Eugène Henri Paul Gauguin (Parijs, °7 juni 1848 Atuona op de Marquesaseilanden, 9 mei 1903) was een Franse kunstschilder.
Zijn werk wordt meestal gekenschetst als postimpressionistisch, dat van na 1891 als symbolistisch.
De werken van Gauguin behoren tot het postimpressionisme.
Zijn werk loopt vooruit op het ongebruikelijke kleurgebruik van de fauvisten en de expressionisten.
Na 1888 beschouwt Gauguin zichzelf als symbolist.
De kunst van de impressionisten bevredigde Gauguin niet, omdat hij vooral het onzichtbare wilde weergeven, de stemming en gevoelens achter het beeld.
Naast olieverfschilderijen maakte Gauguin ook veel grafisch werk, zoals houtsneden, waarvan de wildheid, de directheid hem aansprak.
Na zich eerst aangesloten te hebben bij de impressionisten, begon Gauguin tijdens zijn periode in Bretagne een eigen stijl te ontwikkelen.
Hij schilderde daar de vrouwen in klederdracht in een zeer verstilde en geconcentreerde stijl, die vooral de rust en de eenvoud van het boerenleven weer schijnt te geven.
Zijn eigen stijl in die periode duidt Gauguin aan met de term cloisonnisme, een woord dat is afgeleid van de middeleeuwse techniek van het emailleren, het cloissoné, waarbij de vlakjes emaille van elkaar gescheiden worden door metalen randjes.
Rond vrijwel alle figuren uit deze tijd, en ook meestal in de latere schilderijen, tot het eind van zijn leven, staan donkere randen geschilderd.
In de periode in Bretagne schildert Gauguin ook religieuze taferelen, onder andere het doek Het visioen na de preek (ook wel genoemd: Jacob de engel) uit 1888.
Dit schilderij laat een combinatie zien van biddende Bretonse vrouwen met hun witte mutsen en Jacob die stevig door de engel wordt vastgegrepen, dit alles op een uitermate gedurfde knalrode achtergrond, met tussen de vrouwen en de engel een stevige boom, schuin over het doek.
Na zijn vertrek naar de tropen bereikt Gauguin de toppen van zijn kunstenaarschap, al blijkt hij ook een vechtersbaas en een amokmaker.
Het prachtige kleurgebruik, de indringende blikken van de Polynesische vrouwen, die gewillig voor hem poseerden, en de geheimzinnige titels van de schilderijen zijn voor de liefhebber van het werk van Gauguin een waar genoegen.
Een voorbeeld is het grote schilderij (375x139 cm) met daarop de tekst: D'où venons-nous, Que sommes-nous? Où allons-nous? (Waar komen we vandaan? Wie zijn wij? Waar gaan we heen?).
Op dit schilderij zijn een tiental bijna levensgrote personen afgebeeld, omringd door sprookjesachtige planten, dieren en symbolen uit de Polynesische godsdienst.
Er zijn schilderijen van Gauguin en Van Gogh die eruitzien alsof ze met dezelfde verf geschilderd zijn. Ze maakten ook portretten van elkaar. In 1886 kwamen Gauguin, Émile Bernard en Paul Sérusier naar Pont-Aven. Zij richtten er de School van Pont-Aven op. Tot die groep behoorde ook de Nederlandse schilder Meijer de Haan, met wie hij bevriend raakte en die hij diverse malen geportretteerd heeft. In 1891 vertrok Gauguin naar Frans-Polynesië om te ontsnappen uit de Europese beschaving, en aan "alles wat kunstmatig en conventioneel was". Hij had hierbij het beeld van de "nobele wilden" voor ogen (zoals beschreven door Jean-Jacques Rousseau) en wilde zich afzetten tegen de burgerlijke maatschappij. Wellicht heeft echter ook een rol gespeeld dat hij in Frankrijk als kunstenaar weinig erkenning kreeg. Hij verbleef eerst op Tahiti, dat hem zo tegenviel dat hij al snel verder trok naar de Marquesaseilanden. Daarvandaan heeft hij nog slechts eenmaal Frankrijk bezocht. Hij leefde hier samen met Paou'óura, bij wie hij een zoon Emile kreeg, geboren in 1899.
