Brent Olie is de naam van een oliesoort die in de internationale oliehandel wordt gebruikt om olie met verschillende eigenschappen te classificeren.
Iedere oliesoort heeft zijn eigen prijs.
De naam Brent olie is afgeleid van het olieveld Brent in de Noordzee.
Dit olieveld van Royal Dutch Shell was ooit één van de productiefste olievelden van Groot-Brittannië maar nadert nu het einde van zijn gebruik.
Aardolie uit Europa, Afrika en het Midden-Oosten wordt geprijsd op basis van de prijs van Brent olie.
Brent olie is zo de maatstaf (benchmark) voor het bepalen van de prijs van soortgelijke olie.
Andere klassen olie zijn de OPEC Reference Basket, Dubai Crude en West Texas Intermediate (WTI).
De Brent olievelden liggen op 186 km (116 miles) ten noordoosten van Lerwick, Schotland.
De Brent olievelden zijn ontdekt in juli 1971 en de eerste tanker is geladen op 13 december 1975.
Het symbool voor Brent aardolie is LCO. Vroeger werd het verhandeld op de open-outcry(vloerhandel) International Petroleum Exchange in London.
Sinds 2005 wordt het echter verhandeld via de elektronische Intercontinental Exchange, genoemd de ICE.
De contracten worden tot nu toe verhandeld in U.S. dollars.
Er kan ook via allerlei afgeleide producten indirect in oliecontracten gehandeld worden bijv. een ETFS(Tracker).
Brennivín is een IJslandse gedestilleerde sterkedrank, die beschouwd wordt als de nationale drank.
Brennivín wordt volgens een IJslands recept gemaakt van gefermenteerde aardappelpulp en op smaak gebracht met komijn, karwijzaden of engelwortel, en bevat 37,5% alcohol.
Het kwam na het opheffen van de drooglegging in 1935 op de markt.
Brennivín met glas
Het label op de fles is zwart van kleur, omdat men hoopte dat het hierdoor voor de consument minder aantrekkelijk werd om de drank aan te schaffen.
Het plan faalde echter, en dit label zorgde, samen met de uitgesproken smaak, ervoor dat Brennivín ook wel Svarti dauður ("Zwarte dood") wordt genoemd.
Oorspronkelijk stonden de letters ÁTVR (Áfengis- og tóbaksverslun ríkisins, ofwel drank- en tabakshandel van de staat) binnen de cirkel op het etiket.
Tegenwoordig is het de contour van IJsland.
hákarl (Groenlandse haai die voor menselijke consumptie geschikt is gemaakt)
wordt meestal samen met Brennivín gedegusteerd
Brennivín betekent in het Nederlands letterlijk brandende wijn.
Het smaakt ook wel wat naar de ouderwetse brandewijn, echter met een speciale nasmaak.
Ondanks de onofficiële status als nationale drank, is het op IJsland geen populaire drank.
Meestal wordt het gedronken bij patriottistische gelegenheden zoals het mid-winterse Þorrablót (een IJslands midwinterfestival), als begeleider bij een glas bier of om indruk op buitenlanders te maken.
Ondanks het feit dat IJsland een hoge belasting op alcohol heft, is Brennivín relatief een van de goedkoopste sterkedranken die in de nationale drankenhandel Vínbúð te krijgen is.
Brennivín werd door de IJslanders puur gedronken, maar tegenwoordig vaak in combinatie met water of cola.
De Brenne-orchis (Dactylorhiza brennensis) is een zeldzaam voorkomende Europese orchidee van het geslacht Dactylorhiza (handekenskruiden).
Het is een soort die voorkomt in zonnige, vochtige graslanden en kalkmoerassen.
De plant is endemisch in de Brenne, een moerassige streek in midden-Frankrijk.
De botanische naam Dactylorhiza is ontleend aan het Oudgriekse 'dactylos' (vinger) en 'rhiza (wortel), wat slaat op de vingervormige wortelknollen van dit geslacht.
