In België leeft bijna 1 kind op 5 in armoede
Bijna een op de vijf kinderen (18,8 procent) jonger dan 18 jaar in België leeft in een gezin met een inkomen onder de armoederisicodrempel. Tien jaar geleden was dat 15,9 procent. Dat blijkt uit het nieuwe jaarboek van het Centrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASeS) van de UAntwerpen. "Onrechtvaardig", klinkt het bij de onderzoekers, die wijzen op het welvarend karakter van België.
Bij eenoudergezinnen loopt dat aandeel op tot 36,4 procent en van kinderen van laagopgeleide ouders gaat het om 53,8 procent. Werkt bijna niemand in het gezin, dan leeft 73,6 procent van de kinderen met een inkomen onder de drempel. Bijna 7 procent van de kinderen leeft in een gezin met erg weinig materiële middelen.
"In een welvarend land als België zijn dergelijke cijfers onrechtvaardig, vooral omdat kinderen die in armoede leven daar de rest van hun leven de gevolgen van kunnen dragen", klinkt het bij de onderzoekers. Ze verwijzen naar Nederlands onderzoek, waaruit blijkt dat armoede een emotionele, materiële en sociale belasting vormt, en dat jongeren zich vaak buitengesloten voelen of zich schamen.
Ook jongeren worden steeds vaker geconfronteerd met financiële moeilijkheden. Het armoederisico van 18-24-jarigen ligt evenzeer op 18,8 procent. Dat percentage stijgt sinds 2008. Het maandelijkse gemiddeld aantal leefloongerechtigden nam tussen 2013 en 2014 met 3,9 procent toe, maar bij jongeren onder de 25 was dat 5,1 procent. Jongeren tussen de 18 en 25 jaar vertegenwoordigden vorig jaar zo'n derde van de leefloonbevolking, terwijl hun totale aandeel in de bevolking 10,7 procent bedroeg. (br.hln)
|