Leyland Motors was een Britse auto-, vrachtwagen- en busconstructeur.
In 1896 richtten de families Sumner en Spurrier Lancashire Steam Motor Company op in Leyland (VK).
In 1907 nam dat bedrijf Coulthards of Preston over.
De combinatie werd daarna omgedoopt tot Leyland Motors.
Leyland Motors werd drie generaties lang geleid door de Spurriers totdat Sir Henry Spurrier rond 1960 stierf aan een hersentumor.
Onder de Spurriers kende het bedrijf een uitstekende relatie met de vakbonden en werd er nooit meer dan 1 dag productie verloren door stakingen.
In 1968 fuseerde het bedrijf met British Motor Holdings tot British Leyland Motor Corporation.
In 1975 werd dat bedrijf genationaliseerd en British Leyland genaamd, of kortweg BL.
|
Leyland badge (1950 - '60)
auteur : Elsie Esq. Original uploader was MickMacNee at en.wikipedia CC 2.0 |
Tijdens de Eerste Wereldoorlog groeide Leyland Motors snel. Er werden zo'n 6000 voertuigen geproduceerd voor het leger. Na de oorlog werd een hele reeks bedrijfsvoertuigen ontwikkeld die wereldwijd geëxporteerd werden.
Net als de meeste andere constructeurs was Leyland Motors ook betrokken bij de bouw van materieel dat werd ingezet voor de oorlogvoering in de Tweede Wereldoorlog.
Het bedrijf bouwde vanaf 1943 Cromwell tanks.
Na deze oorlog bleef Leyland Centurion tanks bouwen.
Tevens vonden toen vele overnames plaats. Een overzicht :
1951: Albion Motors
1955: Scamell Lorries
1960: Standard Triumph; hiermee werd de eerste stap gezet in de personenautomarkt.
1962: Associated Commercial Vehicles (ACV), waarin verenigd waren:
Thornycroft
Park Royal Vehicles
Charles H. Roe
AEC
Bristol Commercial Vehicles
Eastern Coach Works
|
1927 Leyland Straight Eight
auteur : Mark Brown CC 3.0 |
In 1968 fuseerde Leyland Motors met British Motor Holdings. Dat bedrijf omvatte onder meer Daimler, Austin en Morris Commercial.
De gecombineerde bedrijven opereerden verder als British Leyland Motor Corporation.
De combinatie verenigde de bekendste Britse constructeurs van vrachtwagens en bussen.
Daar waren bedrijfsonderdelen inbegrepen die bouwmateriaal, koelkasten en metaal produceerden.
Bij de nieuwe onderneming werkten circa 200.000 mensen.
Zij bezette de tweede plaats op de ranglijst van Europese automobielfabrikanten.
In totaal telde de groep bijna 100 verschillende bedrijven en iets minder dan 40 productielocaties.
De groep was zo groot dat het moeilijk was om ze goed te leiden.
Er was ook concurrentie tussen de verschillende onderdelen van de groep, die voordien concurrenten waren, omdat ze hetzelfde product maakten.
Ook nog vanwege problemen met de vakbonden brachten al deze zaken het bedrijf aan de financiële afgrond.
In december 1974 ging de groep failliet waarna ze in 1975 genationaliseerd werd door de Britse overheid.
De naam werd veranderd in British Leyland en de groep werd opgesplitst in 4 divisies.
British Leylands vrachtwagen- en busdivisies werden ondergebracht in Leyland Truck & Bus.
In 1981 werd Leyland Truck & Bus opgesplitst in Leyland Trucks en Leyland Bus.
De naam British Leyland verdween later in 1982.
|
1928 Leyland vrachtwagen in het Museum of the Riverina in Wagga Wagga, New South Wales.
Deze vrachtwagen was eigendom van Albert H.LeLievre in Coolamon, New South Wales.
auteur : Bidgee CC 3.0 |
Leyland Bus werd verkocht aan haar management en in 1988 opgekocht door Volvo Bus.
Deze discontinueerde een groot gedeelte van het programma van Leyland Bus.
Leyland Trucks werd ondergebracht bij Rover Group en fuseerde in 1987 met het Nederlandse DAF.
De vrachtwagens werden in het Verenigd Koninkrijk en Ierland als Leyland DAF verkocht en daarbuiten als DAF.
Na het faillissement van DAF in 1993 werd het onderdeel aan het management verkocht en terug Leyland Trucks genoemd.
De bestelwagendivisie werd LDV.