Paul Gauguin stierf op 54-jarige leeftijd in 1903, ziek van syfilis en hartaanvallen.
Hij ligt begraven op het kerkhof in Atuona, Hiva Oa, Marquesaseilanden.
Val-Saint-Lambert is een kristal- en glasfabriek in de Beglsiche stad Seraing, nabij de Luik, die sierglas, glazen en kristallen kunst- en gebruiksvoorwerpen produceert.
De fabriek is gevestigd in de site van de vroegere cisterciënzerabdij van Sint-Lambertus (patroonheilige van Luik), gesticht in 1202.
De romaanse kapittelzaal en het scriptorium werden gerestaureerd en worden tot vandaag gebruikt.
De Franse Revolutie maakte een einde aan het monnikenleven.
In 1826 vestigden de stichters van de kristalfabriek zich in de gunstig gelegen site: ruime gebouwen, nabijheid van steenkool, vervoer (Maas).
Vandaag is Val-Saint-Lambert aanwezig in meer dan veertig landen, van de Verenigde Staten tot Saoedi-Arabië, van Spanje tot Japan.
Het is zowat het visitekaartje van het Waalse gewest geworden.
Bij het dreigende faillissement in de jaren 80 heeft de overheid immers een deel van de aandelen overgenomen.
Een vaas van Val-Saint-Lambert, beroemd om zijn schitterende "dubbele-gekleurde-geslepen" kristal, was een begeerd verzamelobject of duur relatiegeschenk, ook voor prinsen en diplomatieke vertegenwoordigers.
Zo leverde men bijvoorbeeld ook de glazen stoeltjes (onder meer vanwege de "koelheid" van het materiaal) voor de wereldtentoonstelling van Sevilla.
Momenteel is het assortiment sterk uitgebreid en gemoderniseerd, maar de productiewijzen blijven voor unieke stukken nog artisanaal.
Men kan de fabriek bezoeken en glasblazers aan het werk zien.
Een belangrijke collectie glasobjecten uit Val-Saint-Lambert bevindt zich in het Musée des Verres te Luik, tegenwoordig onderdeel van museum Grand Curtius.
Het ontwerperscollectief Studio Job ontwierp en realiseerde in 2010 in samenwerking met Val-Saint-Lambert voor president Herman Van Rompuy een kunstwerk voor zijn kabinet te Brussel.
De Buick Model C-24 en Model C-25Four hadden de nieuwe ronde vormen van motorkap en radiator uit de vernieuwde reeks van 1914.
De uitwendig geplaatste benzinetank van de Model C-24 roadster was echt uit de tijd, maar het vernieuwde front maakte veel goed.
Mede dank zij de Model C-25 tourer bleef de populariteit bij de Buick klanten hoog.
1915, Buick Model C-24 Roadster
foto op ipocars.com
1915, Buick Model C-24 Roadster
foto op ipocars.com
De Model C-24 was een tweedeurs roadster voor twee personen.
Dit Model was standaard verkrijgbaar in de kleur bruin-rood, wielen, chassis en benzinetank in zwart.
De wielbasis was 2692mm, het gewicht van de Model C-24 bedroeg 998kg.
De productie bedroeg 3.256 stuks.
De Model C-24 werd verkocht voor 900$.
1915, Buick Model C-25Four
foto op www.conceptcarz.com
1915 Buick Model C-25Four
foto op www.conceptcarz.com
De Model C-25Four was een vierdeurs touring voor vijf personen.
De standaard uitvoering van de C-25 was een blauwzwarte kap en koetswerk en zwarte bumpers, chassis en wielen.