De soortaanduiding brennensis slaat op de streek van voorkomen, de Brenne.
Engels : Brenne Orchid Duits : Brenne Knabenkraut Frans : Orchis de la Brenne
Brenne-orchis
De Brenne-orchis is een overblijvende, niet-winterharde geofyt(levensvorm).
Het is een maximaal 40 cm grote, slanke plant met vier tot zes bladeren.
De bloeiwijze is een min of meer verlengde, armbloemige aar met ten hoogste een dertigtal roze bloemen, die ver boven de bladeren uitsteekt.
De bladeren zijn meestal ongevlekt, lijn- tot lijnlancetvormig, de onderste platliggend, de bovenste opstijgend.
Hoger langs de stengel komen nog enkele schutbladachtige bladeren voor.
De echte schutbladeren, die de bloemen ondersteunen, zijn gekleurd en meestal korter dan de bloemen.
Dactylorhiza brennensis
auteur : Elisabeth Gaillard op www.espacionatural.com
De bloemen zijn roze tot licht-violet gekleurd en vrij groot.
De zijdelingse kelkbladen zijn afstaand, de toppen teruggebogen en aan de binnenzijde donkerder gevlekt.
Het middelste kelkblad vormt samen met de bovenste kroonbladen een helmpje.
De lip is min of meer drielobbig, de zijlobben lichtjes naar achter teruggeslagen, de middenlob aan de basis lichter gekleurd met een honingmerk (de tekening op de lip) van donkerder purper tot lila stipjes en lijntjes.
Het spoor is breed, driekwart de lengte van het vruchtbeginsel en naar onder buigend langs het vruchtbeginsel.
De bloeitijd is van eind mei tot juni.
Brenne-orchis
Dactylorhiza brennensis behoort tot het geslacht van de handekenskruiden (Dactylorhiza), die alle sterk op elkaar gelijken.
Ze wordt door sommige botanici als een ondersoort van de grote rietorchis (Dactylorhiza elata) beschouwd.
Ze onderscheidt zich daar vooral van door de beperkte afmetingen en de lichter gekleurde bloemen.
Dactylorhiza brennensis komt voor op vochtige, kalkrijke bodems in volle zon, zoals in vochtige kalkgraslanden en kalkmoerassen.
De soort is endemisch in de Brenne, een moerassige streek in het Franse departement Indre.
Dactylorhiza brennensis wordt net als de meeste andere Dactylorhiza bedreigd door het verdwijnen van zijn voorkeurshabitat door drooglegging, ingebruikname door de landbouw of bosbouw, en vermesting van vochtige biotopen.
In Frankrijk is de Dactylorhiza brennensis momenteel niet beschermd.
De Bren LMG, ook wel genoemd Brengun, is een Britse volautomatische lichte mitrailleur.
Het vuurwapen werd van 1938 tot 1958 gebruikt door het Britse leger en anderen.
De naam is afgeleid van de Tsjechische wapenfabriek Brno, waar het wapen was ontwikkeld en de Engelse wapenfabriek te Enfield, waar het wapen in licentie werd gemaakt.
Gedurende een aantal jaren na de Tweede Wereldoorlog beschikte Nederland ook over de lichte mitrailleur Bren in het kaliber .303 British.
Engels : Bren light machine gun, Bren, Bren Gun Duits : Bren, Bren Maschinengewehr Frans : Le fusil mitrailleur BREN
De Bren LMG onderscheidde zich van andere wapens doordat de patroonhouder boven op het wapen zat.
Een standaard patroonhouder (magazijn) voor een Bren LMG kon maximaal 30 patronen kaliber.303 British (7,7 x 56 R) bevatten.
In de praktijk werd het magazijn met niet meer dan 28 patronen gevuld.
Er was, voor gebruik op voertuigen, ook een trommelmagazijn met een capaciteit van 100 patronen.
