Breien
B b B b 18 e 35 |
Breien (weefsel) - 1 |
Breien is een werkwijze om van één lange draad een elastisch weefsel te maken met behulp van twee of meer naalden zonder ogen.
Breien wordt in het Europa van na de 19e eeuw vooral gebezigd door vrouwen.
Daarvoor werd er evenwel vooral door Europese mannen gebreid, zoals schaapherders tijdens het hoeden van hun kudden.
Tot in de 20e eeuw was de breiende herder of visser nog een normaal verschijnsel.
Voor het breien worden vooral wol en acryl of katoen gebruikt, maar in principe kan elk materiaal, dat tot garen gevormd kan worden, voor het breien worden gebruikt.
Zo was in de zestiende eeuw het gebruik van zijde en gouddraad voor gebreide religieuze gewaden in zwang.
Engels : Knitting
Duits : Stricken
Frans : Le tricot |
Steken opzetten
auteur : © www.lionbrand.com |
Tot in de jaren 70 van de 20e eeuw werd breien, evenals haken en borduren, aan meisjes geleerd op de lagere school.
Op sommige scholen werd ook breiles aan jongens gegeven. De decennia daarna is het aantal scholen dat nog breiles inroosterde, rap afgenomen.
Tegenwoordig (2010) komt de wekelijkse breiles op vrijwel geen enkele basisschool meer voor.
Een uitzondering vormen Vrije scholen waar het handwerken nog wel wordt aangeleerd.
Het professioneel breien gebeurt inmiddels vrijwel alleen nog met de breimachine.
Het machinebreien verbeterde de mogelijkheden van het gebruik van dunnere materialen als acrylgaren, katoen, wol-acryl en katoen-acryl.
In de industrie wordt bijvoorbeeld van metaaldraad machinaal gaasband gebreid. Handmatig breien wordt vooral nog door de hobbybreiers gedaan.
Hoewel in West-Europa vooral beoefend onder oudere dames, zijn er ook nog steeds jonge vrouwen die zich met het hobbybreien bezighouden.
Voor het breien is relatief veel tijd nodig.
Het is lastig om te leren, en als de kunst eenmaal wordt beheerst, vergt het veel tijd (15-40 uur voor een gemiddelde trui).
|
Rechte steek
auteur : © www.lionbrand.com |
Breien gebeurt in de meeste gevallen met twee breinaalden, met aan het eind een knop die voorkomt dat de lussen er af kunnen glijden.
Soms worden een of meer hulpnaalden gebruikt, bijvoorbeeld voor het breien van kabels.
Het breien van ronde delen, zoals een sok of een naadloze mouw gebeurt met behulp van vier breinaalden zonder knop.
Dit wordt rondbreien genoemd.
Ook het lijf van een trui kan op deze manier worden gebreid, hiervoor wordt dan liever één flexibele naald gebruikt, de rondbreinaald.
Zo is een patroon makkelijker te maken, is er minder verschil tussen de steken dan wanneer er recht en averecht gebreid wordt, zijn er geen naden in de zijkant en kunnen zelfs de mouwen direct ingevoegd worden terwijl het lijf wordt afgemaakt.
Verder kunnen op deze manier tafelkleden e.d. worden gebreid, zij het met hele dunne wol en de dunste pennen.
De keuze tussen rondbreinaald of 4(5) pennen is afhankelijk van de diameter (en dus het aantal steken) van het object dat wordt gemaakt.
Er bestaan breinaalden in verschillende diktes.
De dikte van een breinaald wordt aangegeven als de diameter in millimeters.
De dunnere breinaalden worden gemaakt in stappen van 0,5 mm, zo is 3,5 een heel gebruikelijke breinaald.
Voor dunne wol worden de dunste breinaalden gebruikt, voor dikkere wol de dikkere naalden.
Als een breister erg strak breit (dus de draad erg strak om de breinaalden trekt), kan zij beter een wat dikkere breinaald gebruiken.
Gebruikelijke maten voor breinaalden lopen van 2 tot misschien wel 13 mm voor de allerdikste wol.
Het gebruik van dikke of juist dunne wol is een modeverschijnsel.
Beide soorten wol kunnen tot een warme trui leiden.
|
Averechte steek
auteur : © www.lionbrand.com |
Breien gebeurt, behalve bij rondbreien, in een heen-en-weer gaande beweging.
Het eerste wat de breister doet is het opzetten van de breisteken.
Door een soort draai te maken met een draad wol, komt er een lus terecht op de breinaald.
Het opzetten is moeilijker te leren dan het breien zelf.
Sommige breisters zetten met de hand de steken op, anderen doen dat na de eerste steek, die gelijk is aan een haaksteek, al breiend.
Het aantal steken dat wordt opgezet wordt onthouden, want bij elke breigang moet hetzelfde aantal steken worden gebreid, tenzij er wordt gemeerderd of geminderd.
Als het aantal steken onverwacht verminderd is, is er een steek gevallen.
Als dit niet snel hersteld wordt, komt er een ontsierende ladder in het breiwerk.
Na het opzetten van de steken wordt de eerste pen, of de eerste naald, gebreid.
Hierna wordt beschreven hoe een rechtshandige breister kan breien.
De breister steekt met de lege naald in haar rechterhand in de eerste steek op de linkernaald, slaat de draad om de rechternaald, haalt deze draad door de lus van de steek die nu over beide naalden ligt, en trekt vervolgens de steek van de naald in de linkerhand af.
Daarbij draagt zij er zorg voor dat er geen andere steken van de linkernaald worden afgetrokken.
Ook zorgt zij ervoor dat de draad aan de juiste kant van de rechternaald terecht komt.
Is de draad aan de achterkant van deze naald, dan wordt recht gebreid, is de draad aan de voorkant van deze naald, dan wordt averecht gebreid.
In Nederland werd de meisjes op sommige scholen het volgende ritme aangeleerd:
- Insteken - omslaan - doorhalen - af laten gaan.
Dat zijn de vier handelingen om één breisteek te maken.
Een ervaren breister doet deze vier handelingen in ongeveer een halve seconde of zelfs nog sneller.
|
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- tinternet |
|