Bismarck
B b B b 9 s (2) |
Bismarck (2) |
Vanwege het Britse marineoverwicht besloot de Duitse admiraliteit een directe confrontatie op zee te vermijden en zich te richten op de vernietiging van de geallieerde koopvaardijschepen om zo de bevoorrading van Groot-Brittannië te stoppen.
De kleinere slagkruisers Scharnhorst en Gneisenau brachten begin 1941 aanzienlijke schade toe aan de Britse koopvaardijvloot en binnen enkele weken werd 116 000 ton tot zinken gebracht.
De machtige Bismarck zou de aanvoer van oorlogsgoederen naar Groot-Brittannië de nekslag kunnen geven.
Het was er de Britse geheime dienst dan ook alles aan gelegen te weten wanneer de Duitsers hun grootste oorlogsbodem de oceaan op zouden sturen.
Spionnen volgden daarom nauwlettend de werf, de oefeningen en de doorgang naar de oceaan.
Op 18 mei 1941 vertrok de Bismarck voor zijn eerste en tevens laatste reis.
De Britse marine ontdekte als snel dat de Bismarck tussen Denemarken en Noorwegen stoomde en drie dagen later zag een piloot van een geallieerd Spitfire verkenningsvliegtuig de Bismarck bunkeren in een Noorse fjord nabij Bergen.
De Britse kruisers Norfolk en Suffolk werden ingezet om de Bismarck te volgen.
Op 24 mei 1941 werd de Bismarck met de Duitse kruiser Prinz Eugen ten noorden van IJsland in de "Grænlandssund" aangetroffen.
De Britse slagkruiser HMS Hood en het nieuwe slagschip HMS Prince of Wales gingen het gevecht aan. |
De Bismarck zicht op de boeg
bron : US Naval Historical Center CC 3.0 |
De Hood, die al dadelijk in het begin werd getroffen, vloog in de lucht.
Slechts drie van de 1418 opvarenden overleefden het drama.
De Prince of Wales moest koers verleggen om het zinkende wrak van de Hood te ontwijken en hield daarbij tijdelijk op met vuren.
Door zijn ontwijkmanoeuvre verminderde echter de afstand tussen de Britten en Duitsers en hierdoor kwam het al gauw onder geconcentreerd vuur te liggen van beide Duitse schepen.
De Prince of Wales werd vier keer geraakt door de Bismarck en drie keer door de Prinz Eugen.
Eén van deze treffers raakte de brug waar behalve kapitein John Leach en een officier iedereen werd gedood.
Het Britse slagschip had bovendien al vanaf het begin van het gevecht te kampen met mechanische problemen, het was vertrokken met havenpersoneel aan boord en al na het eerste salvo zaten enkele kanonnen vast.
Desondanks wist de Wales de Bismarck drie maal te treffen waarbij het één een brandstoftank raakte.
Nadat nagenoeg al zijn hoofdgeschut uitgeschakeld was moest het echter de strijd staken en de Prince of Wales ontsnapte onder een rookgordijn.
Alle officieren en manschappen waren nu echter vast besloten om het verlies van de Hood, een der oudste slagschepen van de Engelse Marine, te wreken.
Kort na het zinken van de Hood werd een onderzoekscommissie ingesteld en er zijn verschillende theorieën gelanceerd om de vernietiging van de Hood te verklaren.
De nationale schok, plus het gevaar dat de geduchte Bismarck de aanvoer van oorlogsmiddelen zou afsnijden, was voor Churchill reden het beroemde bevel te geven: "Sink The Bismarck!". |
Bismarck achteraanzicht
bron : US Naval Historical Center |
De rol van de Prince of Wales bleek niet uitgespeeld aangezien hij met zijn niet beschadigde moderne lange-afstandradar de Bismarck kon blijven schaduwen en diens positie door kon geven aan de Britse Admiraliteit.
De Britten waren werkelijk vastberaden de ondergang van de Hood te vergelden, de Bismarck werd met radar in de gaten gehouden en niet alleen de Norfolk, Suffolk en Prince of Wales volgden het schip maar zij werden door steeds meer schepen vergezeld.
De volgende Britse troef was dan ook het vliegdekschip Victorious met een eskader oude maar zeer doeltreffende Fairey Swordfish torpedobommenwerpers.
Na een slimme koerswijziging verdween de Bismarck geheel van de radar en terwijl de Norfolk, Suffolk en Prince of Wales driftig in het zuiden bleven zoeken was Lütjens allang in een grote boog achter hen langs gevaren en zo kon hij richting Frankrijk ontsnappen.
Twee dagen werd tevergeefs naar het schip gezocht maar toen maakte Lütjens de fatale fout om radioberichten naar huis te sturen waardoor zijn locatie werd gepeild. Het schip was toen al een eind gevorderd in de richting van Brest.
Door verschillende luisterposten in Engeland werden de coördinaten van het schip doorgegeven aan de Britse schepen.
Een Catalina verkenningsvliegtuig ontdekte in de ochtend van 26 mei de Bismarck.
