B b B b 12 i 10 |
Blindslang |
De blindslang (Ramphotyphlops braminus), of gewone blindslang is een kleine slang uit de familie wormslangen (Typhlopidae).
Oorspronkelijk kwam de soort alleen voor in Azië, tegenwoordig ook in Nieuw-Guinea, Japan, de Verenigde Staten, Afrika, Madagaskar, Mexico en Australië. Qua oppervlakte is het één van de meest wijdverspreide slangen ter wereld, op de zeeslangen na.
De oorzaak ligt in het feit dat deze slang ook in plantenkwekerijen algemeen voorkomt, en per ongeluk in potplanten over de gehele wereld is verscheept.
De Engelse naam van deze dieren is daarom ook wel Flower pot snake; bloempotslang.
Engels : Brahminy blind snake, flowerpot snake, common blind snake, island blind snake, Hawaiian blind snake, Nilgiri worm snake (Typhlops fletcheri), Perrotet's shieldtail snake Duits : Blumentopfschlange, Brahmanen-Wurmschlange Frans : Ramphotyphlops braminus |
Blindslang |
Hoewel het een slang is, zien deze soort eruit als een lange dunne worm, en met name jonge dieren die nog bruin tot roze van kleur zijn. De lengte is ongeveer 15 tot 20 centimeter, het lichaam is erg dun en de schubben zijn klein en glad en liggen in banden om het lichaam waardoor het segmenten lijken. Oudere dieren kleuren donkerbruin tot zwart, en de kop en staart zijn nauwelijks uit elkaar te houden. De ogen en ooropeningen zijn rudimentair. |
Blindslang |
Het voedsel bestaat voornamelijk uit mieren en termieten en ook de poppen daarvan worden gegeten, soms ook wel andere insecten en wormen. Hierdoor is dit dier niet lang in gevangenschap te houden, waardoor er nog niet veel bekend is over deze soort, ondanks het verspreidingsgebied. Ook leeft de blindslang ondergronds, en graaft ondiepe tunnels om beter bij de nesten te komen. |
blindslang |
Alleen als het regent komt hij bovengronds om niet te verdrinken, maar leidt verder een verborgen bestaan. De blindslang prefereert losse, liefst zanderige gronden waar hij makkelijk kan graven, en schuwt de mens niet. Zo komt deze soort ook voor in streken die door de mens zijn aangepast, zoals houtwallen en agrarische gebieden; als er maar mieren of termieten zijn om te eten en het niet te droog wordt.
Blindslangen kennen een bijzondere vorm van voortplanting omdat ze parthogenetisch zijn; er bestaan geen mannetjes binnen deze soort. Uit ieder ei komt een vrouwtje en ze hebben dus geen paring nodig wat ze een voorsprong geeft op andere soorten. Waarschijnlijk worden tussen de vrouwtjes onderling wel hormonen uitgewisseld om de aanmaak van eicellen te stimuleren. |
Bron : - Wikipedia CC 3.0 - internet |
|