Het gewicht van de Model C-25Four was 1059kg.
Van de Model C-25Four werden 19.080stuks geproduceerd.
Dit model werd in 1915 verkocht voor 950$.
De Buick Model C-24/C-25Four werd aangedreven door een 2.7liter (2704cc) vier-cilinder (twee kleppen per cilinder) motor welke 22.5pk leverde.
Marvel E 10-501 carburatoren.
De versnellingsbak had 3 manuele versnellingen + versnelling achteruit.
Mechanische remmen op twee wielen.
Houten wielen.
een snelheidsmeter, bumpers en 'ver'stralers waren een optie.
Nota: er werden extra ook nog 186 Model CX-24 chassis gebouwd voor de export.
Nota2: er werden extra 931 Model CX-25 chassis gebouwd voor de export.
Bron : - tinternet
Standard Catalog of Buick 1903 - 2004
De Slag bij Woeringen vond plaats op 5 juni 1288 en was het einde van de Limburgse Successieoorlog.
Woeringen (Duits: Worringen), ligt in het huidige Duitsland en is heden ten dage een stadsdeel van Keulen.
In de Belgische geschiedschrijving (1838) werden de Slag bij Woeringen alsook de Guldensporenslag beschouwd als de grondslagen voor de Belgische onafhankelijkheid tegenover Duitsland en Frankrijk.
Toen hertog Jan I van Brabant aan het bewind kwam braken er sinds lange tijd weer vijandelijkheden uit tussen Brabant en Gelre (Gelderland).
De Gelderse graaf Otto II riep de hulp in van de stad Keulen om op te trekken tegen de Brabanders.
Otto's zoon Reinoud I (1271-1326) trouwde met Irmgard van Limburg, de erfgename van hertog Walram IV van Limburg.
Na de dood van Walram erfde het echtpaar Limburg maar zij bleven kinderloos.
Jan I maakte na haar dood (1282) aanspraak op het hertogdom Limburg om Gelres uitbreiding tegen te gaan.
In 1283 kwam het tot een gevecht tussen Gelre en Brabant.
Frappant is, dat Jan I sinds 1273 gehuwd is met Margaretha van Dampierre, dochter van Gwijde van Dampierre.
Gwijde zal na het overlijden van Margaretha's moeder, Mathilde van Bethune en Dendermonde, hertrouwen met Isabella van Luxemburg, die hem ook een dochter Margaretha baart.
Zij wordt Margaretha van Vlaanderen genoemd.
Deze Margaretha wordt in 1286 de tweede echtgenote van Reinoud I van Gelre.
De twee kemphanen Jan I en Reinoud I staan dus ook als half-zwagers tegenover elkaar.
De vijandelijkheden bleven een aantal jaren voortduren tot op 5 juni 1288 de daglange slag bij Woeringen uitbrak.
Aan de ene zijde stonden de troepen van Jan I met 1500 ridders, gesteund door Arnold V van Loon met zijn heren (waaronder Arnold van Steyn) en burgers van de vrije rijksstad Keulen.
Arnold V van Loon vocht aan de rechtervleugel.
Tegenover hen stonden de troepen van de Luxemburgers, Geldersen, de aartsbisschop van Keulen, Siegfried van Westerburg, en Limburgers met 2200 ridders.
Hendrik VI van Luxemburg sneuvelde in deze strijd.
Brabant won de slag waardoor Limburg bij Brabant werd gevoegd wat vijf eeuwen zo zou blijven.
De hertog van Brabant werd hierdoor een van de machtigste mannen van het Nederrijn-gebied.
Brabant verliest slechts zo'n 40 ridders tegen zo'n 1100 aan Gelderse zijde.
Een aantekening in het missaal van de kerk van Woeringen houdt het op 2400 doden.
De gevangen graaf Reinoud I van Gelre wordt naar Leuven gevoerd waar hij goed wordt behandeld; hij is per slot van rekening veel geld waard.