Lütjens had juist die dag het bevel gegeven om de canvaszeilen te verwijderen van de swastika's op het dek en van de zes middelzware geschutstorens, ook gaf hij bevel de bovenzijde van de zware torens donkergeel te verven.
Dit alles omdat de Bismarck weer binnen het bereik van de Luftwaffe was en zo kon het schip vanuit de lucht worden herkend als Duits. |
De Bismarck, 24 mei 1941 tijdens gevecht
bron : Deutsches Bundesarchiv CC 3.0 |
De Swordfish-vliegtuigen konden pas tegen de avond van de 26e mei hun aanval op de Bismarck lanceren vanwege het slechte weer.
De Duitse luchtafweer moest het weer afleggen tegen de langzaam vliegende Swordfishes.
Een treffer tegen de pantsergordel boekte wederom geen resultaat maar één enkele torpedo - nu met de goede ontstekers - raakte het roer waardoor de Bismarck onbestuurbaar werd en slechts in een grote cirkel kon blijven varen op een snelheid van maximaal 14 knopen.
De zware 18 inch torpedo's van de Swordfish-vliegtuigen hadden de Bismarck overal mogen raken, behalve bij het roer.
In de nacht werd de Bismarck onder torpedovuur genomen door de Cossack, Maori, O.R.P. Piorun (Pools), Sikh, en de Zulu.
De bemanning van de Bismarck werd hierdoor wakker gehouden om ze zo veel mogelijk uit te putten voor de definitieve slag.
Ondanks de slingerende koers van de Bismarck wist deze de torpedojagers op afstand te houden en de torpedo's te ontwijken.
Op zich een knappe prestatie gezien de geringe mogelijkheden om koers te wijzigen.
Door een fout kwam de Norfolk vlak bij de Bismarck.
De Bismarck had de Norfolk nu kunnen vernietigen, maar deed dit niet om granaten voor de verwachte eindstrijd te sparen.
In de vroege ochtend van 27 mei 1941 volgde de eindslag met de slagschepen King George V en HMS Rodney en de kruisers Norfolk en Dorsetshire.
Zij wisten de Bismarck uit het westen te benaderen waardoor de Bismarck scherp tegen de horizon afstak.
De Bismarck nam de Rodney onder vuur maar door het Britse overwicht werd het Duitse slagschip fataal getroffen: een 8 inch granaat blies de voorste centrale vuurleidingspost weg en de Rodney raakte met een zware 40 cm granaat de bovenste rand van de barbette van de Bruno toren waardoor deze vastliep.
De vuurkracht van de Bismarck was gehalveerd en door het verlies van de rangefinder en de slingerende koers waren de kansen voor de Bismarck nu bijna nul.
De Britten verkleinden snel de afstand tot de Bismarck en daarna volgden de treffers op de Bismarck elkaar in een snel tempo: bijna iedere seconde werd het schip geraakt.
Eindelijk, op de 27ste mei om 11 uur 's morgens, werd de Bismarck door zwaardere eenheden der Britse vloot, waaronder het slagschip Rodney en de kruiser Dorsetshire, tot zinken gebracht.
Uit het stervende schip wisten de overgebleven bemanningsleden naar het bovendek te klimmen.
Sommige gewonden werden naar boven gedragen en circa 800 tot 1000 man verlieten nu het schip.
De Rodney en King George V hadden hun voorraad van 719 zware granaten op de Bismarck verschoten.
De Rodney had zelfs interne schade door de terugslag van het eigen geschutvuur.
De Bismarck werd geraakt door ongeveer 700 van de 2800 afgevuurde granaten, waarvan 170 van de Rodney en King George V en in totaal zes tot zeven torpedo's.
Zoals reeds gezegd troffen de zware granaten de grote geschuttorens, enkele het dek, vele de opbouw en de commandobrug of drongen via de opbouw door in het binnenste van het schip en slechts enkele het zijpantser.
Meer dan 800 opvarenden wisten het brandende schip te verlaten en sprongen met hun reddingsvesten in zee.
Terwijl de Britse schepen de Duitse drenkelingen uit het water visten klonk bij de Britten het gerucht dat Duitse onderzeeërs waren waargenomen.
Daarom werd de reddingsoperatie gestaakt en slechts 115 van de meer dan 900 drenkelingen werden uit het ijskoude water gered.
2091 Duitse matrozen vonden de dood.
Burkard Baron von Müllenheim-Rechberg, de hoogst overlevende officier van de Bismarck, heeft altijd ontkend dat Duitse onderzeeboten in de buurt waren.
Opvallend detail in deze discussie is dat de Bismarck om 07.10 uur een laatste radiobericht uitzond naar Groep West met de mededeling Zend een U-boot om het oorlogsjournaal veilig te stellen!.
Vermoedelijk werd dit bericht door de Britten onderschept en werd daarom de redding van drenkelingen gestaakt. |
Bron : - Wikipedia CC 3.0 |
|