Bosnië en Herzegovina
B b B b 15 s 43 |
Bosnië en Herzegovina |
Bosnië en Herzegovina is een republiek in het zuidoosten van Europa.
Het land bestaat uit de landstreken Bosnië en Herzegovina en is ontstaan bij het uiteenvallen van het voormalige Joegoslavië (sinds 5 april 1992).
Het bevindt zich op het Balkanschiereiland en grenst aan Kroatië, Servië en Montenegro.
Bosnië en Herzegovina telt ± 4.700.000 inwoners (2010) en heeft een oppervlakte van 51.129 km².
Het land wordt bijna geheel door land omgeven, behalve bij Neum, waar er circa 21 kilometer kustlijn is met de Adriatische Zee.
Officieel : Republika Bosna i Hercegovina
Engels : Bosnia and Herzegovina
Duits : Bosnien und Herzegowina
Frans : La Bosnie-Herzégovine, Bosnie-et-Herzégovine |
Bosnië en Herzegovina op de kaart
auteur : TUBS CC 3.0 |
Geschiedenis :
Lang vóór onze huidige jaartelling werd de westelijke Balkan (waaronder Bosnië en Herzegovina) bewoond door Illyrische volkeren en Kelten.
Deze stammen zouden gemengd onder elkaar geleefd hebben.
Ze zouden voorafgegaan zijn door Grieken alhoewel dit niet helemaal zeker is.
Later werd de westelijke Balkan ook bewoond door Romeinen, Goten en Germaanse volkeren.
De oostelijke Balkan werd een tijdje onder de voet gelopen door de Hunnen.
Dit gebeurde allemaal vóór de Slavische expansie naar de Balkan.
Na het eerste millennium hebben een aantal volkeren op de Balkan een eigen staat gesticht.
Na een aantal eeuwen van christendom (de westelijke Balkan bestond veelal uit Katholieken en de Oostelijke uit Orthodoxe volkeren) kwamen - eind veertiende, begin de vijftiende eeuw - de Turken.
Zij kwamen via Bulgarije naar het noordwesten en rukten razendsnel op.
Een gevolg hiervan was de slag bij Kosovo Polje in 1389.
Het Koninkrijk Bosnië werd pas in 1463 door de Turken veroverd.
De eeuwen daarna, tot 1913 werd de Balkan overheerst door de Turken.
Zij lieten een enorme invloed achter op de Balkan, van taal, religie, klederdracht, Balkan-keuken en architectuur.
|
Bosnië in de veertiende eeuw
auteur : Bratislav CC 3.0 |
In de meeste landen die ze veroverden, Servië, Bosnië, Montenegro, Kroatië, Macedonië, Albanië, Bulgarije, e.a., nam geleidelijk een deel van de lokale bevolking islam over.
In 19e eeuw werden deze, veelal autochtone moslims, verdreven uit de meeste van de genoemde landen.
In Bosnië en Herzegovina, waar zich sinds de middeleeuwen vele godsdiensten ontwikkelden (katholicisme, orthodoxe christendom, jodendom en 'de Bosnische kerk') en met de komst van de Turken, ook de islam, leefde men echter vredig naast elkaar.
De wederzijdse tolerantie was één van de kenmerken van de Bosnische bevolking die ook wel 'de goede Bosniërs' werden genoemd (dobri Bonjani).
Een van de meest bekende personen uit de Bosnische geschiedenis was Husein Gradacevic, of Draak van Bosnië.
Deze landheer uit Gradacac in Noord Bosnië probeerde met zijn leger van Bosnische christenen en Bosnische moslims in 1831 gezamenlijk de Turken te verdrijven en het land te bevrijden.
In juli 1831 lukte het Husein om het Turkse leger te verslaan op Kosovo en op 12 september 1831 riep hij in Sarajevo Bosnische autonomie uit.
Echter, in mei 1832 zijn de Bosniërs alsnog verslagen in een slag bij Sarajevo.
Husein Gradacevic is gevangengenomen en overleed onder verdachte omstandigheden in augustus 1834 in een gevangenis in Istanboel.
In 1878, tijdens Congres van Berlijn werd Bosnië en Herzegovina toebedeeld aan het Habsburgse Rijk.
Bosnië en Herzegovina behoorde vanaf 1918 tot het Koninkrijk van Serven, Kroaten en Slovenen, dat in 1929 zijn naam veranderde in Koninkrijk Joegoslavië.
|
De Ottomaanse provincie Bosnië (1463 - 1878)
Courtesy of the University of Texas Libraries, The University of Texas at Austin - vrije foto |
Vanaf 1945 tot 1992 was Bosnië en Herzegovina één van de zes republieken, die samen de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië vormden.
Tot 1980 stond Joegoslavië onder leiding van Tito.
In die periode werd de nadruk gelegd op eenheid en broederschap tussen de verschillende religieuze en etnische groepen waaruit Joegoslavië bestond.
Na zijn dood in 1980 kwam het leiderschap van Joegoslavië in handen van een collectief staatspresidium.
In de praktijk echter werkte dit systeem niet en mede door een diepe economische crisis gedurende de jaren 80 en de val van de Berlijnse muur, waardoor Joegoslavië in politieke zin zijn bijzondere positie tussen Oost en West verloor, kwam er met de eenzijdige afscheiding van Slovenië en Kroatië in 1991 een eind aan de Federatieve Republiek Joegoslavië.
Deze stap werd door de Servische regering in Belgrado echter niet geaccepteerd en leidde er tot het begin van de oorlog tussen Kroatië en Servië.
|
De beroemde brug in Mostar anno 1930 |
Deze ontwikkelingen leidden er toe dat oorlog ook onvermijdelijk was in Bosnië en Herzegovina, van oudsher de meest etnisch gemengde republiek binnen Joegoslavië.
Terwijl de Bosnische Kroaten en Bosnische Serviërs aansluiting zochten bij respectievelijk Zagreb en Belgrado, riep de door Bosniakken gedomineerde regering in Sarajevo in april 1992 de onafhankelijkheid uit van Bosnië en Herzegovina als zelfstandige staat. Pas met het zogenaamde akkoorden van Dayton kwam er formeel in november 1995 een einde aan de bloedige oorlog in Bosnië en Herzegovina, die naar schatting aan 100 à 150-duizend mensen het leven heeft gekost.
Kenmerk van deze oorlog was het etnisch zuiveren van dorpen en steden, waardoor honderdduizenden inwoners meestal met achterlating van alle bezittingen op de vlucht sloegen.
Bij deze etnische zuiveringen, van voornamelijk Bosnische moslims door Bosnische-Serven, zijn vele duizenden mensen vermoord, zoals in het meest beruchte voorbeeld van Srebrenica (juli 1995).
Daarnaast werd in grote delen van het land de complete infrastructuur vernietigd zoals in Sarajevo en Mostar.
|
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- tinternet |
|