Bruine witvleugeluil
B b B b 18 u 99 |
Bruine witvleugeluil |
De bruine witvleugeluil (Aporophyla lutulenta) is een nachtvlinder uit de familie Noctuidae, de uilen.
De wetenschappelijke naam van deze soort is beschreven door Denis (Johann Nepomuk Cosmas Michael Denis was een Oostenrijkse dichter, bibliograaf, bibliothecaris, vertaler en lepidopterist)& Schiffermüller (Johann Ignaz Schiffermüller was een Oostenrijkse zoöloog, met name lepidopterist) in 1775.
Een atlantischmediterrane soort verbreid en zeer lokaal in Zuid-Europa tot de Krim. Naar het noorden tot Schotland, West-Noorwegen, Zuid-Zweden, Letland, Tatra en de Karpaten.
Engels : Deep-brown Dart
Duits : Braune Glattrückeneule
Frans : Aporophyla lutulenta |
Bruine witvleugeluil
auteur : foto op www.unitedhallingbury.co.uk |
Hij heeft een spanwijdte van 15 tot 18 mm.
Deze tamelijk fors gebouwde uil heeft een donkere warm bruinachtig grijze of zwartachtige voorvleugel met een nagenoeg rechte voorrand, de vleugel is vrij smal.
De tekening varieert in intensiteit en is soms onduidelijk.
Vaak is er een brede middenband waarin een donkere middenschaduw te zien is.
De achtervleugel van het mannetje is wit en heeft soms een centrale dwarslijn die bestaat uit een rij kleine zwarte vlekjes of streepjes, de achtervleugel van het vrouwtje is donkergrijs.
De antennen van de mannetjes zijn licht geveerd.
De bruine witvleugeluil lijkt veel op de heidewitvleugeluil (A. lueneburgensis), die door sommige taxonomen beschouwd wordt als een vorm van de bruine witvleugeluil, is grijzer, heeft een smallere en spitser toelopende voorvleugel en een iets scherpere tekening.
Beide soorten vliegen over het algemeen niet door elkaar, omdat ze niet dezelfde habitatvoorkeur hebben.
|
Aporophyla lutulenta
auteur : Algirdas - vrije foto |
Een zeldzame soort die vrijwel uitsluitend voorkomt in de duinen.
Zijn habitat zijn open gebieden op zandige en kalkrijke grond, zoals duinen, weiden en graslanden, soms bosranden en tuinen.
De waardplanten van de bruine wapendrager zijn diverse kruidachtige en houtige planten, waaronder zuring, brem en sleedoorn, ook grassen, waaronder smele.
|
Rups van de bruine witvleugeluil
foto : Jürgen Rodeland op www.lepiforum.de |
De vliegtijd is van begin september-begin oktober in één generatie.
De vlinders zijn vanaf de schemering actief en komen matig op licht.
Ze bezoeken bloemen en overrijpe bramen en komen op smeer.
De rups : oktober - juni.
De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag dicht bij de grond.
De soort overwintert als jonge rups.
De verpopping vindt plaats in de grond.
Meer over de Nederlandse naam :
De witvleugeluilen hebben witte achtervleugels. Het betreft het Genus Aporophyla. De grondkleur van de bruine witvleugeluil is donkerbruin.
Aporophyla : aporos = ingewikkeld, moeilijk en phule = een klasse, een groep, vrij geïnterpreteerd is dit ieder taxon boven die van soort. Dit verwijst naar de moeilijkheid om dit genus een goede plaats te geven in de systematiek.
lutulenta : lutulentus = modderig, naar de grijsbruine grondkleur van de voorvleugels.
|
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- De Vlinderstichting/Werkgroep Vlinderfaunistiek, 2008. Vlindernet, versie 2
- tinternet |
|