De Bren LMG was 633 mm lang, en woog 10,35 kilo.
De internationaal geaccepteerde metrische aanduiding van de patroon (het kaliber) .303" British is 7,7 x 56 R.
Infanterist van het 5th Canadian Armoured Division met een Bren Mark 1
op 15 april 1945 nabij Arnhem
auteur : Jack H. Smith - vrije foto
Het idee in de jaren 30 was dat de Bren de vickers zou vervangen als machinegeweer waardoor er op de Bren Mk1's ook een telescoop vizier gemonteerd kan worden.
Dit idee was al snel achterhaald omdat de Bren werkte met magazijnen en niet met een patroonband en zodoende de vuursnelheid niet hoog genoeg was.
Van de Bren Mk1 zijn er ook maar 30.000 gemaakt waarvan er ongeveer 26.000 zijn achtergebleven in Duinkerken.
Dit had ook als reden dat het wapen vast wilde lopen als er een tijdje mee gevuurd was.
Dit probleem werd veroorzaakt omdat een gedeelte van de gasopeningen om gas af te voeren onder de bipod zaten en de bipod vast ging zitten en de gas druk niet voldoende meer werd opgebouwd.
Dit probleem is verholpen en de bevestiging voor het telescoopvizier werd geschrapt en dit leidde tot de Bren Mk1(m), beter bekend als Bren Mk1.
Die gemakkelijk te onderhouden en in- en uitelkaar gehaald kan worden.
Om de productie te versnellen werd de Bren versimpeld en minder afgewerkt.
Dit leidde tot het ontwerp van de Bren MkII.
De Bren Mk1 werd ook nog steeds gemaakt na deze ontwikkeling en later volgde nog de Bren MkIII voor de tropen en de Bren MkIV.
Bren LMG
auteur : Fargo84 op world-war-2.wikia.com CC 3.0
De Bren LMG was een luchtgekoeld wapen met verwisselbare loop, accuraat tot op ongeveer 1000 yards en kan zowel semi- als volautomatisch vuren.
Tijdens snelvuur werden er vuurstoten van 4 à 5 patronen gegeven.
Na ongeveer 10 magazijnen met snelvuur moet de loop verwisseld worden om de conditie van de loop te behouden.
Als er geen reserveloop aanwezig was, moest de schutter zijn vuur aanpassen mits dat naar zijn inzicht mogelijk is.
Tijdens het vuren maakt de schutter gebruik van de bipod of als deze aanwezig was de tripod die eventueel ook omgezet kon worden tot AA stand.
De richtmiddelen zitten naast de loop van het wapen.
Dit heeft het grote voordeel dat de schutter bij het richten geen last heeft van luchtwervelingen door de hitte-uitstraling van de loop.
Bij het originele ontwerp is er gebruik gemaakt van een butt handle, deze is later weggelaten maar kon nog wel steeds bevestigd worden als deze aanwezig was.
De voorvleugellengte bedraagt 22 tot 23 millimeter.
De waardplant is brem (Cytisus ratisbonensis) en andere soorten uit het geslacht Cytisus, mede afhankelijk van de plaats.
De eitjes worden bij voorkeur afgezet op jonge scheuten in de zon op een plant met veel loten en in de nabijheid van stenen.
Colias myrmidone
auteur : Tom Nygaard Kristensen CC 3.0
De soort komt zeer lokaal voor in Oost- en Zuidoost-Europa, het westen van Siberië en in Kazachstan.
De soort gaat in Europa sterk achteruit, waarschijnlijk door verlies aan geschikt habitat.
De vlinder is te vinden op warm, droog grasland met veel bremstruiken, bijvoorbeeld op zuidelijke hellingen.
rups van de bremvlinder
foto : op www.freenatureimages.eu
De rups overwintert volgens sommige auteurs in de strooisellaag, volgens anderen tegen de stam van de waardplant.
De vliegtijd is van mei tot september in twee tot drie jaarlijkse generaties.