In 1998 werd Leyland Trucks overgenomen door het de Amerikaanse vrachtwagenbouwer Paccar.
Momenteel worden in de Engelse fabriek zo'n 14.000 vrachtwagens per jaar gebouwd waarvan een derde in de EU wordt verkocht.
Leyland Motors had ook een afdeling in Australië, Leyland Australia.
Daar werd de Morris Marina gebouwd met het Leyland-embleem, de P76 en de Austin Mini.
MG Rover Group, de directe erfgenaam van British Leyland, ging failliet in 2005.
|
Leyland/Verheul Worldmaster museumbus 27, bouwjaar 1957, in Utrecht (stad)
auteur : Japiot CC 3.0 |
Een bekend Leyland-product was de Atlantean dubbeldeksbus, die tussen 1956 en 1986 gebouwd werd.
Andere bestsellers over de gehele wereld waren de Royal Tiger-, Tiger Cub-, Leopard- en Worldmaster-bussen met underfloor motor uit de jaren vijftig en zestig.
In het Nederlandse openbaar vervoer reden grote aantallen Leyland-bussen van de vroege jaren vijftig tot in de jaren tachtig. Het ging hierbij zowel om autobussen op Leyland-chassis als om zelfdragende carrosserieën met Leyland-componenten. Voorbeelden daarvan zijn de Leyland-Verheul (Royal) Holland Coach, de Leyland-Werkspoor bolramer-streekbus en de standaard streekbussen Leyland-Verheul LVB668 en Leyland-Den Oudsten LOB. Grote Leyland-gebruikers waren de toenmalige dochterondernemingen van de NS, waaronder NACO, NBM, NZHVM en VAD, evenals toonaangevende particuliere vervoerders als GTW, Maarse en Kroon en NAO.
|
Een 1939 Leyland Cheetah LZ5 met Harrington Fin koetswerk
foto op www.michaeltaylor.ca |
Lijst van automerken die deel uitmaakten van British Leyland
Alvis Austin Austin-Healey BSA
Daimler Jaguar Lanchester Motor Company
Land Rover Leyland Motors MG Mini
Morris Riley Rover Standard
Triumph Motor Company Vanden Plas Wolseley Motor Company |
Leyland T45 Cruiser uit 1985
auteur : DeFacto CC 2.5 |
Tijdlijn tot British Leyland
1910: Daimler neemt BSA over
1931: BSA neemt Lanchester over
1938: Morris richt Wolseley en Riley op binnen de Nuffield Organisation
1944: Standard neemt Triumph over en wordt Standard Triumph
1946: Austin neemt Vanden Plas over
1952: Nuffield Organisation en Austin fuseren tot British Motor Corporation (BMC)
1960: Jaguar neemt Daimler e.a. auto-onderdelen over van BSA
1961: Leyland Motors neemt Standard Triumph over
1965: Rover neemt Alvis over
1966: BMC fuseert met Jaguar tot British Motor Holdings (BMH)
1967: Leyland Motors neemt Rover over
1968: Leyland Motors fuseert met BMH tot British Leyland Motor Corporation (BLMC)
1975: BLMC wordt genationaliseerd en wordt British Leyland (BL) |
SBS Transit's Leyland Olympian 3 asser
één van de laatste 200 autobussen gebouwd door Leyland
auteur : Mailer Diablo CC 3.0 |
Tijdlijn na faillissement
1978: Land Rover afgesplitst van Rover maar nog steeds onder BL
1978: Triumph site in Speke gesloten
1980: MG site in Abingdon gesloten
1980: Triumph site in Canley gesloten
1981: Rover-Triumph site in Solihull gesloten
1981: Alvis verkocht aan United Scientific Holdings
1982: BL wordt Austin Rover Group (ARG)
1984: Stopzetting Morris
1984: Jaguar/Daimler afgestoten; Gekocht door Ford Motor Company in 1989
1986: ARG wordt Rover Group
1986: Leyland Trucks (& Vans) verkocht aan DAF
1986: Leyland Bus afgestoten
1987: Stopzetting Austin
1988: Privatisering Rover Group en verkoop aan British Aerospace (BA)
1994: BA verkoopt Rover Group aan BMW
2000: BMW verkoopt Land Rover aan Ford Motor Company
2000: MG Rover Group wordt onafhankelijk
2005: Faillissement MG Rover Group |
Eén van de vier gepantserde voertuigen voor dienst Oost-Afrika gebouwd door Leyland in 1915
foto op http://mailer.fsu.edu/ |
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- tinternet |