De bondgenoten van Reinoud I worden verschillend behandeld.
Graaf Adolf van Nassau wordt door hertog Jan I zonder losgeld vrijgelaten voor zijn tijdens de strijd betoonde moed.
Deze geste zal de hertog geen windeieren leggen als Adolf in 1292 tot Rooms-koning wordt gekozen.
Heer Walram van Valkenburg weigert hertog Jan I te erkennen als de hertog van Limburg.
Hierdoor wordt in augustus 1288 zijn kasteel te Valkenburg belegerd.
Heer Walram 'de Rosse' ontsnapt via geheime gangen, die nog steeds zijn te vinden in de Fluwelengrot te Valkenburg.
Het zou later tussen beide heren tot een verzoening komen.
De burcht van Woeringen wordt nog een week lang belegerd, waarna ook deze valt en de bevolking uitgemoord wordt.
De aartsbisschop van Keulen komt er minder makkelijk vanaf.
Als gevangene van graaf Adolf V van Berg moet de aartsbisschop zijn zware wapenuitrusting en helm, waarin hij bij Woeringen heeft gevochten, voortdurend dragen.
Hij is een jaar lang de gevangene van de graaf van Berg.
Nadat de aartsbisschop voor een grote som is vrijgekocht laat hij graaf Adolf gevangen nemen.
Vervolgens wordt de graaf naakt met honing besmeerd opgehangen in een ijzeren kooi, als attractie voor bijen en vliegen.
De rijke graaf biedt het drievoudige van het losgeld dat betaald is voor de aartsbisschop aan, maar de aartsbisschop gaat er niet op in.
De wraak van de aartsbisschop is letterlijk en figuurlijk zoet.
Pas in 1289 komt er een einde aan de opvolgingsstrijd rond Limburg.
Jan I van Brabant komt dan door bemiddeling van de Franse koning in het bezit van Limburg.
De oorlog wordt dus uiteindelijk zonder verder wapengekletter gewonnen.
De Buick Model B-55 was de eerste Buick met een zescilinder kopklepmotor.
Met de moderne ronde motorkap en radiator van de B-24/25 en verlaagde bumpers zette Buick de trend verder naar een nieuwe look.
Dit model was verkrijgbaar in blauw met zwarte wielen en bumpers of een volledig zwarte uitvoering.
Buick Model B-55 Touring
afbeelding op www.coolridescolorado.com
De Buick Model B-55 was een vierdeurs touring met vijf zitplaatsen.
Diepere en comfortabelere zetels.
Dit Model B-55 had een wielbasis van 3302mm en een spoorbreedte van 1422mm zowel voor als achter.
Het gewicht van deze wagen was 1662kg.
Er werden 2.045 Model B-55 buick's geproduceerd.
afbeelding van een zescilinder motor van de B-55
foto op buickcity.blogspot.be
De Buick Model 38 werd aangedreven door een 5.4liter (5430cc) zescilinder in lijn kopklepmotor welke 48pk leverde.
De motor was voorzien van Marvel carburatoren.
De zescilinder motor was voorzien van een Delco electrische starter.
De versnellingsbak had 3 manuele versnellingen en versnelling achteruit.
Dit model werd in 1914 verkocht voor 1.985$.
Electrische verlichting werd standaard evenals links stuur, versnellingshendel centraal geplaatst en een handrem was voorzien.
Behalve bij de Model B-24/25 werd de benzinetank naar achter verplaatst voor de modellen gebouwd vanaf 1914.
Bron : - tinternet
Standard Catalog of Buick 1903 - 2004
De eerste winkelwagens werden geïntroduceerd op 4 juni 1937 en waren een uitvinding van Sylvan Goldman, de eigenaar van de Piggly Wiggly supermarktketen in Oklahoma City.
Hij had gezien dat klanten moeite hadden met te volle winkelmanden en besefte dat ze daardoor minder kochten.
