B b B b 15 l 7 |
Bolletjeskers |
Bolletjeskers (Cardamine bulbifera synoniem Dentaria bulbifera), soms ook knoldragende tandveldkers genoemd, is een overblijvende plant uit de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae). De soort komt van nature voor in Midden- en Zuid-Europa en Zuidwest-Azië.
Bolletjeskers komt voor in loofbossen op vochtige, voedselrijke, kalkhoudende grond.
Engels : Coralroot, Coral-Wort, Coralroot Bittercress Duits : Zwiebel-Zahnwurz, Zwiebeltragende Zahnwurz Frans : Dentaire à bulbilles |
de bloemen auteur : Fornax CC 3.0 |
De plant wordt 25-60 cm hoog, heeft een rechtopgaande, onvertakte, met een bebladerde stengel en een vlezige, geschubde, 2-3 mm dikke wortelstok. Aan de stengel zitten meer dan zes bladeren en deze is alleen onderaan bezet met korte haren. In de bladoksels van de bovenste stengelbladeren zitten kleine, ongeveer 3-7 mm lange, ei- tot kogelvormige bruinviolette of zwartpaarse broedbolletjes.
De bladeren zijn oneven geveerd met 7, ongesteelde, aan beide einden spitse blaadjes. De 3-10 cm lange, lancetvormige blaadjes hebben een gezaagde rand met korte haartjes.
|
de bladeren auteur : Fornax CC 3.0 |
Bolletjeskers bloeit van april tot in juni met bleekviolette tot paarsroze (soms witte) bloemen, die in een korte tros zitten. De tros bestaat uit met 4-12 bloemen. De verkeerd eivormige kroonbladen zijn 13-20 mm lang. De groene kelk is 5-7 mm lang en de kelkblaadjes hebben aan de top een bleekviolette vliezige rand.
De 2-3,5 mm lange en 2,5 mm brede vrucht is een hauw (Een hauw is een droge doosvrucht, die minstens driemaal zo lang als breed is). Bolletjeskers plant zich hoofdzakelijk vegetatief voort door de wortelstokken en broedbolletjes. Na 3-4 jaar groeit uit het afgevallen broedbolletje een scheut.
|
Bron : - Wikipedia CC 3.0 - tinternet |
|