De blauwvleugeluil (Peridroma saucia) is een nachtvlinder uit de familie van de Noctuidae, de uilen.
De vlinder heeft een voorvleugellengte van 19 tot 23 millimeter. De vlinder dankt zijn naam aan de achtervleugel die een parelmoerachtige blauwige glans heeft. De soort komt voor in Zuid- en Midden-Europa en overwintert als rups.
Engels : Pearly Underwing, Variegated Cutworm Duits : Grassteppen-Bodeneule Frans : ????? |
Blauwvleugeluil auteur : Fvlamoen CC 2.5 |
De kleur van de voorvleugel is variabel en loopt uiteen van vaalgeel met een donkerbruine tekening tot bijna effen zwartachtig bruin met roodbruin langs de voorrand en de achterrand. Bij lichtere exemplaren zijn de grote, doorgaans donkere niervlek en de lichte ringvlek goed zichtbaar; bij donkere exemplaren vallen ze niet altijd op.
De doorschijnende achtervleugel heeft een blauwachtige parelmoerglans; de aders en de zoom zijn donkerder. Op de kop bevindt zich een korte grijze hanenkam. |
blauwvleugeluil - rups |
De blauwvleugeluil heeft allerlei grassen en kruidachtige planten als waardplanten, waaronder paardenbloem, zuring, klaver en koolzaad; ook sla en andere gekweekte planten.
De blauwvleugeluil is in Nederland en België een zeldzame soort, die als trekvlinder in ons gebied verschijnt. De soort wordt vooral gevonden in de periode augustus-oktober, maar de gehele vliegtijd loopt van mei tot halverwege november in twee of drie generaties. In Noordwest-Europa kan de soort normaal gezien niet overwinteren. |
blauwvleugeluil - Peridroma saucia |
Vliegtijd en gedrag Half mei-half november in twee of drie generaties. De vlinders komen op licht en op smeer.
Levenscyclus Rups: in Nederland te zien van juli tot ver in de herfst. De rups foerageert ´s nachts en verpopt zich in een holletje in de grond.
De soort overwintert in Zuid-Europa als rups; kan de Nederlandse winters normaal gesproken niet overleven. |
Bron : - Wikipedia CC 3.0 - internet |