Hij kreeg een ingeving toen hij op een avond in 1936 laat op kantoor aan het werk was en een vouwstoel zag staan.
Samen met onderhoudsman Fred Young bouwde hij een eerste prototype twee winkelmanden boven elkaar in een metalen frame op wielen.
In 1940 verkreeg hij octrooi op zijn Folding Basket Carriers for Self-Service Stores terwijl Artur Kosted een lopende bandproces ontwikkelde voor massaproductie van zijn winkelwagen.
De winkelwagen sloeg niet meteen aan.
Mannen vonden ze te vrouwelijk en vrouwen vonden ze te veel lijken op kinderwagens.
Om het gebruiksgemak van de winkelwagen te demonstreren huurde Goldman mannelijke en vrouwelijke modellen in.
De winkelwagen werd een succes en maakte van Goldman een multimiljonair.
In 1946 vroeg de uit Kansas City afkomstige Orla Watson octrooi aan op een ontwerp van een winkelwagen met een grote vast mand die telescopisch in elkaar te schuiven zijn.
Goldman protesteerde en vroeg een soortgelijk octrooi aan, maar stond in 1949 zijn rechten af aan Watson in ruil voor een lucratief licentieovereenkomst.
Het ontwerp van Goldman en Watson wordt nu, nagenoeg onveranderd, overal ter wereld door winkelende klanten gebruikt.
Een winkelwagen of winkelkarretje is een wagen die kan worden voortgeduwd door een persoon tijdens een bezoek aan een supermarkt, tuincentrum of bouwmarkt.
De producten uit de winkelschappen worden in de winkelwagen verzameld, aan de kassa afgerekend en uiteindelijk van de winkelwagen overgeladen naar het eigen vervoermiddel, bijvoorbeeld een auto of fiets.
Een winkelwagen bestaat uit een vierkant frame en is meestal geconstrueerd uit metaaldraad.
Er bestaan echter ook kunststof winkelwagens.
Een winkelwagen wordt meestal gebruikt wanneer iemand veel boodschappen doet.
Bovendien komt de klant door het wagentje in de verleiding meer te kopen dan hij kan dragen.
Voor minder boodschappen is een winkelmand praktischer.
Het gebruik van een wagen of mand is meestal verplicht in supermarkten, ook als de klant maar een kleinigheid wil kopen - men hoopt dat 'vergissingen' daarmee vermeden worden.
In de praktijk wordt er echter aan die verplichting zelden de hand gehouden.
Tot omstreeks 1985 konden klanten zonder formaliteiten een wagentje gebruiken.
Het gebeurde toen vaak dat klanten een wagentje mee naar huis namen en "vergaten" het terug te brengen.
Andere wagentjes werden tot ver in de omgeving van de winkel op straat achtergelaten en belandden dan in de sloot.
Dat alles was een kostenpost voor winkeliers, want een winkelwagen kostte toen ruim 300 gulden.
Een ander probleem was dat vertrekkende klanten zich soms een weg moesten banen door een woud van slordig achtergelaten wagentjes.
Anno 2012 kost een winkelwagen tussen de 450 en 1000 euro (verschillende bedrijven op internet).
Voor het gebruik ervan is een onderpand nodig.
Op de handgreep zit een mechanisme met een slot waarmee hij gekoppeld is aan een rij van die wagentjes.
De wagen komt los van de rij door een munt in het slot te schuiven.
Nadat het karretje weer aan de rij is vastgekoppeld komt de munt weer terug en staat de wagen weer op slot.
Het mechanisme is niet zo kritisch als het mechanisme in een verkoopautomaat, het werkt al als de munt de juiste dikte en grootte heeft.
De te gebruiken munt was vroeger in Nederland een gulden, tegenwoordig meestal 50 cent, soms een euro.
Veel winkelbedrijven verstrekken een penning die kan worden gebruikt.
