De buideleikelmuis (Cercartetus concinnus) is een klimbuideldier uit het geslacht der buidelslaapmuizen (Cercartetus).
De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven in 1845 door John Gould, een Brits ornitholoog en schilder van dieren, vooral vogels.
Deze soort komt voor in het zuidwesten van West-Australië en in het zuiden en zuidoosten van Zuid-Australië, oostelijk tot de westelijkste delen van Nieuw-Zuid-Wales en Victoria, en ook op Kangaroo-eiland.
Engels : southwestern pygmy possum, western pygmy possum, mundarda
Duits : Cercartetus concinnus
Frans : Le Cercartetus concinnus, Southwestern Pygmy Possum, Western Pygmy Possum, Mundarda |

buideleikelmuis (Cercartetus concinnus)
foto : William Archer op esperancewildlife.blogspot.be |
De buideleikelmuis is een klein, muisachtig buideldier.
De bovenkant van het lichaam is bruin en is scherp gescheiden van de witte onderkant.
Rond de ogen zit een smalle donkere ring. De staart is nauwelijks behaard.
De lange, ronde oren en de weinig behaarde bek zijn allebei vleeskleurig.
De kop-romplengte bedraagt 70 tot 100 mm, de staartlengte 70 tot 95 mm en het gewicht 8 tot 18 g.
|

buideleikelmuis (Cercartetus concinnus)
foto : William Archer op esperancewildlife.blogspot.be |
Deze soort is 's nachts actief en kan zowel op de grond als in bomen worden gevonden.
Het dier eet geleedpotigen en nectar en bouwt een nest van boombast en bladeren in een boomholte of iets dergelijks.
Vrouwtjes kunnen per jaar twee of drie nesten tot zes jongen krijgen.
Dikwijls zijn er wel meer embryo`s aanwezig maar het vrouwtje heeft slechts zes tepels en zal maximum zes jongen werpen.
|
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- tinternet |