De blauwe breedscheenjuffer (Platycnemis pennipes) is een juffer van de familie van de breedscheenjuffers, de enige van die familie die in België en Nederland voorkomt. De blauwe breedscheenjuffer is vrij gemakkelijk te herkennen aan de bouw van haar poten, met opvallende verdikte tibia of schenen.
De soort komt voor in Midden- en Zuid-Europa tot in Midden-Azië. In België is ze algemeen, in Nederland op de hoge zandgronden en in Zuid-Limburg.
Engels : White-legged Damselfly of Blue Featherleg Duits : Blaue Federlibelle Frans : L'Agrion à pattes larges
Blauwe breedscheenjuffer - mannetje auteur : Bogbumper CC 3.0
De volwassen blauwe breedscheenjuffer (imago) is een typische voorbeeld voor de familie van de breedscheenjuffers. De tibia of scheen van elke poot is opvallend verbreed, heeft een zwarte middenstreep en is met afstaande haren bezet.
Ook de kleuren zijn kenmerkend: de mannetjes vaalblauw, de vrouwtjes wit, beige of lichtgroen.
Verder is de blauwe breedscheenjuffer een middelgrote juffer (lengte tot 32 mm). Het pterostigma is iets langer dan breed, ongeveer 1,5 vleugelcel lang, en opvallend roodbruin gekleurd. De kop is smal met bovenop twee lichte dwarsstrepen. Het borststuk heeft twee lichte schouderstrepen.
Blauwe breedscheenjuffer - vrouwtje auteur : Rosenzweig CC 3.0
De blauwe breedscheenjuffer is wat het voortplantingsbiotoop betreft niet erg veeleisend. Ze is tevreden met licht stromend of stilstaand water, zoals beken, rivieren, kanalen en afgravingen, met veel oever- maar vooral waterplanten zoals de Waterlelie waarop de eieren gelegd worden.
De vliegtijd is juni en juli, soms tot in augustus.
De blauwe breedscheenjuffer is nog vrij algemeen en wordt gekenmerkt op de Belgische Rode Lijst (libellen) als niet bedreigd. Ze wordt niet vermeld op de Nederlandse Rode Lijst (libellen).
parende breedscheenjuffers auteur : Bresson Thomas. CC 2.0
De eieren worden afgezet in stengels van drijvende waterplanten. De dieren vormen meestal een tandem voor de paring en de eileg. De larve van de blauwe breedscheenjuffer is makkelijk te onderscheiden van die van andere juffers door de staartlamellen die eindigen op een lange spits en aan de randen behaard zijn. Het vangmasker heeft aan de randen doornachtige haren.