Ook worden valse munten (een schijfje metaal of plastic) gebruikt, en daar is niet zo veel bezwaar tegen omdat de klant na afloop dezelfde munt terugkrijgt.
Ook wordt wel het lipje van een blikje frisdrank gebruikt.
Dat is minder gewenst, omdat daardoor beschadigingen aan het mechanisme kunnen ontstaan.
Ondanks het onderpand worden er soms winkelwagens meegenomen naar de geparkeerde auto of naar huis.
Om dit te voorkomen is het mogelijk om winkelwagens te voorzien van een elektronisch wielslot dat in werking treedt als de wagen een rondom de parkeerplaats van de winkel ingegraven kabel passeert.
Op die manier is de wagen buiten de directe omgeving van de winkel onbruikbaar.
Experimenten met een dergelijk systeem bij een winkel van Hoogvliet in Zoetermeer blijken goed te voldoen.
In sommige plaatsen is het krachtens een gemeentelijke verordening verboden om een winkelwagentje mee te nemen buiten een bepaalde zone.
Bij overtreding kan de politie een bekeuring uitschrijven.
De winkelwagen wordt ook als metafoor gebruikt in webwinkels.
Het is dan een link naar een overzicht van alle artikelen die de bezoeker op dat moment heeft gekozen om te kopen.
De sphynx is een kattenras.
Dit ras is ontstaan in Canada door gerichte fok met gemuteerde gevonden haarloze katten.
Deze katten worden bijna zonder beharing geboren.
Haarloze katten werden enkele eeuwen geleden al in Zuid-Amerika gevonden en op diverse andere plaatsen in de wereld worden met enige regelmaat naakte katten geboren.
Naast de Sphynx wordt er ook met Russische naaktkatten gefokt, de Don Sphynx of Donskoy en de Peterbald.
De Sphynx stamt af van de Canadian Hairless.
In de jaren 60 en 70 van de 20e eeuw werden in Canada verschillende naakte huiskatten gevonden.
Een aantal van deze katten is naar Nederland geïmporteerd en begin jaren 80 van de 20e eeuw is men serieus met deze dieren gaan fokken.
Als uitkruispartner is initieel veelvuldig gebruikgemaakt van een ander ras met een beperkte haargroei, de Devon rex die een gekruld/gegolfde vacht heeft.
Het gen dat de haarloosheid bij de Sphynx veroorzaakt is een recessief verervend gen ten opzichte van het gen voor normale beharing.
Het bleek echter dominant te vererven ten opzichte van het Devon rex gen wat dus mogelijk op dezelfde locus zich bevindt en enkel een beperkte haargroei met krulling geeft.
De Sphynx ziet er naakt uit, maar compleet haarloos is hij niet.
De huid van een Sphynx is bedekt met heel korte donshaartjes.
Als hij geaaid wordt dan voelt hij aan als de buitenkant van een perzik.
Op de oren, snuit, voeten en staart mogen de donshaartjes volgens de rasstandaard iets langer zijn.
Sphynx katten hebben extra verzorging nodig.
Ze moeten regelmatig gewassen worden.
De talg die zich bij een kat met een normale vacht tussen de haren verdeelt blijft bij een Sphynx op de huid liggen.
De huid wordt daardoor plakkerig en het talg kan afgeven op meubilair en kleding.
Ook de oren moeten regelmatig schoongemaakt worden, omdat een Sphynx veel last heeft van oorsmeer.
Aangezien het rasbestand is opgebouwd uit een kleine groep onderling verwante dieren komen er diverse erfelijke afwijkingen voor met enige incidentie.
Zo komt er een vorm van spasticiteit voor (juveniel lethaal) die ook bij een van de stamouderrassen Devon Rex voorkomt, is er de autosomaal dominante vorm van Hypertrofische Cardiomyopathie aanwezig en dienen fokdieren nagekeken te worden op patella luxatie.