Gustave De Smet 1877 - 1943 was een Vlaams kunstschilder
Gustave Franciscus De Smet (Gent, 21 januari 1877 Deurle, 8 oktober 1943) was een Vlaams kunstschilder. Samen met Constant Permeke en Frits Van den Berghe behoort hij tot de grote drie van het Vlaamse Expressionisme. Hij signeerde zijn werken vaak met Gust. De Smet.
Zij vormden, voor en na de Eerste Wereldoorlog, de tweede kunstenaarsgroep van de Latemse Scholen, aan de Leie te Sint-Martens-Latem. Gustave De Smet was, in deze groep, wel de kunstenaar die het langst onder kubistische invloed werkte. Hij werd de schilder van het Vlaamse vrolijke leven, in sereen sterke composities.
De Smet werd geboren als zoon van de huisschilder-decorateur en fotograaf Jules De Smet. Gustave had een 4 jaar jongere broer, de impressionistische Léon De Smet. Beiden volgden de Gentse Academie. Terwijl Gustave eerder onregelmatig volgde, was Léon een schitterend student.
Een impressionistisch stilleven van Gustave De Smet is aan een recordprijs van 148.100euro verkocht.
De Smet trouwde in 1898 met Gusta Van Hoorebeke en bleef in Gent wonen. Eerst in 1908 volgde hij zijn broer Léon naar Sint-Martens-Latem. Daar ging hun aandacht eerder uit naar het impressionistische luminisme van Emile Claus, die in het nabijgelegen Astene verbleef, in zijn villa Zonneschijn. Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, week Gustave met zijn gezin en zijn vriend Frits Van den Berghe uit naar Nederland. Van 1914 tot 1922 verbleven zij te Amsterdam, te Hilversum, te Laren en te Blaricum. In Nederland leerde hij zowel het Duitse als het Hollandse expressionisme kennen, waarbij de Franse schilder Henri Le Fauconnier een voortrekkersrol speelde. Dit betekende het grote keerpunt in zijn kunst.
In 1922 keerde hij naar België terug, om samen met Frits Van den Berghe bij Permeke in te trekken, te Oostende. Toen had hij toch al de Sélection-beweging op gang gebracht, met de Brusselse kunstkenners André de Ridder en P.G. Van Hecke. Na enige maanden trok hij weer naar zijn Leiestreek en in 1923 ging hij in Bachte-Maria-Leerne wonen en daarna in Afsnee, om zich tenslotte in 1927 in Deurle te vestigen.
Zijn expressionisme, met de eigen kubistische inslag, had op dat moment een hoogtepunt bereikt, met zijn circus- en kermistaferelen, zijn accordeonspelers en zijn evocaties van dorp en huis, doordrenkt van zijn specifiek coloriet. Op dat ogenblik stond zijn expressieve kracht mijlenver van de visie van zijn broer Léon.
Het voormalige woning en werkruimte van Gust De Smet, er is nu een klein museum ondergebracht. Je ziet er werken van Gust De Smet uit de periode 1915 tot aan zijn dood (1943).
De Smet overleed op 66-jarige leeftijd te Deurle. In reactie op De Smets dood zei Permeke: "Hij was nooit klein." De Smets woonhuis wordt bewaard als lokaal museum.
|