Veel bijgeloof heeft betrekking op overgangsriten zoals de geboorte. Er bestaan diverse soorten bijgeloof in verband met geboorte en pasgeborenen. Vrij algemeen is de vrees voor het boze oog (bijvoorbeeld van een jaloerse of onvruchtbare vrouw) en de angst voor boze geesten. Maar er bestaan ook andere vormen van bijgeloof, zoals de weigering om meer dan de noodzakelijke babykleertjes te kopen voordat de baby er daadwerkelijk is. In het bijgeloof omtrent pasgeborenen spelen ook dieren een rol. Aan sommige dieren worden bovennatuurlijke invloeden toegeschreven, waardoor die uit de buurt van baby's worden gehouden. Een voorbeeld daarvan is de kat, die de adem van de baby zou stelen. Dit bijgeloof is trouwens wel gebaseerd op een realiteit: huiskatten gaan graag in de wieg liggen en dat kan leiden tot verstikking van jonge baby's. In de Surinaamse cultuur bijvoorbeeld wordt een baby na zonsondergang niet meer over de schouders gedragen omdat het dan bloot zou staan aan de invloed van boze geesten.
Zonsverduisteringen
In de afgelopen eeuwen werd verondersteld dat zonsverduisteringen invloed zouden hebben op het weer. De duur van een zonsverduistering zou verband houden met de duur van het regenseizoen. Ook het tijdstip van de verduistering zou van belang zijn: een zonsverduistering in het voorjaar zou gunstig zijn voor de oogsten. Tegenwoordig weet men dat dit onjuist is.
Bij een eclips in 2136 voor Christus dacht men in China dat de zon aangevallen werd door een grote onzichtbare draak. Door veel kabaal te maken (op trommels slaan, pijlen in de lucht schieten enz.) kon men de draak verjagen en het daglicht herstellen. Toen de eclips plaatsvond, was de keizer volledig onvoorbereid. Alhoewel de zon toch terug tevoorschijn kwam, was de keizer zeer vertoornd en beval de onthoofding van zijn astronomen. Ook op het Indonesische eiland Java is het tijdens een eclips gebruikelijk om flink lawaai te maken. Toen de maan in 1674 voor de zon schoof, begon iedereen intens te bidden en een hels lawaai te maken.
In Zuid-Amerika hebben de mythen en legenden over de zonsverduistering doorgaans een seksuele lading. Voor veel inheemse volkeren staat een eclips symbool voor de (al dan niet incestueuze) geslachtsgemeenschap tussen de zon en de maan. Volgens de Anus, het vier na grootste inheemse volk in Venezuela, lopen zwangere vrouwen tijdens een zonsverduistering kans dat de maan hun ongeborene wegkaapt. De Wayuu-indianen in Venezuela geloven ook dat zon en maan tijdens een eclips geslachtsgemeenschap hebben. Tijdens hun liefdesdaad willen ze niet gestoord worden, en daarom wordt het zo donker.
Veel Afrikanen zijn bang voor de zonsverduistering. Anders dan hier is de eclips in Afrika geen fascinerend natuurverschijnsel. Op het moment dat de zon zich aan het zicht onttrekt, duiken er umnyanma (kwade geesten) op. De Zoeloes hebben het over de 'Dag van de dode maan'. Het is volgens deze Afrikaanse stam op zo'n dag onverantwoord belangrijke beslissingen te nemen. In India wordt geprobeerd de demon Rahoe tot inkeer te brengen zodra deze begint met 'het verorberen' van de zon.
Volgens diverse onheilsprofeten zou de laatste totale zonsverduistering die in Europa zichtbaar was het einde van de wereld inluiden. Nostradamus' voorspelling dat "in het jaar 1999 en zeven maanden uit de hemel een grote Koning der Verschrikking zal komen, om de grote Koning van Angoulmois uit de dood op te wekken". Dit zou volgens sommige bronnen duiden op "de grootste eclips van deze eeuw". Nostradamus hanteerde nog de Juliaanse kalender; hij doelde dus eigenlijk op 11 augustus 1999.
Gedurende de eclips van 16 juni 1406 in Frankrijk schuilden massa's mensen in de kerken. Tijdens de 16de eeuw dacht men in Frankrijk dat de Zon verliefd was op de Maan en dat ze miljoenen sterren voortbrachten tijdens hun ontmoetingen (een eclips).
Een variatie hierop vinden we bij de Wayuu-indianen in Venezuela. Die denken dat zon en maan het tijdens een eclips met elkaar doen. Tijdens hun liefdesdaad willen ze niet gestoord worden, en daarom wordt het zo donker.
Uit de oude Griekse en Romeinse geschiedenis, zijn tal van verhalen bekent over zonsverduisteringen.
"Toen Anaxagoras, een goede vriend van de Atheense staatsman Pericles, in de vijfde eeuw voor Christus verklaarde dat de zon een 'vurige steenklomp' was, pikte de bevolking dat niet. De eerstgenoemde die zijn tijd ver vooruit was werd verbannen, de tweede aangeklaagd wegens laster van de goden."