Onmiddellijke behandeling niet altijd beste optie voor prostaatkanker
Wanneer bij iemand een kanker ontdekt wordt, is het niet altijd nodig om onmiddellijk een behandeling op te starten. Zo kan het bij een kleine, lokale prostaatkanker voldoende zijn om de kanker actief op te volgen - soms jarenlang - en pas in te grijpen wanneer die effectief evolueert. Dat stelt het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE).
"De remedie is soms erger dan de kwaal", zegt het KCE. Een behandeling tegen prostaatkanker kan immers voor ernstige nevenwerkingen zorgen, zoals impotentie en incontinentie, die de levenskwaliteit aantasten, luidt het.
Omdat prostaatkanker meestal traag evolueert, kan het bij patiënten met laag risico op progressie beter zijn de kanker eerst actief op te volgen door regelmatig een biopsie (weefselonderzoek) te doen. "Daarbij kan soms wel tot tien jaar gewacht worden alvorens in te grijpen, zonder dat dit de prognose verandert", aldus het kenniscentrum. Wanneer blijkt dat de kanker evolueert, kan een klassieke behandeling worden opgestart.
Ook bij patiënten met een levensverwachting van minder dan tien jaar, of bij mensen met andere ernstige aandoeningen (bijvoorbeeld diabetes, hartfalen of andere kankers) kan het beter zijn af te wachten. "Omdat prostaatkanker vaak traag evolueert, is de kans groot dat de patiënt mét in plaats van door de kanker overlijdt", aldus het KCE. "Een belastende behandeling, met onaangename nevenwerkingen, heeft voor hem alleen maar nadelen."
Bij patiënten met hoog risico moet de kanker wel onmiddellijk behandeld worden. Het KCE benadrukt dat bij de uiteindelijke beslissing "de persoonlijke voorkeur van patiënt doorslaggevend moet zijn". (br.hln)
|