Streepjescode
achtergrondafbeelding 7 oktober |
Streepjescode |
Streepjescode of barcode is de benaming voor een opeenvolging van lijnen die een code representeren die door een scanner gelezen kan worden.
Afhankelijk van het coderingssysteem kan deze code uitsluitend uit cijfers bestaan, of uit een combinatie van cijfers, letters en leestekens.
De streepjescode werd gepatenteerd op 7 oktober 1952.
De term tweedimensionale streepjescode wordt wel gebruikt voor het tweedimensionale analogon van de streepjescode, hoewel deze meestal uit vierkantjes en niet uit streepjes bestaat.
|
Norman Woodland was samen met Bernard Silver uitvinder van de streepjescode.
Zij zagen het belang in van eenvoudige coderingen voor het slagen van de poging gegevens automatisch te verwerken.
De streepjescode kan als een opvolger van de ponskaart worden gezien.
In 1973 werd de Universal Product Code (UPC) samengesteld.
Naast een Amerikaanse is er ook een Europese, een Chinese en een Japanse standaard.
Oorspronkelijk werd de UPC-code ontworpen en toegepast in de Verenigde Staten en Canada.
Later werd de code uitgebreid met een impliciet gecodeerd regiocijfer, zodat de oude UPC-code behouden kon worden.
|
Streepjescodes worden voor verschillende toepassingen gebruikt, en voor veel toepassingen is een aparte codeermethode in gebruik.
Op veel plaatsen waar met een groot aantal producten of mensen wordt gewerkt, doen de reeksen streepjes, al dan niet vergezeld van cijfers, hun intrede. Bijvoorbeeld in de supermarkt op de producten.
In ziekenhuislaboratoria registreert men met streepjescodes de honderden buisjes bloed die dagelijks binnenkomen.
Parkeerautomaten gebruiken streepjescode om de prijs te berekenen en de slagboom te openen.
Bibliotheken gebruiken barcodes in boeken en op lenerskaarten om het uitlenen en terugbrengen te automatiseren.
Bij het inchecken van bagage in een luchthaven krijgt die een barcode met de bestemming (IATA-code).
De bagage wordt dan automatisch naar de juiste vliegtuigen gebracht, ook als de reiziger overstapt, tenzij hij reist via een vliegveld waar de barcode nog niet in gebruik is.
|
Standaarden
Er zijn vele standaarden op het gebied van streepjescodes. Ze steken ook niet allemaal eender in elkaar. Op basis van hun eigenschappen zijn een aantal klassen streepjescodes te onderscheiden:
- Lineaire code (streepjescode in de strikte zin); dit is een code die in 1 dimensie wordt gelezen. Daarbinnen onderscheiden we:
- Continue vs. discrete codes: een continue streepjescode codeert alle tekens als een ononderbroken reeks, terwijl in discrete codes ieder gecodeerd teken een begin- en eindmarkering heeft. De ruimte tussen twee tekens wordt bij discrete genegeerd, zo lang deze niet groot genoeg is om als het einde van de tekenreeks te worden gedecodeerd.
- Codes met slechts 2 breedtes vs. codes met meer breedtes: In codes met slechts 2 breedtes bestaan slechts smalle en brede strepen, die niet meer dan 1 bit informatie bevatten. Codes met meerdere breedtes kennen meestal 4 breedtes, die veelvouden zijn van wat in jargon module heet.
- Gestapelde (stacked) codes: deze codes bevatten meer dan 1 regel met in elke regel een lineaire code.
- Tweedimensionale streepjescode, ook geschreven 2D-streepjescode, meestal een vierkante monochrome "afbeelding" bestaande uit vrij grote vierkante pixels die zwart of wit zijn. De belangrijkste standaarden zijn gemakkelijk zonder hulpmiddel van elkaar te onderscheiden:
- de QR-code (met grote zwart-wit-zwarte vierkanten in drie van de hoeken, en een kleinere vierde in de buurt van de hoek rechtsonder, maar wat meer naar binnen)
- de Aztec-code (met concentrische vierkanten in het midden)
- de Data Matrix code (met links en onder een rij zwarte pixels en rechts en boven een rij pixels die afwisselend zwart en wit zijn)
Radio frequency identification of RFID is een alternatief van het barcodesysteem.
Het wordt door sommigen gezien als de opvolger.
|
Bron : - wikipedia CC 3.0
Artikel overgenomen zonder nazicht op eventuele onjuistheden. |
|