrien soms gebruik van gemaakt om dingen van Donald gedaan te krijgen.
Donald heeft ook nog huisdieren, waaronder een Sint-Bernard die luistert naar de naam Loebas.
In de jaren zestig (in de verhalen met zijn neef Diederik Duck) heeft Donald ook een kat met de naam Tobber.
Er is nooit een officiële stamboom van de familie Duck geweest en die zal er waarschijnlijk ook nooit zijn.
Dit komt doordat verschillende tekenaars door de jaren heen hun eigen personages hebben toegevoegd, waarvan sommige (bijvoorbeeld Dagobert Duck) zeer belangrijk zijn geworden.
Wel wordt er uitgegaan van deze stamboom:
Donald heeft een Duckatti als auto.
Deze auto is gebaseerd op de American Bantam uit 1939 en is bedacht door tekenaar Al Taliaferro.
Hij draagt het kenteken 313.
Dit betekent 3 keer 13, dus 3 keer ongeluk.
Donald Duck (Duckstad, 9 juni 1934) is een eend uit de strips en tekenfilms van Walt Disney.
Zijn volledige naam is Donald Fauntleroy Duck.
Zijn achternaam betekent 'eend' in het Engels.
Donald is een antropomorfe eend met oranje-gele benen, voeten en snavel.
Hij draagt meestal een matrozenpak, bestaand uit een shirt (in de stripverhalen is dit meestal zwart en op (voor)platen blauw) en een blauwe pet.
Hij draagt meestal geen broek en hij heeft tanden, maar dit is alleen te zien als hij ze poetst of als hij razend is.
Donald staat bekend om zijn temperament en onhandigheid.
De geestelijke vader van Donald Duck is Walt Disney.
Disney tekende in de jaren twintig van de 20e eeuw filmpjes voor verschillende tekenfilmmakers.
Door zijn tekenkunst werd hij veel gevraagd als medewerker, maar het duurde altijd erg lang tot de filmpjes klaar waren.
Te lang, omdat hij zo zorgvuldig was.
Alles moest helemaal kloppen, voordat hij het goed vond.
De extra tijd die hij nodig had, maakte zijn werk in het begin zo duur, dat niemand hem meer wilde hebben.
Walt Disney maakte in 1927 zijn eerste eigen filmpjes.
Hij creëerde daarin Mickey Mouse, een tekenfilmfiguurtje dat zeer bekend zou worden.
Donald Duck speelt in die eerste filmpjes nog niet mee.
In 1934 vervaardigde Disney het filmpje The Wise Little Hen (De wijze kleine hen) waarin een bescheiden bijrol werd vervuld door de 'eigenzinnige' Donald Duck.
Maar de brutale eend werd in korte tijd zo bekend, dat Walt Disney er het eerste geld voor zijn volgende films mee verdiende.
En ook die werden steeds goed verkocht.
Walt Disney begon een bedrijfje dat van toen af aan tekenfilms maakte.
In het begin alleen over Donald Duck, maar later over bijna alles en iedereen.
Als het maar niet over echte mensen ging.
Overigens is Donald Duck het grootste deel van zijn bestaan niet door Walt Disney getekend maar door een aantal anderen, waarvan Carl Barks de bekendste was.
Na 1934 heeft Disney niet meer zelf getekend voor zijn tekenfilms.
Zijn talent lag meer in het opzetten, organiseren en regisseren van de films.
Wel eiste hij dat iedereen die eraan meewerkte niet zijn eigen naam onder het werk zou zetten, maar die van Disney.
Donald is beroemd geworden door zijn opmerkingen en zijn gedrag in de filmpjes.
De bekende eend spreekt als een mens, maar is zo koppig als een ezel.
Hij is lief, stout en nieuwsgierig tegelijk.
Hij wil alles goed doen, maar bijna altijd gaat het juist andersom, zeker wanneer zijn neefjes Kwik, Kwek en Kwak zich er mee bemoeien.
Die hebben vaak ondeugende plannetjes, waarvan Oom Donald dan het slachtoffer is.
Donald is een eend van 12 ambachten en 13 ongelukken.
Hij houdt het zelden ergens langer dan een week uit omdat hij zo onhandig is of omdat hij in de problemen komt door zijn opvliegende karakter.
Soms doet hij werk echt goed, maar vrijwel altijd komt er een moment dat hij, meestal bij een extreem belangrijke klus voor een burgemeester, minister of staatshoofd, een blunder begaat waardoor de zaak in de soep loopt en Donald snel naar Timboektoe moet vluchten omdat heel Duckstad boos op hem is.
Vaak heeft hij ook een baantje als onderbetaalde muntenpoetser of duvelstoejager bij zijn oom Dagobert Duck, die hem in dienst neemt omdat hij familie is (en Donald een fikse schuld bij hem heeft), maar dat nog geen reden vindt om hem goed te betalen.
Op een belastingaangifte vulde Donald als beroep "acteur" in.
Door de manier waarop Donald Duck is getekend, is goed te zien hoe Donald zich voelt, wat hij wil en welk humeur hij heeft.
Het gezicht van Donald staat bijna nooit hetzelfde.
Donald heeft veel verschillende gezichtsuitdrukkingen; boos, héél erg boos, verbaasd, droevig, blij en slim, maar ook chagrijnig of juist tevreden.
Is Donald tevreden, dan krullen de uiteinden van zijn snavel omhoog, maar als hij verdrietig is wijzen zijn "mondhoeken" omlaag.
Donald heeft eigenlijk bijna altijd een glad gezicht.
Aan de achterkant van zijn kop heeft hij altijd een paar veertjes overeind staan.
Als Donald erg nijdig is dan staan bijna alle veren overeind.
Vaak is dan ook aan zijn pet te zien hoe het met hem gaat: als hij kalm is, dan staat zijn pet recht op zijn kop, en als hij boos is, hangt zijn pet over zijn ogen.
Als hij verbaasd is vliegt het petje soms van zijn hoofd af.
Walt Disney heeft eens gezegd dat Donald Duck een combinatie is van "alle mensen waaraan hij een hekel heeft".
Waar de meeste andere Disneyfiguren zoetsappig, vriendelijk en goedaardig zijn, is Donald Duck driftig en opvliegend.
In de Amerikaanse strips, met name de oudere afleveringen, valt Donald vaak op door asociaal gedrag.
Ook de personages met wie hij in deze strip in aanraking komt blinken uit door onbeleefd en asociaal gedrag.
In "How to read Donald Duck" wordt Donalds reactionaire karakter besproken.
Donald behoort volgens de schrijvers van deze kritische studie tot de geprivilegieerde witte middenklasse en op buitenlandse avonturen kiest hij steeds de zijde van middenamerikaanse dictators en andere potentaten.