De basterdklaver of bastaardklaver (Trifolium hybridum) is een overblijvende plant die behoort tot de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae of Fabaceae). Het is een plant van vochtige, voedselrijke grond: ze is te vinden tussen het gras en op braakliggende terreinen.
bastaardklaver met bloesem foto : Colin Stone CC 3.0
De plant wordt 30-90 cm hoog en heeft een holle stengel. De plant vormt geen wortels op de stengel als deze de grond raakt en verschilt hiervan met witte klaver (Trifolium repens). De drietallige bladeren hebben omgekeerd-eironde, fijn getande deelblaadjes. De steunblaadjes zijn smal driehoekig.
De basterdklaver bloeit van mei tot september met witte, later naar roze verkleurende, 7 tot 9 mm lange, zoet geurende bloemen. Na de bloei zijn de bloemen oranjebruin. De kroonbladeren zijn langer dan de kelk. De kelk is kaal en heeft ongeveer gelijke kelktanden.
De bastaardklaver wordt gebruikt als voedergewas voor rundvee. De plant heeft echter een matige smaak. Inzaai met 8-15 kg zaaizaad per ha gebeurt in maart, waarna het twee keer per jaar gemaaid kan worden. Per jaar kan er 7500 kg droge stof per ha geoogst worden. Gemaaid wordt wanneer de plant bloeit. Het beste kan de bastaardklaver vers vervoederd worden, omdat het hooi door de bittere smaak minder smakelijk is.
steunblaadjes van de bastaardklaver auteur : Rasbak CC 3.0
De bastaardklaproos (Papaver hybridum) is in Nederland een zeer zeldzame eenjarige plant uit de papaverfamilie (Papaveraceae). De soort is afkomstig uit Zuid-Europa. De plant groeit op akkerland, wegbermen en braakland.
Deze plant wordt 10-50 cm hoog en bevat wit melksap. De 6-7 cm lange bladeren zijn met haren bezet. De plant bloeit in Zuid-Europa van maart tot mei en heeft meerdere bloemstengels met aan het eind van elke stengel een bloem. De 2-5 cm grote bloemen zijn helderrood. De bloemknoppen hangen naar beneden en gaan bij het openen omhoog staan. De bloem wordt in de knop omgeven door twee harige kelkbladen. De bloemkroon bestaat uit vier kroonbladen, die elkaar niet overlappen dit in tegenstelling tot de meeste andere klaproossoorten, met aan de basis een donkere, purperzwarte vlek. De talrijke meeldraden zijn lichtblauw tot indigo van kleur.
De bastaardklaproos heeft een ronde tot iets ovale zaaddoos, die met witte, stijve haartjes is bezet. Deze zaaddoos heeft een deksel, waaronder uit de porierand de zaadjes worden verspreid als de stengel door de wind wordt bewogen. De zaadjes zijn niervormig.
Basilicum (Ocimum) is een geslacht uit de lipbloemenfamilie (Labiatae oftewel Lamiaceae). De naam basilicum is terug te voeren op het Oudgrieks, waar 'Basileus' koning betekent, wat ook terug te vinden is in de alternatieve benaming koningskruid.
Basilicum, met name de soort Ocimum basilicum is een kruid dat wordt gebruikt in de keuken. Basilicum heeft een sterke geur en aroma en wordt vooral veel in de Italiaanse keuken en bij tomaatgerechten gebruikt.
Het heeft vele heilzame werkingen, waaronder het verbeteren van de spijsvertering en het voorkomen van windzucht en maag- en darmkrampen. Ook bij hoofdpijn kan Basilicum helpen.
Een veel voorkomend element in verschillende (religieuze) verhalen. In India is het een heilig kruid.
Basilicum bevat de stoffen estragol, methyleugenol en safrol. Uit dierproeven en ander onderzoek blijkt dat deze stoffen gentoxisch en daarmee mogelijk kankerverwekkend zijn. Of basilicum daarmee ook voor mensen kankerverwekkend is moet blijken uit nader onderzoek.
Basilicum is een vaste plant, maar niet winterhard. In de huiskamer of kas kan de plant wel overwinteren. In de praktijk wordt echter telkens opnieuw gezaaid. Door stekken is de plant ook vegetatief te vermeerderen. De plant wordt ongeveer 45 cm hoog en 30 cm breed. De stengels zijn harig, fijn, geribbeld, vierkantig, vertakt en lichtgroen tot rood aan de basis. De bladeren zijn groot, gekarteld, ovaal, puntig en heldergroen, met een warme en toch frisse, sterke geur. Basilicum is een belangrijk keukenkruid. De plant bloeit in de nazomer met kleine, geurige, witachtige bloesems, in rondlopende schijnkransen van zes stuks.
Barlia is een voormalig klein Europees geslacht met slechts twee soorten terrestrische orchideeën. Deze zijn sinds enkele jaren opgenomen in het geslacht Himantoglossum.
Barlia is vernoemd naar de Braziliaanse amateur-botanicus en orchideeënliefhebber J. E. Barla (17981850).
Barlia robertiana
Barlia was een geslacht van terrestrische, overblijvende planten (geofyten), die overwinteren met twee ondergrondse, langwerpig-eivormige wortelknollen. De bloemstengel heeft onderaan een bladrozet, en hogerop meerdere stengelomvattende bladeren die al tijdens de bloei beginnen te verwelken.
Het voornaamste verschil met de Himantoglossum was dat de bloemen van Barlia een lip met een korte, gespleten middenlob en gegolfde zijranden had.
Barlia robertiana
Het geslacht Barlia werd steeds als nauw verwant aan Himantoglossum (met onder meer de bokkenorchis) beschouwd. Recente DNA-analyse heeft echter uitgemaakt dat beide geslachten samen een monofyletischee groep vormen.
De Barbera druif komt vooral voor in Noordwest-Italië. Het is een druivensoort die probleemloos op allerlei bodemsoorten gedijt en een royaal volume per hectare kan leveren. Kenmerkend voor wijn van deze druif is een hoge natuurlijke zuurgraad, een licht bitter aroma van kersen (soms ook rood fruit) en een laag tannine-gehalte. Lang werd Barbera als een tweederangs druif beschouwd. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is men in toenemende mate kwaliteitswijnen van deze druif gaan maken.
Toonaangevende Italiaanse herkomstbenamingen zijn Barbera dAlba, Barbera dAsti en Barbera del Monferrato. De druif groeit onder andere ook in Argentinië en Californië.
Baobab (Adansonia) is een geslacht van acht soorten dikstammige bomen uit droge, warme gebieden. De baobab of apenbroodboom boom is één van de weinige bomen in de tropen die zijn bladeren verliest. Zes soorten stammen uit Madagaskar, één soort uit het vaste land van Afrika en één soort uit Australië. De wetenschappelijke naam van het geslacht is ontleend aan de Franse natuuronderzoeker Michel Adanson. De bomen worden 5 tot 25 m hoog en hebben een uitzonderlijk grote stamomtrek (diameter van de Afrikaanse baobab tot 11 m met een omtrek tot 34 m). De boom slaat water op in de dikke stammen tijdens het natte seizoen om zo het droge seizoen te kunnen overleven.
Afrikaanse baobab (foto : Quinn Norton===>auteur : FlickrLickr ) CC
De zes Malagasische soorten zijn de nationale boom van Madagaskar. Deze soorten staan alle op de rode lijst van de IUCN.
Adansonia grandidieri ( auteur : Bernard Gagnon ) CC
Door zijn vorm lijkt het alsof de baobab op zijn kop staat. Volgens een legende van de bushmen (het San-volk) is de boom voor straf door de goden uit de hemel op de aarde gegooid en op zijn kop terechtgekomen. Daardoor lijkt het alsof de wortels in de lucht steken (en de kruin in de grond staat). De bomen kunnen erg oud worden. Olifanten gebruiken de baobab om de teken van hun huid af te wrijven. Maar ze eten ook de bast en het zachte hout uit de stam van de baobab. Regelmatig komt het voor dat hierdoor de boom zwaar beschadigd wordt of doodgaat. Bavianen en andere soorten apen eten graag de vruchten van de boom. Ook gebruiken mensen de vruchten om te eten. Er zit veel vitamine c in de vruchten.
De Baobab boom kan meer dan 1000 jaar worden. Exemplaren van deze hoge leeftijd zijn erg groot en indrukwekkend. Sommige wetenschappers zeggen dat de boom wel 2000 tot 5000 jaar oud kan worden. In Zuid-Afrika zou een baobab van 3000 jaar oud bestaan. De maximale ouderdom van deze boom wordt betwist. Feit is dat een grote Baobab boom moeilijk te doden is. Ook kunnen ze goed een brand doorstaan. Als er een restant van zijn wortels blijft staan, groeit er weer een nieuwe stam uit.
De boom speelt een grote rol in de volksverhalen van de lokale bevolking. Maar hij wordt ook heel praktisch gebruikt bijvoorbeeld als opbergplaats voor spullen om ze tegen de regen te beschermen. Bekend is dat sommige stammen de gewoonte hadden om er enkele duizenden liters water in op te slaan. Ze deden dit door de boom van boven af uit te hollen. Het water kan jarenlang goed blijven. Als het uithollen goed gebeurt gaat de boom niet dood. In Zimbabwe staat een baobab boom waarbinnen 40 mensen kunnen staan.
vrucht van de apenbroodboom ( auteur : Alex Antener [Lix] ) CC
Er is een verhaal over een baobab boom in Australië die eind 19e eeuw als gevangenis werd gebruikt. De aboriginals gebruiken de zaden van de vrucht om te eten, net als de mensen in Afrika doen. Ze noemen de boom soms ondersteboven-boom, omdat de kale kruin op een wortelstelsel lijkt.
De Arabieren kennen een legende met als thema een duivel die een boom uit de grond trekt en hem er omgekeerd weer inzet, met zijn wortels in de lucht. Zo zou de boom zijn ontstaan. Arabische handelaren hebben de baobab boom geïntroduceerd in India. Het woord baobab stamt uit het Arabisch; buhibab wat fruit met veel zaden betekent.
Bron :Wikipedia CC http://dier-en-natuur.infonu.nl/natuur/
De bandwilg (Salix 'Sekka', synoniemen: Salix sacchalinensis 'Sekka' en Salix udensis 'Sekka') is een plant, die behoort tot de wilgenfamilie (Salicaceae). De oorspronkelijk uit Japan afkomstige struik is in Nederland aangeplant en in het wild opgegroeid uit op de grond liggende takken.
bandwilg in bloei ( auteur : F.Zuidersma )
De struik wordt 3-9 m hoog en heeft bandvormige en gedraaide takken. De takken zijn glanzend bruinrood. De bladeren staan verspreid en zijn aan de onderkant kaal.
De bandwilg bloeit in april. De bloeiwijze is een katje. De meeldraden staan vrij of zijn aan de voet vergroeid en hebben gele helmknoppen. De vrucht is een doosvrucht. Engelse naam : Japanese Fantail Willow, Dragon Willow .